DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK



Vergelijkbare documenten
Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

Overzicht. 1. Wat is BTW?

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*)

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Beroepsaansprakelijkheid Reisagentschap (wettelijke waarborgen):

MICE and Business Travel event

Circulaire 2017/C/40 betreffende de belasting van nietinwoners

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGEN

Hof van Cassatie van België

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1

De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben!

I. INFORMATIE AAN NOTARISSEN

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1

Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt. Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen

VOORAFGAANDE OPMERKING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Steden, Gemeenten, OCMW's en btw 1

april 2012 Nie i uw u be b slu l it i t re r is i bu b re r aur u e r gelin i g bt b w t pe p r r1 apr p i r l l2012

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 16 januari 2014 (*)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden Kennisgroep verzekeringsproducten en eigen woning over de assurantiebelasting

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen. Stefan Ruysschaert

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017


I. INLEIDING.

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

2 Levering van goederen

Wie valt onder de BTW-plicht?

Bijkomende diensten onroerende verhuur : twee hoofdscenario's

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Praktijkissues reisbureauregeling

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt Voorwerp van de dienstverlening en taak van de advocaat 3

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 oktober 2005 * betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 14 mei 2003,

Inleiding: situering van de problematiek en wettelijke bepalingen... 11

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt

Algemene voorwaarden BEDRIJFSSCHADE NA MACHINEBREUK

Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid van advocaten 2 e rangspolis. Orde van Vlaamse Balies. Polis :

De exploitatievennootschap A wenst uit te breiden. Momenteel huurt zijn een pand om haar fabriekswerkzaamheden in uit te voeren.

PERSONENWAGENS & BEDRIJFSVOERTUIGEN

1ste wijziging : BTW aangifte Uitbreiding van vak 00 : Verkopen + vak 44 + vak 88

1. Btw voor notarissen en gerechtsdeurwaarders positieve btw-herziening

lic A5477 BIJZONDERE REISVOORWAARDEN CLIPPER (versie juni 2013)

NIEUWSBRIEF ) BTW-aangifte : code 00

Horeca sector : btw verplichtingen vanaf 1 januari 2010

Tariefverordening op evenementen in de haven

Hof van Cassatie van België

Btw-vrij reizen in Nederland, het kan echt!

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

DE ZELFSTANDIG ONDERNEMER Al je aftrekbare beroepskosten op een rijtje.

A R E N A The Name in Sports Insurance

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018

Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen

Overzicht taksen, bijdragen en vergoedingen d.d. 09/05/2016. van. 4U2invest Bvba. Doelhofstraat Nieuwmunster FSMA: 115.

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT

Aftrek voor risicokapitaal

Vraag om gezamenlijk op te lossen op het einde van het seminarie

Btw-administratie verduidelijkt btw-positie publiekrechtelijke lichamen in nieuwe circulaire

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen


Verordening spaarloonregeling

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 januari 2013 (*)

Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering

Artikel 1: Definities

Top Woning. Eenvoudig en zeker... de snelste manier om uw goederen goed te verzekeren

1 van 8 21/11/ :21

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

VERSLAG AAN DE KONING

Belangenconflictenbeleid Studiebureel JPL NV

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

BTW: voordeel van alle aard voor voertuigen. belasting gekoppeld aan de regels van aftrekbaarheid

Fortis AG - Uw verzekeringen bij uw makelaar. Top Woning. Eenvoudig en zeker... de snelste manier om uw goederen goed te verzekeren

Mijn assistent is een zelfstandige. Persoonlijke assistenten die werken als zelfstandige in het kader van PAB.

