Jaarverslag 2008 Universiteit Maastricht



Vergelijkbare documenten
1. Algemeen beeld Inleiding Missie, visie en doelstellingen Universiteit Maastricht...5

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Understanding Society

Profielschets Rector Magnificus Universiteit Maastricht

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Universiteit Leiden. John Kroes 12 mei 2017

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Onderwijs en Kennisoverdracht

Advies Universiteit van Tilburg

Contextschets Techniek

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Ouderavond klas 6 vwo schooljaar

Verschillen tussen Economische opleidingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorlichting Econometrie & Operationele Research. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Universitaire Campus Venlo

Ouderavond klas 6 vwo schooljaar

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Arbeidsmarkt. Bedrijfskunde. Technische bedrijfskunde

7 januari Beste Collega s en studenten,

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 5 april 2002 IB/02/ april 2002

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aandacht voor jouw ambitie!

Colofon Tekst en eindredactie Bureau Strategie en Internationalisering Universiteit Maastricht. Tekstbewerking Coenegracht Tekst en Communicatie

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Protocol PDG en educatieve minor

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN:

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT

Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008).

Datum 2 april 2013 Betreft Beleidsreactie op de evaluatie van de islam- en imamopleidingen in Nederland

Samenvatting aanvraag

Overzicht Bestemmingsfondsen / Fondsen op naam 1

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Onze visie INTERNATIONALE ONDERZOEKSUNIVERSITEIT

OPLEIDINGSMANAGER MARKETING, SALES & TRADE

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Auditrapportage Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Onze visie WAT WIJ UITDRAGEN: ONZE VISIE

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES

MASTERCLASS FINANCIEEL MANAGEMENT & BEDRIJFSVOERING IN DE PUBLIEKE SECTOR

Ouderavond klas 6 vwo schooljaar

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Directeur onderwijsinstituut

JONG TALENT OP DE UNIVERSITEIT WAT DOET DE VU?

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

MASTERCLASS BELEIDSANALYSE EN BELEIDSBEOORDELING TRANSPARANTIE EN VERANTWOORDING IN DE PUBLIEKE SECTOR

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

De waarde(n) van weten

Op 7 juli 2017 wordt in Maastricht bij Zuyd Hogeschool een Confucius Instituut geopend. Het

Overzicht Bestemmingsfondsen / Fondsen op naam 1

Mekelweg 4, kamer LB CD Delft

profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht

BESTUURS- EN ORGANISATIEWETENSCHAP FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN

Eerste jaars. Bachelor. Erasmus School of Economics. Erasmus School of History, Culture and Communication. Erasmus School of Law

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

Overgangsregels Page 1

rendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies

STRATAEGOS CONSULTING

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Welkom. Alumnikringen Maastricht University

VERKORT VERKIEZINGSPROGRAMMA Leidse Universitaire Verkiezingen 21 april t/m 7 mei 2009

Bantopa Terreinverkenning

Functieprofiel Raad van Toezicht

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

MASTERCLASS DE DIGITALE OVERHEID SERVICE-INNOVATIE IN DE 21STE EEUW

De JB heeft binnen de UvA twee belangrijke partners: a. De Faculteit b. de UB

d.d. 30 juni 2011 Overzicht Bestuurlijke Informatie voor Bilateraal Overleg 2011 Faculteit Wiskunde en Informatica

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Samenvatting aanvraag

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Ouderavond vwo-6. Dinsdag 11 oktober 2016

Onderwijsinvesteringsdoelen Hogeschool Utrecht: hier kiezen wij voor

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Advies Universiteit Maastricht

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

INHOUD. Geschiedenis Missie Structuur Personeel. Onderwijs Onderzoek Internationaal Netwerk Rankings

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Vergelijking bachelor programma s Tilburg School of Economics and Management

Kader notitie Academische werkplaats

Transcriptie:

Jaarverslag 2008 Universiteit Maastricht juni 2009

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1 Missie...2 1.2 Visie...3 1.3 Strategische doelen 2010...3 1.4 Governance...5 2. Onderwijs... 6 2.1 Een aantrekkelijk onderwijsaanbod...7 2.2 Onderwijs van onderscheidende kwaliteit...7 3. Studenten...9 3.1 Excellente studenten...9 3.2 Instroom per 2010: 3.100 bachelor- en 2.750 masterstudenten... 12 4. Onderzoek...20 4.1 Versterkte nadruk op focus en kwaliteit... 20 4.2 Werving van aanvullende onderzoeksmiddelen... 25 5. Mensen en middelen...28 6. Universitaire Ontwikkeling...31 6.1 Sturingsconcept: prestatieafspraken en Balanced Scorecard... 31 6.2 Organisatie... 31 6.3 Communicatie en Marketing... 32 6.4 Tweetaligheid... 33 6.5 Samenwerking... 33 6.6 Duurzame ontwikkeling... 36 7. Kengetallen...38 8. Samenwerking met azm...44 8.1 Strategische ontwikkelingen... 44 8.2 Onderzoek... 44 8.3 Onderwijs en opleiding... 45 8.4 Financiering... 45 9. Financieel jaarverslag 2008...46 10. Jaarrekening 2008...56 10.1 Accountantsverklaring... 90 11. Verslag Raad van Toezicht...92 12. Beloningsbeleid CvB en vergoedingen voor Raad van Toezicht...94 13. Afkortingenlijst...96 1

1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag over 2008 van de Universiteit Maastricht. In het jaar 2008 is een vervolg gegeven aan de realisatie van de doelen uit het Strategisch Programma 2007-2010. In september 2006 heeft de Universiteit Maastricht een breed gedragen strategisch programma voor de periode 2007-2010 gepresenteerd, met de titel In het teken van talent. De strategische agenda die hieruit voortgekomen is, vormde de basis voor de activiteiten in 2008. Het strategisch programma is het antwoord van de universiteit op de huidige en toekomstige uitdagingen vanuit de internationale samenleving. De Universiteit Maastricht neemt met de in het programma uitgezette koers haar verantwoordelijkheid om onderwijs en onderzoek optimaal ter beschikking te stellen aan haar omgeving - een omgeving waarin het hoger onderwijs steeds concurrerender en internationaler wordt. De strategie van de UM is gericht op het stimuleren van excellentie en talent. Aangezien de planperiode van In het teken van talent de jaren 2007 tot en met 2010 beslaat, is 2008 het tweede jaar geweest waarin gewerkt werd met het strategisch programma. De in 2007 gestarte projecten zijn gecontinueerd, en daarnaast is een aantal nieuwe projecten, voortvloeiend uit het strategisch programma gestart. De in het document verwoorde strategische doelen In het teken van talent vormen, evenals vorig jaar, de rode draad voor dit jaarverslag. In de volgende paragrafen wordt daarom kort ingegaan op de missie, visie en strategische koers zoals geschetst in In het teken van talent. Enerzijds zijn de strategische doelen en keuzes voor de komende jaren een leidraad geweest voor de werkzaamheden in 2008. Anderzijds vormt het strategisch programma het kader voor de werkzaamheden van de universiteit voor de komende jaren. Om de aansluiting van het jaarverslag bij het strategisch programma zo groot mogelijk te maken, is het opgebouwd langs de vijf inhoudelijke hoofdlijnen van het strategisch programma: Onderwijs, Studenten, Onderzoek en Kennisvalorisatie, Mensen en Middelen, en Universitaire Ontwikkeling. Op deze manier wordt een heldere toetsing van de realisatie van de voornemens uit het strategisch programma mogelijk. Het jaarverslag gaat in ieder hoofdstuk eerst in op de realisatie van de voor het betreffende onderdeel gestelde doelen. Daarna wordt ingegaan op de stand van zaken van de acties, projecten en programma s die in gang zijn gezet om de realisatie van die doelen dichterbij te brengen (zie 1.3). 1.1 Missie Het opstellen van het strategisch programma 2007-2010 heeft onder meer geleid tot een herijking van de missie van de UM, die in 2006 in enigszins aangepaste vorm opnieuw is vastgesteld. De missie van de UM, zoals verwoord in het nieuwe strategisch programma, luidt: De Universiteit Maastricht is een internationaal georiënteerde universiteit die kiest voor: een onderscheidend onderwijsaanbod van Europese topkwaliteit hoogstaand onderzoek rond geselecteerde thema s actieve samenwerking met bedrijven en instellingen bijdrage aan de ontwikkeling van de(eu)regio, waarvan Limburg deel uitmaakt. 2

