Regels voor het schoolvolleybaltoernooi

Vergelijkbare documenten
Spelregels School Moves Volley Arnhem

FLUITEN NIVO 1 T/M 3 Niveau 1 Gooien, vangen, bewegen Beginbal Spelregels Wanneer is het spel dood? Wat gebeurt er als het spel dood is?

Niveau 3 Onderarms spelen

De spelers proberen de bal over het net bij de tegenstander in het veld op de grond te krijgen.

Namens het jeugdbestuur van Sliedrecht Sport.

We doen een beroep op de begeleiders om een oogje in het zeil te houden t.a.v. het eigen team.

Toelichting op de regels

Toelichting op de regels

CMV Spelregels vastgesteld april

EVV Bultman-Hartholt Rabobank scholentoernooi Maandag 22 oktober e editie

Inleiding. Toelichting op de spelregels. Voordat u de zaal in gaat: belangrijke informatie!

Toelichting op de regels

Aanvang: - De bal mag vanaf elke plaats in het veld over het net worden gegooid, waarbij de bal het net mag raken.

Volleybal 6-12 jaar Spelregels

Volleybal 6-12 jaar Spelregels

Volleybal 6-12 jaar Spelregels

NIVEAU 1. Snelheid en balvaardigheid

VC Krimpen Schoolvolleybaltoernooi Groep 6 en 7

Provinciaal Kampioenschap SMV Zuid-Holland en Utrecht

Provinciaal Kampioenschap SMV Noord-Holland

Scholentoernooi v.v. Relay - Langedijk

Verzamelde regels, reglementen en afspraken met betrekking tot de minicompetities in rayon Berkelstreek.

SMV Gelderland 2016 PROGRAMMABOEKJE. PROVINCIAAL KAMPIOENSCHAP Gelderland. SchoolMovesVolley 2016

Spelregels Mini Volleybal Niveau 1 Gooien, vangen, bewegen

Handleiding Coaching Jeugdteams

Scholentoernooi. Woensdag 15 februari Sporthal de Spont

Overzichtskaart Kennismaken met Cool moves Volley

Scholentoernooi. Woensdag 24 februari Sporthal de Spont

Programma & Spelregels. Olympische Dag Haarlem vrijdag 10 juni Programma: Volleybal

Handleiding Coaching Jeugdteams

Handleiding testfase Cool Moves Volley (CMV)

Circulatie-minivolleybal

Handleiding Coaching Jeugdteams

Draaiboek CMV Landstede volleybal Gerjon van den Berg Wouter Feenstra

VOLLEY INFO. Pagina 1 van 38

JEUGDPLAN VOLLEYBALVERENIGING

Scholentoernooi. Woensdag 15 februari Sporthal de Spont

SMV Overijssel 2016 PROGRAMMABOEKJE. PROVINCIAAL KAMPIOENSCHAP Overijssel. SchoolMovesVolley Provinciaal SchoolMovesVolley

Handleiding Coaching Jeugdteams

HANDLEIDING VOOR DE ZATERDAGMORGEN ZAALWACHT

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

Algemene informatie testfase Cool Moves Volley (CMV) Voor CMV-coördinatoren

Smashbal. Een uitdagend spel! Smashen, actie, rally s en plezier staan centraal

HANDLEIDING VOOR DE ZATERDAGMORGEN ZAALWACHT

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

KalinkoCMV Organisatie CMV. Rol- en taakverdeling. Rol- en taakverdeling. Rol- en taakverdeling. Rol- en taakverdeling

CMV Inhoudsopgave

Kijk ook op onder de knop circ.minivolleybal voor oefenstof. Belangrijke veranderingen ten opzichte van de vorige spelregeluitgave Bi

Wedstrijdregels Buitentoernooi Switch 87

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE

inhoudsopgave mini-teamboek

Basisprincipes. - Veel balcontacten. - Stoer, actie, smashen en scoren. - Veel beweging. - Makkelijk om mee te doen. - Als-dan-principe.