Datum: 02/12/2000 Lead Tijd: 15:54:28 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/3.24 (30/11/ /12/1998)

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

Algemene Voorwaarden ING Life Optima

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

Tariefverordening op evenementen in de haven

Hof van Cassatie van België

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Transcriptie:

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.127.884 d.d. 05.10.2015 Reisbureaus Verzekeringen Gemengde belastingplicht Recht op aftrek BIJLAGE 1: Overzicht van de vigerende wetsbepalingen, van de administratieve onderrichtingen en van de relevante Europese rechtspraak in verband met de bijzondere reisbureauregeling BIJLAGE 2: FAQ in verband met de bijzondere reisbureauregeling DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK De voorbije tien jaar is de reissector zodanig geëvolueerd dat het nu een courante praktijk is dat een (reis)verzekering deel uitmaakt van een pakketreis. In dit verband wordt verwezen naar de wet van 16.02.1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling waarbij aan de reisorganisatoren en reisbemiddelaars de verplichting wordt opgelegd om aan de reiziger de mogelijkheid te bieden een verzekering af te sluiten bij het boeken van een reis (artikel 7, eerste lid, 1, c). De vraag wordt dus gesteld naar de behandeling op het gebied van de heffing van de btw van de dienst van reisbureaus die erin bestaat verzekeringen aan te bieden aan reizigers. Er moet ook onderzocht worden welke de gevolgen hiervan zijn voor de belastingplicht en het recht op aftrek van de reisbureaus. Dit onderzoek is er in de eerste plaats op gericht om uit te maken of de naar aanleiding van een reis door het reisbureau verrichte verzekeringsdiensten en de door hem verstrekte reisdiensten onderscheiden zelfstandige prestaties uitmaken, dan wel één enkele prestatie vormen. Daarvoor moet worden nagegaan welke de kenmerkende elementen van de betrokken handeling zijn, rekening houdend met alle omstandigheden waarin deze handeling is verricht. De omstandigheden waarin een verzekering samen met een dienst of een levering wordt aangeboden kunnen immers zodanig zijn dat er kenmerkende redenen zijn om aan te nemen dat de betrokken elementen één enkele handeling vormen (H.v.J. 17.01.2013, zaak C-224/11, BGZ Leasing, r.o. 40). Als naar aanleiding van een levering van een goed of het verrichten van een dienst met betrekking tot dat goed of die dienst een bijkomende verzekering wordt aangeboden, gaat het in principe om twee onderscheiden handelingen, zelfs wanneer deze handelingen tegen één prijs worden aangeboden. Dit is zeker het geval wanneer de klant de keuze heeft om al dan niet een verzekering te nemen of wanneer, indien het nemen van een verzekering verplicht is (bv. bij een autoleasingcontract), de klant de mogelijkheid heeft een verzekeringscontract af te sluiten bij de verzekeraar van zijn keuze. De wijze waarop de prijs wordt doorberekend of getarifeerd kan een aanwijzing zijn om te bepalen of het om één enkele prestatie dan wel om onderscheiden zelfstandige prestaties gaat. Zo pleiten een afzonderlijke facturatie en een onderscheiden tarifering van de prestaties voor de stelling dat er sprake is van zelfstandige prestaties, hoewel dit niet van doorslaggevend belang is (H.v.J., 17.01.2013, zaak C-224/11, BGZ Leasing, r.o. 44). Om de toepasselijke btw-regeling van de door de reisbureaus aan de reizigers aangeboden verzekeringen te bepalen, moeten, naargelang de wijze waarop de reisbureaus een reisverzekering voor hun klanten afsluiten, verschillende situaties worden onderscheiden: - het reisbureau verstrekt een reis evenals een verzekering die begrepen is in de pakketreis die wordt aangeboden aan de reiziger (zie punt 1); - het reisbureau verstrekt een reis evenals een verzekering die niet begrepen is in de pakketreis en het sluit deze verzekering af via een individuele polis op naam van de reiziger (zie punt 2, a); - het reisbureau verstrekt een reis evenals een verzekering die niet begrepen is in de pakketreis en het sluit deze verzekering af via een collectieve polis op zijn naam met afzonderlijke aanrekening van de verzekeringspremie aan de reiziger (zie punt 2, b).

