Film en. Een boerendorp. Thema 2 Vergelijken. Les 2.1 Een film over Willem Adriaensz. WOORDWEB: Een boerendorp. Woordweb : filmen



Vergelijkbare documenten
Een film opnemen met een filmcamera.

HET TRECHTERBEKERVOLK. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei

Thema 1 Welbevinden. 1. Synoniem (=) 1. Een ander woord met dezelfde betekenis. Bijv. in brand staan = in lichterlaaie staan

Thema 1 Kopen. 1. Het industrieterrein 1. Een plaats waar veel fabrieken bij elkaar staan.

Oerboeren in de Friese Wouden.

Werken aan elektriciteit

De presentatie rond de trap

Bouwmaterialen door de eeuwen heen

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

Groenten onder glas 1. Op het land 2. Blad 1. Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten.

= iemand die vertelt of schrijft over het nieuws. = de politie zorgt ervoor dat het veilig is.

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

GRAAN MIDDENBOUW GROEP 4/5/6

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

MET KWAST EN VERGROOTGLAS

b. Bekijk het laatste deel van de maquette, de kwelders. Waarom staat daar geen dorpje, denk je?

De IJzertijd (van 800 tot 12 voor Christus).

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

Maten en gewichten. Meettoestellen zoals het meuken en de unster kennen we vandaag niet meer. Vroeger gebruikte men deze om te meten.

Activiteitenschema Archeologie

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

Kastelen Steden en staten Groep 7 Handleiding voor de leerkracht Informatie voor de geschiedenislessen

Wijchense Molen. Lesbrief

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Deze activiteit MOET worden voorbereid op school, anders kunnen de opdrachten tijdens de excursie niet uitgevoerd worden.

21 december DE BAKSTEEN Wat weet je ervan? 1 CM groep.. Verslag voor het vak Computervaardigheden 1 Lector: Astrid Ramakers

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Paddenstoelen kweken in de klas

MANDEN VLECHTEN WERKEN MET JE HANDEN WORK SHOP * UIT DE TIJD VAN DE ZUIDERZEE *

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

een zee van tijd Werkblad 31 Ω De riddertijd Ω Les 1: De bouw van een kasteel Naam:

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

Het stoken van een broodoven van leem

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Opdrachten De Korenmolen

Gebruikershandleiding

Op de grote vitrines in het midden van de zaal liggen rode lappen. Je mag ze optillen en de bijzondere boeken bekijken.

Paddenstoelen in de klas alle groepen

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Onze oude versjes. C. Spoor. bron C. Spoor, Onze oude versjes. H. Meulenhoff, Amsterdam dbnl

De steentijd Jagers en verzamelaars

De familie schaap. Praat eens zoals een schaap Welke dierengeluiden ken je nog? Doe ze eens na?

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

VERHALEN RONDLEIDINGEN WORKSHOPS ARCHEOLOGIE ONDER WATER FORT DE SCHANS KAAP SKIL MUSEUM VAN JUTTERS & ZEELUI

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

1-Kennismaking met archeologie

Hunebedden de steentijd

Opdrachten thema. Veluwe

TIJDREIZIGERS speelbos nieuw wulven Houten

Spiekkaart Kunst. Pagina 1 van Over kunst en kunstenaars. U t o p i a r t 2 7 S p i e k k a a r t K u n s t.

docentenhandleiding bij de presentatie brood van zaaien tot maaien

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

1. Levende wilgenstaken I blz Levende wilgenstaken II blz Levende meidoornhaag blz. 2

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes.

BIJLAGE 2 IJZERTIJDLESBRIEF voor Binnen BOEREN IN DE IJZERTIJD

Thema 9 Feesten. Les 9.1 Oud en Nieuw. WOORDWEB: Jaarwisseling DE JAARWISSELING

Opdrachtkaarten Lente

m a t e r i a a l z e n d i n g

Thema Zintuigen. BSO in 2 nature Bushraft activiteit. info@in2nature.eu. stichting in2nature. info@in2nature.

Ik wens Jullie veel succes met Google SketchUp

7B Onderhouden en herstellen: afrastering plaatsen

Handleiding bouw barrière voor amfibieën

Woordenschat hoofdstuk /2017. Les 1

Wij zijn benieuwd hoe de jeugd van tegenwoordig hun vrije tijd invult. Is er nog tijd om samen een spel te spelen?

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

1 Belangrijk in deze periode

1. Geheimen. 2. Zwammen

een zee van tijd Werkblad 31 Ω De riddertijd Ω Les 1: De bouw van een kasteel Naam:

Steekkaart: nummer 6N

BIJLAGE 1 BEELD met toelichting BOEREN IN DE IJZERTIJD

Opdrachten thema. Veluwe

Kijk eens goed naar de trui.

WERKBOEKJE BROODBAKKEN

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Vollenhove Wonen op een havezate

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

De eerste boeren Het dorp

Paddenstoelen in de klas. werkbladen

wat is dat eigenlijk? Denk mee over acht grote vragen

U kan dit document gratis downloaden via deze link

Jury rapport versierde wagens

FOTOVERSLAG RESTAURATIE bakhuis Leeuwerkhoeve

Spelen met zand. Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar

Rabobank s-hertogenbosch en omstreken

Experiment in Düppel en ons museum met de dubbele pot- of indirecte methode, tussen 1991 en 1995

THEELICHT-BLOEM. Indien je wenst, kan je een tweede laag blaadjes aanbrengen. Schrank deze laag wat ten opzichte van je eerste laag.