Scheidsrechter volleybal.

SCHOOLVOLLEYBAL TOERNOOI

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

CMV Inhoudsopgave

Smashbal richt zich op de belevingswereld van jongens. Het binden en behouden van jongens is hierbij het uitgangspunt. ook meisjes spelen het graag.

Tips en aanwijzingen voor niveau 1 & 2

Methode Mini Volleyball

Programmaboekje Sportdag Klas 1

KalinkoCMV Organisatie CMV. Rol- en taakverdeling. Rol- en taakverdeling. Rol- en taakverdeling. Rol- en taakverdeling

Overige sponsors Machinefabriek Hasselt Jeugdvolleybaltoernooi: 25 mei Jeugdvolleybaltoernooi

CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen

De specifieke onderdelen

Onder schooltijd: groep 5-6

Volleybal binnen het basisonderwijs

Coach assistentie. Flash Veendam

Sportvereniging Jeugdinformatieboekje

PROGRAMMA SCHOLENTOERNOOI

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013

Volleybaltoernooi 2019

Volleybal spelregels. Aangepaste spelregels voor Bechterew oefengroepen

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

32 e. Rabobank jeugd- en buurtvolleybaltoernooi. Hoofdsponsor Rabobank Hilvarenbeek- Oisterwijk

PROGRAMMA SCHOLENTOERNOOI

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Hanneke Schmeink Recreatie Vermaning Groothandel Droomstad Paviljoen Nannewiid Aannemersbedrijf Bangma B.V. Regio Bank

Spelregels volleybal. Toepassing in de Maas & Waalse recreantencompetitie

Clinic SmashVolley Eurovolleycenter Vilvoorde maandag 28 november 2016

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen)


Spelregelboekje Klas 1 en 2. Lentiz Geuzencollege

CMV 6-7. Inhoudsopgave

Softbal. LOCATIE : Quick 20 veld 2. Makkelijk om te weten:

Spelend leren Kaatsen. met de zachte bal

Inspelen met z'n allen

Spelvormen 1-tegen-1 (seizoen )

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Leskaarten muurkaatsen

Jola/Olympus - Handboek Jeugd. Handboek. Jeugd. Niels van Dongen Seizoen Pagina 1

Beach Inhoudsopgave

Sponsors Bedankt!! Aan alle deelnemers van het 21 e Stratenvolleybaltoernooi. Website:

Meer spelplezier door wijziging (spel)regels!

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match.

Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

1.1 Speelveld, -ruimte en -zaal breedte speelveld 9 meter lengte totale speelveld 18 meter

Schoolsport Volleybal

A. Hij geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart zodra dit mogelijk is, zonder het spel hiervoor te onderbreken.

Transcriptie:

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi De regels voor groep 4 en 5 zijn (niveau 2): Begin en einde We werken met een centraal begin/eind signaal. Dit houdt in dat het eindsignaal tegelijk het beginsignaal is voor de volgende wedstrijd. Dus zorg dat je op tijd aanwezig bent bij het veld. De puntentelling die bij het eindsignaal op het bord staat is de einduitslag. Punten die in of na het eindsignaal vallen tellen dus niet meer mee. Serveren / Opslag Bij de opslag mag de betreffende speler overal binnen de lijnen van het speelveld staan. Vanachter de achterlijn serveren is ook toegestaan. De opslag moet onderhands geslagen worden en mag het net raken. Om onnodig tijdverlies te voorkomen wordt er opgeslagen door een speler van het team aan de kant van het net waar de bal terechtgekomen is. Het is dus niet toegestaan de bal aan de tegenpartij te geven uit angst voor opslagfouten. Een speler bij het net (bij 3 of 4 spelers in het veld) mag de bal eerst naar een achterspeler gooien, die vervolgens begint met de opslag. Wanneer een speler de bal met een onderhandse opslag over het net speelt, of de bal in de rally over het net gooit, dan draait de hele ploeg waartoe de speler behoort, met de klok mee een plaats door. Doordraaien is verplicht. Het spel Iedere gevangen bal moet in één keer over het net gegooid worden, dus niet overgooien naar een teamgenoot. Dit kan op de volgende manieren: 1 op de bovenhandse manier, d.w.z. vanaf voorhoofd wegstoten met twee handen; 2 onderhands, door het weggooien naast een knie met twee handen; 3 strekworp met één hand. N.B. Niet toegestaan is de bal spelen als bij een ingooi bij voetbal, of een slingerworp. Dit wordt afgefloten. De desbetreffende speler moet het veld verlaten. De bal moet over het net worden gegooid vanaf de plaats waar de bal gevangen is. Dit geldt voor zowel binnen als buiten de lijnen van het veld Wanneer een speler de bal laat vallen, de bal uitgooit, de bal niet over het net weet te krijgen of de bal aanraakt voordat deze uit is, moet deze speler het veld verlaten en naast het veld bij het net plaatsnemen. Wordt de bal door de tegenstander binnen de lijnen op de grond gegooid, dan verlaat de speler die het dichtst bij de gescoorde bal stond het veld. Op het moment dat een speler het veld moet verlaten draaien beide teams met de klok mee een plaats door. In het geval er nog maar twee spelers in het veld staan, wisselen deze steeds van plaats. Zo staan spelers niet te lang op dezelfde plek. Een speler mag het veld weer in bij drie vangballen achter elkaar van zijn eigen team. Wanneer na een of twee vangballen een speler het veld moet verlaten vanwege een fout, dan moet dat team opnieuw beginnen met tellen. Maakt een team een fout na de derde vangbal (een speler slaagt er bijvoorbeeld niet in de bal over het net te gooien), dan mag er toch een speler terugkeren in het veld. Als de tegenpartij een fout maakt, tel je de eigen gevangen ballen gewoon door. De speler, die het langst buiten het veld staat, staat het dichtst bij het net en mag als eerste in het veld terugkeren. De betreffende speler geeft voor de duidelijkheid het aantal vangballen aan door het juiste aantal vingers op te steken. Alle spelers mogen terugkeren in het veld wanneer een speler de bal met twee armen via de onderarms techniek omhoog speelt en waarna de bal aan de eigen kant van het net door hemzelf of door een teamgenoot gevangen wordt. a. Het onderarms opspelen is geldig wanneer er minimaal een (volley)baldikte tussen het hoogste punt van de bal en de armen van de speler zit. b. Iedere speler van het team mag de bal vangen (ook de speler die de bal opspeelt). c. Na het vangen wordt de bal over het net gegooid, zodat de rally door kan gaan.

