Nog niet gecontroleerde informatie!

Vergelijkbare documenten
Nog niet gecontroleerde informatie!

het plan: het onderhavige uitgewerkte plan, zijnde de kaart en deze voorschriften;

A. 1. hetplan: het onderhavige bestemmingsplan zijnde de kaart en deze voorschriften;

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 25

BESTEMMINGSPLANVOORSCHRIFTEN. behorende bij het bestemmingsplan der gemeente Nijmegen d.d. 29 januari 1992 afd. SI nr. 14/1992

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de uitwerking van het bestemmingsplan der gemeente Nijmegen (plan "Brakkenstein 1985-A")

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 46

Nog niet gecontroleerde informatie!

Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg)

Nog niet gecontroleerde informatie!

een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Bestemmingsplanvoorschriften

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 95. Voorschriften Kaart nr. s Toelichting

Nog niet gecontroleerde informatie!

het plan: het onderhavige bestemmingsplan zijnde de kaart en deze voorschriften; de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart,

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie!

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 7 februari / 88

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 26 september / 199

Nog niet gecontroleerde informatie!

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 2

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

Voorschriften. Kenmerk: V02

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Nog niet gecontroleerde informatie!

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 16 november / 233

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de herziening van het bestemmingsplan der gemeente Nijmegen (plan Nijmegen-West I-IA ).

Nog niet gecontroleerde informatie!

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 27 februari / 134

... Voorschriften vrs

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 6 maart / 052. Voorschriften Kaart nr Toelichting

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 18 november / 41

Regels. Kenmerk: R05

bouwhoogte In de bouwhoogte wordt geen uniformiteit nagestreefd. Aan de goothoogte wordt daarom een

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 2

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3-

R e g e l s rgl

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 30 augustus / 77

1.5erfafscheidlng: bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein;

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 10

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 26 augustus / 76

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

V o o r s c h r i f t e n

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek

Nog niet gecontroleerde informatie!

Brandweerkazerne Halfweg

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Inhoudsopgave van de voorschriften

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 19

Voorschriften Bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder), 7 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1 (ged)

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

1 van :15

BESTEMMINGSPLAN LOCATIE ZANDWEG TE OOSTVOORNE

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

REGELS Inhoudsopgave

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen -7- Artikel 4 Kantoren -7- Artikel 5 Verkeersdoeleinden straat -7-

Nog niet gecontroleerde informatie!

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

PARAGRAAF I ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN... 1 Artikel 1 Begripsbepalingen... 1

Voorschriften januari 2007

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Transcriptie:

Nog niet gecontroleerde informatie! Het via doorschakelen beschikbare bestand is nog niet gecontroleerd en wordt zo spoedig mogelijk vervangen of aangevuld.

Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in 1981 1981 / 34 OCR-controle moet nog plaatsvinden! Naam Bestemmingsplan Lindenholt Centrum West Voorschriften Kaart nr. 43.744 Toelichting Opmerkingen Vrijstellingen Het oorspronkelijke gemeenteblad is ten behoeve van presentatie binnen intranet c.q. internet opnieuw uitgebracht in digitale vorm, waarbij inhoudelijk identiek aan de oorspronkelijke uitgave. Nieuw toegevoegd zijn een vervangend titelblad (en de bestemmingsplankaart). Bijzondere aanvullende voorschriften Aantal bladzijden / verkoopprijs?? / 0,00 gb81-034v.doc

No. 34 329 1981 GEMEENTEBLAD NIJMEGEN Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de uitwerking van een gedeelte van het bestemmingsplan Lindenholt-West (plan Lindenholt Centrum West ), vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Nijmegen d.d. 6 januari 1981, afd. I-B nr. 15085/80. HOOFDSTUK I DEFINITIES. In het plan wordt verstaan onder: A. 1. het plan: het onderhavige uitgewerkte plan zijnde de kaart en deze voorschriften; 2. de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart waarop het plan is aangegeven; (Kaart nr. 43.744) 3. een gebouw: een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte; 4. een bouwwerk: elke constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang, van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect steun vindt in of op de grond; 5. een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde; B. 1. een woning: een complex van ruimten, dat krachtens zijn aard en indeling geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één gezin; 2. een eengezinshuis: een tot één woning ingericht gebouw;

