Deltaprogramma verkenning IJssel Vechtdelta. Fase I jan 2010 feb 2011



Vergelijkbare documenten
Peilvarianten IJsselmeer berekend met aangepast NHI 2.0.

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Deltaprogramma IJsselmeergebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse IJsselmeergebied

LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma IJsselmeergebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse IJsselmeergebied

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Ruimte voor de Rivier IJsseldelta

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

ALGEMENE VERGADERING. 24 april 2012 SSO

Rapport. 1. Algemeen. 2. Deltabeslissing Zoetwater

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

De waterbestendige stad

Deltaprogramma IJsselmeergebied Plan van aanpak, fase 2 en verder

Natuurlijke Klimaatbuffer Ooijen-Wanssum. Natte natuur voor droge voeten

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Toelichting GGOR Schieveen

toekomst veenweide Inspiratieboek

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Naar veilige Markermeerdijken

Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011

- Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie

Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland. Syntheserapport. Harold van Waveren Rijkswaterstaat

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorkeurstrategie DeltaProgrammaRivieren (DPR)Maas. Nummer: 9h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Kennisdocument strategieontwikkeling IJsselmeergebied

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Deltaprogramma IJsselmeergebied. Deltaprogramma Mogelijke strategieën fase 2

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

ALGEMENE VERGADERING. 25 maart 2010 SSO. Voorstel Kennis nemen van het plan van aanpak Deltaprogramma. Samenvatting

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Omgevingsvisie Zwolle Actuele opgaven van de stad. 23 januari 2018 Saskia Engbers

Deltaprogramma Bijlage H. Vervangingsopgave Nate Kunstwerken

Voorbeeld kaartvervaardiging: kreekruginfiltratie De volgende 5 factoren zijn gebruikt voor het bepalen van de geschiktheid voor kreekruginfiltratie:

Droge voeten voor Sint-Oedenerode. Informatieavond 12 december 2018

inhoud presentatie Water types op Texel aanleiding Masterplan verkenning nut en noodzaak projectenprogramma implementatie, ervaringen tot nu toe

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER

In opdracht van de gemeente Hattem heeft Tauw een bodemfunctiekaart opgesteld. Deze notitie vormt de toelichting bij de gemaakte keuzes.

Een snelle kosteneffectiviteitanalyse. voor Deltaprogramma IJsselmeergebied:

Doel van de informatiebijeenkomst

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Deltabeslissing Waterveiligheid

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Deltaprogramma Bijlage C. Weergave bestuurlijke planning

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Referentienummer Datum Kenmerk GM maart 2014 PN

Een veilig, aantrekkelijk en. economisch sterk. Wadden- en IJsselmeergebied. Luc Kohsiek Dijkgraaf Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband)

INTENTIEVERKLARING CLIMATE CAMPUS. Zwolle - IJssel-Vechtdelta

Kennisdocument strategieontwikkeling IJsselmeergebied. Datum 19 mei 2014 Status Definitief

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Deltaprogramma IJsselmeergebied. Plan van aanpak, fase 2 en verder

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Nieuw peilbesluit IJsselmeergebied

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Dijkversterking Marken

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. *ps /QjOOO. /'SO^L. Dat. ontv.: Routing

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Richtlijn versus maatwerkberekening

Notitie. Waterparagraaf IJsseldelta-Zuid Gemeente Dronten. 1 Algemeen

recreatie natuur woningbouwopgave nationaal landschap stadsrand Zwolle rand IJsselmuiden rand Genemuiden Hasselt ontsluiting

Transcriptie:

Deltaprogramma verkenning IJssel Vechtdelta Fase I jan 2010 feb 2011 Definitief 28 februari 2011

Inhoud 0. Bestuurlijke samenvatting... 3 1. Inleiding... 6 1.1 Achtergrond... 6 1.2 Doel en gedachtenlijn verkenning... 6 1.3 Gebied... 7 1.4 Deelnemende partijen... 7 1.5 Samenwerking Provincie Flevoland... 7 2. Aanpak conform handreiking IJsselmeergebied... 8 2.1 Beschrijving aanpak... 8 2. 2 Gegevens verzameling (basisinformatie)... 8 2.2.1 Stap 1a: Waterhuishoudkundige informatie... 8 2.2.2 Stap 1b: Ruimtelijke basisinformatie...... 9 2.2.3 Stap 2: Validatie en verrijking basisinformatie... 9 2.2.4 Stap 3: Confrontatie waterhuishoudkundige gevolgen met gebruiksfuncties... 9 2.2.5 Stap 4: Maatregelen... 10 2. 3 Werksessies...10 2.3.1 Thema s... 10 2.3.2 Conclusies algemeen... 11 B i j l a g e n... 13 Bijlage 1 Samenvatting waterhuishoudkundige analyse IJssel-Vechtdelta Bijlage 2 Rode draad gebiedsverkenningen IJsselmeergebied Bijlage 3 Verslagen werksessies IJssel-Vechtdelta Naast dit rapport zijn in fase 1 de volgende inhoudelijke rapporten geproduceerd: Rapport waterschappen (Arcadis) Rapport grondwater Kampen en Zwolle (Tauw) Beeldverslag Water en Ruimte Atelier Zwolle Voorliggend rapport is, behalve op werkateliers, ook gebaseerd op deze rapporten. 2

0. Bestuurlijke samenvatting Aanleiding Het Deltaprogramma is het uitvoeringsprogramma horende bij het Nationaal Waterplan. Het Deelprogramma IJsselmeergebied (fase I) is aanleiding geweest om in de IJssel Vechtdelta een verkenning uit te voeren naar de gevolgen van mogelijk veranderend peilbeheer van het hoofdwatersysteem van het IJsselmeer. Deze veranderende waterstanden zijn noodzakelijk als gevolg van klimaatverandering en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging, zoetwatervraag en veranderende afvoer van de IJssel. Het doel van de uitgevoerde verkenning is inzicht te krijgen in de mogelijke gevolgen van veranderende waterstanden op de waterveiligheid van het gebied en de grondgebruiksfuncties in de IJssel Vechtdelta. Samenwerking De begrenzing van het gebied IJssel Vechtdelta is bepaald door de maximale doorwerking van 1,5 meter peilverhoging op het IJsselmeer in te schatten. Overheden en belangenpartijen in dit gebied (rechts weergegeven) zijn in een vroeg stadium betrokken bij de verkenning. De provincie Overijssel heeft hierbij de regierol op zich genomen. Uit pragmatische overwegingen is in de werksessies samengewerkt met de provincie Flevoland en zijn de Flevolandse partijen betrokken. Waterschap Groot Salland heeft, in afstemming met de waterschappen Reest en Wieden, Zuiderzeeland en Veluwe, de waterhuishoudkundige basisinformatie verzorgt. De gemeenten hebben belangrijke kennis en capaciteit ter beschikking gesteld. De gemeente Zwolle heeft aanvullend een werkatelier Water en Ruimte georganiseerd. Belangenpartijen van Natuur (Natuurmonumenten en Natuur en Milieu Overijssel), landbouw (LTO Noord) en bedrijfsleven hebben een belangrijke bijdrage geleverd in de werkateliers. Ook andere partijen en organisaties als Zwolle Kampen Netwerkstad (ZKN), de Waterdienst, Vereniging Schuttevaer, het Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB), Ruimte voor de Vecht, Regio Stedendriehoek, Vitens, Veiligheidsregio IJsselland en natuurlijk het projectbureau van het deelprogramma IJsselmeergebied zelf hebben een belangrijke bijdrage geleverd. Deze samenwerking biedt een stevige basis om gezamenlijk verder te gaan in fase II. Resultaat verkenning fase I Op basis van het plan van aanpak voor fase I van het deelprogramma IJsselmeergebied is hard gewerkt om de benodigde informatie te verzamelen en te analyseren. Ten behoeve van de gebiedsverkenningen hebben de acht waterschappen rondom het IJsselmeer gezamenlijk een verkennende studie uitgevoerd naar de waterhuishoudkundige effecten van peilveranderingen. Hierbij is gekeken naar effecten op waterkeringen, grondwater en buitendijks gebied in zowel het stedelijk gebied als het landelijk gebied. In de werkateliers is met de betrokken partijen verkend welk effect dergelijke veranderingen hebben op het gebied. Waterschap Groot Salland heeft in samenwerking met de gemeenten Kampen en Zwolle aanvullende analyses gedaan naar de effecten op grondwater in stedelijk gebied. Uit de verkenning komt naar voren dat de IJssel Vechtdelta een kwetsbaar en waardevol gebied is waar volop ontwikkelingen plaatsvinden. Waardevol in sociaal economisch opzicht (groeiregio Zwolle Kampen), cultuurhistorisch en landschappelijk waardevol (nationaal landschap) en voor landbouw en natuur (Natura 2000 gebieden). Veranderingen in het peilbeheer van het IJsselmeer werken door de open verbinding door in het gebied, grofweg begrensd door Meppel (N), Dalfsen (O) en Zwolle (Z). De kwetsbaarheid uit zich in negatieve effecten van peilverhoging/verlaging op stedelijk gebied, natuur en landbouw. De negatieve effecten beginnen bij een beperkte peilstijging van circa 10 cm (stedelijk gebied). Vanaf ongeveer 30 cm peilstijging beginnen in het gehele gebied problemen te ontstaan die bij verdere stijging van de waterstanden in omvang toenemen. Negatieve effecten zijn toe te schrijven aan een verlaging van de veiligheid en verandering van grondwaterstanden die effect hebben op de ruimtelijke functies in het gebied. 3