1.2 Visie In het strategisch programma heeft de UM gekozen voor een koers die berust op de verantwoordelijkheid die de universiteit krachtens de haar toegewezen taken voelt voor de Nederlandse en Europese gemeenschap. Kennis is een van de belangrijkste grondstoffen van de Nederlandse en Europese samenleving. Door het afleveren van hoger opgeleiden, het bieden van arbeidsplaatsen, het ontwikkelen van nieuwe inzichten en het creëren van bedrijvigheid draagt de UM bij aan de verdere ontwikkeling van de Nederlandse en Euregionale kenniseconomie, en aan de realisatie van werkgelegenheid in Limburg. Op die manier investeert de UM in de realisatie van de maatschappelijke doelstellingen van de Nederlandse samenleving. Door haar internationale studentenpopulatie, de internationale thematiek van haar opleidingen en onderzoek en haar vele internationale samenwerkingsverbanden werkt de UM mee aan de verwezenlijking van een Europa, dat zich kan meten met de sterkste kenniseconomieën ter wereld. De UM brengt studenten van binnen en buiten de EU in aanraking met het onderwijs en onderzoek van de UM, werkt samen met buitenlandse universiteiten en zet haar onderwijsconcept in bij de opbouw van universiteiten in ontwikkelingslanden. Zo snijdt het mes aan twee kanten: een kwaliteitsimpuls naar binnen en een maatschappelijke bijdrage naar buiten. In een sterk globaliserende samenleving die steeds competitiever wordt, zijn communicatie, samenwerking, besef van sociale verhoudingen en maatschappelijke verantwoordelijkheid belangrijke bindmiddelen. De UM maakt zich daar in haar onderwijs sterk voor. De universiteit streeft ernaar om globalisering en de gevolgen ervan waar relevant te onderzoeken en in het onderwijs aan de orde te stellen. 1.3 Strategische doelen 2010 In 2007 is de UM van start gegaan met de gemaakte en geprioriteerde strategische keuzes. Afgelopen jaar is aan de hand van een aantal concrete doelen en activiteiten gewerkt aan de ambities van het strategische programma 2007-2010: In 2010 blijkt uit externe beoordelingen dat alle opleidingen van de Universiteit Maastricht de vaste plek in de Nederlandse top-3 behouden hebben en aantoonbaar behoren tot de Europese top-10. Om dit doel te realiseren legt de universiteit de nadruk enerzijds op een aantrekkelijk onderwijsaanbod en anderzijds op een uitmuntende onderwijskwaliteit tezamen met een onderscheidend onderwijsconcept. De UM zal in de periode 2007 2010 onder meer: - portfoliomanagement voor het totale opleidingenaanbod invoeren. Op die manier kan de universiteit bij het maken van keuzes optimaal het totale UM-profiel bewaken en de aantrekkelijkheid van het onderwijsaanbod waarborgen; - universiteitsbreed nieuwe aantrekkelijke elementen in de curricula aanbrengen en de mogelijkheden voor interfacultair keuzeonderwijs verbeteren; - het Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) doorontwikkelen, onder meer om in te spelen op de veranderende samenstelling van de studentenpopulatie, technologische ontwikkelingen en nieuwe inzichten in leren; - de mogelijkheden van prestatiebekostiging in het onderwijs onderzoeken. 3

Excellent onderwijs vraagt om excellente studenten. De UM wil een studentenpubliek dat bij de universiteit past en ontwikkelt een HRM-beleid voor studenten. Dit beleid omvat onder meer: - toelating van studenten waarin zelf-selectie van studenten wordt geëntameerd als onderdeel van een proces dat is gericht op de beste matching tussen student en opleiding; - een universiteitsbrede invoering van het bindend studieadvies; - extra uitdagingen en beloningen voor studenten die goed presteren; - het gratis laten studeren van de top-3% van de studenten door hen op basis van resultaten een beurs te verstrekken ter hoogte van het door hen betaalde collegegeld; - scouting van wetenschappelijk talent onder studenten en het bieden van een omgeving waarin het talent zich kan ontwikkelen in wetenschappelijk onderwijs en onderzoek; - career services om studenten te ondersteunen bij hun intrede op de arbeidsmarkt. In 2010 heeft de universiteit een instroom van 3.100 bachelorstudenten (in 2005 waren dat er 2.650) en 2.750 masterstudenten. Net als in 2005 komt 30 procent van de bachelors uit het buitenland. Het percentage masterstudenten afkomstig uit andere EU-landen is gestegen naar 35 procent en het percentage van buiten de EU naar 15 procent. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007 2010 onder meer: - intensief studenten werven en zorgen voor een goed studentenbeleid; - bruggenhoofden in binnen- en buitenland op- en uitbouwen. In 2010 is het onderzoek van de Universiteit Maastricht in de breedte van goede kwaliteit en behoort het op geselecteerde terreinen tot de top-5 van Europa. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007 2010 onder meer: - portfoliomanagement in het onderzoek introduceren. In 2010 hebben alle faculteiten vier tot vijf geprioriteerde onderzoekslijnen. Deze lijnen passen binnen de UM-breed gedefinieerde invalshoeken: life sciences, governance en innovatie; - een gedifferentieerd carrièrepad voor wetenschappelijk medewerkers uitwerken; - starten met strategisch leerstoelbeleid; - het promotiestelsel verbeteren. Het aantal promoties stijgt van zo n 140 in 2005 naar 200 in 2010. In 2010 is het landelijke aandeel in tweede geldstroomprojecten gestegen van 3 naar 6 procent. Het derde geldstroomonderzoek is toegenomen met 60 procent. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007 2010 onder meer: - het indienen van projecten stimuleren door incentives en ondersteuning voor wetenschappers; - meedingen naar vormen van (mede-)financiering door derden van grootschalige innovatieve projecten en programma s, zoals de technologische en maatschappelijke topinstituten, de smart mix en de besteding van de gelden uit het Fonds Economische Structuurversterking; - bedrijvigheid en ondernemerschap stimuleren. In 2010 zijn de slagkracht van de beheerorganisatie en de bedrijfsvoering vergroot en zijn tevens substantiële middelen vrijgemaakt voor onderwijs en onderzoek. Om dit te bereiken is een start gemaakt met het programma Stroomlijning UM. Behalve de verbetering van ondersteunende processen en voorzieningen krijgt het programma als uitdrukkelijke doelstelling mee: geld vrijmaken voor het primaire proces. De universiteit stemt haar bestuur en organisatie af op de doelen van het strategisch programma. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007 2010 onder meer: - zich ontwikkelen tot een volledig tweetalige universiteit (Engels-Nederlands); 4

