Schaduwspitst. Naam: Manon Siemerink. Klas: 3T1. 1
Docent: Mevrouw Owel. Vak: Nederlands Fictie dossier. Datum: 07-03-2014. 2
Waaraan moet mijn verslag voldoen? Jouw verslagen bestaan telkens uit onderstaande onderdelen. Je moet deze onderdelen goed van elkaar gescheiden houden door ze te nummeren of door boven elk onderdeel een dikgedrukte kop te zetten. De vijf onderdelen zijn: 1. Zakelijke gegevens Onderdeel A A. Titel van het boek Als het boek een ondertitel heeft, moet je die ook vermelden! Schaduwspits. B. Naam van de auteur Als de schrijver een pseudoniem gebruikt, moet je de echte naam ook vermelden. Corien Botman. C. Naam van de uitgever, jaar van verschijnen en het aantal bladzijden. Geef ook aan welke druk je gelezen hebt (bijv. 2 e druk). Uitgeverij : Querido. Jaar van verschijnen: 2005. Bladzijden: 199 Druk: De druk staat er niet in. 2. Samenvatting van het boek Foute. Op een dag vertrok haar zus Robyn het huis uit. Freke pikte haar kamer in en alle spullen die erin lagen had ze weggedaan. Eerst paste ze altijd spullen van haar maar nou wou ze het gewoon niet meer. Robyn had ook een blad van school. daar stond ze altijd in. Iedereen die dat blad las begonnen altijd te bladeren totdat ze bij Robyns Roddels waren. Z n vader was helemaal gek van Van Basten. Omdat hij geen voetbal in huis mocht had hij maar een bokszak gevraagd. Toen Milan geboren werd wou hij net als zijn vader voetballer worden. Hij was al toen hij klein was aan het oefenen en kunstjes aan het proberen. Opeens kreeg hij een brief thuis dat hij op een jeugdopleiding stage mag lopen. Een paar dagen later zat er een jongen altijd al buiten te spelen. Freke bedacht allemaal vragen zoals Waarom staat iemand in godsvredesnaam de hele dag een voetbal hoog te houden? Toen begon ze te praten over haar kamer. Haar moeder vroeg waarom ze op Robyns kamer wou slapen maar de vader begreep het allemaal wel. Milan zat te lezen in een tijdschrift en hij zat te dromen dat ze hem gingen interviewen. Hij wou zo graag een goede voetballer worden. Na de training werd er gezegd dat hij heel goed speelde. Uiteindelijk kwam ze Felix tegen van de schoolkrant. Freke had gevraagd of ze in de schoolkrant mocht komen. Maar ze mocht het proberen. Milan ging voetballen. Hij kreeg de dagen wanneer hij moest trainen, maar hij kon niet alle dagen. Uiteindelijk kreeg hij andere dagen om te trainen. Freke gaat naar Milan om een interview te houden. Ze moest het eerst proef doen om het te laten zien of ze het wel kon. Milan was nog niet door voor de club maar hij moest ook nog spelen. Hij was goed genoeg en werd gekozen voor iets beters De Titanen. Hij 3
mocht er voor het eerst naar toe. Eerst doen ze een spelletje. Daarna moeten ze spelen maar eerst kreeg hij de namen te horen. Freke is druk bezig voor het interview. Ze wou het graag van Milan en ze gaat vragen zoeken over voetbal. Milan doet asociaal tegen Freke. Maar Freke mag nu toch een interview doen van de oude voetbalclub. Even later komt hij erachter dat het nog niet echt was. De baas zegt dat Milan het goed heeft gedaan met de oefenwedstrijd maar dat er nog een paar dingen moeten veranderen. Hij voelde zicht goed en wilde nou wel Freke vragen voor een interview. Freke mocht een interview houden maar kreeg nog wel hulp. Ze moest in de krant zoeken naar een sportgezin. Ze had er een gevonden en vroeg aan Milan of hij ook een sportgezin had. En ze lieten het zien. Milan had goed gevoetbald en mocht in de zomervakantie rust hebben. Hij moest wel alles op laten meten en kreeg een paar tips van de diëtiste. Freke zat al goede vragen te bedenken voor een interview. Freke zat binnen bij Milan en begon weer allemaal vragen te stellen. Aan de vader, moeder en Milan. Op sommige vragen konden ze geen antwoord geven. Hij had ook een boek van voetbal. Een soort voetbaldagboek. Hij