WATERSCHAP REGGE EN DINKEL AFDELING UITVOERING



Vergelijkbare documenten
: Mathijs de Natris : Martijn Bouwer. Telefoonnummer : Faxnummer : : bomendienst@btl.nl :

BOMEN EFFECT ANALYSE AANLEG DE DOORBRAAK TUSVELD Deel 2 Nader Onderzoek 7 objecten WATERSCHAP REGGE EN DINKEL

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg

Waardebepaling bomen Vliegend Hertlaan 1-11 te Utrecht

Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV UVS Boomwaardebepaling en herplant plan

Taxatierapport NVTB Vaststellen boomwaarde Noodkap bomen Fred. Roeskestraat Amsterdam 10 november 2016 / Projectnummer TW

Boomwaardebepaling. Drie moseiken Koudenhovenseweg Zuid Eindhoven

Projectnummer : P16258 Datum : 17 januari Auteur : J.K. de Leeuw Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf :

Bomen Effect Analyse bij een 62-tal bomen aan de Sportlaan te Udenhout.

dendrologic Groenekanseweg AJ Groenekan Tel:

G E M E E N T E L E I D E N

Onderzoek bomen middenplantsoen Catsheuvel

TAXATIERAPPORT BEPALING VAN DE MONETAIRE WAARDE VAN TWEE ZUID-HOLLAND. - April

Taxatierapport. Beeldbepalende Kastanje. Bouwkavel Oudhoornseweg 114 Alphen a/d Rijn

Waardebepaling. Bomen Zuidelijke omlegging Deurne

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

WAARDEBEPALING BOMEN WCS- TERREIN. In verband met bouwrijp maken Matrix VII

TAXATIE COLOFON. Taxatie van 23 bomen aan het Willem Royaardsplein en omgeving in Den Haag. De heer D.P. van Kuik. Terra Nostra 340.

: Peter van der Laan : Paul van Kempen Paraaf : Telefoonnummer : Faxnummer : : bomendienst@btl.nl :

WAARDEBEPALING 13 BOMEN OLYMPIC PLAZA, AMSTERDAM

BOMEN EFFECT ANALYSE STATIONSSTRAAT AMERSFOORT

MEMO. Onderwerp: Boomadvies dijklichaam Westerpark West langs de Haarlemmerweg te Amsterdam Project: Westerpark West Datum:

BOMEN EFFECT ANALYSE AM. EIK; SCHWEER BEY DER BECKEHOF TE DIEREN

BOMEN EFFECT ANALYSE CHRISTOFFELSTRAAT ALMELO

Bomen A9 Amstelveen Rijkswaterstaat

G E M E E N T E IJS S E L S T E I N K A S T E E L L A A N. BOOMTOTAALZORG N a d e r o n d e r z o e k 1 3 A 1 5 1

Taxatie rapport. NS Station de Vink te leiden. Opdrachtgever: Verheij integrale groenzorg Richard Vermeij Kweldamweg BC Sliedrecht

Beoordeling BEA Tauw Maijweg in s-hertogenbosch

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum

BOOMTECHNISCHE BEOORDELING 3 BOMEN ACHTERSTRAAT WILLEMSTAD

BOMEN EFFECT ANALYSE LORENTZLAAN 14 ZEIST ADVISEUR HENK JANSEN I VERSIE Gemeente Zeist

Taxatierapport: Bepaling monetaire waarde van Treurwilg, Oxfordlaan, thv hmp 8.0, Leiden Twee schietwilgen, Roomburgerweg tussen hmp 9,2 en 9,3

WAARDEBEPALING BOMEN Aanvulling op Boomeffectanalyse AireyFlats Eindhoven

Herplantbeleid en handhaving gemeente Kerkrade op grond van de Bomenverordening

Opdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : -

Amsterdam, 23 augustus Geachte leden van de Stichting,

Bomen Effect Analyse 4 lindes, Thomas van Diessenstraat Woonstichting Leystromen

Inventarisatie en taxatie bomen

Bomen Effect Analyse bij 7 kastanjes aan het Euterpeplein in Amersfoort

Gemeente Leidschendam-Voorburg T.a.v. dhr. R. Bruin Koningin Wilhelminalaan BM LEIDSCHENDAM

Inpasbaarheidsonderzoek drie bomen buurthuis Boschveld s-hertogenbosch

Bomeninventarisatie Oude LTS-terrein te Uden

Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp. In opdracht van: Familie Van Gerven. 18 november 2013 J.P.M. Hovens.

