RESOC LIMBURG Streek Zuid-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

Vergelijkbare documenten
RESOC ZUID-OOST-VLAANDEREN DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

RESOC LIMBURG Streek Midden-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

RESOC LIMBURG Streek Noord-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

RESOC LIMBURG Streek West-Limburg

RESOC LIMBURG Streek Noord-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES IKV HET JAP 2011.

1. Algemene situering

NOVEMBER 2014 BAROMETER

nr. 337 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 9 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Activeringsmaatregelen 50-plussers - Stand van zaken

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

SUBREGIONALE ANALYSE VAN DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT. Departement WSE

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

nr. 349 van EMMILY TALPE datum: 13 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Taalcursussen

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

Strategisch plan

Arbeidsmarkt Limburg JUNI 2018

Arbeidsmarkt Vlaams-Brabant JUNI 2018

BAROMETER. Taalgebruik in de Vlaamse Rand

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Arbeidsmarkt Oost-Vlaanderen JUNI 2018

De arbeidsmarkt in augustus 2017

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

De arbeidsmarkt in mei 2017

nr. 421 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 maart 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Sociaal Interventiefonds - Hulp bij outplacement

Regio Maasland SITUATIE IN LIMBURG

De arbeidsmarkt in april 2017

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

De arbeidsmarkt in januari 2017

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

Demografie Midden-West-Vlaanderen

De arbeidsmarkt in februari 2017

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in juli 2014

Een socio-economische analyse

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juni juni 2016

Een socio-economische analyse

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in december 2014

Graag het absolute aantal en het groeipercentage in de periode eind mei eind mei 2017.

De arbeidsmarkt in september 2014

Een socio-economische analyse

De arbeidsmarkt in mei 2014

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)

De arbeidsmarkt in augustus 2014

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

Arbeidsmarkt SAMENVATTING werkenden, groeiend 68,5% werkzaamheidsgraad, groeiend niet-werkende werkzoekenden

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2014

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in maart 2015

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

Analyse van de tewerkstelling Zuid-West-Vlaanderen. Cijfers december 2014

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden

De arbeidsmarkt in februari 2015

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De arbeidsmarkt in april 2015

Een socio-economische analyse

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2017

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen

Voor de analyse ELEKTRO beperken we ons tot de 19 zuivere elektroberoepen zoals tijdens de vergadering op 7 juli 2015 werd vastgelegd.

De arbeidsmarkt in maart 2016

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in oktober 2016

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar

De arbeidsmarkt in februari 2016

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juli juli 2017

HERKOMSTMONITOR Arbeidsmarktpositie van personen met een buitenlandse herkomst

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

Werkloosheidsuitkeringen (WW)

De arbeidsmarkt in mei 2015

Hierdoor zullen we de instroom in dit stelsel toch als een uittrede uit de arbeidsmarkt kunnen beschouwen.

FEBRUARI 2016 BAROMETER

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De regionale impact van de economische crisis

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

Transcriptie:

RESOC LIMBURG Streek Zuid- DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012. VDAB Studiedienst 2011 10

