Bijkomend reglement houdende subsidiëring van jeugdwerkinitiatieven Op het bedrag dat de Vlaamse gemeenschap uitkeert voor het eigen jeugdwerkbeleid van de gemeente, wordt een voorafname gedaan, van 41%, door het gemeentebestuur. Het resterend bedrag, 59%, wordt in hierop volgend reglement besproken en in deze bespreking gelijkgesteld aan 100%. 1. De subsidiëring voor wat betreft de lokalen en energie, de jeugdvakanties en de initiatieven voor speciale doelgroepen van plaatselijke jeugdverenigingen Punt 1 Subsidiëring op gebied van lokalen & energie en Jeugdvakanties op voorwaarde dat de vereniging behoort tot één van de vier categorieën van verenigingen: jeugdverenigingen, jeugdatelier, jeugdhuis, jongerenbewegingen. Subsidiëring op gebied van initiatieven voor speciale doelgroepen mits gemotiveerde voorlegging van het initiatief aan de stuurgroep en Jeugdraad én goedkeuring door deze adviesorganen. Maximum 62,5 % van het op de goedgekeurde begroting voor huidig reglement voorziene krediet. 1.1. LOKALEN EN ENERGIE 1.1.1 Algemeen. Maximum 32,5 % van het op de goedgekeurde begroting voor huidig reglement voorziene krediet als volgt verdeeld: 25 % voorbehouden voor de categorieën jeugdbeweging, jeugdateliers, jongerenbewegingen enerzijds en 7,5 % voor de categorie jeugdhuizen anderzijds. 1.1.2. Lokalen. 1. Alle jeugdverenigingen hebben recht op het gebruik van lokaleninfrastructuur binnen de gemeente voor hun normale werking. De jeugdverenigingen worden gesubsidieerd ten belope van het op de begroting voorziene krediet, voor het totale bedrag aan huur of pacht en/of compensatie van huur of pacht die zij jaarlijks betalen voor lokalen binnen de gemeente. Deze lokalen worden gebruikt voor hun normale jeugdwerking als jeugdvereniging. Voor jeugdverenigingen die kunnen verhuren, wordt 50% uitbetaald op basis van de ingediende en bewezen huurkosten. Bij jeugdhuizen die ook andere inkomsten verwerven, wordt eveneens het 50%-principe toegepast. 2. Van deze subsidie zijn uitgesloten de bedragen die betaald worden voor het occasioneel gebruik van lokalen naar aanleiding van een activiteit die buiten de regelmatige wekelijkse werking van de vereniging valt. 3. Indien het op de begroting voorziene krediet onvoldoende is, wordt die subsidie procentueel verdeeld op basis van de ingediende én aanvaarde betaalbewijzen & facturen -met inachtname van de in punt 1.1.1 tussen de categorieën jeugdbeweging, jeugdateliers, jongerenbewegingen enerzijds en de categorie jeugdhuizen anderzijds gemaakte scheiding. 4. Als basis gelden de huur of pacht en/of andere overeenkomsten, ter compensatie van huur of pacht, die op datum van de goedkeuring van dit besluit van kracht zijn. 5. Overeenkomsten die na de datum van goedkeuring van dit besluit worden afgesloten en wijzigingen aan bestaande overeenkomsten moeten vooraleer zij voor subsidiëring in aanmerking komen, worden beoordeeld op hun redelijkheid. Die nieuwe of gewijzigde overeenkomsten moeten daartoe ten laatste op 31 juli van het dienstjaar worden voorgelegd aan het gemeentebestuur. 1