Leven uit de bron 3: Leven met Jezus

BINDEN MET natuurlijk materiaal (Anneke Boonstra) Inhoud Plantaardige vezels 1. Geschiedenis blz binden met Linden bast

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Transcriptie:

Les 2.1 Een film over Willem Adriaensz WOORDWEB: Een boerendorp 1. Een boerendorp : een dorp met boerderijen 2. Leem: een soort grond die op klei lijkt. Leem wordt tussen het hout gesmeerd, waarna het hard wordt en een stevige muur ontstaat. Een boerendorp 3.Een waterput: Een smal en diep gat in de grond waar water in zit. 4. De paal : een lang rond stuk hout, steen of ijzer. 5.De bouwval: een gebouw dat bijna instort. Het hengsel om het water op te scheppen zit vast aan de paal. Het touw met de emmer zit vast aan de paal. Woordweb : filmen 6. De regisseur : Hij heeft de leiding over het opnemen van de film; hoe gespeeld moet worden,waar de camera en de filmlampen moeten staan. Film en 7. De opname : het vastleggen op een band of een plaat. ( werkwoord: opnemen, nam op, heeft opgenomen)

Les 2.2 Tradities. 2. De schors: de buitenste laag van een boom. 1.Eeuwenoud: heel erg oud. Meer dan honderd jaar oud. 3. Scheppen : iets maken ( creëren) dat er eerst nog niet was. Een houtsnijder schept een wandelstok van een tak. 4.Vlechten: dunne takjes door elkaar steken, zodat er een mand ontstaat. VROEGER 5. Het rad: een wiel met tanden eraan. 6. De klei: grond dat op dikke modder lijkt. Je kunt er iets van maken, iets scheppen, en daarna bakken. 7. De traditie: iets maken of doen op een manier, zoals het al heel lang gemaakt of gedaan wordt. 8. De knikker : een klein bolletje van klei of glas 8. De tol: een rond houten voorwerp met een punt eraan; je probeert de tol op de grond te laten draaien door er met een touwtje tegen aan te slaan.

Les 2.3 De geschiedenisles 1. Uitvallen 1. Ophouden. Werkwoordsvormen: Uitvallen, valt uit, viel uit, is uitgevallen. 2. Tenzij 2. Behalve als 3. De tijdbalk 3. Een lijn die de tijd in de geschiedenis voorstelt. Op de tijdbalk staan jaartallen. 4. De toekomst 4. De toekomst is de tijd die nog komen moet. 5. De verandering ( veranderen) 5. Het anders worden dan het is. 6. Lijken 6. A)De indruk wekken of B)op een bepaalde manier overeenkomen of C) in een bepaalde mate overeenkomen 7. De tijdgenoot 7. Iemand die in dezelfde tijd leeft. De kinderen van groep 6 zijn elkaars tijdgenoten. 8. De overgang 8. Het overgaan naar iets anders. Dus bijv. de overgang van minder naar meer vrijheid. De overgang van groep 5 naar groep 6. 1.Synoniem (=) 1. Een ander woord met dezelfde betekenis. Bijv. in brand staan = in lichterlaaie staan 2. Homoniem( ) 2. Eén woord met meerdere betekenissen. Bijv. de trap een schop met een voetbal een vaste constructie met treden.

Les 2.4 De opgraving WOORDVELD : De opgraving De opgraving 9. De videorecorder: een apparaat waarmee je videobanden bekijkt. 2. Het aardewerk : aardewerk is een speciale klei die in een oven is gebakken. Aardewerk is hard. 2. Het goudstuk: een munt van goud. 3. De potscherf: aardewerk dat niet gaaf is, er is een stukje af. Dat stukje noem je een scherf. 4. De scherf : (de scherven): stukjes die ergens vanaf gebroken zijn. 5. Gaaf: helemaal heel, er zijn geen stukjes af. 7. Restaureren: iets opknappen, iets precies zo maken zoals het geweest is. 6. Het stro: gedroogde stelen van planten. 8. De prent: een plaatje, een foto, een tekening.

Les 2.5 Het oude fotoboek ( nodig: roggebrood aan één stuk) 9. Het platteland. 1. Het gebied waar boeren wonen. Tegenovergestelde van de stad. 2.Het roggebrood 3.Spannen 2. Rogge is een bepaald soort graan. Hier wordt meel van gemalen, waarna de bakker het bakt tot brood: roggebrood. 3. Het paard met riemen aan de ploeg vastmaken. De ploeg keert de grond om. 4.Zandgrond en kleigrond 5.De besmettelijke ziekte 4. De zandgrond is droger en minder vruchtbaar dan de kleigrond. Kleigrond is dikke modder en vruchtbaar. 5. Een ziekte die overgaat van de ene naar de andere persoon. 6. De overvloed 6. Er is van alles heel veel. Veel keuzemogelijkheden. 7. De champignon 7. Een witte paddenstoel die eetbaar is. 8. Rot 8. A) Bedorven, als je fruit lang bewaart, bederft het, dan is het rot. B) Heel erg naar.

Les 2.6 De overval 1.De koets. 1. Een rijtuig, een wagen die door paarden wordt getrokken. 2.Een span 2. Twee dieren voor een wagen. 3.Tot stilstand brengen 4.Ruw 5.De patriciër 3. Ervoor zorgen dat iets stil staat. 4. Wild en woest. 5. Een rijke burger uit een stad. 6. De vreemdeling 6. Iemand die uit een verre stad of uit een ander land komt. 7. De beschermer 7. Iemand die ervoor zorgt dat een ander veilig is als er gevaar is. Afkomstig van het werkwoord beschermen(beschermtbeschermde- heeft beschermd) 8. De rotspunt 8. De úitstekende punt van een rots; de rots is een enorme steen,een gedeelte van een berg. 9. De kanteel 9. Een vierkante steen op de kasteelmuur.