Veiligheid Uit de analyses blijkt dat in de IJssel Vechtdelta ca. 10 steden of dorpen direct aan een waterkering liggen. Bij een winterpeilverhoging van het IJsselmeer van 60 cm of meer zal op vrijwel alle locaties verhoging en/of versterking van de waterkering noodzakelijk zijn. Bij een peilverhoging wordt ca. 200 km primaire waterkering, ca. 100 km regionale waterkering en ca. 60 grotere kunstwerken, zoals inlaten, schutsluizen, gemalen en keersluizen zwaarder belast. Uit verkennende studies blijkt dat bij een peilverhoging van 60 cm de huidige hoogte en/of stabiliteit van deze waterkeringen en kunstwerken in de meeste gevallen onvoldoende is. Nader onderzoek moet uitwijzen in hoeverre bij minder grote peilverhogingen problemen onstaan. Voorbeeld Kampen Midden en Zwolsedijk De Waterkering Kampen Midden (afbeelding rechts) bestaat o.a. uit 84 beweegbare keringelementen. De lengte van de waterkering Kampen Midden is ruim 1800 meter. Het waterpeil op de IJssel bij Kampen staat onder directe invloed van het IJsselmeer. Uit de analyse op hoogte blijkt dat de waterkering in Kampen onvoldoende hoog is bij een winterpeilverhoging van 60 cm. Naar verwachting voldoet de kering niet meer bij een peilverhoging van 30 cm tot 50 cm. De Zwolsedijk (foto links) is een eeuwenoude dijk die tussen Hasselt en Zwolle ligt. Deze historische dijk is onmiskenbaar verbonden aan de landschappelijke waarden van het rivierengebied. In de IJssel Vechtdelta ligt langs/in alle steden en dorpen buitendijkse bebouwing. Het gaat om: haven en industrieterreinen, jachthavens, recreatiewoningen en oude binnensteden zoals de binnenstad van Zwolle en een deel van de IJsselkade in Kampen. De buitendijkse gebieden in het landelijk gebied van de IJssel Vechtdelta omvatten grotendeels de uiterwaarden. De gebieden zijn in gebruik als grasland of hebben de functie beschermde natuur (N2000). Gemiddeld inunderen de lage delen van de uiterwaarden gedurende enkele weken per jaar. Door een peilverhoging zal dit vaker en langer gebeuren. Uit verkennende berekeningen blijkt dat bij een peilverhoging van 60 cm de overstromingskans van de buitendijkse gebieden met ca. een factor 10 toeneemt. Grondwaterstandsverandering Een peilverandering op het IJsselmeer werkt via de IJssel, de Vecht en de regionale wateren door tot aan Deventer, Wijhe, Dalfsen, Meppel en Vollenhove. Door een peilverhoging van het oppervlaktewater ontstaat meer kwel en dit resulteert in hogere grondwaterstanden (figuren volgende pagina). Uit de berekeningen blijkt dat in het stedelijk gebied de grondwaterstanden tot enkele kilometers landinwaarts beïnvloed worden door een IJsselmeerpeilverandering. Een beperkte verhoging of verlaging van de grondwaterstand kan negatieve gevolgen hebben voor kelders, stedelijk groen, functionering riolering, bevaarbaarheid, archeologie en houtenpaalfunderingen. Verhoging van de grondwaterstand kan als effect hebben dat woningen vochtiger worden. Indirect kan dit gevolgen hebben voor de volksgezondheid. In het landelijk gebied worden de grondwaterstanden tot enkele kilometers landinwaarts beïnvloed door een IJsselmeerpeilverandering. De landbouwgebieden aangrenzend aan de IJssel en de Vecht zullen hierdoor naar verwachting een lagere opbrengst opleveren. Naast een grondwaterstandsverandering neemt de kwelafvoer toe. 4

Het uitzakken van het IJsselmeerpeil door het gebruik van water in de zomerperiode wordt over het algemeen als ongewenst ervaren. Een langdurig laag peil kan leiden tot verdroging, zetting en klink met bijbehorende schades, instabiliteit van waterkeringen en paalrot van houten funderingspalen. Verandering grondwaterstand in meters bij 1 meter verhoging winterpeil IJsselmeer Vervolg De IJssel Vechtdelta heeft te maken met opgaven vanuit verschillende deelprogramma s van het Deltaprogramma. In deelprogramma IJsselmeergebied worden verschillende peilscenario s voor het IJsselmeer nader verkend in 2011. In het deelprogramma Rivieren wordt gekeken naar maatregelen in en om de IJssel vanuit het perspectief van waterveiligheid, waarbij de IJssel in uit te werken scenario s te maken krijgt met meer waterafvoer. In een gebiedsproces moeten deze opgaven gekoppeld worden aan een breed ruimtelijk ontwikkelingsperspectief in de IJssel Vechtdelta zodat mogelijkheden en wensen vanuit het gebied in beeld zijn en gecombineerd kunnen worden met de aanstaande deltabeslissingen. Deze deltabeslissingen hebben de volgende planing: Fase Periode Ontwikkeling I Voorjaar 2010 Voorjaar 2011 Verkennen speelveld door regio II III IV Voorjaar 2011 Voorjaar 2012 Voorjaar 2012 Voorjaar 2013 2014 Opstellen potentiële voorkeursstrategieën vanuit regio Selecteren voorkeursstrategie Besluit Kabinet Lange Termijn Strategie 5