1. DEMOGRAFIE In 2007 bedroeg de totale bevolking in 820.272 personen. 23% daarvan woont in Streek Zuid-. Totale bevolking per Streektafel Provincie - 2007 Zuid- 185.994 23% Maasland 116.328 14% West- 148.198 18% Noord- 142.836 17% Midden- 226.916 28% Het Federaal Planbureau 1 verwacht dat dit aantal in de komende jaren iets sterker gaat toenemen dan het Vlaamse gemiddelde. De grotere groei manifesteert zich echter uitsluitend bij de oudere bevolking; de leeftijdsgroepen onder de 50 jaar zullen zelfs dalen in aantal. Dit heeft uiteraard nefaste gevolgen voor het demografisch profiel. Totale bevolking Bron: Federaal Planbureau 2000-2007: vaststellingen, vanaf 2008: prognose Bron Streektafel (ST): Studiedienst van de Vlaamse Regering (eigen bewerking) Aantallen (duizenden) 2000 2007 2010 2014 2020 2030 5.940 6.117 6.231 6.389 6.587 6.785 791 820 837 859 886 907 De doorstromingscoëfficiënt (DC) van de se bevolking is de voorbije jaren in snel tempo gedaald tot onder de 100, zodat de vervanging van de potentiële beroepsbevolking niet langer gegarandeerd is. Bovendien verwacht het Planbureau dat het dalingsritme in aanzienlijk sterker zal blijven dan het Vlaamse gemiddelde. In de toekomst zal de vervanging van de arbeidskrachten in dus problematischer verlopen dan gemiddeld. In Zuid- is de vergrijzing nu al precair. De bevolking is er duidelijk sterker vergrijsd dan gemiddeld in, en zeker in. De afhankelijkheidsratio ligt voorlopig wel nog gunstiger, dus onder het Vlaamse gemiddelde. De druk van de inactieve bevolking op de werkenden zal het komende decennium verder toenemen, maar onder het Vlaamse gemiddelde blijven. 1 Het Federaal Planbureau voorziet helaas geen indeling op of afleidbaar tot Streek-niveau. 11

Doorstromingscoëfficiënt - 15-29 jaar/50-64 jaar Afhankelijkheidsratio - 0-19 jaar en 60+ t.o.v. 20-59 jaar 120 110 70 80 100 90 90 100 80 110 70 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 120 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 130 125 120 ST Maasland ST Midden- ST Noord- ST West- ST Zuid- 70 115 75 110 105 100 80 95 90 85 80 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 85 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2. ARBEIDSMARKT Bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) - 2008 Bron: Vlaamse Arbeidsrekening Werkenden NWWZ Niet-beroepsactieven Totaal werkzaamheids werkloos- aantal aantal heids aantal activiteits aantal M 1.487.847 72,3% 80.715 5,1% 489.046 76% 2.057.608 V 1.223.314 60,9% 88.136 6,7% 698.686 65% 2.010.135 T 2.711.161 66,7% 168.850 5,9% 1.187.732 71% 4.067.743 M 203.074 70,9% 10.605 5,0% 72.761 75% 286.439 V 158.860 57,2% 13.854 8,0% 104.788 62% 277.502 T 361.934 64,2% 24.459 6,3% 177.548 69% 563.941 % 13% 14% 15% 14% Streektafel Zuid- M 46.817 72,6% 2.279 4,6% 15.425 76% 64.521 V 37.595 60,2% 2.798 6,9% 22.076 65% 62.469 T 84.412 66,5% 5.076 5,7% 37.502 70% 126.990 % 23% 21% 21% 23% In 2008 had Streek Zuid- een totale bevolking op beroepsactieve leeftijd van 126.990 personen. De werkzaamheidsgraad bedraagt 66,5%. Dat is 1,2 procentpunt meer 12

dan in 2007, zodat de achterstand op het Vlaams gemiddelde verkleind tot 0,2 procentpunten en ruim boven het se gemiddelde blijft. De mannelijke werkloosheidsgraad ligt onder het Vlaamse gemiddelde, de vrouwelijke erboven. Beide zijn gunstiger dan het se gemiddelde. Het aandeel van de Zuid-ers in de werkenden van provincie is dan ook groter dan hun aandeel in de werkzoekendenpopulatie. Werkenden per Streektafel Provincie - 2008 Werkzoekenden per Streektafel Provincie - 2008 Zuid- 84.412 23% Maasland 49.711 14% Zuid- 5.076 21% Maasland 3.775 15% West- 65.156 18% Noord- 64.139 18% Midden- 98.516 27% West- 4.260 17% Noord- 3.461 14% Midden- 7.887 33% In tegenstelling de doorstromingscoëfficiënt van de totale bevolking, ligt die van de werkende beroepsbevolking in in 2007 wel nog ruim hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Maar de leeftijdsstructuur van de Zuid-se beroepsbevolking is atypisch voor. Het aandeel ouderen is relatief groot, zodat de doorstroming zelfs onder het Vlaams gemiddelde ligt. Bovendien ligt het dalingsritme in Zuid- hoger, zodat verwacht kan worden dat het verschil met nog verder zal oplopen. Doorstromingscoëfficiënt werkende beroepsbevolking - 15-29 jaar/50-64 jaar 150% 140% 130% Vlaams Gewest Provincie Streek Maasland Streek Midden- Streek Noord- Streek West- Streek Zuid- 120% 110% 100% 90% 80% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 13