- een gericht HRM-beleid voeren: zo zal de UM het aandeel vrouwelijke hoogleraren doen stijgen naar 20% in 2010 en werkt de universiteit een gedifferentieerd carrièrepad uit voor wetenschappelijk medewerkers (onderwijs/onderzoekscarrière); - samenwerken met andere organisaties en instellingen op (inter)nationaal en Euregionaal niveau. 1.4 Governance Op 1 januari 2007 is de Code Goed Bestuur voor de Nederlandse universiteiten in werking getreden. De Code Goed Bestuur is een gemeenschappelijk product van de Nederlandse universiteiten en geeft een visie op de maatschappelijke positie van de Nederlandse universiteiten en regelt de beginselen van bestuur, toezicht, financieel beheer en maatschappelijke verantwoording. De Code bouwt voort op bestaande codes, zoals de Code Tabaksblatt en schetst kaders voor het besturen van de universiteit en de verantwoording die daarover dient te worden afgelegd. Ook in 2008 committeert de UM zich aan de Code Goed Bestuur voor de Nederlandse universiteiten. Middels dit jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over bestuur en beheer. Een separaat hoofdstuk is gewijd aan het beloningsbeleid van het College van Bestuur en vergoedingen voor de Raad van Toezicht, die in de Code Goed Bestuur nadrukkelijk aan de orde komen. De profielschets van de Raad van Toezicht wordt middels de website van de universiteit openbaar gemaakt. Ten slotte heeft de Raad van Toezicht een verslag opgesteld waarin onder meer de samenstelling en werkzaamheden aan de orde komen; zie hiervoor het verslag van de Raad van Toezicht verderop in dit jaarverslag. 5

2. Onderwijs De UM biedt een aantal unieke bachelor-, master- en PhD-opleidingen aan de meest internationale studentenpopulatie van Nederland. De opleidingen zijn veelal Engelstalig en hebben veelal een internationaal of Europees vertrekpunt. UM-studenten benaderen grensoverschrijdende vraagstukken vanuit een breed, internationaal perspectief en lossen problemen op vanuit verschillende dimensies. Het wetenschappelijk onderzoek van de universiteit vormt daarbij een onmisbare bron van kennis. Het onderwijs aan de UM scoort hoog op rankings van zowel studenten als onderwijsinstanties en de overheid, mede dankzij het PGO, waarvan de UM de Europese grondlegger is. Via deze onderwijsmethodiek doen studenten niet alleen essentiële kennis op, maar ook waardevolle vaardigheden die hen in staat stellen na hun afstuderen in zeer korte tijd volwaardig mee te draaien op de arbeidsmarkt. Zo stoomt de UM professionals klaar voor de internationale arbeidsmarkt, waarin ontwikkelingen zelden meer gebonden zijn aan grenzen of nationaliteiten. Ten aanzien van onderwijs stelt de UM zich in haar Strategisch Programma het volgende doel: De UM heeft zich in het strategisch programma ten doel gesteld dat alle opleidingen een vaste plek in de Nederlandse top-3 behouden en aantoonbaar behoren tot de Europese top-10. Om dit doel te realiseren legt de universiteit de nadruk enerzijds op een aantrekkelijk onderwijsaanbod en anderzijds op een uitmuntende onderwijskwaliteit tezamen met een onderscheidend onderwijsconcept. In 2008 blijft de UM hoog scoren in de Keuzegids hoger onderwijs. Zes opleidingen komen in de vergelijking met andere relevante opleidingen als nummer 1 uit de bus. Vijf opleidingen bezetten een tweede plaats, één een derde. Drie opleidingen scoren buiten de top-3, waarvan er twee een vierde plaats bezetten. Volgens de studentenoordelen zoals gepresenteerd in de thema-uitgave studeren van de Elsevier bezetten vier UM-opleidingen een eerste plaats, één een tweede en twee een derde. Geen van de gerankte UM-opleidingen scoort buiten de top-3. Volgens de ondervraagde hoogleraren scoren vier opleidingen in de top-3 en twee daarbuiten. Naar aanleiding van een analyse van de rankings wordt in 2009 een aantal verbeteracties uitgezet. Na de bacheloropleiding Psychologie zijn in 2008 ook de opleidingen Economics, International Business en European Studies opgenomen in de ranking van het Centrum für Hochschulentwicklung (CHE). De opleidingen eindigen op een groot aantal belangrijke facetten waaronder het totaaloordeel van studenten over de opleiding in de topgroep. Het masterprogramma International Business bezet in de ranking van de Financial Times een 25 ste plaats. In de Times World University ranking bezet de UM net als in 2007 een 111e plaats. Studenten van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid waren succesvol in verschillende nationale en internationale pleitwedstrijden. Zo vertegenwoordigde een Maastrichts koppel Nederland na het winnen van de nationale voorronde in de International Client Counseling Competition in Bangalore, wist het pleitgenootschap Gaius voor de derde keer in vijf jaar de eerste prijs binnen te halen bij de Nationale Pleitmarathon en zag een team van Maastrichtse fiscalisten zich beoordeeld als beste mondeling pleitteam in de European and International Tax law Competition. 6

2.1 Een aantrekkelijk onderwijsaanbod Portfoliomanagement Als uitvloeisel van het innovatiemodel dat binnen de UM wordt gehanteerd voor haar opleidingenaanbod is in 2008 een nieuwe research master in Metabolism and Nutrition van start gegaan. Daarnaast is een substantieel aantal voorstellen voor nieuwe opleidingen na een intern toetsingsproces ter goedkeuring voorgelegd aan de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie. Het betreft masteropleidingen in Artistic Research, Forensic Psychology, Sustainable Development, Health Food Innovation Management (lokatie Venlo) en een research master in European Studies. De nieuwe masteropleiding Global Supply Chain Management and Change (eveneens lokatie Venlo) is geaccordeerd door de NVAO en is ter goedkeuring doorgeleid naar het ministerie van OC&W. In september startte een nieuwe track Marketing-Finance binnen de master International Business, een nieuwe track Banking binnen de master Financial Economics en een nieuwe track Actuarial Sciences binnen de master Econometrics and Operations Research. Deze laatste track is recent erkend door het Actuarieel Genootschap. De UM Business School startte in 2008 met een Engelstalig modulair MBA programma. Verder is in 2008 de juridische bacheloropleiding van de Universiteit Hasselt van start gegaan. Deze opleiding, waaraan vanuit de Maastrichtse faculteit der Rechtsgeleerdheid een prominente bijdrage wordt geleverd, kende in haar eerste bestaansjaar een instroom van 250 studenten. Aantrekkelijke curricula De UM heeft zich ten doel gesteld universiteitsbreed elementen in de curricula aan te brengen die de aantrekkingskracht van de UM-opleidingen vergroten en tegelijkertijd bijdragen aan het onderscheidend vermogen van het onderwijs aan de Universiteit Maastricht. De universiteit wil het volgen van interfacultair keuzeonderwijs vergemakkelijken. In de planperiode van het strategisch programma werkt de UM aan het wegnemen van mogelijke belemmeringen. In aanvulling op de bestaande vaak faculteitsgebonden minors ontwikkelt de universiteit interfacultaire minors waarin studenten kennis kunnen maken met gebiedsoverstijgende thema s. In 2008 is de ontwikkeling van deze minors ter hand genomen met als doel dat met ingang van september 2009 elke faculteit tenminste twee minors aanbiedt aan studenten van andere faculteiten. Voor talentvolle studenten bestaat er binnen elke faculteit een honours programma. In paragraaf 3.1 wordt hierover meer informatie gegeven. In deze paragraaf wordt ook nader ingegaan op het project onderzoekgestuurd leren waarmee de UM de samenhang tussen onderwijs en onderzoek nieuw gestalte wil geven in het kader van talentontwikkeling van excellente studenten. 2.2 Onderwijs van onderscheidende kwaliteit Onderwijsprofiel De Universiteit Maastricht kiest onverkort voor PGO als hét onderwijsmodel voor de toekomst, voor PGO als onderscheidend handelsmerk van de universiteit. Het structureel bijhouden en vernieuwen van het onderwijsprofiel is daarom van groot belang: de universiteit wil open blijven staan voor nieuwe manieren van leren. Op geleide van het Strategisch Programma 2007-2010 zijn thema s geïdentificeerd in het kader van onderwijsvernieuwing en e-learning die bijdragen aan de doorontwikkeling van het PGO en die in 7

