BIJLAGE 3: De fysieke leefomgeving in de wijk Utrecht Noordwest

Vergelijkbare documenten
MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

Factsheet. Wonen aan de A50 en A73 in Beuningen. Gelderland-Zuid. Gezondheidsonderzoek onder inwoners

Bepalen van de luchtkwaliteit

Een gezonde omgeving in Noordwest

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Een gezonde omgeving in Binnenstad

Analyse veiligheidsbeleving 2015

Gezondheid & Voeding

De GO! methode. Gezonde leefomgeving in Utrechtse wijken. Theo van Alphen Kimberly Linde Ilse Storm

Luchtkwaliteit in Zeist

Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend

Stichting(Zuilen/Ondiep(GEZond!!!

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Een gezonde omgeving in Utrecht

Doelstelling Voldoen aan het wettelijk kader, verbeteren van de luchtkwaliteit en daarmee de volksgezondheid.

Slappe normen voor luchtkwaliteit zijn gevaar voor de gezondheid

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Monique Meijerink 30 maart Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Bewonerspanel Maartpeiling Gezonde woonomgeving. Utrecht.nl/onderzoek

Een gezonde omgeving in Overvecht

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Smog in zomer van 5

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN

Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Een gezonde omgeving in West

Leegstand woningen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Wat vinden inwoners belangrijk voor een gezonde woonomgeving? Verdiepend onderzoek binnen de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Een gezonde omgeving in Noordoost

Indicator 10 Lucht. ) en fijnstof (PM 10

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

Project uitgevoerd door:

Luchtkwaliteit en gezondheid

Een gezonde omgeving in Vleuten-De Meern

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

Gemeente Den Haag. Effecten uitbreiding milieuzone Den Haag

Overschrijdingen fijnstof (PM10) langs wegen

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

A28 Hoevelaken - Holkerveen

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Vereniging van aanwonenden aan het Ontzandingsproject Over de Maas in de provincie Gelderland.

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER

Programma van vanavond:

Een gezonde omgeving in Leidsche Rijn

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren.

Utrecht Monitor

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Brunssum Johan van der Burg

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Afstand tot huisartsenpraktijk, 2012

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Middagsessie 7: Leidt meer woonkwaliteit tot meer kwaliteit van wonen?

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Leiden Johan van der Burg

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April Subtitel

Toezichthouders in de wijk

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Een gezonde omgeving in Oost

BEVOLKINGSGROEI VERGELEKEN

Gezondheidsmonitor luchthaven Twente

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage Samenvatting Amsterdam

memo INLEIDING WETTELIJK KADER aan: Johan van der Burg datum: 7 maart 2012 Luchtkwaliteit heemtuin in Gorsel project:

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg

Onderzoek Luchtkwaliteit

Memo INLEIDING. 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER. Gemeente West Maas en Waal

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Notitie. Aan : Roel Volman (SO, team bestemmingsplannen) Van : Paul Bruijkers (SO, Ingenieursbureau) Datum :

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Empel in Cijfers Januari 2007

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

De luchtkwaliteit om ons heen. Informatie over de kwaliteit van de lucht bij u in de buurt

Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving. 6 december 2017 Gerlof Wijnja

Samenvatting onderzoeksresultaten

Leegstand woningen, 2011 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Transcriptie:

BIJLAGE 3: De fysieke leefomgeving in de wijk Utrecht Noordwest De fysieke leefomgeving is onderzocht in het kader van de pilot stuurinformatie integrale zorg en preventie op wijk, buurt, en geïntegreerd eerstelijnszorg niveau in de wijk Noordwest in Utrecht (SIZU). Vanuit het perspectief dat de omgeving waarin mensen leven kan bijdragen aan het ontstaan of het in stand houden van gezondheidsproblemen (Lenthe, et al., 2006) is het interessant om de fysieke leefomgeving in de wijk Noordwest mee te nemen in het pilot-onderzoek. Tot nu toe is de fysieke leefomgeving in Noordwest nog niet volledig in kaart gebracht, er is veel informatie beschikbaar maar het is niet duidelijk welke databronnen met betrekking tot de fysieke leefomgeving bruikbaar zijn. Deze bijlage biedt inzicht in de fysieke omgevingskenmerken in Noordwest. 1. De fysieke leefomgeving Er is op grond van vier documenten over leefomgeving een eerste selectie gemaakt van indicatoren. Een overzicht van de vier documenten is terug te vinden in bijlage 1. De verschillende studies over leefbaarheid omschrijven 4 dimensies binnen het fysieke domein. Dit zijn de dimensies (1) ruimte & groen, (2) samenstelling en kwaliteit van de woningvoorraad, (3) kwaliteit van de publieke ruimte en (4) voorzieningen. Naar aanleiding van de vier dimensies, zijn er indicatoren geselecteerd die relevant zijn om de fysieke omgeving in relatie tot gezondheid van volwassenen te kunnen omschrijven. 1. Ruimte en Groen 1.1 Aanwezigheid en kwaliteit van fietspaden & voetpaden 1.2 Aanwezigheid en kwaliteit en parken 1.3 Gemeenschappelijke groenvoorzieningen in straten 2. Samenstelling en kwaliteit van de woningvoorraad 2.1 Staat van onderhoud van huizen 2.2 Type woningen 3. Kwaliteit van de publieke ruimte 3.1 Luchtkwaliteit 3.2 Stilteplekken en geluidsoverlast 3.3 Stankoverlast 3.4 Vervuiling op straat 4. Voorzieningen 4.1 Aanwezigheid en toegankelijkheid sportfaciliteiten 4.2 Aanwezigheid van fastfoodketens en snackbars 4.3 Aanwezigheid van verkooppunten van tabak en alcohol 4.4 Aanwezigheid van speelplaatsen Niet alle dimensies en indicatoren kunnen worden meegenomen binnen het SIZU project vanwege beschikbaarheid van data en tijd. Er is daarom eerst gekeken welke dimensies prioriteit hebben. De vierde dimensie 'voorzieningen' had ten opzicht van de andere drie dimensies minder prioriteit en tevens is het lastig om de gegevens van dimensie 4 te koppelen op individueel niveau. Daarnaast is besloten niet verder in te gaan op de indicator '3.4 vervuiling op straat'. Van deze indicator is het lastig om objectieve gegevens te vinden.

Voor de overige indicatoren (1.1 t/m 3.3) is gekeken welke informatie beschikbaar is. Er is op zoek gegaan naar zowel feitelijke gegevenscondities (objectief) als de beleving en het oordeel van mensen over die omgevingscondities (subjectief) (Rigo, 2008). Voor subjectieve gegevens is gekeken naar de Gezondheidspeiling 2010 van de GG&GD en naar de inwonersenquête 2010 van Bestuursinformatie Gemeente Utrecht. Uiteindelijk zijn alleen de gegevens van de Gezondheidspeiling 2010 gebruikt. De reden hiervoor is dat de gezondheidspeiling een hogere respons heeft. De inwonersenquête heeft weliswaar meer respondenten, maar de steekproef is ook groter. Ondanks dat de gezondheidspeiling een hogere respons heeft dan de inwonersenquête is het aantal respondenten te laag om betrouwbare uitspraken te doen op buurtniveau. De grote van de steekproef is wel geschikt om uitspraken te doen op subwijkniveau. Er zijn verschillende bronnen met objectieve gegevens over leefomgeving. Voor indicatoren over ruimte en groen in Noordwest is gebruik gemaakt van gegevens van Stadswerken gemeente Utrecht. Voor de indicatoren over kwaliteit van de ruimte is de bron Atlas-Leefomgeving. Deze bron biedt informatie over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en gebruikt hiervoor gegevens die gemeente, provincies en het rijk beschikbaar stellen. Wat betreft de samenstelling en kwaliteit van de woningvoorraad is gebruik gemaakt van gegevens van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en bestanden van Vastgoedinformatie (VGI). Deze gegevens zijn verkregen via de afdeling Onderzoek van de Gemeente Utrecht. In de onderstaande paragraaf beschrijft de databronnen die zijn gebruikt. In hoofdstuk 3 worden de verzamelde gegevens voor Utrecht Noordwest gegeven. 2. De indicatoren per dimensie 1. Ruimte en Groen Binnen de dimensie ruimte en groen is onderscheid gemaakt tussen drie indicatoren: 1.1 Aanwezigheid en kwaliteit van fietspaden & voetpaden Objectieve informatie is beschikbaar bij de afdeling Stadswerken (gemeente Utrecht). De afdeling stadswerken registreert de aanwezigheid van fietspaden en voetpaden, deze gegevens zijn beschikbaar in het programma stroomlijn. Hoewel de aanwezigheid van fietspaden en voetpaden erg nauwkeurig geregistreerd staan, zijn de gegevens over de kwaliteit van de fiets- en voetpaden beperkt. Er zijn geen subjectieve gegevens beschikbaar. Er is daarom besloten deze indicatoren niet mee te nemen in het pilot project. 1.2 Aanwezigheid en kwaliteit en parken Ook voor deze indicator geldt dat er voornamelijk objectieve informatie beschikbaar is over de aanwezigheid van parken en niet zozeer over de kwaliteit van parken. Wel zijn er gegevens over de bodemkwaliteit in parken. In de inwonersenquête is een vraag opgenomen over de tevredenheid van parken in de buurt of wijk. Er is besloten deze indicatoren niet mee te nemen in het pilot project. 1.3 Gemeenschappelijke groenvoorzieningen in straten De gemeenschappelijke groenvoorzieningen in straten staat geregistreerd bij de afdeling Stadswerken van de Gemeente Utrecht en is onder te verdelen in drie subindicatoren, namelijk:

- Het gebruiksgroen in m2 per 1000 inwoners - Het zichtgroen in m2 per 1000 inwoners - Het aantal bomen per 1000 inwoners. Het gaat hier om groen in de openbare ruimte en in beheer van de Gemeente Utrecht. Bovenstaande subindicatoren staan in het openbaar beschikbare programma WistuData (http://utrecht.buurtmonitor.nl/) en zijn beschikbaar op subwijk of buurt niveau. Van de buurten 'Egelantierstraat, Mariëndaalstraat e.o.', 'Elinkwijk e.o.' en 'Geuzenwijk, De Driehoek' is het gebruiksgroen in m2 per 1000 inwoners niet bekend. Naast de objectieve gegevens zijn er ook subjectieve gegevens over groenvoorziening aanwezig. In de gezondheidspeiling 2010 van de GG&GD hebben 490 respondenten uit Noordwest antwoord gegeven op vragen over de tevredenheid met het gebruiksgroen of het zichtgroen in de buurt. Het aantal respondenten is te laag om betrouwbare uitspraken te kunnen doen op buurtniveau en daarom is gekozen om enkel uitspraken op subwijkniveau te doen. Men is tevreden over het gebruiks- of zichtgroen wanneer men deze beoordeeld heeft met een 6 of hoger. 2. Samenstelling en kwaliteit van de woningvoorraad Voor de indicatoren '2.1 Staat van onderhoud van huizen' en '2.2 Type woningen' zijn meerdere kwaliteitsoordelen beschikbaar. Zo wordt er door de Nederlandse Vereniging van Makelaars onder andere gerapporteerd over het type woningen, de bouwperiode, gemiddelde WOZ-waarde per woning en gezinssamenstelling. De geselecteerde objectieve indicatoren zijn: - Type woningen (koop, huur en sociale huur) - Woonvorm (eengezinswoning, flat, etc.) - Bouwjaar Bovenstaande gegevens zijn per woning aanwezig bij de afdeling Onderzoek en worden op adres niveau gekoppeld aan de andere gegevens van de pilot. Voor de subjectieve indicatoren zijn de gegevens niet op individueel niveau aanwezig maar op subwijkniveau. De bron die hiervoor wordt gebruikt is de gezondheidspeiling 2010. Wat betreft de subjectieve indicatoren is gekeken naar het oordeel van de respondenten over de woning en over de woonomgeving. Hierbij wordt uitgegaan dat wanneer mensen ontevreden zijn over hun woning zij deze beoordelen met een rapportcijfer 6 of lager en wanneer zij tevreden zijn over hun woning beoordelen zij deze met een 6 of hoger. Dit geldt evenzo voor het oordeel over de woonomgeving. 3.3 Kwaliteit van de publieke ruimte Binnen de dimensie kwaliteit van de publieke ruimte is onderscheid gemaakt tussen drie indicatoren. 3.1 Luchtkwaliteit De indicator Luchtkwaliteit wordt vaak in verband gebracht met gezondheid. Nederlands en buitenlands onderzoek laat zien dat gezondheidsrisico s groter kunnen zijn door luchtverontreiniging en fijn stof (Planbureau voor de Leefomgeving, 2012). Uit onderzoek blijkt dat bij kortdurige blootstelling aan hoge niveaus stikstofdioxide (NO₂) en langdurige blootstelling aan lage niveaus NO₂ zich nadelige effecten voordoen bij de mens (RIVM, 2012). De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