1.1.3. Energie. 1. De verdeling van de subsidie voor energie gebeurt eveneens procentueel op basis van de ingediende facturen voor verbruikte energie. 2. Hierbij blijft de scheiding van het krediet zoals bepaald in punt 1.1.1 tussen de categorieën jeugdbeweging, jeugdateliers, jongerenbewegingen enerzijds, en de categorie jeugdhuizen anderzijds, behouden. 3. Van deze subsidie zijn uitgesloten de jeugdverenigingen die locaties delen met een andere organisatie (cfr. dubbel gebruik). Deze verenigingen worden 50% uitbetaald op de ingediende en bewezen energiekosten. 1.1.4 Werkwijze. De jeugdverenigingen leveren jaarlijks de nodige bewijsstukken van de betaling van de huur, huurcompensatie en verbruikte energie ten laatste op 31 juli van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend. 1.2. JEUGDVAKANTIES ( Kampen, weekends en bivakken) 1.2.1. Algemeen Maximum 15 % van het op de goedgekeurde begroting voor huidig reglement voorziene krediet voor kampen, weekends en bivakken. 1.2.2. Puntenberekening Voor kampen, weekends en bivakken wordt, rekening houdend met de duur en het aantal deelnemers, volgende regeling toegepast: A. Tabel nachten deelnemers 1 2-3 4-5 6-8 9 of meer 5 4 7 15 19 25 6-12 8 11 17 23 31 13-20 14 17 26 34 40 21-30 18 22 31 42 50 31-45 21 26 35 49 60 46-60 25 28 37 54 68 + 60 30 40 48 59 76 B. Puntenverhogingen De volgens de tabel behaalde punten worden verhoogd in volgende gevallen b1. tentenkampen 1/3 van de behaalde punten wordt toegevoegd aan het totaal b2. jeugdvakanties met minder-validen verdubbeling van het aantal behaalde punten b3. jeugdvakanties in het buitenland die ofwel overzee plaatsvinden ofwel op minimum 200 km. van Knokke-Heist verdubbeling van het aantal behaalde punten C. Beperking Korte jeugdvakanties van maximum 2 nachten en die beperkt zijn tot 5 deelnemers dienen niet vooraf te worden aangemeld. 2
Er mogen slechts 5 van dergelijke niet aangemelde vakanties voor subsidiëring in aanmerking worden genomen. 1.2.3. Jeugdvakanties in eigen gemeente Voor jeugdvakanties binnen de eigen gemeente, worden enkel verblijven buiten de lokalen van de verenigingen in aanmerking genomen. 1.2.4. Subsidieverdeling Per vereniging wordt het aantal punten berekend van alle jeugdvakanties waarvoor de formulieren tijdig werden ingediend. De waarde van een punt verkrijgt men door het totaal van de op de goedgekeurde begroting voorziene subsidie voor jeugdvakanties (1.2.2, A ) te delen door het totaal van de behaalde punten van alle ingediende en aanvaarde jeugdvakanties. De subsidie per vereniging bekomt men door het aantal behaalde punten per vereniging te vermenigvuldigen met de waarde van een punt. 1.2.5. Procedure A. Aanmelding. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet iedere jeugdvakantie minimum één maand vooraf worden aangemeld aan het gemeentebestuur bij de jeugddienst. Voor verblijven van maximum 2 nachten en die beperkt zijn tot 5 deelnemers is een melding vooraf niet noodzakelijk. B. Aanvraag Ten laatste op 31 juli van het dienstjaar waarin de subsidies worden toegekend dienen de verenigingen de aanvraagformulieren voor subsidies van jeugdvakanties ingevuld tegen ontvangstbewijs in de jeugddienst af te geven. De gegevens vermeld op de formulieren worden op hun juistheid op erewoord bevestigd door het bestuur dat deze lijsten ondertekent. C. Controle Het gemeentebestuur kan ten allen tijde de aangemelde kampen controleren en de bevindingen vergelijken met de verstrekte gegevens. Zo onregelmatigheden worden vastgesteld komt geen enkele jeugdvakantie van die vereniging in aanmerking voor subsidie. 1.3. Campagnes jeugdwerk en initiatieven VOOR SPECIALE DOELGROEPEN 1.3.1. Algemeen Maximum 15 % van het op de goedgekeurde begroting voor huidig reglement voorziene krediet, wordt voorbehouden voor campagnes jeugdwerk en initiatieven voor speciale doelgroepen. 1.3.2. Definitie Met initiatieven voor speciale doelgroepen worden zowel de werking als de bijzondere acties bedoeld die worden georganiseerd én die erop gericht zijn de volgende welbepaalde doelgroepen of één ervan te bereiken: - 12 tot 16 jarigen - de + 16 jarigen tot 25-jarigen Het gaat om nieuwe of bestaande initiatieven die ofwel eenmalig ofwel in tijdsduur beperkt zijn én openstaan voor bovengenoemde leeftijdscategorieën. 3