aanmerking komen om in projectvorm verder te worden uitgewerkt. Hiervoor zijn meerjarig middelen gereserveerd. In 2008 zijn binnen een daartoe ingestelde taskforce verschillende e-learning projecten besproken en opgepakt. Onder toezicht van de Onderwijsadviesraad zijn in 2008 diverse onderwijsthema s besproken en opgepakt. Zo is er een seminar georganiseerd over toetsing in een PGO context en is er verder invulling gegeven aan het thema Werken en Leren. Voorts zijn diverse e-learning projecten opgestart en de Research Based Bachelor (SIRIUS) van start gegaan. In december is het University College Maastricht gastheer geweest van de jaarconferentie studiesucces de kunst van het veranderen van de VSNU. Tijdens deze conferentie is op een interactieve manier kennis uitgewisseld en zijn ervaringen gedeeld met betrekking tot projecten gericht op het vergroten van studiesucces in de bachelorfase. Kwaliteitszorg In het kader van het OKE (Onderwijs Kwaliteits Evaluatie) project zijn in 2008 verdere stappen gezet om de in het kader van onderwijskwaliteitszorg relevante gegevens voor betrokkenen eenvoudig toegankelijk te maken. In 2009 zal hier een vervolg aan worden gegeven met gebruikmaking van Business Intelligence software. Binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid heeft in 2008 een majeure onderwijsherziening plaatsgevonden. In deze herijkingoperatie is getracht de inhoudelijke samenhang van programma's en onderlinge aansluiting van blokken daarbinnen te verbeteren en tegelijkertijd het aantal blokken zodanig te verminderen dat de onderwijsbegroting beheersbaar zou worden. Tevens is bij de herijking het vaardighedenonderwijs in de bachelorprogramma's kritisch onder de loep genomen. Binnen het University College is het curriculum committee gestart met een proces van stroomlijning en uitbouw van de cursuscatalogus binnen de huidige concentrations. Voor de komende jaren wordt verder in lijn met het kwaliteitsplan uitbouw op het terrein van de kunsten (muziek en theater) en maatschappelijk georiënteerde stages beoogd. Accreditatie Voor de bacheloropleidingen Psychologie en Kennistechnologie is in 2008 een nieuwe NVAO accreditatie verworven. Hetzelfde geldt voor de masteropleidingen Psychology en Mental Health. Ook is er een aantal postinitiële masteropleidingen geaccrediteerd. Het betreft masters in Affective Neuroscience, Health Professions Education en Public Health for Professionals. Met de accreditatie van laatstgenoemde opleidingen zijn alle bachelor- en masterprogramma s die aan de UM worden aangeboden geaccrediteerd. De Faculteit der Economie en Bedrijfskunde is in 2008 geheraccrediteerd door de EFMD; daarmee heeft de faculteit haar EQUIS-accreditatie verlengd. 8

3. Studenten Bij het realiseren van een universiteit met excellent onderwijs en onderzoek, ligt er voor de UM de uitdaging om zowel voor de bachelor- als voor de masterfase voldoende studenten te werven en er tegelijkertijd voor te zorgen dat die studenten van goede kwaliteit zijn. Hun actieve bijdrage, die het onderwijssysteem van de UM vereist, bepaalt immers in hoge mate de kwaliteit van het onderwijs. Daartoe zijn de volgende twee strategische doelen geformuleerd: 1. Excellent onderwijs vraagt om excellente studenten. De UM wil een studentenpubliek dat bij de universiteit past en ontwikkelt een HRM-beleid voor studenten. 2. In 2010 heeft de universiteit een instroom van 3.100 bachelorstudenten (in 2005 waren dat er 2.650) en 2.750 masterstudenten. Net als in 2005 komt 30 procent van de bachelors uit het buitenland. Het percentage masterstudenten afkomstig uit andere EU-landen is gestegen naar 35 procent en het percentage van buiten de EU naar 15 procent. Onderstaand zal per doel de stand van zaken worden aangegeven en wordt er inzicht verschaft in de activiteiten die in 2008 zijn ontplooid of voortgezet om deze doelstellingen te bereiken. 3.1 Excellente studenten HRM-voor studenten Excellent onderwijs vraagt om excellente studenten. Daarom wil de UM een studentenpubliek dat bij de universiteit past en ontwikkelt de universiteit een HRM-beleid voor studenten, gericht op in-, door- en uitstroom. Instroom: selectie en matching, numerus fixus In het kader van een sterk studentenbeleid, dat tot doel heeft studenten tijdens de individuele leerweg optimaal te ondersteunen en begeleiden, kiest de UM in haar strategisch programma 2007-2010 voor een selectieve toelating van studenten, gericht op matching tussen student en opleiding. Selectie en matching leiden er naar verwachting toe dat de kwaliteit van de studentenpopulatie toeneemt, de kosten dalen door lagere uitval en dat de aantrekkingskracht op (top)studenten die kwaliteit en uitdaging zoeken, groter wordt. In 2007 heeft het CvB besloten om sterk in te zetten op de ontwikkeling van UM-beleid en instrumentarium gericht op selectie en matching. Er is geld vrijgemaakt voor een vijftal projecten binnen de FdR, FdEWB, FdCMW, FdP en FHML. Het betreft projecten die in de pilotfase gericht zijn op implementatie binnen de eigen faculteit, maar waar in de vervolgfase gekeken wordt naar een universiteitsbrede uitrol van de instrumenten. In 2008 heeft de pilotfase van de projecten plaatsgevonden. De projecten zijn van start gegaan, er heeft dataverzameling plaatsgevonden en een eerste analyse van de beschikbare gegevens. In 2009 zullen de projecten verder gestalte krijgen en overgaan naar fase twee waarin wordt gestart met de universiteitsbrede uitrol van de instrumenten. In 2008 kozen de bacheloropleidingen Geneeskunde en International Business voor een numerus fixus, waarbij International Business tevens een decentrale selectieprocedure heeft ingesteld voor 50 procent van haar beschikbare plaatsen. Naast fixus-opleidingen in de bachelorfase is bij een aantal masteropleidingen bewust gekozen voor het instellen van een capaciteitsfixus. De ingestelde capaciteitsfixus voor een doorstroommaster geldt uiteraard niet voor doorstroom bachelorstudenten. In 2008 is door de FdCMW en FdR een wijziging van de hoogte van de capaciteitsfixus van een aantal 9