1. Inleiding 1.1 Achtergrond Het Deltaprogramma is het uitvoeringsprogramma horende bij het Nationaal Waterplan 1. Het Deltaprogramma is opgedeeld in deelprogramma s. Het Deelprogramma IJsselmeergebied is aanleiding geweest om in het gebied van de IJssel Vechtdelta een verkenning uit te voeren naar de gevolgen van veranderend peilbeheer op het hoofdwatersysteem 2. De belangrijkste aandachtspunten hierbij zijn de verandering van het Peil op het IJsselmeer en de mogelijke gevolgen hiervan op de functies in de IJssel Vechtdelta. Binnen het Deltaprogramma zijn ook deelprogramma Rivieren en de drie generieke deelprogramma s (Veiligheid, Nieuwbouw & Herstructurering, Zoetwatervoorziening) relevant voor de IJssel Vechtdelta. Deelprogramma Rivieren loopt in de planning wat achter bij deelprogramma IJsselmeergebied. De informatie uitwisseling met de generieke deelprogramma s verloopt voor een belangrijk deel via de gebiedsgerichte programma s als Rivieren en IJsselmeergebied. In de gebiedsverkenning IJssel Vechtdelta is geprobeerd om zoveel mogelijk informatie te verzamelen welke bruikbaar is voor alle deelprogramma s. Door het ontbreken of zeer laat beschikbaar komen van werkplannen, c.q. de informatiebehoefte uit deze deelprogramma s, is in de werksessies voor de gebiedsverkenning vooral geconcentreerd op de informatiebehoefte van deelprogramma IJsselmeergebied. 1.2 Doel en gedachtenlijn verkenning Het doel van de uitgevoerde verkenning is inzicht te krijgen in de mogelijke gevolgen van veranderende waterstanden op de (gebruiks)functies en ontwikkelingen in de IJssel Vechtdelta. De verandering van waterstanden kan Figuur 1 Globale gebiedsbegrenzing IJssel Vechtdelta ondermeer een gevolg zijn van klimaatinvloeden en/of verandering van he t beheer van het hoofdwatersysteem in reactie op klimaatverandering. In de verkenning is een eerste poging gedaan om grip te krijgen op de keten oorzaken effecten gevolgen. Hierbij zijn de oorzaken als min of meer vaststaand aangenomen, te weten klimaatverandering en de noodzaak om het waterbeheer hierop aan te passen. Voor de regio is de oorzaak van verandering dan een veranderend waterpeil op het hoofdwatersysteem (bestaande uit de IJssel, de Sallandse Weteringen, het IJsselmeer, het Zwarte Meer, het Meppelerdiep en het Zwarte Water en de Vecht). In de verkenning is vooral ingegaan op de te verwachten effecten van veranderend waterpeil op het hoofdwatersysteem en de effecten hiervan op waterveiligheid en grondwaterstanden. De verandering in veiligheid en grondwatersituatie is in werksessies, met behulp van gebiedskennis, doorvertaald naar te verwachten effecten op het gebruik, c.q. de gebruiksfuncties in het gebied. 1 In 2009 door kabinet vastgesteld rijksplan voor het waterbeleid. Controversieel verklaard na val van kabinet Balkenende IV. 2 Netwerk van belangrijkste oppervlaktewateren 6

1.3 Gebied De begrenzing van het gebied IJssel Vechtdelta is bepaald door de maximale doorwerking van 1,5 meter peilverhoging op het IJsselmeer in te schatten. Daarnaast is gekeken naar het gebied waar mogelijke maatregelen plaats zouden kunnen vinden. Dit mede op basis van inzichten die verkregen zijn uit de studie naar de toekomstvastheid van de Bypass Kampen (quickscan) 3. Het gebied wordt begrensd door: Ketelbrug in het Westen, Meppel in het Noorden, Ommen/Dalfsen in het oosten en Deventer in het Zuiden (figuur 1). 1.4 Deelnemende partijen Bij het opzetten van de gebiedsverkenning is ernaar gestreefd zoveel mogelijk partijen te laten aanhaken. De provincie Overijssel heeft hierbij een regiserende en coördinerende rol op zich genomen. Overheden en niet overheden zijn in een vroeg stadium, namelijk bij het schrijven van het plan van aanpak, uitgenodigd om mee te denken en inbreng te leveren. Waterschap Groot Salland heeft, in afstemming met de waterschappen Reest en Wieden, Zuiderzeeland en Veluwe de waterhuishoudkundige basisinformatie verzorgt. Daarnaast heeft waterschap Groot Salland, gezamenlijk met de gemeenten Kampen en Zwolle, analyses uitgevoerd naar de effecten op grondwater in het stedelijk gebied. De gemeenten zijn betrokken bij het opstellen van het plan van aanpak en hebben kennis en capaciteit ter beschikking gesteld. De gemeente Zwolle heeft, samen met het deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering, een werkatelier gehouden. Overige partijen in het gebeid zijn geconsulteerd bij het opstellen van het plan van aanpak. In de werksessies zijn veel, maar vooral veel verschillende maatschappelijke organisaties aangehaakt. Zo hebben LTO Noord, Vereniging Natuurmonumenten, Natuur en Milieu Overijssel en Vereniging Schuttevaer waardevolle informatie ingebracht. Overige partijen die een actieve inbreng hebben gehad in de werksessies zijn: het Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB), Zwolle Kampen Netwerkstad (ZKN), Ruimte voor de Vecht, Regio Stedendriehoek, Vitens, Veiligheidsregio IJsselland en natuurlijk het programmabureau van het Deltaprogramma IJsselmeer zelf. 1.5 Samenwerking Provincie Flevoland Uit pragmatische overwegingen is in de werksessies samengewerkt met de provincie Flevoland. Het bleek dat er een grote overlap bestond in de uitnodigingen aan gebiedspartijen in de IJssel Vechtdelta en de Flevolandse IJsselmeerkust. Het gaat hierbij om LTO, terreinbeheerders, gemeenten en waterschappen. Om onnodige agendadruk bij de deelnemers aan de werksessies te voorkomen, is ervoor gekozen om de werksessie voor de IJssel Vechtdelta en de Flevolandse IJsselmeerkust gezamenlijk uit te voeren. De provincie Flevoland heeft zich aangesloten bij de aanpak zoals deze door de provincie Overijssel is voorgesteld. 3 De hoogwatergeul die ten zuiden van Kampen de IJssel met de randmeren moet verbinden. De quickscan is uitgevoerd om in beeld te krijgen in hoeverre deze Bypass functioneel blijft in de toekomst. 7

2. Aanpak conform handreiking IJsselmeergebied 2.1 Beschrijving aanpak De regioverkenningen zijn gericht op het verzamelen van basisinformatie, de validatie van deze informatie en het confronteren van waterhuishoudkundige gevolgen van Figuur 2 Procesbeschrijving informatieverzameling veranderend peilbeheer op de gebiedsverkenningen gebruiksfuncties in de regio. Waar mogelijk zijn maatregelen geformuleerd. DPIJ en de provincies hebben gezamenlijk een handreiking opgesteld voor het proces van de gebiedsverkenningen (figuur 2). De gebiedsverkenningen zijn vooral bedoeld om een eerste indruk te krijgen van de te verwachten gevolgen van veranderend peilbeheer op het IJsselmeer voor de regio. Om aansluiting te houden bij de provinciale Omgevingsvisie is ervoor gekozen de werksessies thematisch in te richten. Per thema/werksessie is geprobeerd om het schema uit figuur 2 zo veel mogelijk te doorlopen. 2.2 Gegevens verzameling (basisinformatie) 2.2.1 Stap 1a: Waterhuishoudkundige informatie Ten behoeve van de gebiedsverkenningen hebben de acht waterschappen rondom het IJsselmeer gezamenlijk de waterhuishoudkundige effecten in beeld gebracht. Gezien de aard van de huidige fase ( verkenning) en het tijdspad waarin de analyses hebben plaatsgevonden, hebben de waterhuishoudkundige analyses het karakter van de een quickscan. De volgende thema s en effecten zijn onderzocht: Buitendijkse gebieden Primaire keringen/veiligheid Kunstwerken Binnendijks/grondwater De analyses voor de eerste drie thema s maken gebruik van de Deltares basisstudie. De punten zijn vertaald naar vlakken met behulp van lineaire interpolatie. De betrokken waterschappen hebben aanvullende informatie voor het thema kunstwerken en binnendijks/grondwater geleverd. De analyses voor thema binnendijks/grondwater maken gebruik van NHI runs. Zowel de basisstudie als het NHI leveren een aantal discussiepunten voor de waterschappen die nader onderzoek vragen, zoals: De gebiedsdekking komt niet helemaal overeen met het gebied dat van belang wordt geacht door de waterschappen. De onderzochte peilvarianten geven niet voor alle gebieden realistische uitkomsten. Uitgangspunten van studie en model hebben beperkingen. Naast het onderzoek van de IJsselmeergroep heeft het waterschap Groot Salland, gezamenlijk met de gemeenten Kampen en Zwolle, onderzoek gedaan naar de gevolgen van een peilverandering voor de grondwaterstand en kwel in het bebouwde gebied van Kampen, IJsselmuiden en Zwolle. De effecten op de grondwaterstand zijn bepaald bij verschillende peilvarianten. Aanvullend is voor de gemeente Zwartewaterland, met indicatieve berekeningen, het effect van een peilverhoging van 100 cm op het stedelijk grondwater in beeld gebracht. In bijlage I is een weergave gegeven van de waterhuishoudkundige analyse per thema: 8