schreef er allemaal kunstjes in en wat de stand was geworden van zijn club. Milan zat een paar dagen op de camping. Hij was heel stijf en moest allemaal rekoefeningen doen. Hij kwam ook nog z n beste vriend tegen. Ze speelde altijd partijtjes met elkaar. Freke begon met haar moeder te praten over de interview van de schoolkrant. De moeder had dingen uitgelegd over hoe ze het moest doen. Ze dacht gelijk dat ze het verkeerd had gedaan. Ze dacht gelijk aan Robyn. Was Robyn maar hier, dan kon ze haar helpen. Vandaag was de grote dag. Milan moest kleding passen, schoenen en zich nog een keer laten wegen en daarna trainen. Freke kwam op het veld Milan tegen. Ze wou betere vragen stellen. Het mocht van Milan alleen hij had maar een kwartiertje want dan ging hij voetballen. Milan moest weer spelen. Hij had nog geen vaste plek. De trainer vond dat hij te veel techniek gebruikte om de bal hoog te houden. Maar hij moest techniek gebruiken om sneller door te spelen. Freke ging een keertje met Milan naar een wedstrijd Ajax-Twente. Freke had veel geleerd en schreef een brief naar de schoolkrant dat ze iets had. Milan moest spelen. Hij deed het volgens de trainer allemaal niet goed. Hij is achteruit gegaan. Hij werd er voor aangesproken. Hij vond het wel erg dat hij het mislukt had en dat ze met 1-0 verloren hadden. Hoofdacteur Valerie was onder de indruk en Freke mocht weer een stap verder. Milan ging partijtje spelen met z n vrienden. 4 tegen 4. Hij had gescoord en gewonnen. Later op de middag kwam hij de trainer tegen en die wou dat hij een andere plek kreeg om te spelen. Freke gaat met Milan mee naar De Belofte. Hij moest voetballen. Freke mocht ook mee in de bus en stelde allemaal vragen. De wedstrijd begon. Voor de rust werd het 0-1. De trainer zei dat ze het nog veel beter konden. Uiteindelijk hebben ze met 4-1 gewonnen. Freke komt boos de schuur binnen bij Milan. Dat je dat pikt wat de trainer zegt. Milan had geen keus. Freke zei tegen Milan dat ze dat stuk over voetbal helemaal te vonden en nou mag ze er 2 maken. Ze wilde wel maar ze had er geen tijd voor. Freke vroeg met de interview de vraag Als je vader geen voetballer was maar iets anders, had je het dan ook gedaan. Maar Milan dacht gewoon aan voetbal. 4
Robyn kwam al weer thuis. Freke had een briefje geschreven dat ze naar het Pizzarestaurant moesten komen. Robyn kwam er naar toen. Toen Freke kwam waren alle plaatsen al bezet. Ze keek raar rond en ze zag dat Robyn een vriendje had. Milan moest inspelen en kreeg weer andere vaste plekken. Freke kwam ook kijken. Milan moet weer voetballen. Hij wou de bal spelen alleen hij kreeg de bal verkeerd aan en toen kreeg hij noppen in z n been. Hij moest naar het ziekenhuis. Milan lag in het ziekenhuis en moest 6 weken in het gips. Freke kwam ook nog langs. Eerst durfde ze niet maar ze is toch nog gekomen. Ze pakte het trukenboek en ging lezen. Ze zagen een grappig woord staan Why? Waarom Waai. Daar moesten ze hard om lachen. Goed. Op een dag vertrok de zus van Freke Robyn het huis uit. Freke pikte haar kamer in en alle spullen die erin lagen had ze weggedaan. Eerst paste ze altijd spullen van haar maar nou wou ze het gewoon niet meer. Robyn had ook een blad van school. daar stond ze altijd in. Iedereen die dat blad las begonnen altijd te bladeren totdat ze bij Robyns Roddels waren. Toen Milan geboren werd wou hij net als zijn vader voetballer worden. De vader van Milan was helemaal gek van Van Basten. Omdat Milan geen voetbal in huis mocht had hij maar een bokszak gevraagd. Hij was toen hij klein was al aan het oefenen en kunstjes aan het proberen. Opeens kreeg hij een brief thuis dat hij op een jeugdopleiding stage mag lopen. Een paar dagen later zat er een jongen op het plein bij Freke voor het huis altijd al te spelen. Freke bedacht allemaal vragen zoals Waarom staat