Doorstromingscoëfficiënt 3. STRUCTUUR VAN DE ECONOMIE Hoe leest u onderstaande figuur? Deze figuur integreert 3 soorten gegevens (bron: Vlaamse Arbeidsrekening, eigen bewerking): 1) het aandeel van de sectoren in het totaal aantal werkenden in 2008 grootte van de cirkel en gegeven percentage 2) de gemiddelde jaarlijkse procentuele groei tussen 2006 en 2008 van het aantal werkenden binnen een sector positie op de horizontale as 3) de doorstromingscoëfficiënt (verhouding 15 tot 29-jarigen t.o.v. 50 tot 64-jarigen) per sector positie op de verticale as Zowel de gegevens van het Vlaams Gewest (transparante cirkels), als die van de Resoc (volle cirkels) zijn opgenomen. Zo is het mogelijk om het sectoraal gewicht op de tewerkstelling in te schatten, alsook de evolutie van de sector en de huidige mate van vergrijzing, en dit in vergelijking met. De assen staan op het Vlaamse gemiddelde wat betreft groei en vergrijzing van het totaal aantal werkenden. Structuur werkenden 125% 45% 100% 22% 3 tertiair 41% 75% 2 secundair 22% 31% 4 quartair 33% 50% 1,8% 1 primair 3,3% 25% -10% -8% -6% -4% -2% 0% 2% 4% Gem. groei werkenden 2006-2008 Er is enig verschil tussen het economisch weefsel in Zuid- en het Vlaamse gemiddelde. De werkgelegenheid in de primaire sector is in Zuid- veel groter dan het Vlaamse gemiddelde, dankzij de fruitsector. Toch zorgt ze maar voor 3,3% van de totale Haspengouwse tewerkstelling, die even sterk als gemiddeld daalt. 22,5% van de Zuid-se werkenden heeft een job in de secundaire sector, een aandeel vergelijkbaar met het Vlaamse gemiddelde. Zoals in heel wordt er vooral veel gewerkt in de productie van transportmiddelen, een erg conjunctuurgevoelige sector. De sector kende tussen 2006 en 2008 nog een beperkte groei, al blijft het afwachten wat de gevolgen van de recente crisis zijn. De tertiaire sector heeft een kleiner aandeel in de tewerkstelling dan gemiddeld in ; de groei was de voorbije jaren vergelijkbaar met. 14