masters aangevraagd en goedgekeurd. De gewijzigde capaciteitsfixi zullen met ingang van het academisch jaar 2009-2010 tot uitvoering worden gebracht. In 2008 kenden in totaal 11 masteropleidingen binnen 3 faculteiten (FdP, FdR en FdCMW) een capaciteitsfixus; de maximale vastgestelde capaciteitsfixus varieert van 25 tot 60 studieplaatsen. Doorstroom: universiteitsbreed BSA Selectie en matching worden door de UM gekoppeld aan een universiteitsbreed bindend studie advies (BSA). Sinds enige jaren werken verschillende faculteiten van de UM met een BSA voor de bachelorfase. In 2008 heeft het CvB het verzoek van de FdCMW om met ingang van het academisch jaar 2009/2010 een BSA in te voeren voor de opleiding Cultuurwetenschappen/Arts and Culture, ingewilligd. In 2008 kenden in totaal negen bacheloropleidingen binnen vier faculteiten (FdR, FdEWB, FdCMW en FHS) een BSA. 475 studenten hebben in het academisch jaar 2007-2008 een negatief BSA gekregen. De komende jaren wordt aandacht besteed aan de uitrol van BSA bij de resterende faculteiten. Uitstroom: Career Services De arbeidsmarkt wordt steeds internationaler en stelt steeds hogere eisen. Om de studenten in een vroeg stadium in aanraking te laten komen met en te begeleiden naar deze arbeidsmarkt, heeft de UM de faciliteit Career Services ontwikkeld. Er wordt op een proactieve manier aan alle studenten van de UM educatie, informatie, advies en begeleiding gegeven, gericht op hun (internationale) loopbaan. Verder fungeert Career Services als een breed platform, waarin contacten worden gelegd en samengewerkt kan worden met zowel interne (faculteiten, alumni, studieverenigingen) als externe partijen (nationale en internationale bedrijven, recruitment bureaus). Sinds het opzetten van de Career Services is het aantal activiteiten en het aantal studenten dat gebruikt maakt van de gerelateerde dienstverlening sterk gestegen. De activiteiten van Career Services betreffen onder andere individuele begeleiding van studenten (bijvoorbeeld Quick Career Advice), het Career and Information Centre (virtueel en hardcopy informatiecentrum), workshops en trainingen, het leveren van een bijdrage aan andere carrière-evenementen (alumni-lezingen, activiteiten van faculteiten en studieverenigingen), het opbouwen van interne en externe netwerken en de op- en uitbouw van de website Career Services die bedrijven en studenten van informatie en verdere resources voorziet. De Quick Career Service is in 2008 steeds meer een begrip geworden onder studenten. Er is hard gewerkt aan een meer uitgebreid en samenhangend workshopaanbod, dat zoveel mogelijk tweetalig is. De PR-richting studenten is verder uitgebreid en er is vanuit Career Services een actieve bijdrage geleverd aan career events vanuit studieverenigingen en faculteiten (o.a. European Career Days i.s.m. Concordantia, FdR en FdCMW). Tevens is gestart met een UM Career Services vacancy database, met daarin stages/internships, student jobs, vrijwilligerswerk en startersvacatures. De komende jaren zal de uitdaging voor Career Services zijn gelegen in het bereiken en het bewerken van de arbeidsmarkt. Dit zal een zeer arbeids- en tijdsintensief traject zijn met veel potentieel. Een juiste afstemming tussen, wensen, doelen en beschikbare capaciteit en middelen is hierin onontbeerlijk. Extra uitdagen en belonen van studenten die goed presteren De excellente student speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van excellentie binnen zowel het onderwijs als het onderzoek. Het beleid van de UM is er op gericht om talent te scouten, optimaal te laten ontwikkelen te koesteren en te behouden. 10

Honours programma s De Honours programma s ten behoeve van talentvolle studenten, zijn gericht op het verbreden en verdiepen van kennis en inzicht. Ze bereiden talentvolle studenten voor op een onderzoekscarrière, internationale carrière of bijvoorbeeld, bij FHML, op een klinische carrière. Daarnaast verhogen ze hun kansen op de arbeidsmarkt. Elke faculteit biedt één of meerdere Honours programma s aan. Het UCM vervult daarnaast als Universitair Honours College een speciale rol. Dit Engelstalige bachelorprogramma biedt gemotiveerde en talentvolle studenten de mogelijkheid hun kennis maximaal te ontwikkelen en kent een speciale aanmeldingsprocedure. UM-Beurzenprogramma Voor het academisch jaar 2008-2009 zijn naast externe beursprogramma s, zoals het Huygens Scholarship Programme, wederom beurzen verstrekt uit het UM-Beurzenfonds. Het gaat dan om de UM High Potential Scholarships en de UM-Bedrijfsbeurzen en de Agent Scholarships. De bedrijfsbeurzen werden mogelijk gemaakt door APG, Sabic Europe, ING Bank, Belden, Océ, en Strouven. In totaal werd aan maar liefst 64 studenten een beurs toegekend. Om de hoeveelheid beschikbare middelen voor beurzen te vergroten, zal de UM in samenwerking met het Universiteitsfonds Limburg de fondsenwerving zo veel mogelijk verder uitbouwen en beheren. Het gaat daarbij om de werving van vooral private middelen in de vorm van bijdragen van bedrijven, alumni en andere (vermogende) particulieren en stichtingen. Ten bate van de fondsenwerving voor beurzen zijn diverse programma s ontwikkeld, zoals het project 50 Friends make the difference. Ook hebben in 2008 30 studenten en young professionals uit met name Midden- en Oost Europa een beurs gekregen, gefinancierd vanuit de subsidie die is toegekend aan de UM in het kader van het MTEC/MATRA-programma. Top-3% regeling In aanvulling op de beurzen die de UM verstrekt aan talentvolle studenten die een master aan de UM willen volgen, zoals de High Potential beurzen, is in 2008 voor het eerst uitvoering gegeven aan het in 2007 ontwikkelde beleid om de top-3% van de bachelor en master studenten in ieder studiejaar gratis te laten studeren door hen achteraf een beurs te verstrekken ter hoogte van het door hen betaalde collegegeld. In 2007 zijn de kaders van de top-3% regeling opgesteld en goedgekeurd. Met ingang van het academisch jaar 2007-2008 kwamen eerstejaars studenten, dat wil zeggen studenten die dat jaar gestart zijn met een Ba- of Ma-opleiding, in aanmerking voor een top-3% beurs of prijs ter hoogte van het door hen betaalde collegegeld. De komende academische jaren zal een getrapte invoering van de regeling plaatsvinden en de top-3% selectieprocedure zal jaarlijks worden geëvalueerd. Voor aanvang van het studiejaar wordt de selectieprocedure bekend gemaakt aan studenten, opdat zij op de hoogte zijn van de voorwaarden en criteria. Op 30 oktober 2008 zijn de eerste certificaten uitgereikt aan 139 studenten afkomstig uit Duitsland, Nederland, België, China, Denemarken, Finland, Hongarije, Italië, Kroatië, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Rusland en de VS. Onderzoekgestuurd Leren Ter stimulering van excellentie in het hoger onderwijs heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Sirius-programma ontwikkeld. In het kader van dit programma heeft de UM in 2008 de activiteit onderzoekgestuurd leren en hieraan gekoppeld de incentiveregeling onderzoeksgerelateerd studentenbudget voorgedragen voor subsidie. Met onderzoekgestuurd leren wil de UM de samenhang tussen onderwijs en onderzoek nieuw gestalte geven in het kader van de binding met excellente studenten. Het gaat om een overkoepelend programma waarin verschillende excellentiebevorderende instrumenten zijn verweven, met als kernpunten; onderzoeksoriëntatie en interdisciplinariteit in een maatschappelijke context. Er zijn twee clusters van activiteiten voorgedragen: een universiteitsbreed 11

