Daling aantal leerlingen in het basisonderwijs Rotterdam in landelijk/regionaal perspectief. versie 14 februari 2007 Inleiding In deze notitie wordt de terugloop van het aantal leerlingen in het openbaar basisonderwijs (bao) in Rotterdam in beeld gebracht door de leerlingenaantallen van 2005 met die van 2000 te vergelijken. Deze terugloop in Rotterdam is afgezet tegen de terugloop op landelijk, provinciaal (Zuid-Holland), regionaal (Groot-Rijnmond) en op niveau van de vier grote gemeenten in totaal en afzonderlijk per gemeente. Alvorens wordt ingegaan op de verschillen tussen 2005 en 2000 wordt aan de hand van de cijfers van 2005 de situatie in Rotterdam vergeleken met die in de hierboven genoemde gebieden. Stand van zaken 1-10-2005 In onderstaande grafiek 1 staat de procentuele verdeling van bao-leerlingen over openbare, roomskatholieke (RK), protestants-christelijke (PC), islamitische (ISL), algemeen bijzondere en overige bijzondere (OB) scholen voor de volgende regio s: landelijk, Zuid-Holland (ZH), Groot-Rijnmond (GR), de grootste vier gemeenten (G4), Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Uit deze grafiek is op te maken dat ZH en daarmee ook GR en Rotterdam qua samenstelling behoorlijk afwijkt van het landelijke totaalbeeld. Voor geheel ZH komt het openbare aandeel (31,8%) redelijk overeen met landelijke percentage (30,8) maar wijken met name het aandeel RK (22,8%) en PC (38,3%) van de landelijke percentages af. Die zijn respectievelijk 33,6% en 27,6%. Het PC bao is in ZH het grootste. In GR is openbaar (37,6%) bijna even groot als PC bao (38,9%) terwijl in Rotterdam openbaar (36,8) iets groter is dan het PC bao (34,6%). In Amsterdam is openbaar bao verreweg het grootst met 48,4% van de leerlingen. Den Haag en Utrecht komen nog het dichtst in de buurt van de landelijke verhoudingen voor wat openbaar, RK en PC bao betreft. Het percentage islamitische leerlingen ligt in de G4 (5,5%) beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde van 0,6%. Het gaat hierbij dan in het totaal om maar 9.170 leerlingen waarvan 1.048 islamitische scholen in Rotterdam bezoeken. Dat is 11,4% van het totaal aantal islamitische en 2,3% van het Rotterdamse aantal bao leerlingen. Procentuele verdeling per gebied van BaO leerlingen naar denominaties/openbaar (1-10-2005v) 6 OPB RK PC ISL ABZ OB 5 Grafiek 1 Grafiek 2 geeft voor dezelfde situatie de procentuele verdeling van het aantal leerlingen met een extra gewicht van 0,9 (0,9 leerlingen). In alle regio s heeft het openbaar bao daarvan de meeste leerlingen. Het percentage voor het openbaar bao in Rotterdam van 39,4% is hier lager dan het landelijk Pagina 1 van 6
percentage van 43,9%. Het percentage voor islamitische leerlingen is in Rotterdam praktisch gelijk aan het landelijke percentage: 4,2% tegen 4,4%. Procentuele verdeling per gebied van 0,9 leerlingen naar denominaties/openbaar (1-10-2005v) 6 OPB RK PC ISL ABZ OB 5 Grafiek 2 In grafiek 3 wordt voor dezelfde onderverdeling het procentuele aandeel van 0,9 leerlingen binnen het betreffende segment weergegeven. Procentueel aandeel 0,9 leerlingen per denominatie/openbaar/totaal per gebied (1-10-2005v) 10 9 8 7 6 5 Grafiek 3 Pagina 2 van 6