330 3. een bijzondere woning: een woning die in verband met aard en indeling in het algemeen bestemd is voor bewoning door bejaarden, studenten en Ben- en/of tweepersoonshuishoudens; 4. een bijzonder woongebouw: een gebouw dat meerdere bijzondere woningen bevat; 5. een meargezinshuis: een gebouw dat meerdere etagewoningen enlof maisonnettes bevat en uit 2 of meer woonlagen bestaat; 6. een etagewoning: een woning waarvan alle ruimten -eventueel uitgezonderd bergingenop een woonlaag van een meergezinshuis zijn gelegen; 7. een maisonnette: een woning waarvan de woon- en slaapruimte over twee boven elkaar gelegen woonlagen van een meergezinshuis zijn verdeeld; 8. een woonlaag: de begane grond of de verdieping waarop zich een etagewoning, een bijzondere woning of een gedeelte van een woning of maisonnette bevindt, waarbij de maat tussen de bovenkant vloer en de onderkant plafond minimaal 2,40 m en maximaal 3,50 m bedraagt; als woonlaag wordt niet aangemerkt een geheel of nagenoeg geheel onder een schuin dakvlak gelegen onvolledige verdieping; 9. een onderbouw: de onderste bouwlaag van een meergezinshuis of van een bijzonder woongebouw, waarin zich behalve woonruimten, crecheruimten en gemeenschapsruimten, de autoboxen en bergruimten ten behoeve van de woningen bevinden; 10. een bijzonder gebouw: een gebouw ten dienste van een sociale of openbare instelling, alsmede een gebouw met een bijzondere bestemming, als kerk, wijkgebouw, school en andere hiermede gelijk te stellen gebouwen. 11. een winkel: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat krachtens zijn aard

331 en indeling uitsluitend is bestemd voor de uitoefening van de detailhandel; voorzover de uitoefening van de detailhandel dit vereist mag een gedeelte van de ruimte voor de uitoefening van ambachtelijke werkzaamheden worden ingericht; 12. een horecabedrijf een bedrijf vallende onder de horecasector, zoals hotel, motel, restaurant, cafe, eethuis en snackbar; 13. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker; 14. een autobox: een ruimte bestemd voor de stalling van een auto of ander voertuig; 15. een kantoor- en/of praktijkruimte voor vrue beroepen: een ruimte welke door haar aard en indeling kennelijk bestemd is voor de uitoefening van het beroep van arts, tandarts, dierenarts, notaris, psycholoog, belastingdeskundige, architect en andere vrije beroepen; 16. dienstverlenende bedruven: een bedrijf met een in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak, zoals uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, filialen van banken en postkantoor en dergelijke; onder dienstverlenende bedrijven worden sociaalculturele instellingen mede verstaan; C. 1. een bouwperceel: de grond die, overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 2. de perceelsgrens: de grens van een bouwperceel; 3. de breedte van een woning: de breedste projectie van de zijgevels van een woning buitenwerks gemeten, waarbij gemeenschappelijke scheidingsmuren voor de helft worden meegerekend;

332 4. de hoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen, liftkokers, ketelruimten en antennes vallen hier buiten; 5. de bebouwde oppervlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil; 6. de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarbinnen de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door de bebouwing mag worden overschreden; 7. de afstand rot de zudelingse perceelsgrens: de constante breedte van een onbebouwde strook grond langs de volle lengte van de zijdelingse perceelsgrens; 8. een bouwsrrook: de strook grond gelegen binnen de bebouwingsgrenzen, waarop overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften mag worden gebouwd; 9. een bouwblok: een door twee of meer straten omgeven bouwterrein, waarop overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften mag worden gebouwd 10. peil: a. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzendeeggedeelte; b. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende terreingedeelte; ll. achtererf: de grond gelegen achter de achtergevel van een woning.