Omdat de weg en het landschap bij elkaar horen. Landschapsplan Amsterdamseweg

Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg

VASO PROJECTONTWIKKELING. Rapport : Peter van der Laan Gezien : Paul van Kempen Paraaf :

Beoordeling bomen kerktuin Nassaustraat te Axel

Inventarisatie van de bomen; project: VERHULSTPLEIN

WAARDEBEPALING WAARDEBEPALING

Object Boomsoorten: Zwarte els en vogelkers Aantal: 3 elzen / 2 vogelkersen Stamomtrek: 105 tot 110 cm (gemeten op zaagvlak) Leeftijd: 25 jaar

BOMEN EFFECT ANALYSE diverse bomen, plan Meierijlaan, Eindhoven

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Rabobank Utrecht. Boomverzorging Veenendaal. Beoordeling Abelen. Projectnummer: PFBV.17.BP 031

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Behandelen wortelschade met trichoderma sp. in Vroomshoop, Gemeente Twenterand

Boom-project conflicten

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Arbor Noord Nederland BV

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Bomeneffectanalyse. Zes bomen Zandwijksingel Woerden

BOOMONDERZOEK NDSM WEST. Inventarisatie en waardebepaling Mt. Lincolnweg en Kraanspoor

Samenvatting. Klimaatverandering en bomen in de gemeente Amersfoort 5

INVENTARISATIE PAARDENKASTANJES WARANDE SCHIEDAM 11 JANUARI 2017

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Openbare Ruimte

mr. Jilles van Zinderen

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Bewonersbrief Wijziging start uitvoering voor werkzaamheden in uw buurt

VTA-PLUS SECOND OPINION APELDOORNSEWEG GEMEENTE BRUMMEN. BTL Bomendienst. : Dorien Nooitgedagt : Arnold Meulenbelt

Waardedefinities P a g i n a 1

Bomenonderzoek Project HOV-2 lijn Gemeente Eindhoven

Bomeneffectanalyse. Beukenrij Weegbreestraat Soest

> OVERZICHT > OVERZICHT. Dag van de openbare ruimte - 21 maart > FINANCIËLE WAARDE VAN EEN BOOM >> HOUTWAARDE VAN EEN BOOM

ONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

BOMEN EFFECT RAPPORTAGE GREBBEBERG RHENEN N225 - HMP 40,8-41,2

Boomtechnisch onderzoek 26 bomen Museumstraat Dordrecht

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Vervanging riolering Mesdagstraat 5 april 2016

NOTITIE AANVULLING BEA DE WEGWIJZER

Inventarisatie en taxatie bomen

Groeiplaatsonderzoek. Vossiusstraat en Van Baerlestraat, Vlaardingen

SAMENVATTING SAMENVATTING

Tilia x europaea Toekomstverwachting

O.B.T.A. De Linde v.o.f.

Boomtechnische inventarisatie 124 bomen 2e Moordrechtse Tiendeweg (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda

Rode beuk. Paardekastanje

Figuur 1: Plangebied Integrale gebiedsontwikkeling (variant 18 woningen)

Werkorganisatie HLTsamen Nader onderzoek ca 23 bomen Postbus 149 VOORHOUT Boomonderzoek

Projectteam Groen. Ontwikkeling Park Quatre Bras Verplantbaarheidonderzoek Ing. P. Siegersma

BOOM EFFECT RAPPORTAGE

Boomeffectanalyse twee witte paardenkastanjes Doezastraat 35 te Leiden

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Westerpark Groen! Tav: Dhr. M. Derckx Betr: bomen Brettenpad. Amsterdam, 9 februari 2018

Molenpaal 3 Onstwedde. Landschaps - en inrichtingsplan.