iemand in godsvredesnaam de hele dag een voetbal hoog te houden? Toen begon ze te praten over haar kamer. Haar moeder vroeg waarom ze op Robyns kamer wou slapen maar de vader begreep het allemaal wel. Milan zat te lezen in een tijdschrift en hij zat te dromen dat ze hem gingen interviewen. Hij wou zo graag een goede voetballer worden. Freke wou graag in de schoolkrant komen. Uiteindelijk kwam ze Felix tegen van de schoolkrant. Freke had gevraagd of ze in de schoolkrant mocht komen. Felix vond het eerst niet goed, maar ze mocht het proberen. Milan ging voetballen. Hij kreeg de dagen wanneer hij moest trainen, maar hij kon niet alle dagen. Uiteindelijk kreeg hij andere dagen om te trainen. Freke gaat naar Milan om een interview te houden. Ze moest het eerst proef doen om het te laten zien of ze het wel kon. Milan was nog niet door voor de club maar hij moest wel spelen om zich te bewijzen. Hij was goed genoeg en werd gekozen voor iets beters De Titanen. Hij mocht er voor het eerst naar toe. Eerst doen ze een spelletje. Daarna moeten ze spelen maar eerst kreeg hij de namen van de mede spelers te horen. Freke is druk bezig voor het interview. Ze wou het graag over Milan doen en ze gaat vragen zoeken over voetbal. Milan doet asociaal tegen Freke. Maar Freke mag nu toch 5
een interview doen over de oude voetbalclub. Even later komt Milan erachter dat het nog niet echt was maar om proef te draaien. De baas van "De Titanen" zegt dat Milan het goed heeft gedaan met de oefenwedstrijd maar dat er nog een paar dingen moeten veranderen. Hij voelde zich een goede voetballer en wilde nu wel een interview van Freke. Freke mocht een interview houden maar kreeg nog wel hulp. Ze moest in de krant zoeken naar een sportgezin. Ze had er een gevonden en vroeg aan Milan of hij ook een sportgezin had. En Milan wou wel over zijn gezin vertellen. Freke zat binnen bij Milan en begon allemaal vragen te stellen. Aan de vader, moeder en Milan. Op sommige vragen konden ze geen antwoord geven. Hij had ook een boek van voetbal. Een soort voetbaldagboek. Hij schreef er allemaal kunstjes in en wat de stand was geworden van zijn club. Freke begon met haar moeder te praten over de interview van de schoolkrant. De moeder had dingen uitgelegd over hoe ze het moest doen. Ze dacht gelijk dat ze het verkeerd had gedaan. Ze dacht gelijk aan Robyn. Was Robyn maar hier, dan kon ze haar helpen. Vandaag was de grote dag. Milan moest kleding en schoenen passen, zich nog een keer laten wegen en daarna trainen. Freke kwam op het veld Milan tegen. Ze wou betere vragen stellen. Het mocht van Milan alleen hij had maar een kwartiertje want dan ging hij voetballen. Milan moest weer spelen. Hij had nog geen vaste plek. De trainer vond dat hij te veel techniek gebruikte om de bal hoog te houden. Maar hij moest techniek gebruiken om sneller door te spelen. Freke ging een keertje met Milan naar een wedstrijd Ajax-Twente. Freke had veel geleerd en schreef een brief naar de schoolkrant dat ze iets had. Milan moest spelen. Hij deed het volgens de trainer allemaal niet goed. Hij is achteruit gegaan. Hij werd er voor aangesproken. Hij vond het wel erg dat hij het mislukt had en dat ze met 1-0 verloren hadden. Milan ging partijtje spelen met z n vrienden. 4 tegen 4. Hij had gescoord en gewonnen. Later op de middag kwam hij de trainer tegen en die wou dat hij een andere plek kreeg om te spelen. Freke gaat met Milan mee naar De Belofte. Hij moest voetballen. Freke mocht ook mee in de bus en stelde allemaal vragen. De wedstrijd begon. Voor de rust werd het 0-1. De trainer zei dat ze het nog veel beter konden. Uiteindelijk hebben ze met 4-1 gewonnen. Freke komt boos de schuur binnen bij Milan. Dat je dat pikt wat de trainer zegt. Milan had geen keus. Freke zei tegen Milan dat ze dat stuk over voetbal helemaal te vonden en nou mag ze er 2 maken. Ze wilde wel maar ze had er geen tijd voor. Milan moest inspelen en kreeg weer andere vaste plekken. Freke kwam ook kijken. Milan moet weer voetballen. Hij wou de bal spelen alleen hij kreeg de bal verkeerd aan en toen kreeg hij noppen in z n been. Hij moest naar het ziekenhuis. Milan lag in het ziekenhuis en moest 6 weken in het gips. Freke kwam ook nog langs. Eerst durfde ze niet maar ze is toch nog gekomen. Ze zagen een grappige woorden in hun boekjes staan het woord Why? Waarom Waai. Daar moesten ze hard om lachen. 6
