Bijlage 1: Bomenverordening Gemeente waterland

Transcriptie

1 Bijlage 1: Gemeente waterland

2 Groenvisie 2016 gemeente Waterland

3 Groenvisie 2016 gemeente Waterland

4 Bijlage 2: Technische randvoorwaarden groen gemeente Waterland

5 Technische randvoorwaarden groen, tekst Gemeente Waterland 1. Groenvoorzieningen: Bomen: Algemene bepalingen voor bomen zijn: - Boomspiegel minimaal 1 m2; - Plantgat minimaal 2x2 meter; - In het plantgat dient minimaal 8 m3 bomenzand verwerkt te worden; - Nieuw te planten (gemeente)bomen moeten minimaal 5 meter uit de gevel en 2 meter uit de erfgrens geplant worden; - Bomen op de tekening op ware grootte tekenen (i.v.m.benodigde ruimte); - Geen (toekomstige) gemeentebomen op particuliere grond plaatsen; - Geen bomen plaatsen nabij uitritten en garages; - Geen bomen planten in loopstroken smaller dan 1,5 meter. Beplanting: - De plantvakken dienen voorzien te zijn van minimaal 30 cm teelaarde; - Plantvakken dienen minimaal 10 m2 te zijn; - Hagen moeten een minimale breedte hebben van 60 cm; - De lengte van hagen moet minimaal 5 m1 zijn; - Tussen en nabij de woningen gaat de voorkeur uit naar heestervakken met lage gesloten heesters; - Heestervakken bij voorkeur aanplanten met 1 soort. Gras: - Bij beschadiging van de grasmat tijdens de uitvoering van werkzaamheden dient deze hersteld te worden; - De grasmat dient gefreesd, geëgaliseerd, ingezaaid, ingewerkt en gerold te worden; - Voor het inzaaien dient grasmengsel GZ9 (60% engelsraaigras, 25% veldbeemdgras en 15% roodwenkgras) gebruikt te worden; - Per are dient 2,5 kg graszaad gebruikt te worden. Richtlijnen voor werkzaamheden bij groenvoorzieningen en bomen: - Het aanwezige groen in de onmiddellijke nabijheid van de bouwplaats c.q. werkterrein mag op geen enkele wijze schade ondervinden, van welke activiteiten dan ook gedurende de bouw. Bij ondergraving in de onmiddellijke nabijheid van de te handhaven beplanting mogen ook wortelstelsels in geen geval beschadigd worden, waarbij een minimale afstand van 2 meter tot de stam dient te worden aangehouden. - In overleg en naar genoegen van de gemeente dienen dooren op kosten van de bouwer c.q. belanghebbende maatregelen getroffen te worden om schade aan de aanwezige beplanting te voorkomen. - Ter voorkoming van schade aan het aanliggende groen dient door de bouwer ten genoegen van de gemeente gedurende de bouw een tijdelijk hekwerk te plaatsen en te onderhouden. - Bij werkzaamheden in de nabijheid van bomen dient te allen tijde boombescherming geplaatst te worden. Materialen en andere objecten mogen niet onder de kruin van de boom geplaatst worden met een minimale afstand van 2 meter tot de stam. - Er mogen geen wijzigingen ontstaan in de aëratietoestand van de bodem ter plaatse van de te handhaven beplanting ontstaan door o.a. verdichting. - Indien er in de onmiddellijke omgeving van de bouw bomen staan, dient de eigenaar of zakelijk beheerder van de grond een kapvergunning aan te vragen. De kapvergunningsprocedure neemt ongeveer 10 weken in beslag. Vuistregels bij het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van bomen: a. Breng altijd stambescherming aan vóór de aanvang van de werkzaamheden (planken rond stam of hekwerk ter grootte van de kroonprojectie); b. Neem oude verharding bij bomen nooit machinaal maar altijd met de hand op; c. Schakel de afdeling groenvoorziening van de gemeente in als er tijdens het werk takken en/of wortels verwijderd moeten worden; d. Leg kabels en leidingen nooit dichter dan 2 meter langs bomen. Is dat onmogelijk en moeten er toch wortels worden verwijderd, schakel dan altijd de afdeling groenvoorziening van de gemeente in. Maak bij voorkeur gebruik van mantelbuizen; e. Vervang de grond bij de bomen met de hand en vul altijd aan met bomengrond. Verdicht de grond bij bomen volgens de richtlijnen van het bestek. Bij te grote verdichtingen kunnen de boomwortels niet in de grond doordringen; f. Werkzaamheden met kranen en kiepauto's e.d. dienen altijd buiten de kroon van de boom te gebeuren; g. Rij nooit met zwaar materieel vlak langs bomen. Leg indien nodig rijplaten; h. Plaats bij het toepassen van bronbemaling altijd een damwand rond de wortelkluit of voer het werk uit in de winter, wanneer de bomen minder vocht nodig hebben; i. Gooi nooit (vloei)stoffen zoals olie, cementwater, chemische stoffen, zuren, kalk, asfalt en beton vlakbij bomen; j. Sla nooit materiaal op bij bomen; k. De bestaande maaiveldhoogte handhaven. Dus binnen de kroonprojectie niets ontgraven of ophogen; Groenvisie 2016 gemeente Waterland Technische randvoorwaarden groen, tekst gemeente Waterland