Voor bijna alle segmenten van de weergegeven regio s wijkt deze behoorlijk af van het landelijk beeld. Opmerkelijke uitzondering is het islamitische segment. Dat schommelt voor alle regio s rondom de 90%. Landelijk gezien herbergt het openbaar bao (17,2%) verhoudingsgewijs meer 0,9 leerlingen dan het RK (9,7%) of PC (8,6%) bao. In de G4 liggen de verhoudingen veel dichter bij elkaar. Daar ligt het aandeel 0,9 leerlingen (42,9) ook veel hoger dan landelijk (12,0%). In Rotterdam is het aandeel 0,9 leerlingen bijna 50%. Terwijl daar het percentage voor het openbaar en RK bao respectievelijk 53,0% en 53,2% is. Verschillen tussen 2000 en 2005 Bovenstaande grafieken zijn gebaseerd op de (voorlopige) telling van 1-10-2005. De volgende tabellen gaan in op de verschillen tussen 1-10-2000 en 1-10-2005. Grafiek 4 geeft de groei/daling weer van de aantallen leerlingen tussen 2000 en 2005. Groei/daling leerlingen per gebied per denominatie/openbaar/totaal (1-10-2005v tov 2000) 10.000 5.000 0-5.000-10.000-15.000-20.000 Grafiek 4 Wat opvalt is dat landelijk behalve een daling van het ABZ (1.123) met name het aantal leerlingen in het openbaar bao terugloopt (14.339) terwijl in deze periode het totaal aantal leerlingen licht groeit (2.722). Het totaal aantal leerlingen in ZH is in deze periode met 6.433 gedaald, terwijl de daling voor het openbaar bao uitkomt op 8.560. Dat is ruim meer dan de helft van het landelijk totaal. Rotterdam geeft in deze periode een krimp te zien van 3.023 leerlingen terwijl die krimp voor GR de directe omgeving van Rotterdam 3.152 is. Uit grafiek 4 valt op te maken dat de krimp van Rotterdam met name gevolgen heeft voor het openbaar en het PC bao. In grafiek 5 zijn de getallen vertaald naar percentages. Pagina 3 van 6
Procentuele groei/daling leerlingen per gebied per denominatie/openbaar/totaal (1-10-2005v tov 2000) 7 6 5 - - Grafiek 5 Het is bij het beoordelen van grafiek 5 zaak om de achterliggende getallen niet uit het oog te verliezen. Hoe kleiner het basisgetal hoe groter de procentuele fluctuatie. En visa versa hoe groter het basisgetal des te kleiner de procentuele fluctuatie. Zo is de landelijke groei van 2.722 leerlingen procentueel (0,2%) niet meer waar te nemen in de grafiek omdat de groei moet worden afgezet tegen een basisgetal van 1.546.299 leerlingen. Voor de spectaculaire procentuele groei van bijna 60% van het aantal islamitische leerlingen in Utrecht geldt een uitgangspositie van 215 leerlingen. Overigens is de spectaculair ogende landelijke daling van het openbaar bao uit grafiek 4 nu gereduceerd tot 2,9%. Een 2,9% die overigens niet te veronachtzamen is. Uit grafiek 5 valt op te maken dat openbaar en PC bao in Rotterdam verhoudingsgewijs bijna evenveel krimpen: respectievelijk 8,3% en 8,0%. Het RK levert met 1,7% niet veel in. Terwijl de autonome krimp van het totaal aantal leerlingen in Rotterdam over deze periode 5,6% bedraagt. In grafiek 6 t/m 9 wordt het verschil tussen 2000 en 2005 uitgesplitst naar 0,9 leerlingen en niet 0,9 leerlingen. Dit zo wel in aantallen leerlingen als in percentages. Pagina 4 van 6
Groei/daling 0,9 leerlingen per gebied per denominaties/openbaar/totaal (1-10-2005v tov 2000) 4.000 2.000 0-2.000-4.000-6.000-8.000-10.000-12.000-14.000-16.000 Grafiek 6 Groei/daling n0,9 leerlingen per gebied per denominaties/openbaar/totaal (1-10-2005v tov 2000) 20.000 15.000 10.000 5.000 0-5.000-10.000 Grafiek 7 Uit grafieken 6 en 7 valt op te maken dat de daling van het aantal leerlingen in het openbaar bao voor het overgrote deel 0,9 leerlingen betreft (11.406 / 2.933). Dat geldt in mindere mate voor het openbaar bao in Rotterdam (1.246 / 494). Zoals gezegd ontloopt het PC bao het openbaar bao niet veel. (808 / 714). Verhoudingsgewijs gaat het daar om meer niet 0,9 leerlingen. Pagina 5 van 6
% Groei/daling 0,9 leerlingen per gebied per denominaties/openbaar/totaal (1-10-2005v tov 2000) 5 - - Grafiek 8 % Groei/daling n0,9 leerlingen per gebied per denominaties/openbaar/totaal (1-10-2005v tov 2000) Totaal OPB RK PC ABZ OB - - Grafiek 9 Pagina 6 van 6