d. Wordt de bal niet correct opgespeeld (niet met twee armen of buiten bereik van teamgenoten ) of niet gevangen dan moet de speler die de fout maakt het veld verlaten. e. Na het terugverdienen vervallen het aantal getelde vangballen (ook wanneer het opspelen en/of opvangen is mislukt). Puntentelling Als het veld van de tegenstander leeg is, krijgt het winnende team één punt. Daarna betreden vier spelers van ieder team weer het veld voor een nieuwe speelronde. De spelers, die het langst aan de kant stonden, gaan hierbij voor. Bij winst krijg het team 3 punten / bij verlies 0 punten / bij gelijk spel 1 punt Bij teams die uiteindelijk evenveel punten hebben wordt gekeken naar het aantal voor en tegen punten. En verder Je mag niet lopen met de bal De bal mag tijdens het spel het net raken. De bal moet binnen de antennes gespeeld worden en mag die niet raken. Een bal die op de lijn komt is in. In het net hangen is niet toegestaan. De speler moet in dat geval het veld verlaten. Het net licht aanraken of onder het net doorkomen is niet fout. Het spel gaat dan gewoon door. Het is echter niet de bedoeling dat je onder het net door, de tegenpartij bewust hindert. Wanneer een speler een bal weet te vangen, die al door een ander kortstondig is aangeraakt, dan mag er gewoon worden doorgespeeld Het in sprong over het net naar beneden gooien van de bal ( dunken ) is niet toegestaan. Wanneer begint een rally opnieuw (met een onderhandse services)? Een rally begint opnieuw wanneer de bal niet gevangen wordt, d.w.z. De bal is uit gegooid. Een speler heeft de bal laten vallen. De bal is in het net gegooid. De bal is in het veld van de tegenstander op de grond gegooid. De opgespeelde bal niet gevangen wordt of niet correct opgespeeld wordt. De bal is in het net geserveerd. De bal is onderhands uitgeserveerd. Wanneer er in plaats van serveren wordt gegooid of andersom. Wanneer er gegooid wordt op niet volleybaleigen manieren (vanuit de nek, of met 1 arm). Wanneer er met de bal wordt gelopen. Het spel wordt direct hervat met een onderhandse opslag vanuit het veld, zo dicht mogelijk bij de plaats waar het spel eindigde. Veld: Het net is 1,95 meter hoog en het veld 4 meter diep en 4,5 meter breed (half volleybalveld)

De regels voor groep 6 zijn (niveau 3): Begin en einde We werken met een centraal begin/eind signaal. Dit houdt in dat het eindsignaal tegelijk het beginsignaal is voor de volgende wedstrijd. Dus zorg dat je op tijd aanwezig bent bij het veld. De puntentelling die bij het eindsignaal op het bord staat is de einduitslag. Punten die in of na het eindsignaal vallen tellen dus niet meer mee. Serveren / Opslag. Bij de opslag mag de betreffende speler overal binnen de lijnen van het speelveld staan. Vanachter de achterlijn serveren is ook toegestaan. De opslag moet onderhands geslagen worden en mag het net raken. Om onnodig tijdverlies te voorkomen wordt er opgeslagen door een speler van het team aan de kant van het net waar de bal terechtgekomen is. Het is dus niet toegestaan de bal aan de tegenpartij te geven uit angst voor opslagfouten. Een speler bij het net (bij 3 of 4 spelers in het veld) mag de bal eerst naar een achterspeler gooien, die vervolgens begint met de opslag. Wanneer een speler de bal met een onderhandse opslag over het net speelt, of de bal in de rally over het net gooit, dan draait de hele ploeg waartoe de speler behoort, met de klok mee, een plaats door. N.B. Na een waarschuwing van de scheidsrechter voor niet doordraaien krijgt bij herhaling het betreffende team een punt in mindering. Het spel Elke bal die over het net gegooid of opgeslagen wordt, moet door de tegenstander met twee armen via de onderhandse techniek aan de eigen kant omhoog gespeeld worden. Een teamgenoot vangt de onderarms opgespeelde bal (tenzij de speler alleen in het veld staat, dan vang hij zijn eigen bal) en gooit de bal over het net naar de tegenstander. a. De onderarms gepeelde bal mag niet in één keer over het net gespeeld worden. Is dit het geval dan dient de betreffende speler het veld te verlaten. b. De onderarms gespeelde bal moet met twee armen gespeeld worden. Is dit niet het geval dan dient de betreffende speler het veld te verlaten. c. Wanneer een speler alleen in het veld staat dan moet hij de bal voor zichzelf omhoog spelen en vangen. Het onderarms opspelen is geldig wanneer er minimaal een (volley)baldikte tussen het laagste punt van de bal en de armen van de speler zit. Is dit niet het geval dan dient de speler het veld te verlaten. d. Wanneer een speler de bal onjuist onderarms speelt (niet met twee armen en buiten bereik van teamgenoten) dan moet hij het veld verlaten. e. Wanneer een teamgenoot de onderarms gespeelde bal niet vangt, terwijl dit prima mogelijk is dan moet hij het veld verlaten. f. Een team is verplicht om twee keer te spelen (onderarms spelen en over het net gooien). Een speler mag terugkeren wanneer de bal wordt gevangen nadat deze door een teamgenoot onderarms omhoog is gespeeld of wanneer de laatst overgebleven speler de bal voor zichtzelf opspeelt en vangt. Het terugkeren moet direct na de vangbal plaatsvinden. De speler die het langst buiten het veld staat, staat het dichtst bij het net en mag als eerste in het veld terugkeren. Het over het net gooien van de bal gebeurt door middel van volleybal specifieke manieren* van gooien en vangen. Fouten die afgefloten worden zijn; a. Een bal vanuit de nek gooien b. Een bal van onder de kin wegstoten c. Het uitvoeren van een slingerworp. d. Het afvangen van de eigen onderarms gespeelde bal, indien er meerdere spelers in het veld staan