http://www.scholieren.com/boekverslag/63934 3. Over de auteur Corien Botman is in 1961 geboren. Ze is in Hoorn geboren en dat is een dorpje in Noord-Holland. Ze is getrouwd in 1993 met haar man Jan. Ze heeft nu 2 zonen. Haar eerste zoon heeft de zelfde naam als haar man namelijk Jan. Haar tweede zoon heet Toon. Ze heeft gestudeerd in de Nederlandse taal- en letterkunde. Ze heeft veel verschillende banen gehad. Waaronder sportverslaggever, tekstschrijver. Ze heeft ook een workshop gevolgd voor schrijven voor kinderen. Ze heeft in Barcelona en in Sydney gewoond. Ze woont in Oegstgeest maar haar werkruimte is in de binnenstad van Leiden. Ze vindt schrijven heel erg leuk. Naast schrijven vindt ze sport ook heel erg leuk. Ze heeft verschillende boeken geschreven. Haar eerste boek was Leif, mijn lief. Ze heeft een jaar in Barcelona gewoond en ook een jaar in Sydney. Bibliografie selectie 2003 Leif, mijn lief (Querido) 2005 Schaduwspits (Querido) 2008 Prinsenleven (Querido) 2008 Hou van mij (Querido) http://www.corienbotman.nl/botman/biografie http://www.leesplein.nl/ll_plein.php?hm=2&sm=1&id=2422 4. Over het boek Je hebt al een heleboel informatie verteld in je samenvatting. Toch zijn er nog een paar onderdelen waaraan je aandacht moet besteden in je verslag. Beantwoord de volgende vragen: A. Welke illustratie staat er op de voorkant van het boek? Leg duidelijk uit wat deze illustratie met het boek te maken heeft. Die jongen is Milan. Milan is veel aan het hooghouden. Daarbij gaat het boek over voetbal. B. Is het boek aan iemand opgedragen? Probeer erachter te komen wie het zijn en wat ze met de schrijver te maken hebben. 7
Ze is een keer bij een jeugdopleiding bij verschillende clubs geweest. Daarna schreef ze schaduwspits. C. Wie is de hoofdpersoon/ wie zijn de hoofdpersonen? Waaraan merk je dit? Noteer de namen van de hoofdpersonen en beschrijf hun karakter. Gebruik hiervoor minstens twee positieve en twee negatieve karaktereigenschappen. Geef bij elke eigenschap een goed voorbeeld. De hoofdpersonen zijn Milan en Freke. Ze wisselen elke keer. Het ene hoofdstuk gaat over Milan en de andere over Freke. Milan is een jongen die op voetbal zit. Hij wil alles zo goed mogelijk kunnen en zo ver mogelijk komen. Freke is een meisje die zelfstandig is. Ze kijkt erg tegen haar zus op en wil het zelfde als haar bereiken. D. Beschrijf de plaatsen die voorkomen in het boek. Verklaar waarom de schrijver hiervoor gekozen heeft en wat ze met het verhaal te maken hebben. Op school. Hier zitten Freke en Milan op. Bij de Titanen. De voetbal club van Milan. Thuis bij Milan. Daar houdt Freke het interview over of Milan een voetbalfamilie heeft. Thuis bij Freke. Daar wordt veel over het 'waaiboek' gepraat. E. Staat het verhaal in een chronologische of niet-chronologische volgorde en wat maakt dit uit voor het verhaal? Op welke manieren heeft de schrijver dit verhaal spannend gemaakt? Welke trucs met tijd herken je in het boek? Noem tenminste drie trucs met tijd en geef bij elke truc een goed voorbeeld uit het boek. Het verhaal staat in een chronologische volgorde. Dat zorgt dat je het verhaal makkelijk kunt lezen en zo door het boek heen bent. De verhalen van Freke en Milan zijn 2 verschillende verhalen die tijdens het boek bij elkaar worden gevoegd, maar het verhaal blijft goed lopen. Het boek is niet echt spannend dus trucs vind je niet in het boek terug. Wel heeft het boek tijdsprongen bijvoorbeeld van een paar dagen. F. Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven. Leg uit! Het verhaal is verteld uit de beelden van Milan en Freke. Ze zijn ook de hoofdpersonen van het verhaal. Je ziet alles vanuit hun ogen. G. Heeft het verhaal een open of gesloten einde? Leg ook dit uit. Het is een open einde. Milan komt in het ziekenhuis en ze zeggen dat hij rustig aan moet doen. Ze hebben gezegd dat hij over ongeveer 6 weken verder kan met zijn leven. 5. Leeservaringen Bij het beschrijven van jouw leeservaringen gaat het om jouw mening. Je hebt vast en zeker een mening over bijvoorbeeld de gebeurtenissen in het verhaal of over de hoofdpersoon. Misschien sprak het onderwerp jou erg aan, maar misschien ook niet. Beantwoord voor het beschrijven van je leeservaring onderstaande vragen over het boek dat je gelezen hebt. Typ niet de vragen over om vervolgens het antwoord erbij te zetten, maar verwerk de vraag en het antwoord in een goedlopende tekst. Schrijf per onderwerp één alinea. 8
Onderwerp: -Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat? Het verhaal spreekt mij niet echt aan, ik hou namelijk niet echt van voetbal. -Heeft het verhaal je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien? Waarom wel/niet? Het heeft mij geen nieuwe kanten van het onderwerp laten zien, want mijn ik heb mensen in mijn familie die op voetbal zitten. -Ben je door het verhaal aan het denken gezet? Ik ben niet aan het denken gezet wat hier zit niet echt iets speciaals in wat je aan het denken zet. -Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte? Ja het is een beetje uitgekomen wat ik dacht. Ik had gedacht dat het boek veel over voetbal zou gaan maar dat viel eigenlijk nog wel mee. Het gaat hier over verschillende onderwerpen. -Ben je door het verhaal anders over bepaalde onderwerpen die in het verhaal besproken worden gaan denken? Ik ben niet over anders over bepaalde dingen gaan denken, want eigenlijk wist ik al veel dingen van de onderwerpen die worden gesproken. -Wordt het onderwerp goed en grondig uitgewerkt of blijft het toch tamelijk oppervlakkig? Ja het onderwerp wordt goed uitgewerkt want het legt alles eigenlijk wel goed uit. -Is het onderwerp verrassend uitgewerkt of behoorlijk voorspelbaar? Ik vond het verhaal niet echt heel erg verrassend want, er gebeurde niet echt heel erg veel dingen. De meeste dingen kon je eigenlijk van te voren wel zien aankomen. -Welke kanten van het onderwerp worden uitvoerig besproken en welke krijgen volgens jou te weinig aandacht? Er werd veel over voetbal gezegd dat is wel uitvoerig besproken. Over Freke is niet heel erg goed besproken. -Heb je weleens een ander verhaal over dit onderwerp gelezen? Vind je dit verhaal beter of het andere? Hoe komt dat? Ik heb verder geen verhalen over dit onderwerp gelezen. Gebeurtenissen: -Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien? Nee het bevat niet genoeg gebeurtenissen. Ik vond het verhaal niet echt heel erg leuk dus ik was al snel klaar met lezen. Je was wel zo door het verhaal heen. -Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil? Ik vind dat er wel genoeg tempo in het verhaal zit. Op sommige dingen blijven ze iets langer zitten maar meestal loopt het wel goed door. -Gaat het in dit verhaal vooral om de gebeurtenissen of om de gedachten en gevoelens van de personen? Wat vind je van de nadruk daarop? Je kunt niet zeggen of het verhaal meer nadruk op de gedachten heeft. Je kijkt wel door de ogen van de hoofdpersonen dus je weet wel veel over de gebeurtenissen. -Hebben de gebeurtenissen indruk op je gemaakt? Welke gebeurtenissen vooral? Hoe komt dat? De gebeurtenissen hebben geen indruk op mij gemaakt. Het was niet echt heel erg boeiend. -Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk? De gebeurtenissen zijn wel geloofwaardig en waarschijnlijk. Het zijn dingen die normaal ook wel kunnen gebeuren. -Zijn de gebeurtenissen herkenbaar? 9