Bomen Effect Analyse St. Jozefkerk te Kaatsheuvel NieuweVaert Ontwikkeling BV

G I J S B E R S h o v E n I E R S

Transcriptie:

BOMEN EFFECT ANALYSE AANLEG DOORBRAAK TUSVELD WATERSCHAP REGGE EN DINKEL AFDELING UITVOERING Bomendienst Rapport : Judith Westerink Gezien : Thale Roosien Paraaf : Telefoonnummer : 055-5999 414 Faxnummer : 055-5338 844 E-mail : bomendienst@btl.nl 27 juli 2006 JW/es/06.0890 JW/es/06.0890 1

Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 2 Resultaten 5 2.1 Resultaten inventarisatie en inspectie 5 2.2 Resultaten bewortelingsonderzoek 5 2.3 Bewortelingsdiepte en grondwaterstand 6 2.4 Monetaire waarde 7 3 Conclusies en Adviezen 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Welke bomen worden in hun voortbestaan bedreigd bij uitvoering van de plannen? 8 3.3 Welke maatregelen kunnen worden genomen? 9 Bijlage 1 Toelichting bepaling monetaire waarde (methode N.V.T.B.) 10 Bijlage 2 Resultaten visuele inspectie en taxatie per object 13 Bijlage 3 Resultaten bewortelingsonderzoek 14 Bijlage 4 Schematisch overzicht bewortelingsdiepte en grondwaterstand 15 Bijlage 5 Kaart met interpretatie effecten op de bomen van de verwachte grondwaterstandverandering 16 Bijlage 6 Foto s objecten en beoordeling effecten 17 Bijlage 7 Luchtfoto met genummerde boomobjecten en boringen 18 JW/es/06.0890 2

Samenvatting De Doorbraak, een nieuwe beek ten zuiden van Almelo, moet diverse problemen in de regionale waterhuishouding oplossen en een toegevoegde waarde leveren voor de ecologie. De aanleg van een beek heeft gevolgen voor de grondwaterstand in een gebied. Met name grote, volwassen bomen kunnen slecht tegen drastische wijzigingen in de grondwaterstand. Bomen, houtwallen en bosschages zijn bepalend voor de landschapskwaliteit in dit deel van Twente. Om te kunnen anticiperen op de effecten op de bomen is een Bomen Effect Analyse uitgevoerd (BEA). De bomen zijn visueel beoordeeld op conditie en kwaliteit en steekproefsgewijs is de beworteling onderzocht. Deze gegevens zijn vergeleken met de huidige en verwachte grondwaterstandgegevens. Vervolgens is een beoordeling gemaakt van het effect van de grondwaterstandverlaging op de bomen. De situatie binnen dit kleine gebied blijkt zeer divers te zijn: op korte afstand treden verschillen op in bewortelingsdiepte, grondsoort en grondwaterstand. Dit leidt tot zeer diverse effecten van de grondwaterstandverandering op de bomen: van gunstig tot ongunstig. JW/es/06.0890 3

1 Inleiding Water moet in Twente meer ruimte krijgen. Ten zuiden van Almelo wordt een nieuwe beek aangelegd, De Doorbraak, waarmee de huidige problemen met wateroverlast en verdroging in het gebied worden opgelost. De beek heeft een functie op het gebied van waterbeheer, maar moet ook een ecologische verbinding gaan vormen. In dit deel van Twente spelen bomen een grote rol in het karakter van het landschap. Houtwallen, solitaire bomen, boomgroepen, bosschages en lanen maken het landschap herkenbaar en aantrekkelijk. In het kader van de voorbereiding voor fase 3 van de Doorbraak, traject Krikkenhaar, in Het Tusveld bij Bornerbroek, is daarom een Bomen Effect Analyse (BEA) uitgevoerd. De aanleg van de beek gaat gepaard met graafwerkzaamheden, waarbij mogelijk bomen moeten worden gerooid. Bovendien heeft de beek invloed op de waterhuishouding. Bomen kunnen gevoelig zijn voor sterke wijzigingen in de grondwaterstand. De ervaring leert dat met name oude bomen een abrupte stijging of daling van het grondwater vaak niet overleven. Door middel van een Bomen Effect Analyse (BEA) is onderzocht in hoeverre de duurzame instandhouding van de aanwezige bomen in gevaar wordt gebracht door de geplande ingreep. Op 5 en 6 juli 2006 zijn de bomen in het onderzoeksgebied door boomspecialist Johan Rutgerink geïnventariseerd en visueel beoordeeld met betrekking tot conditie en uitwendig zichtbare gebreken. Steekproefsgewijs zijn 16 grondboringen verricht om de bewortelde diepte en de kwaliteit van de beworteling vast te stellen. Object 3 De veldgegevens zijn geanalyseerd tezamen met de door het Waterschap aangeleverde gegevens op het gebied van de grondwaterstandwijziging en het bodemprofiel. Deze analyse heeft geleid tot een conclusie met betrekking tot de mogelijkheid van het handhaven van de bomen en worden adviezen gegeven om de schade zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast kan de BEA beschouwd worden als nul-meting, op basis waarvan de ontwikkeling van de bomen in de jaren na uitvoering gevolgd kan worden. JW/es/06.0890 4