heeft meerdere malen overzichten getoond welke de nadelige invloed hiervan op de volksgezondheid bekrachtigen (WHO, 2003; WHO, 2004; WHO, 2005). Effecten op de luchtwegen en longen kunnen optreden door de oxiderende eigenschappen van NO₂ en kunnen zich voordoen als een vermindering van longfunctie, luchtwegklachten en astma-aanvallen, een verhoogde gevoeligheid voor infecties en weefselschade aan de longen (Van der Zee & Walda, 2009; Atlas Leefomgeving, 2012). Deze gezondheidsklachten kunnen weer ziekenhuisopnames tot gevolg hebben. Ook kan blootstelling aan stikstofdioxide leiden tot een versterkte reactie op allergenen. Opgemerkt moet worden dat stikstofdioxide op zichzelf niet heel schadelijk is, maar een indicatiestof is voor stoffen die wél als schadelijk voor de gezondheid worden beschouwd (GG&GD). Eeftens et al. (2012) tonen in een Europese studie naar de relatie tussen stikstofdioxide en fijnstof dat deze over het algemeen goed met elkaar correleren. Op Europees niveau zijn normen vastgesteld voor de NO₂ concentratie in de lucht, welke ook zijn opgenomen in de Nederlandse wetgeving (RIVM, 2012). Voor kortdurige blootstelling aan NO₂, dat is blootstelling aan piekconcentraties van NO₂, van de bevolking is de norm een grenswaarde van 200 microgram per kubieke meter (µg/m³) voor het uurgemiddelde van NO₂. Deze mag maximaal 18 keer per kalenderjaar worden overschreden. De norm voor langdurige blootstelling van de bevolking aan stikstofdioxide bestaat uit een grenswaarde van 40 µg/m³ voor de jaargemiddelde NO₂-concentratie. Tot 1 januari 2015 is deze grenswaarde voor Nederland nog 60 µg/m³, vanwege het uitstel dat Nederland gevraagd en nodig heeft. Het is de bedoeling dat in 2015 overal in Nederland geen jaargemiddelde concentraties van boven de 40 µg/m³ voorkomen. De genoemde gezondheidsproblemen die kunnen optreden bij blootstelling aan NO₂ treden op bij jaargemiddelde concentraties beneden de grenswaarde van 40 µg/m³. Toch houdt het WHO vast aan deze grenswaarde, omdat deze is opgesteld om te bescherming tegen effecten van stikstofdioxide zelf. Wanneer stikstofdioxide ook als indicator voor andere stoffen die vrijkomen bij verbrandingsprocessen wordt gebruikt, zou een lagere grenswaarde moeten worden gehanteerd, pleit het WHO. Om de luchtkwaliteit in kaart te brengen is als bron het project 'Luchtverontreiniging en gezondheid in de stad Utrecht, koppeling van lokale gezondheidspeiling aan lokale metingen van luchtkwaliteit' binnen de Academische Werkplaats Milieu en Gezondheid gebruikt. Dit onderzoek is in 2011 uitgevoerd en biedt inzicht in de NO₂ waarde op 4000 van de circa 8000 Utrechtse postcodes (6 PPC niveau). Voor 60% van de postcodes wordt de luchtkwaliteit gekoppeld aan de gegevens van de pilot. Voor de andere postcodes zijn er geen meetwaarden bekend. Dit was wel mogelijk maar hier waren kosten aan verboden en daarnaast is het doel van de pilot om beschikbare databronnen in beeld te brengen. Over de luchtkwaliteit zijn zover bekend geen subjectieve gegevens aanwezig. 3.2 Geluidsoverlast De afdeling Milieu en Duurzaamheid van de Gemeente Utrecht heeft met behulp van de EUgeluidskaart locaties gevonden met een relatief laag geluidsniveau. In Noordwest zijn 14 stilte plekken. Er is gekeken binnen welke 6-ppc deze stilteplekken liggen. Om de geluidsoverlast in Noordwest te bepalen is gebruik gemaakt van de subindicatoren geluidsoverlast door verkeer op wegen en geluidsoverlast door treinen. De bron die hiervoor is gebruikt is Atlas Leefomgeving. Bij de afdeling Stadswerken van de gemeente Utrecht is ook informatie aanwezig over de geluidsoverlast, echter de meest recente geluidskaarten dateren uit