1. Verzekeringen die begrepen zijn in een pakketreis die als dusdanig aan de reiziger wordt aangeboden Als de verzekering begrepen is in een pakketreis, is de verzekering verplicht te nemen en kan de reiziger er niet van afzien. Bij dergelijke verzekeringen, waarvoor door de touroperators zelf collectieve polissen met de verzekeringsmaatschappijen worden afgesloten, treden de eerstgenoemden op als verzekeringnemer en zijn de reizigers de verzekerden. De reisbureaus rekenen de reizigers een globale prijs aan voor de pakketreis waarvan de verzekering deel uitmaakt. In dit geval heeft de reiziger niet de bedoeling twee verschillende diensten te kopen. Hij heeft de intentie een reis te boeken. De verzekering is voor hem geen doel op zich. Rekening houdend met deze bijzondere omstandigheden waarin de reis en de verzekering samen worden aangeboden, blijkt dat de reisdienst en de verzekering zodanig onderling verbonden zijn dat zij moeten beschouwd worden als één enkele dienst waarop de bijzondere reisbureauregeling van toepassing is en niet als onderscheiden zelfstandige prestaties. Gelet op de voorgaande overwegingen dient de verschuldigde btw te worden berekend over de winstmarge op de gehele brochureprijs van een reis, zonder afsplitsing van de verzekeringspremie. Bij deze beslissing wordt dan ook nr. 51 van de aanschrijving nr. 33 van 08.11.1978 opgeheven. In dat geval is er gelet op wat voorafgaat geen sprake van gemengde belastingplicht in hoofde van het reisbureau zodat er ook geen gevolgen zijn voor de uitoefening van het recht op aftrek van de btw geheven van goederen en andere diensten dan die welke rechtstreeks betrekking hebben op de organisatie van een reis (de algemene bedrijfskosten van het reisbureau). 2. Verzekeringen die niet begrepen zijn in de pakketreis die als dusdanig aan de reiziger wordt aangeboden De reiziger wenst in eerste instantie een reis te boeken en in tweede instantie in verband met die reis een (al dan niet verplichte) verzekering af te sluiten. Als de reiziger beslist deze verzekering ook door bemiddeling van het reisbureau te nemen dan staat deze beslissing los van zijn beslissing om een reis te boeken (H.v.J. 17.01.2013, zaak C-224/11, BGZ Leasing, r.o. 45). Als de verzekering niet begrepen is in de pakketreis die als dusdanig wordt aangeboden aan de reiziger, worden de reisdiensten en de verzekeringsdiensten beschouwd als twee onderscheiden en zelfstandige diensten die dus afzonderlijk moeten beoordeeld worden voor wat betreft de onderwerping aan de btw. De reisdienst wordt belast op de winstmarge verwezenlijkt door het reisbureau. De regels in verband met de btw-taxatie van de verzekeringsdienst hangen af van de omstandigheid of de verzekering is afgesloten via een individuele polis op naam van de reiziger dan wel via een collectieve polis op naam van het reisbureau met afzonderlijke aanrekening van de premie aan de reiziger. a) Verzekering afgesloten via een individuele polis op naam van de reiziger Wat de relatie tussen het reisbureau en de reiziger betreft, wordt in dit geval de verzekeringspremie aan de reiziger aangerekend via het reisbureau dat, op basis van periodieke afrekeningen, deze premie doorstort aan de verzekeringsmaatschappij na afhouding van de aan het reisbureau toekomende commissievergoeding. Niettegenstaande er geen rechtstreekse facturatie gebeurt door de verzekeringsmaatschappij aan de reiziger, wordt de aan de reiziger aangerekende verzekeringspremie (zie ook nr. 34 van voornoemde aanschrijving) aangemerkt als een voorschot in de zin van artikel 28, 5, van het Btw-Wetboek. Dit voorschot is in de relatie tussen het reisbureau en de reiziger niet aan de btw onderworpen.