2 Resultaten 2.1 RESULTATEN INVENTARISATIE EN INSPECTIE De resultaten per object zijn bijgevoegd in bijlage 1. Objecten kunnen uit meerdere bomen bestaan. De indeling is gemaakt op basis van de landschappelijke en visuele samenhang. Een object is bijvoorbeeld een bosje, een houtwal of een solitaire boom. De nummering komt overeen met die op de luchtfoto (bijlage 7). Waardevolle objecten met grote solitaire bomen zijn 15, 20, 24, 25, 27, 35 en 41. Conditie De meeste bomen zijn gezond. Hier en daar staan enkele bomen met een verminderde conditie. In het sparrenbosje object nr. 19 zijn veel aangetaste en dode bomen aangetroffen; hetzelfde geldt voor berkenbosje nr. 3. In object nr. 7 staat een grote esdoorn met een sterk verminderde conditie. Van een iets verminderde conditie kunnen bomen zich over het algemeen herstellen; bij een sterk verminderde conditie is deze kans een stuk kleiner. Kwaliteit stam, kroon en wortelaanlopen Stamwonden komen veel voor: deze kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van aanrijding. Bij 2 bomen is een parasitaire zwam op de stam aangetroffen. Diverse bomen hebben een onderhoudsachterstand in de kroon in de vorm van zwaar dood hout, zware gesteltakken of plakoksels en zuigers. Beschadigde wortelaanlopen zijn bij meerdere bomen geconstateerd, dit kan het gevolg zijn van aanrijding of maaischade. Object 35 Toekomstverwachting bij ongewijzigde omstandigheden De toekomstverwachting per object is terug te vinden in bijlage 1 en heeft een sterke relatie met de conditie en de kwaliteit. Voor de meeste objecten is de toekomstverwachting normaal (> 20 jaar). Een Esdoorn in object 7 heeft een lage toekomstverwachting (< 5 jaar). In de objecten 3, 7 en 11 staan bomen met een redelijke toekomstverwachting (5-20 jaar). 2.2 RESULTATEN BEWORTELINGSONDERZOEK De profielbeschrijving van de 16 grondboringen zijn bijgevoegd in bijlage 3. Opvallend is de grote variatie in bewortelde diepte en grondsoort. JW/es/06.0890 5

2.3 BEWORTELINGSDIEPTE EN GRONDWATERSTAND In bijlage 4 is een schematisch overzicht gemaakt van de bodemprofielen op de locaties van de boringen, waarbij gebruik gemaakt is van de volgende gegevens: Kwaliteit beworteling (bijlage 3) Kaarten GLG en GHG huidig en na plan zonder afdichting (de hoogste stand is aangehouden binnen de klasse) Kritieke stijghoogte (Zk) op basis van Stadsbomenvademecum deel 2 en grondsoort onder het bewortelde profiel (bijlage 3). Al deze gegevens zijn indicatief en bevatten een zekere foutmarge. Toch geeft het overzicht een aardig inzicht in de variatie binnen dit kleine gebied. De ingeschatte effecten op de bomen zijn eveneens zeer variabel. Op locaties met een hoge GHG waarbij de zomersituatie niet teveel verandert, kan de aanleg van de beek zelfs gunstig zijn. Aan het begin van het groeiseizoen is de voor de boom bruikbare bewortelde ruimte groter, waardoor de boom beter kan groeien. Voor bomen wordt de grondwatersituatie als volgt ingedeeld: - Grondwaterprofiel: de boomwortels staan gedurende het hele jaar in contact met de capillaire zone - Hangwaterprofiel: de boomwortels staan gedurende het hele jaar niet in contact met de capillaire zone en kunnen daardoor niet gebruik maken van het grondwater. De boom is volledig afhankelijk van hangwater - Contactprofiel: in (een deel van) het voorjaar staan de boomwortels in contact met de capillaire zone, maar gedurende het seizoen zakt de grondwaterstand tot buiten het bereik van de boomwortels. Object 28 Op plaatsen waar het grondwaterprofiel verandert in een contactprofiel of een contactprofiel in een hangwaterprofiel, zijn de effecten wel negatief. Grote delen van het groeiseizoen hebben de bomen minder water tot hun beschikking. Als de afstand tussen kritieke stijghoogte en bewortelde profiel niet te groot is (< 10 cm), kunnen de wortels daar wel naar toegroeien. De situatie bij boorpunt 39 lijkt sterk op die van boorpunt 28 (geen effect). Door de slechte beworteling, waardoor de bomen minder goed op de verandering kunnen reageren, is het effect beoordeeld als niet zo gunstig. De beoordeling van de effecten ter hoogte van de boorpunten is grafisch weergegeven op de kaart in bijlage 5. Om onbetrouwbare uitspraken te vermijden, door het doen van aanname op aanname, is de beoordeling niet geëxtrapoleerd naar de overige bomen. JW/es/06.0890 6