333 HOOFDSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIEEN. CATEGORIE 1 1. E2G Eengezinshuizen in gesloten bebouwing. De gronden welke op de kaart voor eengezinshuizen in gesloten bebouwing (E2G) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van aaneengesloten eengezinshuizen in maximaal twee woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat de breedte van de woning minimaal 4.50 meter en maximaal 10 meter mag bedragen. 2. E2HO Eengezinshuizen in half open bebouwing. De gronden welke op de kaart voor eengezinshuizen in half open bebouwing (E2HO) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van vrijstaande enlof aaneengebouwde eengezinshuizen in maximaal twee woonlagen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande,dat: a. de breedte van de woning minimaal 5.00 meter en maximaal 12.00 meter bedraagt; b. het aantal aaneengebouwde woningen niet meer dan twee bedraagt; c. de afstand van de zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens minstens 3.00 meter bedraagt. CATEGORIE 2. K/WO Woningen, kantoren en/o f prak tukruim ten voor vrlie beroepen De gronden welke op de kaart voor woningen, kantoren en/ of praktijkruimten voor vrije beroepen (K/WO) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van kantoor- enlof praktijkruimten voor vrije beroepen op de begane grond, waarboven woningen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: a. het perceel op de begane grond binnen de bebouwingsgrenzen geheel mag worden bebouwd ten behoeve van kantoor- en/of praktijkruimten voor vrije beroepen; b. de bebouwde oppervlakte van de kantoor- en/of praktijkruimte voor vrije beroepen niet meer mag bedragen dan 100 m2 per vestiging;

334 CATEGORIE 3. c. de maximum hoogte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan 9.00 meter; d. de breedte van een bovenwoning minimaal 4.50 meter en maximaal 12.00 meter mag bedragen. 1. BD 2. BD-BW 3. BW B(ìzondere doeleinden. De gronden welke op de kaart voor bijzondere doeleinden (BD) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de oprichting van bijzondere gebouwen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: a. de maximum hoogte der bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; b. de bebouwde oppervlakte ten hoogste het op de kaart aangegeven percentage van het bouwperceel mag bedragen; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de bebouwingsgrenzen geheel worden bebouwd. Biizondere doeleinden en btfizondere woningen. De gronden welke op de kaart voor bijzondere doeleinden en bijzondere woningen (BD-BW) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van bijzondere gebouwen op de begane grond met daarboven bijzondere woningen, met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: a. de begane grond binnen de bebouwingsgrenzen geheel mag worden bebouwd; b. de maximum hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart ís aangegeven; C. de breedte van een bijzondere woning minimaal 4.00 meter en maximaal 10.00 meter mag bedragen; d. etagewoningen mogen worden opgenomen met een breedte van minimaal 4.00 meter en maximaal 10.00 meter, tot maximaal 20%van het aantal binnen deze bestemmingscategorie te bouwen woningen. Bijzondere woningen, De gronden welke op de kaart voor bijzondere woningen (BW) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van aaneengebouwde bijzondere woningen in maximaal 2 woonlagen

335 met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat de breedte van een bijzondere woning minimaal 4.00 meter en maximaal 8.00 meter mag bedragen. 4. BW-A Bijzondere woongebouwen. De gronden welke op de kaart voor bijzondere woongebouwen (BW-A) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van bijzondere woongebouwen al dan niet op onderbouw met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien vestande, dat: a. het bouwperceel binnen de bebouwingsgrenzen geheel mag worden bebouwd; b. de maximum hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven. CATEGO R I E 4 W-BW Winkels en bijzondere woningen. De gronden welke op de kaart voor winkels en bijzondere woningen (W-BW) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van winkels met bedrijfsruimten ten behoeve van winkels op de begane grond met daarboven bijzondere woningen, met daarbij behorende bijgebouwen, bouwwerken en werken met dien verstande, dat: a. de begane grond binnen de bebouwingsgrenzen geheel mag worden bebouwd; bl de maximum hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; c. de breedte van een bijzondere woning minimaal 4.00 meter en maximaal 10.00 meter mag bedragen; d. etagewoningen mogen worden opgenomen met een breedte van minimaal 4.00 meter en maximaal 10.00 meter, tot maximaal 20%van het aantal binnen deze bestemmingscategorie te bouwen woningen; e. binnen deze bestemmingscategorie mogen op de begane grond horecabedrijven en dienstverlenende bedrijven worden gevestigd tot maximaal 35% van de bebouwde oppervlakte, waarbij het aantal horecabedrijven en het aantal bijkantoren van banken niet meer mag bedragen dan 2.