Wat de relatie tussen het reisbureau en de verzekeringsmaatschappij betreft, is het duidelijk dat in het geval van een individuele polis op naam van de reiziger, deze laatste de identiteit kent van de maatschappij waarbij hij verzekerd is en waartoe hij zich moet wenden indien zich een schadegeval voordoet. Naar analogie met de gevallen bedoeld in nr. 21 van voornoemde aanschrijving, wordt het reisbureau in deze hypothese geacht op te treden in naam en voor rekening van de dienstverrichter, in casu de verzekeringsmaatschappij. Deze dienst van tussenkomst waarbij het reisbureau optreedt als makelaar of lasthebber van de verzekeringsmaatschappij is vrijgesteld op grond van artikel 44, 3, 4, van het Btw-Wetboek. De door het reisbureau aan de verzekeringsmaatschappij aangerekende commissievergoeding is om die reden van de btw vrijgesteld. Aangezien het reisbureau aldus handelingen stelt die op grond van artikel 44 zijn vrijgesteld, wordt het een gemengde belastingplichtige en wordt zijn recht op aftrek van de btw geheven van de algemene bedrijfskosten beperkt overeenkomstig de bepalingen van artikel 46 van het Btw-Wetboek. In beginsel past de gemengde belastingplichtige de regel van het algemeen verhoudingsgetal toe, zoals bepaald in artikel 46, 1, van het Btw-Wetboek. Het algemeen verhoudingsgetal is overeenkomstig artikel 12 van het KB nr. 3 een breuk met als teller het totaalbedrag van de handelingen waarvoor aanspraak op aftrek bestaat en met als noemer het totaalbedrag zowel van de handelingen opgenomen in de teller als van de handelingen waarvoor geen aanspraak op aftrek bestaat. Onder bedrag van de handelingen wordt in beginsel verstaan, de prijs of, bij ontstentenis van een prijs, de normale waarde van de leveringen van goederen en van de diensten, met inachtneming, in voorkomend geval, van de in de loop van het jaar toegestane verminderingen of kortingen. De van de handelingen geheven belasting wordt niet meegeteld. In artikel 308 van de btw-richtlijn waarvan artikel 29, 2, van het Btw-Wetboek de omzetting is in het Belgisch recht, is bepaald dat voor de door het reisbureau verrichte dienst als maatstaf van heffing wordt beschouwd de winstmarge van het reisbureau. Deze wordt bepaald door het verschil tussen het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, dat de reiziger moet betalen en de werkelijk door het reisbureau gedragen kosten, btw inbegrepen, voor leveringen van goederen en diensten van andere belastingplichtigen, mits deze handelingen de reiziger rechtstreeks ten goede komen. In de Belgische regelgeving wordt deze winstmarge vastgesteld op een forfaitair percentage van het totaalbedrag dat het reisbureau aanrekent aan de reiziger (art. 35, tweede alinea, van het Btw-Wetboek en KB nr. 35, art. 1). Uit wat voorafgaat volgt dat voor de berekening van het algemeen verhoudingsgetal voor reisbureaus ingeval van gemengde belastingplicht wegens hun tussenkomst bij verzekeringsverrichtingen, voor de handelingen die onderworpen zijn aan de winstmargeregeling moet rekening gehouden worden met de winstmarge en niet met de volledige aan de reiziger aangerekende prijs. De winstmarge moet zowel in de teller als in de noemer van het algemeen verhoudingsgetal worden opgenomen. Concreet moet het reisbureau voor de bepaling van zijn algemeen verhoudingsgetal, toe te passen op de btw geheven van zijn algemene bedrijfskosten, opnemen: a. in de teller: - de vergoeding verkregen voor een tussenkomst als makelaar of lasthebber die recht geeft op aftrek van de btw, wat dus in principe een dergelijke tussenkomst inzake verzekeringen uitsluit; - de prijs aangerekend aan de reiziger voor de recht op btw-aftrek gevende handelingen die het reisbureau verricht met behulp van eigen middelen en waarvoor het reisbureau optreedt als dienstverrichter (bijvoorbeeld vervoer met behulp van eigen middelen); b. in de noemer: - de vergoeding verkregen voor iedere tussenkomst als makelaar of lasthebber van de verzekeringsmaatschappij of van andere personen; - de prijs aangerekend aan de reiziger voor alle handelingen die het reisbureau verricht met