programma en een specifiek programma bij het University College Maastricht (UCM) en hieraan gekoppeld een onderzoeksgeoriënteerde incentiveregeling. In oktober 2008 heeft OCW de UM-subsidieaanvraag goedgekeurd. Het betreft een vierjarig programma waarvoor de UM maximaal 50% van de verwachte kosten van M 4 krijgt vergoed. Het resterende deel wordt gematched door de UM. Daarvoor is in de periode 2009-2012 jaarlijks k 500 gereserveerd. Het pilotproject PEERS loopt al bij het University College Maastricht. De onderzoekgestuurde lerenprojecten bij de andere faculteiten gaan in 2009 van start. Goede opvang en service: Student Services en klantgericht informatie voor studiekiezers en studenten De UM hecht veel waarde aan de verbetering van de service en informatievoorziening voor studenten en de persoonlijke begeleiding van studenten. De verwachtingen van de studenten ten aanzien van de studentgerelateerde dienstverlening groeien en er is een trend waarneembaar waarbij de student zich meer en meer als klant opstelt. Ze stellen hoge eisen aan de infrastructuur van hun universiteit, met name aan studieplekken, de universiteitsbibliotheek, IT-faciliteiten en aan huisvestings- en sportfaciliteiten. De UM probeert hieraan tegemoet te komen door de inrichting van een nieuwe campus die kan voorzien in kwalitatief goede woonruimte en in goede indoor-sportvoorzieningen en door het verbeteren van de student services en informatievoorziening. In 2008 is de in 2007 opgestarte inventarisatie van geleverde studentdiensten en de kwaliteit van deze dienstverlening afgerond en heeft er ten aanzien van de volgende vijf diensten een verdiepend onderzoek en evaluatie plaatsgevonden: 1) studentenhuisvesting, 2) talencursussen, 3) beurzenbeleid, 4) arbeidsmarktvoorbereiding en 5) de VISA-procedure en procedure voor het aanvragen van een bankrekeningnummer. De complexiteit van de informatievoorziening is mede door de overgang naar de bama-structuur en de verdere internationalisering, sterk toegenomen. Meer dan tevoren dienen de studiekiezer en de student op een overzichtelijke wijze, binnen een overzienbare termijn over kwalitatief goede en eenduidige informatie te kunnen beschikken. De informatievoorziening van de UM dient daar op te worden afgestemd. Om hier invulling aan te geven, zijn in 2008 de eerste stappen gezet om de onderwijslogistieke processen op elkaar af te stemmen binnen het zogenaamde MUSL-project. In 2008 is FdEWB als eerste faculteit overgestapt op de nieuwe manier van roosteren die zorgt voor persoonlijke roosters voor alle studenten en medewerkers. De andere faculteiten zullen begin 2009 volgen. In 2009 zal de implementatie van het grootste deel van het MUSL-project plaatsvinden. Uigebreide informatie over alle opleidingen wordt via de website op een eenvormige manier toegankelijk gemaakt. Ook krijgen de studenten online inzicht in bijvoorbeeld de status van hun toelatingsverzoeken, hun studievoortgang en hun afstudeeraanvragen. In 2009 wordt de UM-website geheel vernieuwd om beter op de informatiebehoeften te kunnen inspelen. 3.2 Instroom per 2010: 3.100 bachelor- en 2.750 masterstudenten In het strategisch programma heeft de UM zich als doel gesteld dat in 2010 de universiteit een instroom heeft van 3.100 bachelorstudenten (in 2005 waren dat er 2.650) en 2.750 masterstudenten. Net als in 2005 komt dan 30 procent van de bachelors uit het buitenland. Het percentage masterstudenten afkomstig uit andere EU-landen is gestegen naar 35 procent en het percentage van buiten de EU naar 15 procent. De instroom in 2008 bedroeg 3.305 voor de bachelorfase (van wie 45,9% afkomstig uit andere EU-landen en 1,7% uit niet EU/EEA-landen) en 1.510 voor de masterfase (van wie 34,4%, afkomstig uit andere EUlanden en 10,9% uit niet EU/EEA-landen). Dit is exclusief circa 500 voorwaardelijk toegelaten masterstudenten. 12

Aantallen studenten 5.250 5.000 4.750 4.500 4.250 4.000 3.750 3.500 3.250 3.000 2.750 2.500 2.250 2.000 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0 Instroom bachelor- en masterstudenten per faculteit (1ste jaars WO-Opleiding-Instelling) 06/07 07/08 Academisch jaar 08/09 FHML FdR FdEWB FdCMW FPN FHS/MICC FHS/UCM FHS/MGSoG De instroom per faculteit is opgenomen in Hoofdstuk 7. 08/09 1510 31% BA MA 3305 69% 07/08 1405 31% 06/07 3180 69% BA MA 1174 28% BA MA 2960 72% 13