1.3.3. Aanvraag en evaluatie A. Aanvraag Het indienen van de plannen en verslagen gebeurt bij de dienst jeugd van het gemeentebestuur tegen ontvangstbewijs. a1. Activiteitenplan Om in aanmerking te komen voor subsidiëring van bijzondere initiatieven voor speciale doelgroepen moet men ten laatste op 30 oktober van het werkjaar een activiteitenplan indienen dat moet bevatten: - 1. naam, adres en telefoonnummer van de organiserende werkgroep en verantwoordelijke. - 2. omschrijving van de initiatieven die gedurende de beoordelingsperiode gepland werden of worden met aanduiding van de speciale doelgroepen a2. Activiteitenverslag Ten laatste op 31 juli van het dienstjaar waarin de subsidie wordt toegekend dient men een activiteitenverslag in over de initiatieven die voor de speciale doelgroepen werden georganiseerd gedurende het voorbije werkjaar. Dat activiteitenverslag bevat minstens: - 1. naam, adres en telefoonnummer van de organiserende werkgroep en verantwoordelijke. - 2. beschrijving van de initiatieven voor de speciale doelgroepen - 3. Eventueel het aantal deelnemers. B. Evaluatie b1. Algemeen De beoordeling van de initiatieven voor speciale doelgroepen zal gebeuren door de stuurgroep en de jeugdraad, op basis van het activiteitenplan en -verslag dat werd ingediend én nadat een afvaardiging van de organiserende werkgroep de kans heeft gekregen om de werking en de initiatieven voor de speciale doelgroepen toe te lichten en te verdedigen. Er zal bij die beoordeling niet alleen rekening worden gehouden met de objectieve gegevens uit de activiteitenverslagen, maar er zal ook rekening dienen te worden gehouden met de relevantie, het opvullen van bepaalde leemten, het bestaand en/of hedendaags en/of vernieuwend karakter van de activiteiten e.d. b2. Onderhoud stuurgroep - Een vertegenwoordiging van de vereniging wordt vóór 15 september volgend op het indienen van het activiteitenverslag uitgenodigd naar een vergadering van de stuurgroep om het activiteitenverslag toe te lichten en te verdedigen. 4
2. Jeugdgroepen voor amateuristische kunstbeoefening Punt 2 Maximum 22,5 % van het op de goedgekeurde begroting voor huidig reglement voorziene krediet.. Subsidiëring van jeugdgroepen voor amateuristische kunstbeoefening die een artistieke vorming bieden waardoor het individu verrijkt wordt op sociaal, intellectueel en/of lichamelijk vlak en die werken in groepsverband onder educatieve begeleiding. 2.1. ERKENNINGSCRITERIA Om voor subsidiëring als jeugdgroep voor amateuristische kunstbeoefening in aanmerking te komen moet een vereniging aan de volgende voorwaarden voldoen of een werking hebben begeleid door een gemeentelijke dienst: 2.1.1. In het raam van een permanente vorming moeten de verenigingen zich onder deskundige leiding en in groepsverband vormen door één of meerdere artistieke expressievormen te beoefenen zoals dans, koor, toneel, beeldende kunst. 