2.4 MONETAIRE WAARDE Bij het bepalen van de monetaire waarde van de geïnventariseerde boomobjecten is gebruik gemaakt van de methode N.V.T.B. Dit is de meest actuele en algemeen geaccepteerde methode voor het taxeren van bomen. Een toelichting op de methode en de wijze van berekening in het kader van dit onderzoek is bijgevoegd in bijlage 1. De getaxeerde waarde per object maakt deel uit van bijlage 2. De totale waarde van de landschappelijke beplantingen wordt vastgesteld op 572.571,-- exclusief BTW. Het is belangrijk te vermelden dat dit een globale taxatie is op groepsniveau. Bij compensatie zal op individueel niveau getaxeerd moeten worden om de waarde betrouwbaar vast te stellen. JW/es/06.0890 7

3 Conclusies en Adviezen 3.1 ALGEMEEN De meeste bomen zijn gezond. Met name in de houtwallen en bosschages staan bomen met een matige onderhoudstoestand. In het bos staan naar verhouding meer bomen met een verminderde conditie en dode bomen. Voor een bos is dit normaal en ecologisch zelfs gewenst. De monetaire waarde van de geïnventariseerde objecten, exclusief de bossen, is ruim 570.000,- 3.2 WELKE BOMEN WORDEN IN HUN VOORTBESTAAN BEDREIGD BIJ UITVOERING VAN DE PLANNEN? De objecten 41, 18, 21/22 en 29 liggen binnen het geprojecteerde traject voor de beek. Daarnaast ligt een aantal objecten op de rand van het traject (42, 40, 1, 2, 3, 16, 17, 19, 27, 37, 38). Door graafwerkzaamheden te dicht bij de bomen (< 3 m vanaf de stamvoet) kunnen bomen ernstig beschadigd raken. Door een rigoureuze verandering in de grondwaterstanden ten opzichte van de bewortelingsdiepte wordt verwacht dat de objecten 7, 14, 30, 41 en 42 (foto links) mogelijk sterk achteruit gaan en waarschijnlijk op termijn zullen afsterven. Bij de objecten 15 en 39 worden eveneens negatieve effecten verwacht, maar in deze gevallen kunnen de bomen zich waarschijnlijk aanpassen aan de nieuwe situatie. Na een tijdelijke achteruitgang is de verwachting dat deze bomen zich zullen herstellen. Bij 8 van de 16 boorpunten is het verwachte effect van de aanleg van de beek positief voor de bomen door een lagere GHG. Bij 1 boorpunt wordt geen effect verwacht. De foto s in bijlage 6 geven een indruk van de impact van het verlies van de bedreigde objecten. De beoordeling van het effect ter hoogte van de boorpunten kan door de hoge diversiteit van de gegevens niet op betrouwbare wijze worden geëxtrapoleerd naar de overige objecten. JW/es/06.0890 8

3.3 WELKE MAATREGELEN KUNNEN WORDEN GENOMEN? Met de aanleg van de exacte beekloop kan wellicht rekening worden gehouden met de bomen binnen het geprojecteerde traject. Het verlagen van de GHG heeft alleen bij de boorpunten 41 en 42 een negatief effect. Door de geringe kritieke stijghoogte en de sterke verlaging van de GHG verandert hier het contactprofiel in een hangwaterprofiel. Het minder verlagen van de GHG ter hoogte van deze objecten zou het negatieve effect op de bomen kunnen wegnemen of beperken. Het grootste probleem wordt echter veroorzaakt door het verlagen van de GLG. Het gelijk houden of minder verlagen van de GLG zou het negatieve effect op de bomen kunnen wegnemen of beperken. Een geleidelijke verlaging van 5-10 cm per jaar maakt het voor de bomen mogelijk om het wortelstelsel aan te passen aan de nieuwe situatie. Mocht een structurele aanpassing van de grondwaterstand niet mogelijk zijn, dan zijn plaatselijke maatregelen denkbaar, zoals: Infiltratie van hemelwater van andere watervanglocaties Het aanleggen van grondwaterpeilers om snelle groei van boomwortels richting het grondwater te bevorderen. Wij adviseren de bomen na aanleg nog 5 jaar te monitoren door middel van een jaarlijkse visuele inspectie in de zomer. JW/es/06.0890 9