Intensief studenten werven en zorgen voor een goed studentenbeleid Werving van studenten In 2008 is voortvarend gewerkt aan het implementeren van de ontwikkelde doellandenstrategie voor de nationale en internationale werving van studenten. De Universiteit Maastricht richt de werving op een beperkt aantal doellanden. In deze landen wordt op basis van intensieve samenwerking met partneruniversiteiten en het bedrijfsleven gewerkt wordt aan reputatieopbouw van de Universiteit Maastricht en het aantrekken van talentvolle studenten. De werving is zowel op de bachelor- en masterstudenten gericht als op PhD-kandidaten en promovendi. Het accent ligt echter op de masteropleidingen. De streefcijfers voor de bachelorfase zijn inmiddels vrijwel gerealiseerd. Een uitzondering is het aandeel studenten van buiten de EU/EEA, dat de komende jaren flink zal moeten toenemen. In de Nederlandse markt is naast toename ook een evenwichtige spreiding van de instroom vanuit de verschillende regio s een aandachtspunt. Masterwerving, gericht op een ouder en meer ervaren studentenpubliek, vraagt een heel eigen en andere aanpak dan bachelorwerving. Het beleid van de UM is erop gericht op maat de service te bieden die aankomende masterstudenten verwachten. Deze aanpak is bedoeld om te komen tot een verhouding van bachelor- en masterstudenten in de orde van grootte van 3:1, waarbij de masterfase ook nog eens een substantieel aandeel internationale studenten trekt. Het realiseren van deze ambitie vergt een grote inspanning. Ter bevordering van de instroom kiest de universiteit derhalve voor een sterk gezamenlijk beleid. De huidige doellanden zijn Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Turkije, China en India. Per doelland is een landenteam ingesteld. Daarin werken de faculteiten samen aan het ontwikkelen en uitvoeren van de wervingsstrategie, toegesneden op de sociaal economische context in het doelland en de positie van de Universiteit Maastricht in dat land. Een landenteam staat onder voorzitterschap van een senior academicus en wordt ondersteund door professionele marketingcommunicatiemedewerkers. In 2008 is ook voor Nederland een landenteam opgericht. Het Platform Werving, Toelating en Selectie is omgevormd tot Task Force Werving en Toelating en heeft voor alle doellanden en regio s marketingcommunicatieplannen laten uitwerken. In China en India zijn overeenkomsten met een selectieve groep universiteiten aangegaan. Dit heeft inmiddels de eerste resultaten opgeleverd in termen van gastdocentschappen, gezamenlijke opleidingen en onderzoekssamenwerking. In het kielzog hiervan is de belangstelling voor masteropleidingen en Phd-training aan de Universiteit Maastricht fors toegenomen. In 2008 is in Maastricht het India Instituut van start gegaan, waarin de strategische onderzoeksagenda betreffende India ontwikkeld wordt en dat fungeert als een (virtueel) centrum waarin onderzoeksactiviteiten in relatie tot India gecoördineerd worden. Daarnaast zijn de laatste voorbereidingen getroffen voor de inrichting van een kantoor van de Universiteit Maastricht te Bangalore in India. Hierin wordt het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot India gebundeld en de wetenschappelijke samenwerking tussen de verschillende partners in Nederland en in India gecoördineerd. Dit kantoor zal in 2009 officieel haar deuren openen voor Indiase studenten en partnerinstellingen en bedrijven. In Duitsland, België, Polen en het Verenigd Koninkrijk zijn presentaties gegeven op middelbare en internationale scholen; de presentaties vielen veelal samen met de deelname aan beurzen. Het opvolgen van geïnteresseerden studenten is in 2008 verder geïntensiveerd met behulp van digitale nieuwsbrieven zijn op maat per doelland en persoonlijke contacten. Binnen Europa zijn de wervingsactiviteiten in Duitsland opnieuw zeer succesvol. Het aantal Duitse studenten dat een opleiding start aan de Universiteit Maastricht neemt nog steeds toe. Ondanks het feit dat het voor buitenlandse instellingen moeilijk is in België studenten te informeren over studiemogelijkheden over de grens heeft de werving in België een extra impuls gekregen op instigatie van het België-team. Naast een groot aantal schoolbezoeken aan Franstalige en Nederlandstalige middelbare scholen, heeft dit team het algemene probleem van de erkenning van buitenlandse diploma s in België aan de orde gesteld bij de Vlaamse politiek en via de 14

officiële kanalen bij de Vlaamse minister van Onderwijs. Ten aanzien van de Vlaamse werkwijze met betrekking tot de diplomawaardering wordt op verzoek van de Universiteit Maastricht een 2009 een uitspraak van de Europese Commissie verwacht. De wervingsactiviteiten in Polen, het Verenigd Koninkrijk en Turkije zijn volgens planning verlopen. Voor de Nederlandse bachelorinstroom blijft de UM zich met haar wervingsactiviteiten, naast regionale initiatieven, tevens op andere gebieden binnen Nederland richten. Dat gebeurt o.a. door het aanbieden van gerichte voorlichting- en aansluitingsactiviteiten zowel op scholen, in het land, als aan de universiteit zelf. Denk hierbij aan de deelname aan bachelor- en masterbeurzen, het organiseren van open dagen (groot- en kleinschalig), het bezoeken en ontvangen van scholen, het aanbieden van class days en masterclasses etc. In de Nederlandse studentenwervingsmarkt is naast de bekende activiteiten - in 2008 vooral gewerkt aan de voorbereiding van een nieuwe campagne in Nederland, gericht op een versterking en verdieping van een netwerk met middelbare scholen, met een speciale focus op internationale scholen en scholen met tweetalig onderwijs. In samenspraak met deze scholen wordt een pakket ontwikkeld, waarbij scholen een beroep kunnen doen op de inhoudelijke expertise van de Universiteit Maastricht. Het betreft vakinhoudelijke, pedagogische en didactische expertise. Scholieren worden in deze campagne uitgenodigd zelf de universiteit en de stad te ontdekken binnen een studiekeuzemodule, die conform de systematiek van probleem gestuurd onderwijs is opgezet. In combinatie met de standaard activiteiten moeten deze campagne ertoe bijdragen dat in een tijd van regionalisering van de instroom aanstaande studenten uit heel Nederland richting de Universiteit Maastricht blijven komen. In aanvulling op de gemeenschappelijke werving hebben faculteiten en schools in landen die niet tot de doellanden behoren eigen wervingsactiviteiten ontplooid. Deze wervingsactiviteiten van faculteiten zijn aanvullend op de gemeenschappelijke werving en komen voort uit specifieke contacten van individuele faculteiten. Ten slotte is op initiatief van de Task Force Werving Toelating en Selectie, en in samenspraak met de faculteiten, gewerkt aan het verhelderen en harmoniseren van de toelatingseisen voor de masteropleidingen. Dit zal in 2009 resulteren tot de bijstelling van de verschillende Onderwijs en Examenregelingen op dit punt. Tevens heeft de Task Force geadviseerd tot het inrichten van een onestop-shop binnen het studenten service centrum, waar aanstaande bachelor en masterstudenten met al hun vragen over toelating en studeren aan de Universiteit Maastricht terecht kunnen. Dit advies is door het Management Team van de universiteit overgenomen. De one-stop-shop heeft per 1 januari 2009 zijn beslag gekregen. Aansluitingsactiviteiten VO-WO De aansluitingsactiviteiten zijn gericht op het aanbieden van de juiste begeleiding tijdens het studiekeuzeproces van scholieren uit het voortgezet onderwijs. Hierbij richt de UM zich zowel op de oriëntatie- als ook op de verdiepingsfase. In 2008 hebben de volgende aansluitingsactiviteiten plaats gevonden: - Doorlopende Leerlijnen Doorlopende Leerlijnen biedt leerlingen van het Stella Maris College en het Graaf Huyn College de mogelijkheid gedurende een aantal maanden onderwijsgroepen, masterclasses en/of profielwerkstukbegeleiding te volgen op de Universiteit Maastricht. In 2008 deden 150 scholieren hieraan mee. - Beta1op1 Bèta 1op1 is een project voor alle leerlingen van 5 en 6 Vwo die geïnteresseerd zijn in technische en natuurwetenschappen. Het project is een initiatief van het Platform Bèta Techniek dat vanuit OCW alle universiteiten in Nederland financieel in de gelegenheid stelt om bètagerelateerde 15