2.1.2. Een werking ontplooien die nauw aansluit bij de artistieke belevingswereld en de aanleg van de jongeren waarbij de creativiteit en de zelfwerkzaamheid van de deelnemende jongeren centraal staan. De werking moet continu en geregeld zijn en ten minste over 8 maanden van het jaar gespreid zijn. 2.1.3. bestuur De groep moet geleid en/ of geadviseerd worden door een bestuur; zij behartigd het beleid de programmering en de financiële huishouding ; 2.1.4. aansprakelijkheid De wettelijke aansprakelijkheid van het bestuur en de leden ten opzichte van derden moet door een verzekering gedekt zijn. 2.1.5. De vereniging moet openstaan voor alle geïnteresseerde jongeren. Leeftijdsbeperkingen kunnen slechts bepaald worden in functie van de intrinsieke eigenschappen van de kunstvorm die beoefend wordt. 2.1.6. Ten minste tweederden van de leden van de groep moet jonger zijn dan 25 jaar. 2.1.7. Erkenning De vereniging is erkend door het gemeentebestuur door aangesloten te zijn bij een door knokke-heist erkende adviesraad of begeleidt zijn door een gemeentelijke dienst. 2.1.8. Jeugdgroepen voor amateuristische kunstbeoefening of organisaties die aan bovengenoemde voorwaarden voldoen (2.1.1 t.e.m. 2.1.7 ) maar die een beroep doen op subsidie krachtens het reglement voor de betoelaging van erkende plaatselijke verenigingen voor sociaal cultureel werk, komen niet meer in aanmerking om gesubsidieerd te worden als jeugdwerkinitiatief volgens het huidig reglement. 5
2.2. SUBSIDIËRINGSCRITERIA EN SUBSIDIEVERDELING Verdeling van het krediet op basis van een puntensysteem 1. per schijf van 20 leden tussen 6 en 25 jaar 1 punt 2. Werking (oefeningen, herhalingen, cursussen, lessen) voor leden tussen 6 en 25 jaar per schijf van 100 lesuren-deelnemers (aantal gegeven uren vorming vermenigvuldigd met het aantal deelnemers) 3. per deskundige artistieke begeleider (gediplomeerd of met bewezen ervaring van 2 jaar) 4. naar buiten treden voor publiek met resultaat van jeugdwerking per optreden per nieuw programma (première) per tentoonstelling 10 punten 5 punten 3 punten 5 punten 3 punten per 3 dagen De waarde van een punt verkrijgt men door het totaal van de op de goedgekeurde begroting voorziene subsidies ( punt 2 ) te delen door het totaal van de behaalde punten. De subsidie per jeugdgroep voor amateuristische kunstbeoefening bekomt men door het aantal behaalde punten per jeugdgroep te vermenigvuldigen met de waarde van een punt. 2.3. PROCEDURE Aanvraag De jeugdgroepen voor amateuristische kunstbeoefening vullen de gevraagde gegevens i.v.m. de erkennings- en subsidiëringscriteria, vergezeld van de nodige bewijsstukken zoals werkingsverslagen, ledenlijsten, aanwezigheidsregisters, bewijs van optredens en of tentoonstellingen, toetredingsvoorwaarden, enz., in op de door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde formulieren. De ingevulde formulieren moeten ten laatste op 31 juli van het dienstjaar waarin de subsidies worden toegekend ingediend worden tegen ontvangstbewijs bij de dienst jeugd van het gemeentebestuur. 2.4. CONTROLE De verenigingen, werkingen of organisaties die voor subsidie wensen in aanmerking te komen, houden een aanwezigheidsregister bij van de deelnemers aan de gegeven lesuren. Dat register wordt als bewijsstuk bij de subsidieaanvraag gevoegd. Gedurende de lesuren is een controle van de gegevens uit dat register in vergelijking met de werkelijke aanwezige deelnemers door een aangestelde van het College van Burgmeester en Schepenen steeds mogelijk. Wanneer onregelmatigheden worden vastgesteld kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen de subsidie te verminderen of niet toe te kennen. 6