St edelijk gebied: 1) Waterkeringen 2) Grondwater 3) Buitendijks Landelijk gebied: 1) Waterkeringen 2) Grondwater 3) Buitendijks 2.2.2 Stap 1b: Ruimtelijke basisinformatie De provincie Overijssel heeft de beschikbare ruimtelijke basisinformatie aangeleverd aan DPIJ, bestaande uit voornamelijk GIS bestanden, zoals beschikbaar bij de provincie. Onduidelijk is in hoeverre gemeenten informatie hebben aangeleverd. Over het algemeen was de inschatting dat informatie op gemeentelijk schaalniveau te gedetailleerd was voor de eerste verkenning. Uitzondering hierop is de gemeente Zwolle, die gedetailleerder materiaal heeft gebruikt bij het Water en Ruimte Atelier. Werksessie Water en Ruimte Atelier In samenwerking met een aantal ministeries en het waterschap Groot Salland heeft de gemeente Zwolle een Water en Ruimte Atelier georganiseerd. Aan het atelier is tevens deelgenomen door de gemeenten Kampen en Zwartewaterland. Binnen het Water en Ruimte Atelier werd ontwerpend onderzoek ingezet, waarbij opgaven vanuit water en ruimte aan elkaar worden gekoppeld. Het atelier kan worden gezien als een vertaling van waterhuishoudkundige effecten naar ruimte en maatschappij. De belangrijkste algemene conclusies: Regio samen optrekken. Omslagpunten zijn niet eenduidig te benoemen, per effect verschillen per wijk. Centrale stad inclusief binnenstad vrijwaren van permanente peilverandering, wel dynamiek behouden. Opvangen van piekafvoer (regenafvoer rivieren en weteringen) > buffergebieden. Peilmaatwerk, in en om de stad. Richten op duurzame ruimtelijke inrichting (o.a. 2 de laag waterveiligheid), zowel voor nieuwbouw als herstructurering. Water biedt kansen voor ruimtelijke kwaliteit en identiteit. Binnen het Water en Ruimte Atelier zijn varianten van maatregelen onderzocht waarbij water werd geweerd of water werd toegelaten. Bij "water weren" komen technische oplossingsrichtingen naar voren en zijn normen bepalend. Bij "water toelaten" komen flexibele oplossingen met marge in systemen en tijd naar voren. 2.2.3 Stap 2: Validatie en verrijking basisinformat ie In de werksessie is de beschikbare ruimtelijke basisinformatie gepresenteerd in de vorm van kaartbeelden. Opvallend is dat in de werksessie weinig fouten in de kaarten benoemd zijn. Dit geeft vertrouwen in het gebruikte materiaal. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat de kaarten grootschalig waren en dat onjuiste details daarom niet zichtbaar waren. 2.2.4 Stap 3: Confrontatie waterhuishoudkundige gevolgen met gebruiksfuncties Bij de confrontatie van de waterhuishoudkundige gevolgen met de gebruiksfuncties zijn de volgende zaken opgevallen: 9

Er wordt een groot gebied beïnvloed. Dit heeft te maken met de open verbinding tussen het IJsselmeer en het gebied van Meppel tot Zwolle. Een peilverandering op het IJsselmeer werkt vrijwel 1 op 1 door in dit gebied. De grondwatereffecten in poldergebieden lijken beheersbaar te zijn. Wel is er bij peilverhoging sprake van een toename van het te verpompen volume water door een toename van de hoeveelheid kwel 4. Stedelijk gebied blijkt kwetsbaar te zijn. Zowel voor veranderingen in grondwater als verandering in oppervlaktewaterstanden. Door de hoge waarde van het stedelijk gebied zijn zowel de optredende schades als de investeringen die nodig zijn groot te noemen. De confrontatie op het aspect waterveiligheid is moeilijk gebleken. Dit heeft vooral te maken met het ontbreken van de nieuwe normen voor waterveiligheid. In de werksessie is uitgegaan van de huidige normstelling en is een inschatting gemaakt van gevolgen op basis van expertkennis. Er is een verkenning gedaan naar de gevolgen voor waterveiligheid op basis van de huidige normering. 2.2.5 Stap 4: Maatregelen Het formuleren van maatregelen is moeilijk gebleken, doordat deze erg afhangen van de keuzes die uiteindelijk worden gemaakt. De beschikbare informatie en de zekerheid waarmee uitspraken gedaan kunnen worden over de gevolgen voor de gebruiksfuncties geven onvoldoende houvast om concrete maatregelen te benoemen. Een verdiepings en verfijningsslag is hiervoor nodig. Het benoemen van maatregelen verdient aandacht, pas als de maatregelen in beeld zijn is het mogelijk om een inschatting te maken van de benodigde investeringen. 2.3 Werksessies De werksessies zijn thematisch ingestoken. Een belangrijke reden hiervoor is de herkenbaarheid van de thema s in relatie tot het provinciaal beleid, zoals vastgelegd in de Omgevingsvisie 5. Een andere reden is meer praktisch. Voor gegevensvalidatie en de confrontatie van gebruiksfuncties met waterhuishoudkundige functies is inhoudelijke kennis nodig. Een thematische aanpak maakt het mogelijk om de specialisten van de betrokken organisaties gericht in te zetten op hun eigen expertise. Dit voorkomt grote groepen. De kruisbestuiving tussen de verschillende kennisvelden is geborgd door de eerste en de laatste werksessie een integraal karakter te geven. 2.3.1 Thema s De namen van de thema s spreken voor zich. Dit verslag beperkt zich tot de belangrijkste conclusies uit de werksessies. Als bijlage zijn de verslagen van de werksessies opgenomen. Voor een nadere onderbouwing van de keuze voor de thema s en verdere beschrijving van de relatie van de thema s met het Deltaprogramma wordt verwezen naar het plan van aanpak Uitwerking Deltaprogramma IJssel Vechtdelta fase 1 6. Werksessie 1 Ambities Ambities zijn vastgelegd in plannen, beleid en een visie. De horizon hiervan reikt over het algemeen niet verder dan 2040. Doorkijken naar 2100 is vrijwel onmogelijk op basis van de beschikbare informatie. Onzekerheden in ontwikkeling van klimaat, sociale economie en RO zijn te groot. Werksessie 2 Economie Buitendijkse bedrijvigheid wordt direct negatief beïnvloed. Economische ontwikkeling concentreert zich in steden. Doorwerking van peilverandering in het stedelijk gebied zet in Zwolle een aantal ontwikkelingen onder druk (waaronder "Spoorzone"). 4 Grondwater dat uittreedt, bijvoorbeeld aan de binnenzijde van een dijk, als gevolg van hoogteverschil tussen binnen en buitenwaterstand. 5 Integrale visie voor de fysieke leefomgeving, vastgesteld door PS van Overijssel in juli 2009. 6 Het plan van aanpak van fase I van deze gebiedsverkenning, zoals opgesteld door Johan Kabout, in overleg met de regionale partners. 10