behulp van eigen middelen en waarvoor het reisbureau optreedt als dienstverrichter (bijvoorbeeld vervoer met behulp van eigen middelen). Als de aftrek op grond van het algemeen verhoudingsgetal in dit geval leidt tot ongelijkheid in de heffing van de belasting, kan de administratie de uitoefening van het recht op aftrek met inachtneming van het werkelijk gebruik toestaan of opleggen. b) Verzekering afgesloten via een collectieve polis op naam van het reisbureau met afzonderlijke aanrekening van de premie aan de reiziger Het verzekeringscontract via collectieve polis wordt in deze hypothese gesloten tussen de verzekeringsmaatschappij en het reisbureau dat de verzekeringspremie in eigen naam factureert aan de reiziger. In deze omstandigheden handelt het reisbureau niet als dusdanig maar wel, volgens het commissionairsprincipe, als een verzekeraar. In de relatie tussen het reisbureau en de reiziger is de door eerstgenoemde verstrekte verzekeringsdienst vrijgesteld op grond van artikel 44, 3, 4, van het Btw-Wetboek. De (volledig) aan de reiziger aangerekende premie is bijgevolg niet aan de btw onderworpen. In de relatie tussen het reisbureau en de verzekeraar is de aan eerstgenoemde verstrekte verzekeringsdienst ook vrijgesteld op grond van artikel 44, 3, 4, van het Btw-Wetboek. Bijgevolg is het reisbureau een gemengde belastingplichtige met een beperkt recht op aftrek van de btw en past het in principe de regel van het algemeen verhoudingsgetal toe, zoals bepaald in artikel 46, 1, van het Btw-Wetboek. Met het oog op een eenvormige behandeling op het gebied van de btw en om ongelijkheid op het vlak van financiële implicaties te vermijden, is de administratie het er mee eens dat ook in het geval van een facultatieve verzekering met collectieve polis voor de verzekeringsverrichtingen in de noemer van het algemeen (of bijzonder) verhoudingsgetal enkel het verschil tussen de door het reisbureau aangerekende verzekeringspremie en de aan het reisbureau aangerekende verzekeringspremie wordt opgenomen. Wat de uitoefening van het recht op aftrek betreft, gelden in deze hypothese dan ook de regels die hiervoor onder nr. 2, a) zijn uiteengezet. Concreet moet het reisbureau voor de bepaling van zijn algemeen verhoudingsgetal, toe te passen op de btw geheven van zijn algemene bedrijfskosten, opnemen: a. in de teller: - de vergoeding verkregen voor een tussenkomst als makelaar of lasthebber die recht geeft op aftrek van de btw; - de prijs aangerekend aan de reiziger voor de recht op btw-aftrek gevende handelingen die het reisbureau verricht met behulp van eigen middelen en waarvoor het reisbureau optreedt als dienstverrichter (bijvoorbeeld vervoer met behulp van eigen middelen); b. in de noemer: - in principe de verzekeringspremie die individueel aangerekend wordt aan de reiziger, met dien verstande dat bij administratieve toegeving enkel moet worden opgenomen het verschil tussen de door het reisbureau aangerekende verzekeringspremie en de door de verzekeringsmaatschappij aan het reisbureau aangerekende verzekeringspremie; - de vergoeding verkregen voor iedere tussenkomst als makelaar of lasthebber; - de prijs aangerekend aan de reiziger voor alle handelingen die het reisbureau verricht met behulp van eigen middelen en waarvoor het reisbureau optreedt als dienstverrichter (bijvoorbeeld vervoer met eigen middelen). In afwijking hiervan kan de administratie de uitoefening van het recht op aftrek volgens de regel van het werkelijk gebruik toestaan of opleggen, als de aftrek volgens de regel van het algemeen

verhoudingsgetal leidt tot ongelijkheid in de heffing van de belasting. J. MARCKX Adviseur - generaal