3. kadervorming voor de begeleiders van lokale jeugdwerkinitiatieven Punt 3 Voor kadervorming wordt een verhouding van ½ ingevoerd, als volgt verdeeld: Voor blok 1: Maximum 8% en minimum 6% van het op de begroting voor huidig reglement voorziene krediet. Voor blok 2: Maximum 4% en minimum 3% van het op de begroting voor huidig reglement voorziene krediet. 3.1. KREDIET Het krediet dat voorzien wordt voor kadervorming voor begeleiders van lokale jeugdwerkinitiatieven wordt onderverdeeld in twee blokken. Blok 1: Voor de ondersteuning van de kadervorming ingericht door erkende jeugdwerkingen wordt min.6% en max.8% voorzien van het subsidiebedrag dat het gemeentebestuur ontvangt ingevolge de verdeling van het krediet op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap volgens artikel 6 2 a van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid. Onder erkende jeugdwerkingen wordt verstaan: werkingen door een vereniging aangesloten bij een erkende adviesraad van de gemeente. Blok 2: Voor het tweede blok wordt min 3% en max.4% voorzien voor kadervorming van begeleiders van jeugdwerkinitiatieven die door andere dan erkende jeugdorganisaties of door de vzw Cultuurcentrum Knokke-Heist zijn ingericht. 3.2. DEFINITIE Onder kadervorming wordt bedoeld elke vorm van cursus, opleiding, begeleiding of vormende activiteit die tot doel heeft begeleiders van jeugd en jongeren te vormen en/of bij te scholen ofwel in het jeugdwerk op zich ofwel in om het even welke discipline (sport, kunst, cultuur) waarbij het in dergelijk geval moet gaan om vormingscursussen die specifieke technieken aanleren met het doel deze te gebruiken bij begeleiding en vorming van jeugd. De bedoelde cursussen, opleidingen, begeleidingen of vormende activiteiten - moeten worden gegeven door vanwege de Vlaamse Gemeenschap erkende instanties - moeten voorzien in een pedagogische, didactische en methodologische opleiding - moeten leiden tot het afleveren van een brevet, attest, of getuigschrift 3.3. SUBSIDIËRING 3.3.1. Algemeen Vormingssubsidies zullen worden toegekend aan verantwoordelijke en toekomstig verantwoordelijke begeleiders van jeugd en jongeren in de vrije tijd, of aan organisaties die de vormingskosten voor hen heeft betaald. 3.3.2. Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor die subsidies moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: 1. de leeftijd van 16 jaar bereiken binnen het werkjaar 2. actief zijn bij een vereniging met jeugdwerkinitiatief van Knokke-Heist ofwel via lidmaatschap van die vereniging ofwel als verantwoordelijke begeleider van jeugd en jongeren in de vrije tijd. 7
3. slagen voor de gegeven opleiding 4. na het beëindigen van de cursus binnen de 60 kalenderdagen na het afleveren van het door de inrichters van die cursus afgeleverde attest, brevet of getuigschrift, het aanvraagformulier volledig ingevuld indienen vergezeld van dat attest, brevet of getuigschrift samen met een bewijs van betaling voor deelname aan de bedoelde cursus. 3.3.3. Aanvraag Wie wenst in aanmerking te komen voor vormingssubsidies moet een aanvraag indienen bij de dienst jeugd van het gemeentebestuur tegen ontvangstbewijs. De aanvrager moet daarvoor gebruik maken van de aanvraagformulieren die door het gemeentebestuur zullen worden ter beschikking gesteld. De vereniging met jeugdwerkinitiatief waarbij de aanvrager lid is, moet schriftelijk bevestigen dat de gevolgde kadervorming zal gebruikt worden voor jeugdwerking. 3.3.4. Toekenning subsidie 1. De subsidie bedraagt maximum 10,00 per gevolgde cursusdag. 