Rode beuk. Paardekastanje

Transcriptie

1 Advies Hoofdstraat 62/64 Gaanderen Beleid: Op het perceel aan de Hoofdstraat 62/64 te Gaanderen staan 2 bomen die als bijzonder zijn aangemerkt. Het betreft hier een rode beuk (plantjaar 1915) en een paardenkastanje (plantjaar 1910). Beleidsuitgangspunt is dat bij dergelijke bomen geen kapvergunning verstrekt wordt. En dat bij ruimtelijke ontwikkeling deze bomen op duurzame wijze ingepast moeten worden (collegebesluit november 2005) Hogeweg a 68 65a Hoofdstraat Rode beuk 62 Warne 2 57b 57a Paardekastanje Duurzame inpassing: Voor de rode beuk worden gezien de aangeleverde schetsen geen problemen verwacht. Voor de paardekastanje is het noodzakelijk om de werkzaamheden plaats te laten vinden op 10 meter (gemeten vanuit het hart van de stam) buiten de stam. Wanneer binnen deze 10 meter veranderingen c.q. werkzaamheden worden verwacht is het noodzakelijk een Boom Effect Analyse uit te laten voeren. De bomen dienen exact ingemeten te worden (inclusief kroonprojectie). Eventuele toekomstige snoeiwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een erkend boomverzorgingsbedrijf. Van belang is dat er rondom beide bomen tijdens de sloop en bouwwerkzaamheden een vast hek, op de grens van de krooonprojectie, wordt geplaatst om betreding van deze zone en beschadiging van stam en takken te voorkomen. Binnen de kroonprojectie mag geen opslag, bebouwing, bestatring, ophoging, of afgraving plaatsvinden. De groeiplaats bestaat uit gazon, opengrond of beplanting.

2 rode beuk paardekastanje Bronnering Het dient aanbeveling eventuele bronnering buiten het groeiseizoen (september maart) uit te voeren. Bij bronnering binnen het groeiseizoen zijn watergiften noodzakelijk. Het is van belang dat hiervoor geen bonneringswater wordt gebruikt. Overige beplanting: Veel van de overige aanwezige beplanting bestaat uit opslag. Naast de kerk staat een esdoorn (zie overzichtskaart), hier worden volgens de aangeleverde schetsen geen werkzaamheden verricht. esdoorn

3 Op de locatie aan de Warnerstraat, geplande woning, staat 1 esdoorn, 1 eik, en 1 valse acacia. Deze bomen zijn niet behoudenswaardig. Bij de esdoorn is er sprake van een uitgescheurde plakoksel, de eik is evenals de acacia eenzijdig ontwikkeld. Naast deze groep staat 1 eik, die als behoudenswaardige boom is aangemerkt. Het streven is deze in te passen. Voor inpassing is het noodzakelijk 10 meter (gemeten vanuit het hart van de stam) uit de stam te blijven met werkzaamheden. Dit is mogelijk door het verplaatsen van de geplande woning richting de Hoofdstraat. Bij inpassing is het noodzakelijk de aanwezig klimop in de kroon te verwijderen en de boom te snoeien. Deze werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door een erkend boomverzorgingsbedrijf. Wanneer er wordt gestreefd naar inpassing maar de werkzaamheden zullen binnen 10 meter vanuit het hart van de stam plaatsvinden is een boom effect analyse noodzakelijk.

4 eik Mocht inpassing niet mogelijk of wenselijk zijn dan geldt voor deze boom een compensatie regeling in de vorm van herplant. De huidige boomwaarde zal hiervoor getaxeerd moeten worden door een externe partij. Van belang is op te merken dat bij velling van de bewuste eik een nieuwe beplanting langs de Warnerstraat moet worden aangelegd, zodat het groenbeeld ter plaatse behouden c.q. hersteld wordt. Conclusie: - voor beide bijzondere bomen wordt geen kapvergunning verleend. Duurzame inpassing is noodzakelijk; - Inmeten van de te behouden bomen inclusief kroonprojectie voor exacte maatvoering; - Wanneer buiten 10 meter van de stam geen veranderingen plaatsvinden zijn beschermende maatregelen, door middel van het plaatsen van een vast hek, voldoende; - Indien binnen 10 meter uit het hart van de stam een wijziging in de groeiplaats zal voordoen, is het nodig om een boom efffect analyse uit te laten voeren; - Bronnering buiten het groeiseizoen; - Streven naar inpassing 1 eik aan de Warnerstraat; - Bij velling van deze eik is herplant, ter waarde van de boomwaarde, noodzakelijk. Marc van Rijsewijk Beleidsmedewerker bomen 12 september 2008

5 Bijlage Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen 1. Bescherm de stam en de wortels Plaats voor de aanvang van de werkzaamheden vaste bouwhekken rond de boom, tenminste 2 meter buiten de kroonprojectie. Bescherm bij beperkte werkruimte in ieder geval de boomspiegel. Doe dit altijd in overleg met de boombeheerder en/of een vakkundig boomverzorger. 2. Plaats geen bouwmaterialen en geen bouwkeet onder de boom Voertuigen of bouwketen mogen nooit (tijdelijk) op het wortelpakket geplaatst worden. De opslag van bouwmaterialen is in deze zone eveneens verboden. Dit leidt namelijk tot beschadiging van de wortels en het verdicht de bodem, wat het afsterven van wortels tot gevolg heeft. 3. Houd bouwverkeer buiten de kroonprojectie Blijf met bouwmachines uit de buurt van de bomen om bodemverdichting te voorkomen. Wanneer het onvermijdelijk is dat over de boomwortels gereden moet worden: plaats rijplaten. 4. Verstoor de bovengrond niet Handhaaf de bestaande maaiveldhoogte. Binnen de kroonprojectie niets ontgraven. Ophoging alleen onder de strikte voorwaarde van voldoende beluchting van de wortels. 5. Voorkom beschadiging van de wortels Graaf nooit machinaal binnen de kroonprojectie, maar werk zoveel mogelijk handmatig. Hak nooit wortels door van meer dan vijf centimeter dik. 6. Leg kabels en leidingen zorgvuldig aan

6 Leg kabels en leidingen niet dichter dan twee meter langs bomen. Pas zo mogelijk sleufloze technieken toe, dat wil zeggen: gestuurd boren onder het wortelpakket door in plaats van een sleuf graven. Maak gebruik van kabelgoten en mantelbuizen. 7. Houd de grondwaterstand bij de boom gelijk Verhoging van de grondwaterstand leidt tot wortelsterfte vanwege een zuurstoftekort. Zorg bij stijging van het grondwaterniveau voor een damwand buiten de kroonprojectie of pomp het water weg. Let bij grondwaterverlaging op uitdroging. Bij noodzakelijke bronbemaling altijd damwanden plaatsen. 8. Houd schadelijke stoffen uit de buurt van bomen Gooi nooit olie, cementwater, chemische stoffen, zout, zuren of kalk bij bomen. 9. Laat noodzakelijk snoeiwerk door vakkundige boomverzorgers uitvoeren Zaag nooit zelf zomaar takken of wortels af. Alleen een deskundige kan beoordelen op welke wijze snoei verantwoord is. 10. Plaats geen dichte verharding over de wortels Onder beton en asfalt ontstaat een tekort aan water en zuurstof, waardoor wortels afsterven. Overleg altijd met de boombeheerder en/of de vakkundig boomverzorger, indien er knelpunten zijn bij het uitvoeren van deze tien geboden

7