Werksessie 3 Stedelijk Gebied Het stedelijk gebied dat in open verbinding staat met het IJselmeer (Zwolle, maar ook een kern als Zwartsluis), wordt direct beïnvloed door peilverandering. Negatieve effecten waarvoor maatregelen noodzakelijk zijn ontwikkelen zich al bij 10 cm peilstijging. Hoe verde r het peil stijgt, des te omvangrijker de effecten en benodigde maatregelen zijn. De poldergebieden l ijken minder kwetsbaa r te zijn. Peilverhoging leidt vooral tot toenemende uittreding van grondwater en daarmee tot een groter bemalingsvolume 7. Stedelijke gebieden met een relatief groot oppervlak open water zijn minder kwetsbaar voor grondwatereffecten dan gebieden met weinig tot geen open water. Werksessie 4 Landbouw, natuur, landschap en cultuurhistorie Peilverandering kan negatieve gevolgen hebben voor natuurdoelstellingen. Er ontstaan echter ook ontwikkelingskansen. De vraag is of de ontwikkelingen de verliezen kunnen compenseren. Landbouw is gebaat bij een goede ontwatering van de landbouwgronden. Hogere grondwaterstanden en toename van zoute kwel hebben een negatief effect op de landbouw. Het landschap zal veranderen door de ingrepen die nodig zijn. Hiermee kan een deel van de karakteristiek verloren gaan. Cultuurhistorische waarden kunnen verloren gaan door veranderingen in waterpeil. Het historische stadsfront van Kampen komt bij een peilstijging van circa 30 cm onder druk, omdat de beweegbare waterkering begint te falen. Archeologische waarden kunnen gebaat zijn bij hogere grondwaterstanden, als dit het behoud van deze waarden ondersteund. Werksessie 5 Integratie We hebben te maken met een regionale en integrale opgave. Er is behoefte aan concrete scenario s voor veranderend peilbeheer om zinnige uitspraken te kunnen doen over haalbaarheid en wenselijkheid. De koppeling van regionale opgaven aan het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) biedt kansen voor ontwikkeling en adaptatie. Concrete maatregelen kunnen voor een belangrijk deel pas worden geformuleerd als er betere inzichten zijn in de peilstrategieën en de effecten van deze strategieën op het gebied en de functies. 2.3.2 Conclusies algemeen Gebleken is dat er een groot verschil is tussen de zekerheid waarmee uitspraken gedaan kunnen worden voor de korte termijn, ongeveer de komende 30 jaar, en de lange termijn (2040 en verder). Voor de korte termijn is veel bekend en ligt veel beleidsmatig vast. Voor de lange termijn zijn eigenlijk geen harde uitspraken te doen. Het opvallend e is dat er eigenlijk geen sprake is van een middellange termijn. De waterhuishoudkundige basisinformatie is essentieel gebleken voor de gebiedsverkenningen. Het ontbreken van deze basisinformatie in de eerste twee werksessies maakte het zeer moeilijk om uitspraken te doen over effecten op gebiedsfuncties. Bij het beschikbaar komen van de basisinformatie vanaf werksessie 3 werd het mogelijk om het effect gevolg keten te bespreken. De IJssel Vechtdelta is een waardevol gebied waar volop ontwikkelingen plaatsvinden. Waardevol in sociaaleconomisch opzicht (groeiregio Zwolle Kampen), cultuurhistorisch en landschappelijk waardevol (nationaal landschap) en voor natuur en landbouw (N2000 gebieden). De IJssel Vechtdelta is kwetsbaar. Veranderingen in het peilbeheer op het IJsselmeer werken door de open verbinding door in het gebied, grofweg begrensd door Meppel (N), Dalfsen (O) en Zwolle (Z). De kwetsbaarheid uit zich in negatieve effecten van peilverhoging en verlaging op stedelijk gebied, natuur en landbouw. De negatieve effecten beginnen bij een beperkte peilstijging van circa 10 cm (stedelijk gebied). Vanaf ongeveer 30 cm peilstijging beginnen in het gehele gebied problemen te ontstaan die bij verdere stijging van de waterstanden in omvang toenemen. 7 Hoeveelheid uit te malen water vanuit een gebied naar het buitenwater. 11

Negatieve effecten zijn toe te delen aan een verlaging van de veiligheid (tegen overstromen c.q. wateroverlast) en verandering van grondwaterstanden en stroming (waterschade, toenemende hoeveelheid kwel). Tot circa 2040 zijn de gewenste ontwikkelingen voor de IJssel Vechtdelta in meer of mindere mate in beeld. Deze ontwikkelingen zijn vastgelegd in (uitvoerings)plannen, visies en het beleid van de verschillende overheden. Na 2040 is er weinig vastgelegd voor de regio. Dit bemoeilijkt het vooruitkijken tot 2100, maar aan de andere kant biedt dit ook kansen voor ontwikkeling en adaptatie. De aanpassing van het IJsselmeerpeil werkt zover door dat de deelnemers aan de werksessies uitgesproken hebben dat dit een regionale en vooral gezamenlijke opgave betreft. Door het ontbreken van de nieuwe waterveiligheidsnormering is het moeilijk de consequenties voor waterveiligheid te benoemen. In het algemeen geldt dat verhoging van het IJsselmeerpeil de veiligheid tegen overstromen negatief beïnvloed in het gebied IJssel (monding tot voorbij Zwolle), Vecht (tot Dalfsen), Zwarte Meer (tot en met Meppel en Vollenhove), Sallandse Weteringen en Meppelerdiep. Het uitzakken van het IJsselmeerpeil (door het gebruik van water in de zomerperiode) wordt over het algemeen als ongewenst ervaren. Een langdurig laag peil kan leiden tot verdroging, zetting en klink met bijbehorende schades, instabiliteit van waterkeringen en paalrot van houten funderingspalen. Er zijn een aantal leemten in kennis, het gaat hierbij vooral om de veiligheid en de nieuwe normering, de behoefte aan zoetwater in tijden van droogte en een meer gedetailleerde uitwerking van effecten van peilverandering. Dit laatste is nodig om concrete maatregelen te formuleren en vooral voor de kostenraming van de maatregelen. 12

B i j l a g e n 13

Bijlage 1 Samenvatting waterhuishoudkundige analyse IJssel-Vechtdelta Achtereenvolgend wordt een weergave gegeven van de verkennende analyse per onderstaand thema met daarbij een voorbeeld: Stedelijk gebied: 1) Waterkeringen 2) Grondwater 3) Buitendijks Landelijk gebied: 1) Waterkeringen 2) Grondwater 3) Buitendijks 14