2. De subsidie wordt uitbetaald aan de persoon die de cursus heeft gevolgd mits hij een betalingsbewijs kan voorleggen 3. Wanneer het voorziene krediet onvoldoende is, om de subsidies voor kadervorming uit te betalen, kan in eerste instantie geput worden uit het resterende bedrag van het andere blok. Indien de subsidie van het andere blok uitgeput is of het resterende bedrag ervan niet volstaat kan in tweede instantie geput worden uit de restpot. 4. Alle aanvragen die regelmatig zijn ingediend ten laatste op 31 juli van het dienstjaar komen in aanmerking voor subsidie tijdens het dienstjaar. Aanvragen die na die datum regelmatig zijn ingediend worden behandeld bij de toekenning van subsidies van het volgende dienstjaar. 4. Prioriteiten/ extra bonussen De verdeling van de extra- middelen die kunnen verkregen worden in functie van de opmaak van een jeugdbeleidsplan (prioriteit jeugdinformatie, jeugdwerkinfrastructuur of andere ) worden voorgelegd, besproken en verdeeld op voorstel van de stuurgroep. 5. Samenstelling stuurgroep Het College van Burgemeester en Schepenen richt een stuurgroep op die haar zal bijstaan voor technische adviezen i.v.m. de toepassing van huidig reglement. De werkgroep bestaat minstens uit: 1 de Schepen van Jeugd 2. Vier vertegenwoordigers uit de erkende jeugdraad die worden aangeduid door de jeugdraad 3. Een aantal vertegenwoordigers van gemeentelijke diensten: - de jeugddienst 8
- andere gemeentelijke diensten die bij het jeugdwerk of jeugdzorg in het algemeen betrokken zijn 4. Een aantal personen die uit hoofde van hun persoonlijke interesse, of hun functie of beroep een betrokkenheid met jeugd en jongeren hebben De samenstelling van die stuurgroep voor jeugdwerkbeleid en iedere wijziging aan die samenstelling wordt geadviseerd door de jeugdraad 6. Restpot Wanneer de voorziene kredieten niet zijn uitgeput, worden deze toegekend aan de jeugdraad, met de bedoeling deze aan te wenden voor advies en sensibilisering en/of voor campagnes jeugdwerk en initiatieven voor speciale doelgroepen. Het bedrag dat hier wordt voorzien, geeft een basis van min.3% en max.6%, met als bedoeling dat er een zekerheid te behouden ten aanzien van de subsidiëring voor advies en sensibilisering en/of voor campagnes jeugdwerk en initiatieven voor speciale doelgroepen.. Punt 7 Dienstjaar en werkjaar De subsidies worden verleend in functie van de goedgekeurde gemeentelijke begroting van het lopende dienstjaar. Tenzij in het huidig reglement voorheen anders wordt bepaald, wordt voor toekenning van de subsidies in het dienstjaar rekening gehouden met de gegevens en activiteiten van het voorbije werkjaar van de verenigingen; dat werkjaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni, waarbij het einde van het werkjaar valt in het jaar van de aanvraag. Punt 8 Advies stuurgroep De stuurgroep legt een gemotiveerd voorstel van subsidieverdeling in toepassing van huidig reglement voor aan het College van Burgemeester en Schepen. Punt 9 Advies Jeugdraad Alle beslissingen van het College van Burgemeester en Schepenen genomen in uitvoering van huidig reglement worden bezorgd aan de jeugdraad die advies uitbrengt binnen de termijnen en op de wijze zoals bepaald in de voorwaarden en modaliteiten van de werking van de gemeentelijke raden voor cultuurbeleid. Punt 10 De verenigingen en/of personen die in toepassing van huidig reglement aanspraak maken op subsidies zijn ertoe gehouden alle inlichtingen en bewijsstukken ter staving van hun aanvraag aan het College van Burgemeester en Schepenen voor te leggen. Punt 11 Voor toelagen met een waarde vanaf 1.250 euro moet een verslag inzake beheer en financiële toestand worden bijgevoegd. Punt 12 9
Huidig reglement treedt in werking op 1 januari 2008 10