336 CATEGORIE 5. VA Autoboxen. De gronden welke op de kaart voor autoboxen (VA) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van autoboxen, met dien verstande, dat: a. een autobox geen grotere oppervlakte mag hebben dan 20 m2; b. de hoogte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan 3.00 meter. CATEGORIE 6. 1. AR Actieve recreatieve doeleinden. De gronden welke op de kaart voor actieve recreatieve doeleinden (AR) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van speelplaatsen, -velden en -tuinen, met dien verstande, dat hierop mogen worden opgericht bouwwerken als speeltoestellen en schuilhutten. 2. PR Passieve recreatieve doeleinden. De gronden welke op de kaart voor passieve recreatieve doeleinden (PR) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van plantsoen en groenstroken. Op deze gronden mag niet worden gebouwd. CATEGORIE 7. Water De gronden welke op de kaart voor water zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van waterpartijen en taluds met de daarbij behorende bouwwerken en werken, zoals bruggen en duikers, beschoeiingen en waterkeringen. CATEGORIE 8. 1. Verkeersdoeleinden. De gronden welke op de kaart voor verkeersdoeleinden zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van wegen met parkeerstroken, bermen, taluds, groenstroken, pleinen en parkeerplaatsen, bruggen, fietspaden en wandelwegen.

337 2. Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van de oprichting van abri s met een maximaal bebouwd oppervlak van 5 m2 en een hoogte van 2.50 meter, lichtmasten, verkeersborden en andere verkeersvoorzieningen. Verkeersdoeleinden-A. De gronden welke op de kaart voor verkeersdoeleindena zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van wandelwegen, expeditiewegen, groenvoorziening, pleinen en fietspaden. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van de oprichting van bloembakken en ander straatmeubilair, met een maximaal bebouwde oppervlakte van 5 m2 en een hoogte van 2.50 meter, lichtmasten, verkeersboden en andere verkeersvoortieningen. HOOFDSTUK 111 ALGEMENE BEPALINGEN. 1. De hoofdbebouwing moet binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen worden opgericht, met dien verstande, dat de voorgevel van de hoofdbebouwing op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens moet worden opgericht, behoudens een verleende vrijstelling ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk IV. 2. Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouw plannen niet meer in aanmerking genomen. 3. Indien op grond van artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij de gemeenteraad een beroep wordt ingesteld, neemt de gemeenteraad een beslissing binnen 3 maanden na datum van ontvangst van het beroepschrift. Het besluit van de Raad wordt aan belanghebbenden schriftelijk medegedeeld. 4. Onverminderd hetgeen in deze voorschriften is bepaald ten aanzien van de hoogte van gebouwen bouwwerken en werken binnen de bestemming onder de op de plankaart aangegeven zones met beperkte

338 bebouwingshoogte ten opzichte van N.A.P. mag de bebouwing binnen deze zones de daarbij in het bestemmingsplan aangegeven hoogten, aangegeven in meters ten opzichte van N.A.P. niet overschrijden. HOOFDSTUK IV TOEPASSING ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING. A. Het bouwen achter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens. Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de voorgevel van de hoofdbebouwing op te richten op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het oprichten van de voorgevel van de hoofdbebouwing tot op 5 meter achter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens, met dien verstande, dat: a. behoudens een verleende vrijstelling de van de weg afgekeerde zijde van de bebouwingsgrens niet door bebouwing mag worden overschreden; b. indien de vrijstelling wordt verleend, geldt de nieuwe voorgevellijn als de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens. B. Het bouwen vóór de naar de wegzqde toegekeerde bebou wingsgrens, Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de voorgevel van de hoofdbebouwing op te richten op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het bouwen vóór de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens, indien het betreft: a. het bouwen in de bestemmingscategorie BD, van kleine gebouwtjes, aanbouwen en bouwwerken, zoals rijwieloverkappingen en bergingen, met een maximum oppervlakte van 40 m2, geen grotere hoogte dan 3.50 meter en een maximale inhoud van 70 m3; b. 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen en overstekende daken; 2. erkers, luifels, galerijen en balkons, mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan 1.50 meter overschrijden; 3. stoepen, bordessen, funderingen, kelderingangen en -koekoeken, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; 4. trappenhuizen met ingangspartijen in de bestemmingscategorie BW-A, mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan 2 meter overschrijden;