2006, nieuwe geluidskaarten komen in 2013. De geluidskaarten van Atlasleefomgeving zijn gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor de situatie in 2011. Daarnaast zijn de gegevens van de bron Atlasleefomgeving specifieker. Daarom is gekozen voor de geluidskaarten van Atlasleefomgeving. Naast de objectieve gegevens zijn er ook subjectieve gegevens over indicator 3.2 aanwezig. In de gezondheidspeiling 2010 zijn antwoorden gegeven op vragen over hinder door geluid van verkeer op wegen waar een snelheid van meer dan 50 km/uur is toegestaan, hinder door verkeer op wegen waar een snelheid van 50 km/ uur of hoger niet is toegestaan en hinder door geluid van treinen. 3.3 Stankoverlast Over stankoverlast is zover bekend niet voldoende informatie aanwezig om uitspraken te kunnen doen op subwijkniveau. De indicator 3.3. stankoverlast is niet meegenomen in de pilot. 3. De data De wijk Utrecht Noordwest bestaat uit 4 subijken, die vervolgens weer verder zijn onderverdeeld in 13 buurten en 21 subbuurten. De vier subwijken zijn: 'Pijlsweerd', 'Ondiep/2e Daalsebuurt', 'Zuilenwest', 'Zuilen-Noord/Oost' De meeste mensen wonen in de subwijk 'Ondiep, 2 e Daalsebuurt' terwijl de subwijk 'Pijlsweerd' de kleinste wijk is. 1. Ruimte en Groen Binnen de dimensie ruimte en groen is uiteindelijk alleen de gemeenschappelijke groenvoorziening in kaart gebracht. In tabel 1 staat de objectieve en subjectieve subindicatoren voor gebruikersgroen, zichtgroen en het aantal bomen weergegeven voor de wijk en de 4 subwijken. De wijkbewoners zijn vaker tevreden over gebruikersgroen (64%) dan over het zichtgroen (51%) in de wijk. Het aantal vierkante meters met zichtgroen is echter bijna zes keer zoveel dan het aantal vierkante meters gebruikersgroen. Ondanks dat de subwijk Pijlsweerd de tweede subwijk is qua hoeveelheid vierkante meters gebruiksgroen, zijn de bewoners van Pijlsweerd het minst vaak tevreden over het gebruiksgroen in hun subwijk. Voor zichtgroen zien we dit voor de subwijk Ondiep/2 e Daalsebuurt. Tabel 1: Gemeenschappelijke groenvoorzieningen in straten Objectief Subjectief Tevredenheid Tevredenheid Gebruiksgroen Zichtgroen Aantal bomen gebruiksgroen Zichtgroen (m2/1000 (m2/ 1000 (/1000 % % % % inwoners) inwoners) inwoners) onvoldoende voldoende onvoldoende voldoende Noordwest 1906,6 10688,1 193,1 36 64 49 51 Pijlsweerd 2808,9 4556,9 181,9 48 52 50 49 Ondiep, 2 e Daalsebuurt 242,9 5725,2 157,4 45 55 59 41 Zuilen-West 3009,9 4943,7 154,5 15 85 46 54 Zuilen- Noord/Oost 2269,5 23548,3 269,0 38 64 39 61