Bijlage 1 Toelichting bepaling monetaire waarde (methode N.V.T.B.) Taxatie Er zijn 3 verschillende taxatiemethoden voor bomen te weten: 1. Marktwaarde c.q. handelswaarde 2. Vervangingswaarde 3. Abstracte rekenmethode (methode N.V.T.B.). Keuze taxatiemethode Handelswaarde is niet van toepassing omdat de solitaire bomen en landschappelijke beplantingen geen primaire productiefunctie hebben. Vervangingswaarde is niet van toepassing omdat het gaat om bomen die in groepen zijn opgegroeid, deze zijn niet reëel vervangbaar door kwekerijbomen. Om de waardevermindering van de bomen te bepalen worden de verschillende schadeonderdelen onderstaand in beeld gebracht volgens de Rekenmethode NVTB 2005. Rekenmethode NVTB 2005 is in Nederland de enige taxatiemethode waarbij aan oudere bomen, waarbij afschrijving een rol speelt, de waarde betrouwbaar vastgesteld kan worden. Er is gebruik gemaakt van Rekenmethode NVTB 2005 met de eenheidsprijzen van 2005. Voor een verdere toelichting op Rekenmethode NVTB wordt verwezen naar de Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen. Rekenmethode NVTB (versie 2005) De Rekenmethode is in beginsel bedoeld voor het berekenen van de waarde van bomen in een tuin of op een erf, in een park, in de straat of in een laan. De nieuwe rekenmethode is toepasbaar voor alle schades aan bomen die niet total-loss en/of vervangbaar zijn. De taxatiemethode is niet toepasbaar voor bomen in bosverband. Deze bomen zullen door een rentmeester getaxeerd moeten worden. Bij grote bomen zal de waarde bestaan uit de kosten van het herplanten van een boom, plus de kosten van beheer en onderhoud tot de betreffende boom in vergelijkbare mate de functie vervult als de beschadigde boom. Na het moment van aanvang van functievervulling begint afschrijving door ouderdom en versnelde afschrijving door een (eventuele) nieuwe schade. Zodra afschrijving een rol speelt is de Rekenmethode NVTB onontbeerlijk, niet alleen als rekenmodel, maar ook om inzicht te hebben in een aantal essentiële keuzes bij het opbouwen van de rekensom. In geval van schade aan een boom wordt de Rekenmethode NVTB toegepast om de boomwaarde vlak voor beschadiging te berekenen en vervolgens de schade in geld uit te drukken. JW/es/06.0890 10