339 5. het bouwen in de bestemmingscategorieën E2G, E2H0, en BW van bergingen, autoboxen en/of carports, al dan niet in combinatie met een ingangspartij, met een maximale oppervlakte van 20 m2 en geen grotere hoogte dan 3 meter, een en ander mits geen toepassing is gegeven aan het gestelde sub D van dit Hoofdstuk. C. Het bouwen achter de van de wegzijde afgekeerde bebouwingsgrens. 1, Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de hoofdbebouwing op te richten binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen vrijstelling verlenen voor het overschrijden van de van de wegzijde afgekeerde bebouwingsgrens, indien het betreft: a. b. :: e. f. 9. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen van schoorstenen en overstekende daken;. stoepen, bordessen, trappen, mits zij niet niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; funderingen, kelderingangen en -koekoeken; erfafscheidingen tot een maximum hoogte van 2 meter; putten, leidingen en goten voor de aan- en afvoer of de verzameling van water en rioolstoffen; de aanbouw van een berging, alsmede aan- en uitbouwen bij woningen in de bestemmingscategorieën E2G, E2HO en BW tot een hoogte van maximaal 3.00 meter, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 meter en de breedte niet meer bedraagt dan 215 deel van de achtergevelbreedte van de woning; uitbreiding van woonruimte in de bestemmingscategorieën E2G, E2HO en BW over de volle breedte van de woning, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 meter en er achter de ruimten op de begane grond tot wonen bestemd een onoverdekte en onbebouwde strook grond overblijft ter diepte van tenminste 8.00 meter. 2. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid tot vrijstelling in het geval als in lid 1 sub g genoemd, eerst gebruik nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken. D, Bebouwing open erf. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van de onbebouwde gronden behorende bij een woning in de bestemmingscategorieën E2G,

340 E2HO en 8W voorzover gelegen achter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens en met vrijstelling voorzover nodig van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en voorzover geen toepassing is gegeven aan het gestelde sub B, lid b.5 van dit Hoofdstuk vrijstelling verlenen tot: a. het bouwen van al dan niet vrijstaande bergingen en/of autoboxen, mits deze gebouwen geen grotere oppervlakte hebben dan 15 m2 voor al dan niet vrijstaande bergingen, 20 m2 voor een al dan niet vrijstaande autobox of carport en 35 m2 voor een autobox annex berging en geen grotere hoogte hebben dan 2.50 meter; de bouw van een autobox of carport is alleen mogelijk indien deze bereikbaar is vanaf de openbare weg; b. het oprichten van gebouwen als bedoeld onder a, indien deze gebouwen als aanbouw worden uitgevoerd tot 3 meter hoogte in het geval dat de aanbouw een architectonisch onderdeel vormt van een uitbouw waarvoor een grotere hoogte is toegestaan; C. het oprichten van bijgebouwen ais kippen- en duivenhokken en volieres tot een maximale oppervlakte van 8 m2 en een hoogte van 2 meter, alsmede hobbyruimten tot een maximale oppervlakte van 8 m2 en een hoogte van 3 meter: een en ander met dien verstande, dat: 1. indien het bijgebouw meer dan 2/5 deel van de achtergevelbreedte van de woning in beslag neemt, dit bijgebouw zodanig moet worden opgericht, dat er minstens 6 meter open terrein overblijft tussen het bijgebouw en de achtergevel van de woning; 2. indien het bijgebouw minder dan 2/5 deel van de achtergevelbreedte van de woning in beslag neemt, dit bijgebouw op minimaal 3 meter afstand van deze achtergevel mag worden opgericht; 3. de totale bebouwde oppervlakte van het terrein achter de achtergevel van de woning over de volte breedte van het terrein niet meer mag bedragen dan 43 m2, met dien verstande dat tenminste 2/3 gedeelte van het achtererf onbebouwd moet blijven. E. Algemeen: 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. tot het bouwen met een of meer onderbrekingen in de bestemmingscategorieën E2G en 8W; b. betreffende de gronden gelegen binnen het plan, met vrijstelling van de bepalingen van dit plan, voor het oprichten van kleine gebouwtjes ten openbare nutte, zoals gasdrukregel- en meet stations, traforuimten en telefooncellen met per gebouwtje een