De bal moet over het net worden gegooid vanaf de plaats waar de bal gevangen is. Dit geldt zowel voor binnen al buiten de lijnen van het veld. Wanneer een speler de bal laat vallen, de bal uit gooit, uit serveert, de bal in het net gooit, de bal aanraakt voordat deze uit is of de bal onjuist onderarms speelt, moet deze speler het veld verlaten en in volgorde van verlaten naast het veld bij het net plaatsnemen. Wordt de bal door de tegenstander op de grond gegooid, dan verlaat de speler dit het dichtstbij de bal stond het veld. Als er nog maar twee spelers in het veld staan, wisselen de spelers telkens van plaats nadat de ploeg de bal over het net heeft gegooid. Puntentelling Als het veld van de tegenstanders leeg is, krijgt het team één punt. Een bal die op de lijn komt is in. Bij winst krijg het team 3 punten / bij verlies 0 punten / bij gelijk spel 1 punt Bij teams die uiteindelijk evenveel punten hebben wordt gekeken naar het aantal voor en tegen punten. En verder Je mag niet lopen met de bal. De bal mag ook tijdens het spel het net raken. De bal moet binnen de antennes gespeeld worden en mag die niet raken. In het net hangen is niet toegestaan. De speler moet in dat geval het veld verlaten. Het net licht aanraken of onder het net doorkomen is niet fout. Het spel gaat dan gewoon door. Het is echter niet de bedoeling dat je onder het net door, de tegenpartij bewust hindert. Wanneer een speler een bal weet te vangen, die al door een ander kortstondig is aangeraakt, dan mag er gewoon worden doorgespeeld Het in sprong over het net naar beneden gooien van de bal ( dunken ) is niet toegestaan. Wanneer begint een rally opnieuw (met een onderhandse services)? Een rally begint opnieuw wanneer de bal niet gevangen wordt, d.w.z. De bal is uit gegooid. Een speler heeft de bal laten vallen. De bal is in het net gegooid. De bal is in het veld van de tegenstander op de grond gegooid. Een onderarms gespeelde bal wordt door de eigen partij niet gevangen, door de verkeerde persoon gevangen of onjuist opgespeeld. De bal is in het net geserveerd. De bal is onderhands uitgeserveerd. Wanneer er in plaats van serveren wordt gegooid of andersom. Wanneer er gegooid wordt op niet volleybaleigen manieren (vanuit de nek, of met 1 arm). Wanneer er met de bal wordt gelopen. Het spel wordt direct hervat met een onderhandse opslag vanuit het veld, zo dicht mogelijk bij de plaats waar het spel eindigde. * Volleybal specifieke manieren van gooien en vangen zijn: Bovenhands; éénhandig, rechts of links gooien of stoten. Onderhands; éénhandig met gestrekte arm. Tweehandig bovenhands vanuit een kommetje boven je hoofd. Tweehandig onderhands met gestrekte armen. Achterover gooien met twee handen is ook een goede manier. Veld: Het net is 2 meter hoog en het veld 5 meter diep en 4,5 meter breed (half volleybalveld)