De gebeurtenissen zijn niet herkenbaar. -Zijn de gebeurtenissen verrassend, origineel en ongewoon of voorspelbaar en bekend? De gebeurtenissen zijn voorspelbaar, want je wordt eigenlijk al een beetje voorbereid. -Heb je zelf weleens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal? Gaat het daardoor meer voor je leven, krijgt het daardoor meer betekenis of juist niet? Nee ik heb nog niets meegemaakt wat op een van deze gebeurtenissen lijkt. -Staan in het verhaal gebeurtenissen die je graag zou willen meemaken? Welke gebeurtenissen vooral? Waarom juist die? Er staan niet echt gebeurtenissen in wat ik graag zou willen meemaken omdat ik het boek niet echt heel erg leuk vind. Personages: -Is de hoofdpersoon iemand die voor je gaat leven? Hoe komt dat? Hoe levendig zijn de andere personages? Je weet niet genoeg over de personages om je in te kunnen leven. -Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen? Ik kan me wel goed in hun problemen verplaatsen. -Is de hoofdpersoon een held(in) op wie je zou willen lijken? Wat spreekt je zo in hem/haar aan? Ik zou wel op Freke willen lijken. Ze is een doorzetter en doet wat ze zelf wil. -Wat vind je van de ideeën en het gedrag van de verschillende verhaalpersonen? Gedragen ze zich zoals het volgens jou hoort? Reageren ze verrassend of voorspelbaar? In vind dat ze soms te fel reageren als iemand ze wil helpen. Het komt ook door de situaties die ze meemaken dat ze zo reageren maar ik vind het soms een beetje onnodig. -Heeft één van de verhaalpersonen je beïnvloed? Zo ja, in welk opzicht? De verhaalpersonen heeft mij niet beïnvloed. Ik weet wel dat ik dingen moet doorzetten als ik ze erg graag wil doen. -Heeft het gedrag, een uitspraak of een gedachte van een van de personages je aan het denken gezet? Nee het gedrag of een uitspraak heeft mij niet aan het denken gezet. Ik weet alleen dat ik door moet zetten als ik dingen wil en moet opletten hoe ik op bepaalde momenten reageer. -Kom je genoeg van de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen? Ja je komt veel over de personages te weten, alleen soms kan ik het gedrag toch niet begrijpen. -Moet je zelf veel invullen over het innerlijk van de personages? Begrijp je ze goed of juist niet? Waar ligt dat volgens jou aan? Ik hoefde niet veel in te vullen over het innerlijk, je komt namelijk genoeg over ze te weten. -Veranderen de personages door wat ze meemaken en is dat begrijpelijk en aannemelijk? Ja bijvoorbeeld Freke is veranderd sinds haar zus weg is, ze wil precies hetzelfde als haar zus bereiken. 10
-Welke beslissingen die door de personages worden genomen vind jij vreemd of onbegrijpelijk? Ik vind de keuzes wel begrijpelijk. Soms verbaas ik me wel over beslissingen. Bouw: -Vind je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen? Ja het is een logische manier. -Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend? Ik vind dat het verhaal niet spannend is opgebouwd, dus het verhaal is ook niet spannend. -Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat? Het heeft geen ingewikkelde opbouw. Het is heel logisch allemaal. -Zijn er meer verhaallijnen en zijn die goed met elkaar verbonden? Wat hebben ze met elkaar te maken? Er zijn 2 verschillende verhaallijnen namelijk die van Freke en Milan. Aan het eind van het verhaal worden ze samen op een goede manier met elkaar verbonden. -Bevat het verhaal tijdsprongen en terugblikken die het verhaal interessanter of juist onnodig ingewikkeld maken? Er zijn af en toe verschillende tijdsprongen maar ik vind het verhaal er niet anders door. -Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen? Vind