341 maximale oppervlakte van 30 m2, geen grotere hoogte dan 3.50 meter en met een maximale inhoud van 50 m3; c. voor de bouw van een overluifeling aan een autobox uitsluitend in combinatie met een overdekte ingangspartij tot een maximum oppervlakte van 20 m2; d. voor de aanbouw van woonruimten ten behoeve van invaliden op de begane grond bij hoekwoningen, zonodig met overschrijding van de bebouwingsgrens, in de bestemmingscategorieën E2G en E2H0, met dien verstande, dat: 1. de bebouwde oppervlakte van deze aanbouw niet meer mag bedragen dan 35 m2; 2. de hoogte niet meer mag bedragen dan 3.50 meter; 3. de grens van de bestemmingscategorie ten behoeve van de aanbouw met maximaal 3 meter mag worden overschreden ten koste van aangrenzende bestemmingen; e. voor het aanleggen van parkeervoorzieningen op gronden bestemd voor verkeersdoeleinden met een maximale overschrijding van deze bestemmingscategorie met 3 meter ten koste van aangrenzende bestemmingen; f. voor het bouwen van woningen met maximaal 3 woonlagen in de bestemmingscategorieën E2G en E2HO; g. van het gestelde in Hoofdstuk III, lid 5 tot een maximaal binnen de bestemmingscategorieën toegestane hoogte, indien en voorzover uit overleg met de beheerder van de straalverbinding blijkt, dat daartegen uit hoofde van de bescherming van de straalverbinding geen bezwaar bestaat; h. tot een andere indeling van een dwarsprofiel van een weg binnen de op de kaart aangegeven bestemmingscategorie verkeersdoeleinden ; i. voor overschrijding van de voorgeschreven maximale bebouwingshoogte en de voorgeschreven breedtematen in de bestemmingscategorieën genoemd in Hoofdstuk II met maximaal lo?á 2. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld in lid b, d, e, f en h slechts gebruik, nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken.

34 2 HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN. 1. Het is verboden gebouwen, bouwwerken enlof bijgebouwen tuinen, open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht danwel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd en voorts niet op schoolgebouwen, voorzover het bepaalde in lid 1 in strijd is met de onderwijswetgeving omtrent de be ë indiging van het gebruik overeenkomstig de bestemming. 3. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde sub 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 4. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld gedurende 14 dagen hun bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling schriftelijk kenbaar te maken, 5. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit Hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. HOOFDSTUK Vl OVERGANGSBEPALINGEN. De bebouwing die bestond ten tijde van de vaststelling van het plan en die afwijkt van de in het plan gegeven bestemmingen en/of maten, mogen gedeeltelijk vernieuwd en/of veranderd worden en met vrijstelling van Burgemeester en Wethouders worden uitgebreid met 25%van de inhoud, een en ander mits: a. de bebouwing blijft binnen de categorie waartoe het behoort of behoorde.

343 Als categorie in deze zin worden onder meer beschouwd: 1. woningen (niet agrarisch); 2. agrarische bebouwing; 3. bedrijfsgebouwen (niet agrarisch); b. de bestaande of bestaan hebbende afwijkingen van het plan naar hun aard niet worden vergroot. HOOFDSTUK VII SLOTBEPALING. Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Bestemmingsplanvoorschriften Lindenholt Centrum West. Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Nijmegen d.d. 6 januari 1981, afd. I-B nr. 15085/80. Goedgekeurd ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 11 maart 1981, nr. R0/415/5-ROVIG-5212. TOELICHTING behorende bij het uitgewerkte plan Lindenholt Centrum West. Algemeen. In het vigerende bestemmingsplan Lindenholt-West is in de omgeving van de bestaande Smallesteeg (tussen de planonderdelen J en K) ruimte gereserveerd en bestemd voor gemengde bebouwing. Deze bestemmingscategorie dient met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nader te worden uitgewerkt. Binnen deze bestemming is gedacht aan de realisering van een buurtwinkelcentrum met andere voorzieningen, zoals scholen, creche etc. Om de bouw van dit buurtwinkelcentrum met de daarbij geplande andere voorzieningen en woningen mogelijk te maken is deze globale bestemming nader uitgewerkt middels het onderhavige uitgewerkte plan Lindenholt Centrum West. Voor de planologische argumentatie achter de plaatskeuze en omvang