Stedelijk gebied Stedelijk gebied: Waterkeringen In de IJssel-Vechtdelta liggen ca.10 steden of dorpen direct aan een waterkering. Bij een winterpeilverhoging van 60 cm of meer van het IJsselmeer zal op vrijwel alle locaties verhoging en/of versterking van de waterkering noodzakelijk zijn. Voorbeeld Kampen-Midden De waterkering Kampen-Midden bestaat uit o.a. 84 beweegbare keringelementen. De kering volgt grotendeels de historische stadsmuur en is volledig geïntegreerd in de historische binnenstad. Zo zijn van een aantal woningen de gevels, raampartijen en kozijnen waterkerend gemaakt. De lengte van de waterkering Kampen-Midden is ruim 1800 meter. Het waterpeil op de IJssel bij Kampen staat onder directe invloed van het IJsselmeer. Maatgevende waterstanden worden veroorzaakt door opstuwing van IJsselmeerwater tijdens storm. Uit de analyse op hoogte blijkt dat de waterkering in Kampen onvoldoende hoog is bij een winterpeilverhoging van 60cm 8. Naar verwachting voldoet de kering niet meer bij een peilverhoging van dan 30 cm tot 50 cm. Bij een geringere peilverhoging moet nog wel een nadere analyse naar de sterkte van de kering uitgevoerd worden. Blokzijl Meppel Vollenhove Zwartsluis Genemuiden Hasselt IJsselmuiden Kampen Zwolle Hattem 8 Memo nadere analyse kunstwerken waterschap Groot Salland, Arcadis 16 november 2010. 15

Stedelijk gebied: Grondwater Een peilverandering op het IJsselmeer werkt via de IJssel en de Vecht door tot aan Deventer, Dalfsen, Wijhe (voorbij Zwolle). Door een peilverhoging van het oppervlaktewater ontstaat meer kwel en dit resulteert in hogere grondwaterstanden (zie onderstaand figuur). Uit de verkennende berekeningen blijkt dat in het stedelijk gebied de grondwaterstanden tot enkele kilometers landinwaarts beïnvloed worden door een IJsselmeerpeilverandering. Opvallend is dat de invloedszone veelal groter in het stedelijk gebied dan het omliggende landelijke gebied. Een verklaring is in het stedelijk gebied dat de dichtheid van waterlopen en ontwateringssloten kleiner is. Het stedelijk gebied is ingericht op de heersende grond- en oppervlaktewaterpeilen en hierdoor kwetsbaar voor peilveranderingen. Een verhoging of verlaging van deze peilen kan daarom negatieve gevolgen hebben voor kelders, stedelijk groen, functionering riolering, bevaarbaarheid, archeologie en houtenpaalfunderingen. Voorbeeld Zwolle Van het stedelijk gebied in de IJssel-Vechtdelta is het grondwatersysteem van Zwolle het meest gevoelig voor een verandering van het IJsselmeerpeil. Zwolle ligt ingeklemd tussen de IJssel, de stadsgrachten en de Vecht en de bodem bestaat veelal uit goed doorlatend zand. Bij een peilverhoging van 0,5 m is de invloedszone circa 4 km breed en treden in een groot deel van het bebouwde gebied grondwaterstandveranderingen op van 10 cm of meer. De binnenstad van Zwolle en enkele direct aangrenzende wijken zijn het meest kwetsbaar voor peilverandering. Bij een grondwaterstandsverandering van enkele centimeters kunnen al problemen ontstaan met o.a. waterdichtheid van kelders en wortelrot van historische bomen. 16

Stedelijk gebied: Buitendijks In de IJssel-Vechtdelta ligt langs alle steden en dorpen buitendijkse bebouwing. Het gaat om: havenen industrieterreinen, jachthavens, recreatiewoningen en delen van oude binnensteden zoals een deel van de IJsselkade in Kampen. Uit verkennende berekeningen blijkt dat bij een peilverhoging van 60cm de overstromingskans met ca. een factor 10 toeneemt. Voorbeeld Hasselt Voor het haven- en industrieterrein in Hasselt is de overstromingskans berekend voor verschillende scenario s. De overstromingskans neemt met gemiddeld een factor 10 toe bij een peilopzet van 60cm, (figuren onder). 17

Landelijk gebied Landelijk gebied: Waterkeringen In de IJssel-Vechtdelta bepalen verschillende factoren de toekomstige opgave voor waterveiligheid. Naast een mogelijke verandering van het IJsselmeerpeil speelt een toename van de afvoer van de IJssel en de Vecht en de aanscherping van het beschermingsniveau tegen overstromingen (nieuwe normering). Bij de berekeningen zijn verschillende combinaties van deze ontwikkelingen verkend. Een IJsselmeerpeilverhoging van 60 cm beïnvloedt ongeveer tot aan Zwolle de veiligheidsopgave. Bij een grotere peilstijging is dit invloedsgebied groter. Bij een peilverhoging van 60 cm wordt ca. 200 km primaire waterkering zwaarder belast (zie onderstaande figuur). Daarnaast worden ca. 60 grotere kunstwerken, zoals inlaten, schutsluizen, gemalen en keersluizen, en ca. 100 km regionale waterkering zwaarder belast. Bij een peilverhoging van 60 cm is de huidige hoogte en/of stabiliteit van de waterkeringen en kunstwerken in de meeste gevallen onvoldoende. Voorbeeld Zwolsedijk: cultuurhistorie, landschap en dijken De Zwolsedijk is een eeuwenoude dijk die tussen Hasselt en Zwolle ligt. Deze historische dijk is onmiskenbaar verbonden aan de landschappelijke waarden van het rivierengebied. Naarmate de veiligheidseisen en belastingen op de dijken in de toekomst toenemen, zal het een steeds complexere opgave worden om de cultuurhistorische waarde van de dijk te behouden. 18

Landelijk gebied: Grondwater Uit de verkennende berekeningen blijkt dat in het landelijke gebied de grondwaterstanden tot enkele kilometers landinwaarts beïnvloed worden door een IJsselmeerpeilverandering van 60 cm. De landbouwgebieden aangrenzend aan de IJssel en Vecht zullen hierdoor naar verwachting een lagere opbrengst opleveren. Door een grotere dichtheid van waterlopen en ontwateringssloten is de grondwaterstandsverandering in het landelijk gebied wel kleiner dan in het stedelijke gebied. Naast een grondwaterstandsverandering neemt de kwelafvoer toe bij een peilverhoging van het IJsselmeer. Hierdoor zullen de gemalen meer draaiuren moeten maken. Bij een peilverhoging van 50 cm neemt de gemiddelde afvoer van de polders tot ca. 50% toe. Dit getal varieert sterk per polder. In de Noordoostpolder is bovendien sprake van een toename van zoute kwel. Voorbeeld de Weerribben Wieden De Weerribben Wieden is een Natura 2000 gebied. De natuurwaarden in het gebied zijn gebaat bij zo veel mogelijk gebiedseigen water. Door een peilverhoging op het IJsselmeer neemt de wegzijging vanuit het gebied af. Hierdoor wordt het gebiedseigen water beter behouden. 19

Landelijk gebied: Buitendijks De buitendijkse gebieden in de IJssel-Vechtdelta omvatten grotendeels de uiterwaarden. De gebieden zijn in gebruik als grasland of hebben de functie beschermde natuur (N2000). Gemiddeld inunderen de lage delen van de uiterwaarden gedurende een periode van enkele weken per jaar. Door een peilverhoging zal dit vaker en langer gebeuren. Bij een peilverhoging kunnen in het Vechtdal de huidige N2000 doelstellingen waarschijnlijk niet worden gehandhaafd. De omstandigheden voor bijvoorbeeld de Kievitsbloem komen onder zware druk te staan Voorbeeld Vollenhover uiterwaarden De Vollenhoveruiterwaarden zijn aangewezen als N2000 gebied en liggen langs het Vollenhovermeer. Het watersysteem kan door middel van de kadoelerkeersluis afgesloten worden van het IJsselmeer. Onder dagelijkse omstandigheden staat het gebied in open verbinding met het IJsselmeer. Zodoende kan het afvoerwater van o.a. gemaal Stroink onder vrij verval afwateren. De huidige N2000 natuurwaarden zijn kwetsbaar voor peilveranderingen. 20