je dit een plezierig slot? Hoe komt dat? Ik vind het slot een klein beetje raar omdat het een apart einde heeft maar het klopt wel met de gebeurtenissen die ze hebben meegemaakt. Taalgebruik: -Vind je het verhaal lastig of makkelijk te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken? Ik vind het verhaal wel makkelijk om te lezen. Het taalgebruik is duidelijk. -Zijn de zinnen makkelijk te lezen en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet? Ik vind dat de zinnen makkelijk te lezen zijn. Ook vind ik de woorden wel makkelijk en anders worden ze uitgelegd in zinnen ervoor of erna. -Bevat het verhaal veel beschrijvingen? Heeft dit gevolgen voor de leesbaarheid en het verteltempo? Ik vind dat er niet veel beschrijvingen zijn. Sommige dingen worden wel erg duidelijk uitgelegd maar als ze er meer duidelijk hadden uitgelegd was het heel saai geworden. -Zitten er veel dialogen (gesprekken) in het verhaal? Vind je dat plezierig of juist niet? Er zitten best wel wat dialogen in het verhaal. Ik vond dat het het verhaal wel leuker maakt om te lezen. Zo krijg je ook meer te weten over de emoties van de hoofdperosen. 6. Recensie en eigen mening Zoek op het internet een uitgebreide recensie van je boek (het mogen ook meerdere kortere recensies zijn) en kopieer deze naar je verslag. Geef aan welke beoordelingswoorden er in de recensie staan en leg bij minstens vijf beoordelingswoorden uit waarom jij vindt dat dit woord wel of niet bij het boek past. 11
Vermeld de bron(nen) van de recensie(s). Als je hier je eigen mening nog aan toe wilt voegen, is dat natuurlijk prima! Ik zit zelf sinds eind maart 2006 op voetbal, en sinds ik het boek heb gelezen voetbal ik volgens mijn gevoel ook beter. Het boek heeft mij 'verteld' dat je er gewoon voor moet gaan en dat je in jezelf moet geloven. Ik hoop dat er snel een vervolg komt. Het is echt het beste boek dat ik ooit heb gelezen en het heeft mij enorm geholpen. (Sophia van der Spek (13), rechtshalf van SV 35) Het beste boek ooit! Ik las bijna nooit, alleen als het moest voor school ofzo, maar Schaduwspits is zo'n steengoed boek dat het gewoon jammer is als je hem uit hebt. (Karsten Hovinga, 12 jaar) Ik vond Schaduwspits een heel gaaf boek, vooral omdat ik mezelf herkende in het meisje in het boek. Ook is het voor iedereen leuk die van sport houdt. Ook al gaat het over voetbal het is zo leuk geschreven dat ieder meisje het leuk zal vinden! (Sophia Buts uit Oegstgeest) Af en toe legt de schrijfster het er wel duidelijk bovenop, bijvoorbeeld als letterlijk gezegd wordt moet de zoon doen wat de vader nooit bereikt heeft. Het cliché wordt nipt afgewend doordat Milan dat helemaal niet zo ziet, hij wil het zelf. Dat aan de carrière van zijn vader bruut een einde kwam, heeft er voor hem niks mee te maken. Desondanks leest het boek erg prettig, met een goede stijl, mooie zinnen en effectief woordgebruik. Een goed boek, niet iets dat je gelezen moet hebben, maar als je het toevallig in handen krijgt zeker niet laten liggen. (Maike, 15 jaar) http://www.schaduwspits.nl/reacties_en_recensies Beste: Ik vind het absoluut niet het beste boek wat ik heb gelezen. Dit boek sprak mij niet echt aan. Gaaf: Ik vind dit boek niet gaaf want het bevat geen spanning. Leuk: Ik vind dit niet echt een leuk boek. Het spreekt mij niet echt aan. Goed: Het is eigenlijk wel een goed boek met een goed verhaal maar voor mij niet goed genoeg om het nog een keer te lezen. Mooi: Het heeft wel mooie verhalen maar het spreekt mij niet aan. Saai: Er zit geen spanning in en het is best wel voorspelbaar dat maakt het boek niet echt heel erg leuk. Informatie uit de tekstboeken: Boek klas 3T Boek klas 4T 12
Beoordelingswoorden Blz 12/13 Blz 190 Tijd in verhalen Blz 92/93/94 Blz 111/112/113 Spanning Blz 52/53 Blz 14/15 Perspectief Blz 134 Blz 64/65 13