activiteiten aan te bieden. Wie deelneemt aan Bèta 1op1, krijgt de kans om kennis te maken met één van de bètaopleidingen die Universiteit Maastricht aanbiedt (Moleculaire Levenswetenschappen, Econometrie, de Sciences track bij UCM en Kennistechnologie). 115 scholieren namen deel aan bèta 1 op 1 in 2008. - Masterclasses De Masterclasses worden georganiseerd voor de extra gemotiveerde 5- en 6-vwo leerlingen die zich in de verdiepende fase van hun studiekeuzeproces bevinden. De doelstellingen van de Masterclasses zijn tweezijdig. Enerzijds is het programma erop gericht de leerlingen kennis laten maken met de Universiteit Maastricht en het Probleem Gestuurd Onderwijs, anderzijds het contact met vakdocenten van het VO verbeteren en versterken zodat er een betere VO-WO aansluiting ontstaat. In 2008 waren er 88 deelnemers. In 2008 zijn 2 activiteiten voor de eerste keer georganiseerd: - Pre University College Een pilot die in 2008 voor het eerst georganiseerd is en waarschijnlijk in 2009 weer zal plaats vinden. Doel van het project is om naast het reguliere curriculum van het voortgezet onderwijs extra uitdaging te bieden voor de meest getalenteerde 5 en 6 VWO leerlingen. Met Pre University College wordt de mogelijkheid geboden om een vak te volgen aan de universiteit net zoals een reguliere student dat doet. Aan dit project deden 3 leerlingen mee. - Tweedaags Evenement In het najaar van 2008 heeft Maastricht University twee keer kennismakingsdagen georganiseerd voor twee middelbare scholen. Maastricht University heeft een programma opgesteld waarin leerlingen uitleg kregen over het Probleem Gestuurd Onderwijs, de onderwijsmethode die wordt toegepast. Naast deze uitleg mochten leerlingen ook zelf van het onderwijs proeven, door de simulatie van onderwijsgroepen, waarin zij het middelpunt van het onderwijs waren, en het studeren in de bibliotheek. Er deden 268 scholieren mee. In het kader van Doorlopende Leerlijnen, Bèta 1 op 1 en Proefstuderen (de voormalige Masterclasses) worden ook in 2009 weer activiteiten ontplooid. Pre University College was een pilot, maar wordt hoogst waarschijnlijk 2009 ook weer uitgevoerd. Ingeschreven studenten Het aantal ingeschreven studenten is van 12.080 studenten in het academisch jaar 2007-2008 gestegen naar 13.117 studenten in het academisch jaar 2008-2009. 16

Ingeschreven studenten per faculteit 14.000 12.000 Aantal ingeschreven studenten 10.000 8.000 6.000 4.000 FHML FdR FdEWB FdCMW FPN FHS/MICC FHS/UCM FHS/MGSoG 2.000 0 06/07 07/08 08/09 Academisch jaar Bruggenhoofden in binnen- en buitenland Ten behoeve van de verdere versterking van het (internationale) profiel van de UM wordt gewerkt aan het aangaan en onderhouden van samenwerkingsverbanden in zowel binnen- als buitenland. In 2008 hebben de activiteiten zich, evenals in 2007, gericht op Saoedi-Arabië. Zoals hierboven aangehaald zijn tevens voorbereidingen getroffen voor een bruggenhoofd in India, en zijn middelen verworven voor onderzoek naar activiteiten in Oman. Dichter bij huis zijn activiteiten ontplooid richting België (Hasselt) en Nederland (Venlo). Allereerst is het programma voor instroom van Saoedi-Arabische studenten gecontinueerd. Vanaf voorjaar 2007 verzorgt UCM jaarlijks voor ca. 40 studenten uit Saoedi-Arabië een programma dat hen voorbereidt op de opleiding tot arts aan de UM. Voorts zijn voorbereidingen getroffen om het studeren aan de UM voor een derde cohort studenten mogelijk te maken. Belangrijk aandachtspunt daarbij was het voeren van overleg met de ministeries van Buitenlandse Zaken, Justitie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen alsmede de IND over de mogelijkheden van uitbreiding van verblijfsmogelijkheden voor de begeleiders van vrouwelijke studenten. De plannen om te komen tot een opleiding Verkeerskunde zijn verder uitgewerkt in het kader van de tul, het samenwerkingsverband van de UM met de UHasselt. In 2008 zijn een businessplan en een accreditatieaanvraag opgesteld. Daarnaast is de opleiding Belgisch-Nederlands Recht, die wordt verzorgd in samenwerking met de UHasselt en de Universiteit Leuven, in september 2008 van start gegaan. Samen met de Euregio en in afstemming met het HBO is in het kader van de UMVenlo gewerkt aan de ontwikkeling van masterprogramma s. Daarbij is de strategische keuze gemaakt voor twee masters: Global Supply Chain Management and Change (GSCMC) en de master Health Food Management and Innovation (HFMI) (werktitels), die naar verwachting in september 2009 van start gaan. In 2008 zijn is gewerkt aan de voorbereiding van de accreditatieaanvragen voor beide opleidingen. Er is veelvuldig 17

gesproken met (regionale) stakeholders en de Provincie Limburg en de Gemeente Venlo hebben middelen toegezegd ter financiering van de opstart van de UMVenlo. De UMVenlo zal op deze wijze haar intermediaire rol in Noord-Limburg kunnen versterken, gericht op de verankering van kennis door kennisuitwisseling tussen de UM en de regio Limburg-Noord. Voorts is zoals gesteld gewerkt aan een businessplan voor een bruggenhoofd in India. De plannen betreffen de oprichting van een India Office in Bangalore. Het Office krijgt een drieledige taak: (1) het verstrekken van informatie over de Universiteit Maastricht alsmede het faciliteren van het wervings- en toelatingsproces; (2) het aanbieden van private onderwijsprogramma s en trainingsprogramma s die voorbereiden op studeren aan de Universiteit Maastricht en (3) het initiëren van academische samenwerkingsverbanden. Als counterpart wordt in Maastricht een India Instituut opgericht, dat deskundigheid bundelt op het gebied van het hedendaagse India, georiënteerd op de gebieden Business & Management, Life Sciences, IPR,&Kennismanagement, Innovatie, Cultuur&Technologie, alsmede de zogeheten Base/Bottom of the Pyramid (BoP) strategieën. Tenslotte heeft de Universiteit Maastricht eind 2008 een subsidie verworven van het Ministerie van OCW voor het verrichten van een haalbaarheidsstudie naar de kansen van het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek in Oman en de verdere regio. Gezien de sterkten van het Nederlands Hoger Onderwijs en de behoeften en mogelijkheden van de regio, denken wij aan een instituut dat zich vooral profileert op het terrein van 'education and learning'. De resultaten van het onderzoek worden medio 2009 verwacht. Internationale studentenmobiliteit In het studiejaar 2007-2008 verbleven 1.449 studenten voor hun studie een periode in het buitenland. 1.600 Uitwisselingsstudenten uitgaand per faculteit 1.400 1.200 1.000 800 600 Aantal studenten FHML FdR FdEWB FdCMW FPN FHS/MICC FHS/UCM 400 200 0 05/06 06/07 07/08 In het studiejaar 2007-2008 verbleven 767 buitenlandse studenten in het kader van een uitwisselingsprogramma aan de UM. 18

900 Uitwisselingsstudenten inkomend per faculteit 800 700 600 500 400 300 Aantal studenten FHML FdR FdEWB FdCMW FPN FHS/MICC FHS/UCM 200 100 0 05/06 06/07 07/08 19