344 van dit voorzieningencentrum wordt verwezen naar de survey behorende bij het bestemmingsplan Lindenholt-West (pag. 59 e.v.). Ligging Centrum West is gelegen in het meest westelijke deel van Lindenholt tussen de plandelen J en K, waar het stedebouwkundig één geheel mee gaat vormen. Het ligt aan het begin van de beide takken van de ringweg door Lindenholt-West. Bouwprogramma Voorzieningen: - winkels (waaronder een supermarkt) horecabedrijven en hulpverlenende diensten, zoals bank en postkantoor tot maximaal 2500 m2 bedrijfsvloeroppervlakte; - een sociaal-culturele accomodatie ten behoeve van twee kindercentra, creativiteitsruimte voor jongeren, clubwerken en creativiteitsruimte voor ouderen. Op de begane grond van de etagewoningen voor bejaarden is een ontmoetingsruimte geprojecteerd; - een tweetal basisscholen met daarbij een sportzaal; - buiten deze planuitwerking gebleven, maar wel gereserveerd is een terrein voor een tweede gezondheidscentrum in Lindenholt en een 3e basisschool. Woningen: 92 wooneenheden voor een- en tweepersoonshuishoudens (respectievelijk 36 en 56); 24 etage- bejaardenwoningen; 40 laagbouw bejaardenwoningen; 136 eengezinswoningen; 9 praktijkwoningen. Deze woningen hebben op de begane grond kantoor- en/of praktijkruimte voor vrije beroepen met daarboven een woning. Stedebouwkundige opzet. Uitgangspunt bij de planopzet is geweest de centrumvoorzieningen zo veel mogelijk te integreren in de omringende woonbebouwing. Om te

345 voorkomen dat het centrum op een open parkeervlakte zou komen te staan, zijn de noodzakelijke parkeervoorzieningen verspreid over een aantal achter de winkels gelegen binnenterreinen. De winkels en sociaal-culturele voorzieningen zijn gelegen aan een verkeersvrije winkelstraat in oost-west richting. In het midden wordt deze winkelstraat doorsneden door de busbaan. Op het kruispunt zijn de bushaltes geprojecteerd. Boven de voorzieningen aan de winkelstraat zijn de wooneenheden voor een- en tweepersoonshuishoudens gelegen. Deze worden door middel van trappen vanuit de winkelstraat bereikt. Ook de praktijkwoningen liggen aan dit voetgangersgebied. Aan de westzijde eindigt de winkelstraat op een (verkeersvrij) plein, waaraan de etage-bejaardenwoningen, &n school en de sociaalculturele ruimten liggen. Aan de oostzijde eindigt de winkelstraat bij de supermarkt. Daar is ook de, buiten het plan liggende, terreinreservering voor het gezondheidscentrum voorzien. De laagbouw bejaardenwoningen zijn in groepjes dicht om het voorzieningscentrum gesitueerd. Aansluitend hierop liggen de eengezinswoningen, welke overgaan in de nog te ontwikkelen plandelen J en K. De scholen met sportzaal zijn aan de noord-westzijde van het plangebied gesitueerd, in aansluiting op de groengordel tussen Centrum West, plandeel K en plandeel 1. In dit groengebied is tevens een trapveld (onder andere voor schoolsport) gelegd. Onsluiting en parkeren. De noordelijke en zuidelijke tak van de ringweg door Lindenholt-West zijn door een weg aan de oostzijde om het centrum heen met elkaar verbonden. Op de knooppunten geschiedt tevens de ontsluiting van de plandelen J en K. De busroute is niet om het centrumgebied heen gelegd, maar volgt de busbaan dwars er doorheen. De busbaan kruist in het midden de winkelstraat. De verschillende openbare parkeergebieden achter de winkels worden bereikt vanaf de wegen rondom het centrumgebied. Als parkeernormen zijn gehanteerd: - 100 parkeerplaatsen voor de winkels volgens een evenredige spreiding; - 20 parkeerplaatsen voor de sociaal-culturele activiteiten, gedeeltelijk - 1 samenvallend met de winkelplaatsen; parkeerplaats per wooneenheid voor een- en tweepersoonshuishoudens; - 1 parkeerplaats per eengezinswoning;

346-1 parkeerplaats per 2 bejaardenwoningen; - 20 parkeerplaatsen voor de scholen met gymzaal. Vanuit Centrum West is er een net van voetpaden naar de omringende plandelen. De fietsers volgen in principe de auto-ontsluiting, met uitzondering van een speciale fiets-voetgangersroute, die van Centrum West via de plandelen J en N in de richting van het stadsdeelcentrum Dukenburg voert.