Principe van boomwaardeberekening Bij het taxeren van de boomwaarde volgens de Rekenmethode NVTB dient de taxateur zichzelf de vraag te stellen: Hoeveel kost het om een vergelijkbare boom op een vergelijkbare locatie opnieuw te realiseren, naar huidige maatstaven en het actuele prijsniveau? Hierbij moeten de volgende vragen gesteld en beantwoord worden. 1. Welke functie heeft de boom? De bomen hebben als hoofdfunctie sierwaarde en landschappelijke aankleding. 2. Welke uitgangsgrootte van een nieuw aan te planten boom is redelijk? Het betreft bomen in het buitengebied, herplant met een kleine maat bomen (14-16) is reëel. 3. Hoeveel jaar na aanplant heeft de boom nodig om zijn functie te vervullen? Voor duurzame soorten begint de functievervulling op 30 jaar, voor de soorten met een korte omloop op 15 jaar. 4. Hoe oud zal een boom van de betreffende soort, op de betreffende locatie en onder de betreffende omstandigheden gemiddeld worden; met andere woorden, wat is de omlooptijd? De omlooptijd voor duurzame bomen is minimaal 100 jaar, voor soorten met en korte omloop bedraagt dit 60 jaar. 5. Is er sprake van waardevermindering, bijvoorbeeld waardevermindering door schade of gebreken, of ouderdomsafschrijving. Er is sprake van beschadigde bomen in het betreffende onderzoeksgebied. Vanwege het taxeren van bomen in groepen is het niet mogelijk individuele verschillen in boomwaarde te verrekenen. Bij bomen waarbij dit van toepassing is, is waardevermindering door ouderdomsafschrijving toegepast. Gestandaardiseerde eenheidsprijzen De rekenmethode NVTB maakt gebruik van gestandaardiseerde eenheidsprijzen voor plantgoed, plantkosten, nazorg en jaarlijkse beheer tot het moment van functievervulling. Deze eenheidsprijzen worden jaarlijks geïndexeerd en zijn boomsoortafhankelijk. Afschrijving Vanaf het moment van functievervulling worden geen jaarlijkse beheerkosten meer berekend en neemt de waarde van de boom niet meer toe. Op dit moment start de afschrijving door ouderdom, verminderde conditie of oude schades. Na ouderdomsafschrijving wordt de versnelde afschrijving door een eventuele nieuwe schade berekend. De afschrijvingcurve die de waardevermindering van een boom het meest benaderd is een hyperbool. De afschrijving van de boom start bij circa eenderde van de maximaal te bereiken leeftijd van de boom op de betrokken standplaats. Taxatie boomwaarde Om de boomwaarde te bepalen worden de kosten en verzorging van een nieuw geplante boom uitgerekend tot het moment dat deze de functie van de betrokken boom vervuld. JW/es/06.0890 11

Uitgangspunten taxatie Binnen de taxatie wordt er geen onderscheid gemaakt tussen individuele verschillen in conditie of de aanwezigheid van gebreken. De bomen zijn groepsgewijs getaxeerd met de volgende uitgangspunten: De taxatie vindt plaats op groepsniveau en geeft een globale indicatie van de waarde van solitairen en boomgroepen en landschappelijke beplantingen. Berekening exclusief BTW Groeiplaatskwaliteit gemiddeld Er wordt herplant met de maat 14-16 De objecten 30 en 32 zijn niet getaxeerd omdat het gaat om bomen in bosverband, indien gewenst kan een taxatie door een collega bureau worden uitgevoerd In de objecten 2 en 19 staan veel dode en zieke bomen, in de taxatie zijn deze bomen niet meegeteld Omdat niet volledig voorspeld kan worden welke bomen eventueel verloren gaan zijn schaalvoordelen bij inkoop, transport en aanplant niet meegenomen in de taxatie Indien de plannen concreter worden kan indien gewenst een taxatie op boomniveau plaatsvinden die rekening houdt met schaalvoordeel. Voor details van de berekening wordt verwezen naar de rekensheet in de bijlage, hier wordt per object de boomwaarde vermeld. Op basis van bovenstaande gegeven wordt de boomwaarde gedetailleerd berekend met een rekenblad. Met behulp van de volgende illustraties wordt de waardeontwikkeling van een boom zonder schade (figuur 1) en een boom met schade (figuur 2) gevisualiseerd. B Waarde c D A T h Leeftijd T t Figuur 1: Schematische weergave van de afschrijvingscurve van de boomwaarde zonder schade, volgens methode NVTB 2005. De blauwe lijn geeft de waarde van de boom aan gedurende de hele levensloop, van aanplant tot sterfte. De letters vertegenwoordigen de bedragen weergegeven in de bovenstaande tabel. Th is de huidige leeftijd van een boom die reeds zijn functie vervult, deze boom bevind zich in de afschrijvingsfase. Bomen die de functie nog niet vervullen bevinden zich tussen punt A en B in de curve. Tt is de maximale leeftijd van de boom op deze locatie. JW/es/06.0890 12

Bijlage 2 Resultaten visuele inspectie en taxatie per object JW/es/06.0890 13

Bijlage 3 Resultaten bewortelingsonderzoek JW/es/06.0890 14

Bijlage 4 Schematisch overzicht bewortelingsdiepte en grondwaterstand JW/es/06.0890 15

Bijlage 5 Kaart met interpretatie effecten op de bomen van de verwachte grondwaterstandverandering JW/es/06.0890 16

Bijlage 6 Foto s objecten en beoordeling effecten JW/es/06.0890 17

Bijlage 7 Luchtfoto met genummerde boomobjecten en boringen Van deze luchtfoto is slechts 1 exemplaar beschikbaar. Deze is toegevoegd aan het originele rapport. JW/es/06.0890 18