De quartaire sector is relatief groot in Zuid-. Vooral in de Gezondheidszorg en het Openbaar bestuur werken de Zuid-ers meer dan gemiddeld. Bovendien is de tewerkstelling in deze sectoren is groeiend op lange termijn en stabiel in crisistijden, al is de vergrijzing groot in deze sector. De doorstromingscoëfficiënt ligt in alle hoofdsectoren nipt onder het Vlaamse gemiddelde. Aandeel sectoren (top-15) in de werkende bevolking: RESOC versus -40% -20% 0% +20% +40% +60% +80% +100% +120% +140% +160% 9 Vervaardiging van transportmiddelen 1 Primaire sector 23 Openbare besturen 13 Bouw 25 Gezondheidszorg 26 Maatschappelijke dienstverlening 15 Transport, logistiek en post 24 Onderw ijs 20 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 7 Metaal 14 Groot- en kleinhandel 16 Horeca en toerisme 19 Zakelijke dienstverlening 18 Financiële diensten 5 Chemie, rubber en kunststof De regionale top-15 is bijna dezelfde als de Vlaamse, al verschijnt de primaire sector erin ten nadele van de tertiaire informatica-media-telecom-sector. Werkende bevolking (2008) 0,911534313 Bron: Vlaamse Arbeidsrekening - Eigen bewerking Streek Zuid- - Top 15 en hoofdsectoren Sector Sectoromschrijving aantal werkenden aandeel tov doorstroming* 1 T 14 Groot- en kleinhandel 12.417 14,7% -5,6% 98% 2 Q 23 Openbare besturen 7.920 9,4% +22,1% 45% 3 Q 24 Onderwijs 7.065 8,4% +1,7% 67% 4 Q 26 Maatschappelijke dienstverlening 6.559 7,8% +3,6% 111% 5 S 13 Bouw 6.217 7,4% +15,1% 90% 6 T 19 Zakelijke dienstverlening 5.343 6,3% -19,4% 99% 7 Q 25 Gezondheidszorg 5.135 6,1% +10,7% 63% 8 T 15 Transport, logistiek en post 5.029 6,0% +1,8% 57% 9 T 20 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 3.372 4,0% +0,5% 403% 10 S 9 Vervaardiging van transportmiddelen 3.156 3,7% +137,8% 92% 11 T 16 Horeca en toerisme 3.061 3,6% -12,5% 125% 12 P 1 Primaire sector 2.762 3,3% +79,4% 39% 13 T 18 Financiële diensten 2.161 2,6% -21,7% 61% 14 S 7 Metaal 1.915 2,3% -3,3% 113% 15 S 5 Chemie, rubber en kunststof 1.633 1,9% -23,3% 113% Totaal 84.411 86% Primaire sector 2.762 3,3% +79,4% 39% Secundaire sector 18.978 22,5% +0,9% 93% Tertiaire sector 34.436 40,8% -9,0% 107% Quartaire sector 28.092 33,3% +7,7% 66% * doorstromingscoëfficiënt 15-29 jaar/50-64 jaar 15

De jobratio van 48,1 geeft aan dat er per 100 inwoners 19 jobs minder zijn in Zuid- dan gemiddeld in. Daarmee neemt Zuid- de voorlaatste plaats in van de 19 Vlaamse regio s. Zorgwekkend is echter dat de Zuid-se jobratio als enige Vlaamse regio achteruit ging tussen 2007 en 2008. Jobratio - aantal jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening Streek Maasland Streek Midden- Streek Noord- Streek West- Streek Zuid- 40 50 60 70 80 90 44,4 45,4 46,5 59,1 60,2 55,4 56,6 57,1 53,1 54,0 55,1 50,2 51,2 48,1 60,4 65,4 66,3 67,2 80,2 81,5 Een vrij hoge werkzaamheidsgraad (veel mensen aan het werk) in combinatie met een lage jobratio (weinig werk in eigen streek) kan uiteraard enkel indien er gewerkt wordt in andere regio s. De uitgaande pendel overtreft dan ook ruimschoots de inkomende pendel: er is een negatief pendelsaldo van 25.000. 83,1 2006 2007 2008 Regionale in- en uitgaande pendel - 2008 Streek Zuid- Uitgaande pendel Bron: Vlaamse Arbeidsrekening Totaal Secundair Tertiair Quartair aantal werkenden % aantal % aantal % aantal % wonend in Streek Zuid- 71.070 16.288 25.410 25.849 & werkend buiten Streek Zuid- 40.049 56% 8.924 55% 14.768 58% 13.348 52% Top-5 pendelregio's Streek Midden- 15.749 39% 4.771 53% 5.494 37% 5.467 41% Resoc Leuven 4.335 11% 851 10% 1.723 12% 1.703 13% Brussels H. Gewest 3.765 9% 203 2% 1.809 12% 1.751 13% Waals Gewest 3.707 9% 810 9% 1.365 9% 1.509 11% Nederland 2.793 7% 0% 0% 0% Inkomende pendel aantal werkenden % aantal % aantal % aantal % werkend in Streek Zuid- 46.269 11.256 16.223 17.439 & wonend buiten Streek Zuid- 15.078 33% 3.874 34% 5.494 34% 4.905 28% Top-5 pendelregio's Streek Midden- 4.390 29% 1.419 16% 1.540 10% 1.344 10% Waals Gewest 2.461 16% 380 4% 963 7% 858 6% Resoc Leuven 2.402 16% 745 8% 893 6% 746 6% Streek West- 1.515 10% 548 6% 485 3% 444 3% Streek Maasland 1.079 7% 255 3% 452 3% 362 3% Pendelsaldo -24.971-5.050-9.275-8.443 Zuid-ers pendelen vooral naar Midden-, maar de goede spoorverbinding zorgt voor een aanzienlijke pendelstroom naar Leuven en Brussel. Door de perifere ligging in wordt er ook veel in Nederland en het Waals Gewest gewerkt. De inkomende pendel komt eveneens grotendeels uit het aangrenzende Midden- en regio Leuven. Ook vanuit het Waalse Gewest (regio Luik) komen er veel mensen naar Zuid- om hun boterham te verdienen. 16