De regels voor groep 7 en 8 zijn (niveau 4): Begin en einde We werken met een centraal begin/eind signaal. Dit houdt in dat het eindsignaal tegelijk het beginsignaal is voor de volgende wedstrijd. Dus zorg dat je op tijd aanwezig bent bij het veld. De puntentelling die bij het eindsignaal op het bord staat is de einduitslag. Punten die in of na het eindsignaal vallen tellen dus niet meer mee. Serveren / Opslag. Bij de onderhandse of bovenhandse opslag moet de betreffende speler achter de achterlijn staan. Als een team in een ruitopstelling speelt, slaat de rechtsachter op. Bij een opstelling met 1 voorspeler en drie achterspelers, neemt de midachter de opslag voor zijn rekening. De onderhandse of bovenhandse opslag mag het net raken. De ploeg die aan de opslag komt, draait eerst 1 plaats door met de wijzers van de klok mee. Het spel De eerste bal na de service moet onderarms of bovenhands gespeeld worden naar speler nummer 2. Deze gooit op volleybalmanier * of speelt de bal naar een medespeler. Speler nummer 3 smasht, tikt (kort contact) met een of twee handen of speelt de bal onderarms direct door over het net. Er wordt dus altijd in drieën gespeeld. Het eerste en het derde balcontact mogen met zowel de onderarmse als de bovenhandse volleybaltechiek * gespeeld worden (niet vangen). Het tweede balcontact vindt altijd plaats met een verplichte vloeiende en niet-onderbroken vanggooi- of vangstootbeweging. Deze kan op vier manieren uitgevoerd worden. a. Met gestrekte armen onderarms vangen en voorwaarts gooien. b. Met gestrekte armen onderarms vangen en achterwaarts over het hoofd gooien. c. Met gestrekte armen onderarms vangen en vanuit een hoek gooien. d. Met gestrekte armen boven het hoofd vangen, inveren en uitstoten. Voorwaarts en achterwaarts. Alleen als de bal boven het hoofd gevangen wordt, mag er een bovenhandse doorlopende vang-stootbeweging plaatsvinden, anders wordt dit afgefloten. Tijdens de vanggooi- of vangstootbeweging mag de speler zich niet omdraaien. Tijdens de vanggooi- of vangstootbeweging mag de speler niet lopen met de bal. Tijdens de vanggooi- of vangstootbeweging mag de speler de bal maximaal twee seconden vasthouden (één seconde om te vangen en één seconde om te gooien). Dit om meer snelheid in het spel te houden en om de beweging vloeiend te houden. De tweede bal mag niet over het net gegooid worden De bal mag ook tijdens het spel het net raken. De bal moet binnen de antennes gespeeld worden en mag die niet raken. Na 3 achtereenvolgende opslagen door dezelfde speler wordt een plaats doorgedraaid, als het team de opslag behoudt. Puntentelling Iedere keer als er gescoord wordt levert dat een punt op, dus ook als een ploeg de opslag verovert (rallypoint). Bij winst krijg het team 3 punten / bij verlies 0 punten / bij gelijk spel 1 punt Bij teams die uiteindelijk evenveel punten hebben wordt gekeken naar het aantal voor en tegen punten

En verder Iedere ploeg heeft 4 spelers in het veld staan, een eventuele wisselspeler draait bij het verkrijgen van de opslag in. Een bal die op de lijn komt is in. Er wordt niet meer doorgedraaid door het team dat de bal over het net speelde. Smash uit stand, pushbal of smash in sprong is toegestaan. Blokkeren is niet toegestaan * Op volleybalmanier weggooien: o Op de bovenhandse manier, vanaf voorhoofd wegstoten met twee handen. o Onderhands, dus naast knie weggooien met twee handen. o Dus niet weggooien met één hand. Veld: Het net is 2,05 meter hoog en het veld 6 meter diep en 4,5 meter breed (half volleybalveld)