Bijlage 2 Rode draad gebiedsverkenningen IJsselmeergebied Inleiding Het Deltaprogramma IJsselmeergebied is in de eerste fase opgedeeld in verschillende gebiedsverkenningen. Per gebiedsverkenning zijn gebiedsprocessen opgestart om met alle betrokken partners de benodigde basisinformatie op tafel te krijgen. De eerste fase van het Deltaprogramma IJsselmeergebied resulteert in een aantal mogelijke strategieën voor het lange termijn peilbeheer in het IJsselmeergebied. De resultaten uit de gebiedsverkenningen vormen hiervoor de basis. De rode draad is bedoeld om een brug te slaan tussen de rapportages van de gebiedsverkenningen en de strategieontwikkeling. Dit document gaat over de lange termijn. Tijdens de gebiedsverkenningen bleek het lastig om verder te kijken dan 30 à 40 jaar. Wanneer het verder kijken in het vervolgtraject wel aan de orde komt (bijvoorbeeld met scenario s), is de confrontatie met deze rode draad van belang. Deze rode draad is een zeer beknopte weergave van alle gegevens die in de gebiedsverkenningen verzameld zijn. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar alle onderliggende verslagen en factsheets. Op basis van de verslagen en de factsheets zijn door de provincies per deelgebied rapportages gemaakt. Algemene bevindingen Peilverhoging leidt tot verdere beperking van doorvaarthoogtes van bruggen enerzijds, maar is anderzijds wel bevorderlijk voor de mogelijke diepgang in het gebied. Voor peilverlaging geldt het tegenovergestelde. Voor zowel peilverhoging als peilverlaging geldt dat in ieder geval de aspecten natuur (versterking bij peilopzet, verlies bij uitzakken), waterveiligheid (dijkstabiliteit) en de invloed op de regionale waterhuishouding met de daarbij optredende effecten op het stedelijk gebied nader onderzocht moeten worden. Cultuurhistorie (ook funderingen) en buitendijkse ontwikkelingen zijn ook belangrijke centrale thema s. Als kans wordt in het algemeen benoemd om maatregelen in het kader van veiligheid te combineren met natuur en recreatie (oeverdijken). Grote vraag is de opgave: in welke mate wordt het IJsselmeergebied op termijn ingezet voor de zoetwatervoorziening? Deze zoetwaterstrategie wordt uitgewerkt in het deelprogramma Zoetwater. Kennis over de zoetwatervraag is noodzakelijk om vanuit deze rode draad te komen tot keuzes voor strategieën. 21

Het IJsselmeersysteem Knikpunten waterpeil (uitgangspunten bij de rode draad): Uit de gebiedsverkenningen volgt dat de systeemgrenzen grotendeels zijn opgevuld. Het eerste knikpunt ligt bij ca. 10 cm boven het huidige zomerpeil; dan ontstaan de eerste problemen, bv. in het stedelijk gebied in Overijssel. Bij ca. 30-50 cm boven het huidige zomerpeil ontstaan forse problemen in het gehele gebied. Het huidige winterpeil wordt als ondergrens gezien. Het uitzakken van het peil levert in het hele gebied problemen op. Het buitendijks gebied en het gebied dat (via rivieren) in open verbinding staat met het IJsselmeer is hydrologisch kwetsbaar en weinig flexibel. De IJssel-Vechtdelta in het bijzonder: dat is een complex, dynamisch en kwetsbaar gebied. Het bedijkte gebied is op een andere manier kwetsbaar: dijken kunnen worden aangepast. Het gaat daarbij om forse lengtes (orde 400 km) en bij hoog opzetten om enorme ingrepen. De binnendijkse impact (kwel) is sterk afhankelijk van de inrichting en de mogelijkheden om deze tegen te gaan. Bij ingrepen rond dijken speelt ook nadrukkelijk het onderwerp ruimtelijke kwaliteit. Verwacht wordt dat peilverandering negatieve invloed heeft op de functies recreatie, toerisme (zowel buitendijks als gerelateerd aan havens en cultuurhistorische steden) en landbouw en daarmee op de economische en sociale ontwikkeling. Kansen worden met name gezien op het vlak van natuur (ook de verbinding binnendijks-buitendijks; vernatting kan een impuls betekenen voor de ontwikkeling van natuur) en voor stedelijke ontwikkeling (Lelystad, Zwolle-Kampen Netwerkstad). De Zuyderzeerand komt in beeld bij het wegleiden van de afvoer van de Vecht bij hoge waterstanden en stormcondities. Dit is dan ook een kans voor de ontwikkeling van het gebied. Het ontkoppelde gebied (Markermeer, IJmeer, randmeren) Knikpunten waterpeil (uitgangspunten bij de rode draad): Uit de gebiedsverkenningen lijkt een bovengrens van ca. 30 cm boven het huidige zomerpeil zichtbaar te worden. Dit moet nader onderzocht worden, o.a. vanwege de kwetsbaarheid van het Amsterdams watersysteem. De ondergrens ligt bij het huidige winterpeil. Het uitzakken van het peil levert in het hele gebied problemen op. Voor de randmeren, het IJmeer en het Markermeer gelden natuurontwikkeling, woningbouw buitendijks, waterkwaliteit en recreatie als centrale thema s. Bij de Veluwerandmeren gaat het om gebiedscomplementariteit en integrale duurzaamheid aan weerszijden van de meren: met name het evenwicht tussen recreatie en natuur. Ook in de zuidelijke randmeren wordt gezocht naar de mogelijkheden voor waterkwaliteitsverbetering. Dit als voorwaarde voor versterken van recreatie en natuur. Voor Markermeer/IJmeer geldt aanvullend nog de ontwikkeling van Lelystad, o.a. in combinatie met de versterking van de Houtribdijk. Ditzelfde geldt voor Enkhuizen. 22

Tabel rode draad: weergave op basis van bovengenoemde knikpunten en de gebieden in onderlinge verhouding IJmeer/Markermeer Zuidelijke Randmeren Veluwerandmeren IJssel-Vechtdelta + Flevolandse Friese IJsselmeerkust Noord-Hollandse IJsselmeerkust IJsselmeerkust Ambitie/kans Bedreiging Ambitie/kans Bedreiging Ambitie/kans Bedreiging Ambitie/kans Bedreiging Ambitie/kans Bedreiging Ambitie/kans Bedreiging Stedelijk gebied Ontwikkeling Amsterdam - Ontwikkeling Lelystad vanwege open Buitendijks Stadjes en havens Lelystad en Enkhuizen (Houtribdijk) (nader onderzoek) - duurzaam nieuw rood (ZKN) verbinding en opgevulde systeemgrenzen: kwetsbaarheid Ov. steden oude land en buitendijkse gebieden (oa. Lemmer en Makkum). Cultuurhistorie archeologie oa. Kampen, Zwolle, Urk, Karakter Zuiderzeestadj Karakter Zuiderzeestadjes Zwartsluis en Hasselt es Landschap Eemdelta dijken en open ruimte ikv nat. Kliffen (onderzoek) Natuur naast landbouw Landschap Natuur binnendijks Sulfaat: afbraak Arkemheense - verbindingen - verbindingen onderzoek Westvaarders buitendijks buitendijks veen polder plassen - evenwicht met - natuurcompensatie recreatie Zuyderzeerand Natuur buitendijks Versterking TBES N2000 wetgeving Onderzoek N2000 wetgeving - Waterkwaliteit N2000 Onderzoek N2000 wetgeving Onderzoek N2000 Onderzoek N2000 wetgeving - Evenwicht met (onderzoek) wetgeving wetgeving recreatie Economie (Water)recreatie - recreatie Zuyderzeerand havens en havens en Impuls Teruggang - bereikbaarheid overslag/bedrijventerreinen overslag-/ binnenvaart toerisme bedrijventerrei nen Landbouw Kwel/verzilting Onderzoek Kwel/verzilting Zoetwatervoorzieninziening Vernatting Zoetwatervoor- Kwel/verzilting aanpassingsmogelijkheden Waterkwaliteit Opzetten vermindert slibproblematiek Slib Onderzoek Slib Inlaat drinkwatervoorziening Veiligheid Buitendijks Eemgebied, met name Amersfoort en Noordschil Baarn Zuyderzeerand (afvoer) Doorwerking stroomopwaarts (220 km dijken), dijkstabiliteit en ruimte voor de rivier-projecten (incl bypass) Recreatie Grotere vaardiepte Buitendijkse recreatie minder aantrekkelijk of verdwijnt waterkwaliteit Strandjes, vaardiepte, doorvaarthoogte Ontwikkeling Zuyderzeerand Buitendijkse haven/recreatiegebieden Buitendijkse haven/recreatiegebieden Grotere vaardiepte Buitendijkse haven/recreatiegebieden/zeilsport Belangrijkste kans als gevolg van het Deltaprogramma Versterking TBES Waterkwaliteitsverbetering Ontwikkelen recreatie en natuur Ontwikkeling bij Kampen-Zwolle, Lelystad en Zuyderzeerand Natuurontwikkeling Natuurontwikkeling 23