2. Samenstelling en kwaliteit van de woningvoorraad Er kan op verschillende manieren onderscheid worden gemaakt in het type woningen. Ten eerste is er een onderscheid tussen koopwoningen en huurwoningen. Huurwoningen kunnen vervolgens weer verder worden onderverdeeld in particuliere huur en sociale huur (tabel 2). Verder kan er onderscheid worden gemaakt in het soort woning, het onderscheid tussen eengezinswoningen, boven/benedenwoningen en flats (zie tabel 3). Ook zijn de bouwjaren van de woningen bekend. We zien hier weinig spreiding over de verschillende subwijken. De oudste huizen in de wijk zijn gebouwd in 1903 en de nieuwste huizen zijn gebouwd in 2009. De helft van de huizen is gebouwd in of voor 1936. In Pijlsweerd en Zuilen-Noord/Oost staan gemiddeld huizen die wat minder oud zijn. Tabel 2: Verdeling koop- en huurwoningen in Noordwest Koopwoning Particuliere huurwoning Sociale huurwoning Noordwest 45 13 39 Pijlsweerd 45 19 32 Ondiep, 2 e Daalsebuurt 40 14 42 Zuilen-west 59 15 23 Zuilen-Noord/Oost 36 8 53 Tabel 3: Type woningen in Noordwest Eengezinswoning Boven/benedenwoning Flat Noordwest 49 25 25 Pijlsweerd 35 26 36 Ondiep, 2 e Daalsebuurt 56 29 13 Zuilen-west 52 28 18 Zuilen-Noord/Oost 45 17 38 In de gezondheidspeiling, uitgevoerd door de GG&GD Utrecht, is gevraagd naar de tevredenheid over de woning en woonomgeving (tabel 4). Wijkbewoners zijn grotendeels tevreden (85%) over hun woning en hun woonomgeving. Er zijn geen grote verschillen tussen de vier subwijken, maar in de subwijk Zuilen-West de meeste mensen tevreden over hun woning en woonomgeving. Tabel 4: Subjectieve beoordeling woning en woonomgeving Woning Woonomgeving % onvoldoende (<6) % voldoende (>6) % onvoldoende (<6) % voldoende (>6) Noordwest 15 85 15 85 Pijlsweerd 15 85 17,5 82,5 Ondiep, 2 e Daalsebuurt 15 85 14 86 Zuilen-west 13 87 10 90 Zuilen-Noord/Oost 15 85 21 79 3. Kwaliteit van de publieke ruimte 3.1 Luchtkwaliteit Het project 'Luchtverontreiniging en gezondheid in de stad Utrecht, koppeling van lokale gezondheidspeiling aan lokale metingen van luchtkwaliteit' binnen de Academische Werkplaats

Milieu en Gezondheid biedt inzicht in de NO₂ waarde op 4000 van de circa 8000 Utrechtse postcodes (6 PPC niveau). Uiteindelijk is voor 59,6 procent van de postcodes (6 PPC niveau) een NO2 waarde bekend (643 postcodes van de 1079). De gemiddelde NO2 waarde in Noordwest is 28,8 µg/m³. Er zijn 5 postcodegebieden (0,8% van de postcodes met een meetwaarde) met een gemiddelde waarde boven de norm van 40 µg/m³. 3.2 Stilteplekken en geluidsoverlast Drie en een half procent van de postcode gebieden (6 PPC niveau) in Utrecht Noordwest bevatten een stilteplek (38 van de 1079). Dit betekend dat 4,2% van de wijkbewoners in een postcodegebied woont met een stilteplek. Acht procent van de bewoners in de subwijk Zuilen-Noord/Oost woont in de buurt van een stilteplek, 3,7% van de bewoners van de subwijk Pijlsweerd, 3,3% van de bewoners van de subwijk Zuilen-West en maar twee procent van de bewoners van de subwijk Ondiep/2 e Daalsebuurt wonen in een postcodegebied met een stilteplek. Van de 23674 adressen in Noordwest heeft 15,3% van de adressen te maken met geluidsoverlast, gedefinieerd als een geluidsbelasting van 65dB of meer (tabel 5). In de subwijk Pijlsweerd dit percentage hoger met 20,8% en in de subwijk Zuilen-Noord/Oost het laagst met 13,2%. Tabel 5: Geluidsoverlast door wegverkeer Noordwest per adres naar wijk, subwijk en buurt % Adressen met geluidsoverlast ( 65dB) Noordwest Ja 15,3 Nee 84,7 Pijlsweerd Ja 20,8 Nee 79,2 Ondiep, 2 e Daalsebuurt Ja 15,6 Nee 84,4 Zuilen-west Ja 14,3 Nee 85,7 Zuilen-noord en Zuilen-oost Ja 13,2 Nee 86,8 4. Conclusie Er zijn verschillende indicatoren voor de fysieke omgeving aanwezig in verschillende databronnen. Alle databronnen zijn makkelijk toegankelijk en veelal zelfs openbaar. Het laagste niveau waarop data beschikbaar is, is op adres niveau. Maar de meeste indicatoren zijn op buurt of PPC niveau beschikbaar. Ondanks dat er wel verschillen zichtbaar zijn binnen in een wijk in de fysieke omgeving, zijn de verschillen niet groot. In het SIZU project zijn de indicatoren van fysieke omgeving gekoppeld aan indicatoren van gezondheid en sociaal economisch welzijn. We zagen geen relatie tussen de indicatoren voor fysieke omgeving en indicatoren voor gezondheid en sociaal economisch welzijn. Dit kan deels worden verklaard door de geringe spreiding in de waarden van de indicatoren fysieke omgeving, mogelijk zijn er wel verschillen waarneembaar wanneer men in een groter gebied kijkt.