Vertaling in kaartbeeld: Laag 1: STAD Stedelijke gebieden, onderscheid in voor en na de afsluitdijk, en in binnendijks en buitendijks Laag 2: GEVOELIGHEID Mede op basis van waterdieptes en hoogteligging oevers: de thema s natuur, waterkwaliteit en recreatie Laag 3: BINNENDIJKS Gevolgen landbouw, op basis van inzijging/kwel kaarten (en zout grondwater) uit de waterhuishoudkundige verkenning Laag 4: NATUUR (wellicht samenvoegen met laag 2) Overal: gevolgen N2000 Ontkoppelde gebied: ambities waterkwaliteit Gekoppelde gebied: ambities binnen-buitendijkse natuurontwikkeling

Bijlage 3 Verslagen werksessies IJssel-Vechtdelta VERSLAG DHV B.V. Vergad ering : 1 e werksessie IJssel Vechtdelta en Flevolandse IJsselmeerkust Datum vergade ring : 13 oktober 2010 Plaats : Zwolle Opdrach tgever : Rijkswaterstaat Waterdienst Project : Deltaprogramma IJsselmeergebied Dossier : BA1468 100 100 Onderwerp : Ambities Ons ken merk : Datum : 20 oktober 2010 Aanwezig : Bastiaan Tiegelaar, DPIJ Johan Kabout, Provincie Overijssel (facillitator) Hanneke Busscher, DHV (rapporteur) Robert Mater, Provincie Overijssel Peter van Wijk Provincie Overijssel Martin Griffioen, Provincie Flevoland Angelica van der Heijden, Provincie Flevoland Hendrik Havinga, Deltaprogramma Rivieren Christine Oosterhof, DLG Margo Meijerink, LTO Noord Jan Koornberg, Waterschap Veluwe Anton Koot, Waterschap Veluwe Barry Ros, Waterschap Groot Zande Jan van de Berg, Gemeente Kampen Reneé Barbilion, Gemeente Steenwijkerland Wim van de Griend, Projectleider IJsseldelta Zuid Opening en voorstelronde Johan Kabout heet iedereen welkom. De aanwezigen stellen zich voor en spreken hun verwachtingen uit. Over het algemeen verwacht men dat men tijdens de sessies kan meedenken over een landelijke opgave. Men is benieuwd hoe de opgaven voor Deltaprogramma IJsselmeergebied (DPIJ) doorwerken in de regio en welke beleidsdoelen er voor hen uit voort komen. Ook is men benieuwd naar de gevolgen voor het watersysteem. Presentatie: nadruk op verkennen van ambities Johan legt aan de hand van een presentatie uit dat het gehele proces van het DPIJ een trechteringsproces is waarbij we gaan werken van grof naar fijn. Voor de eerste vijf sessies ligt de nadruk op verkennen. We gaan nog geen voorkeuren uitspreken. Deze eerste 5 sessies resulteren in de eerste IJsselmeerweek. Het uiteindelijke doel is om in april 2011 meerdere strategieën te 25

hebben die een advies zijn aan het Rijk. Tijdens de werksessies voeden wij het proces waarbij we draagvlak voor dit advies in de regio genereren. Tijdens deze eerste sessie gaan we de ruimtelijke basis informatie en de ambities (RO en plannen) in het gebied verkennen. We gaan de vraag waar willen we naar toe? beantwoorden. Ook kunnen hier kansen en bedreigingen aan worden gekoppeld. Er ontstaat een discussie over het hanteren van drie termijnen (ambities op korte, middellange en lange termijn). De aanwezigen vragen zich af of het niet makkelijker en realistischer is om met twee termijnen te werken. Men is het er allemaal over eens dat de lange termijn in ieder geval in beeld moet blijven omdat men dan goed in scenario s kan denken. Bovendien is de investeringstermijn van bijvoorbeeld een dijk al 50 jaar. Er wordt afgesproken dat alle termijnen voor de komende sessies in beeld blijven. In deze sessie gaan we ambities voor de korte en de lange termijn verzamelen. De aanwezigen maken kenbaar dat zij voorzien dat er heel veel ambities/plannen zullen missen omdat diverse gemeenten niet aanwezig zijn. Johan antwoordt dat het inderdaad jammer is dat een aantal gemeenten er niet is. Zij kunnen een belangrijke input leveren. Het is echter uitgesloten dat we tijdens deze sessies compleet zullen zijn. We moeten het doen met de mensen die er zijn. De werkgroepen: ambities op verschillende niveaus In twee groepen worden op factsheets en kaarten ambities ingetekend/opgeschreven. Allereerst wordt dit gedaan voor de korte termijn (2015 2035). Hierna voor de lange termijn (2035 2100). De aanwezigen geven aan dat zij het moeilijk vinden om ambities voor een lange termijn te koppelen aan een locatie op de kaart. Men heeft meer behoefte aan het prioriteren van de gevonden ambities op korte termijn. De twee kaarten uit de eerste ronde (korte termijn) worden daarom naast elkaar gelegd om te kunnen benoemen welke ambities/plannen vermoedelijk een belangrijke rol gaan spelen. Uiteindelijk zijn er twee kaarten met ambities gemaakt en zijn er 18 + 33 factsheets verzameld met ambities voor de korte termijn. De factsheets en de kaarten zullen te zijner tijd terug te vinden op de projectwebsite. De ambities die zijn ingebracht zijn verschillend van aard en omvang. De ambities verschillen qua: Schaalniveau (ambitie voor regio, voor gemeente of voor functie/element); Beleidsniveau (landelijk, regionaal); Ambitieniveau (belangrijkheid/prioriteit van de ambitie); Aandachtspunten hierbij zijn: Het onderscheid tussen een randvoorwaarde stellende ambities (eis/noodzaak/probleem oplossend) of een volgende ambities (wens); Ambities kunnen overlappend zijn. Een ambitie kan een uitwerking van een overkoepelende ambitie (hoger schaal en/of beleidsniveau) zijn. Er ontstaat een discussie over welke ambities daadwerkelijk waargemaakt kunnen worden en met welke middelen de ambities waargemaakt kunnen worden. Is het zo dat alle ambities waargemaakt kunnen worden als er maar voldoende geld beschikbaar is? Men komt tot de conclusie dat bijvoorbeeld natuurwaarden en historische waarden moeilijk of niet vervangbaar zijn en dus niet 26