De massale instroom van buitenlandse werkkrachten voor de fruitsector niet aanwezig in de pendelcijfers zorgt voor een aangepast regionaal beeld van de economie in de werkgelegenheid (ten opzichte van de werkende bevolking): De primaire sector heeft daarin een veel zwaarder gewicht, waardoor de andere hoofdsectoren een kleiner aandeel hebben. De primaire sector zorgt voor 6,2% van de Haspengouwse jobs werkgelegenheid, en is daarmee de 7 de grootste werkgever in de regio (14 de in ). Vooral de secundaire werkgelegenheid is kleiner dan de tewerkstelling. Aandeel hoofdsectoren - relatief tov Vlaams Gewest Werkende bevolking versus werkgelegenheid (2008) 200% 180% 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% Primair 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% -6% -8% -10% -12% Secundair Tertiair Quartair Werkgelegenheid Werkende bevolking Werkgelegenheid (2008) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening - Eigen bewerking Streek Zuid- Sector Sectoromschrijving (VDAB-28) aantal jobs aandeel tov Vlaams Gewest 1 T 14 Groot-en kleinhandel 9.730 16,0% -5,0% 2 S 13 Bouw 5.648 9,3% +36,9% 3 Q 24 Onderwijs 4.750 7,8% -2,5% 4 Q 23 Openbare besturen 4.465 7,4% +25,5% 5 Q 25 Gezondheidszorg 4.174 6,9% +28,6% 6 Q 26 Maatschappelijke dienstverlening 4.079 6,7% -11,6% 7 P 01 Primaire sector 3.739 6,2% +176,4% 8 T 15 Transport, logistiek en post 3.643 6,0% -1,5% 9 T 19 Zakelijke dienstverlening 3.480 5,7% -28,2% 10 T 16 Horeca en toerisme 2.908 4,8% +9,0% 11 T 20 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 2.427 4,0% -2,8% 12 S 09 Vervaardiging van transportmiddelen 2.107 3,5% +107,4% 13 T 21 Diensten aan personen 1.564 2,6% +42,9% 14 S 05 Chemie, rubber en kunststof 1.256 2,1% -21,1% 15 S 02 Dranken, voeding en tabak 1.200 2,0% -27,1% Totaal 60.674 Primaire sector 3.739 6,2% +176,4% Secundaire sector 13.350 22,0% -5,9% Tertiaire sector 24.833 40,9% -9,9% Quartaire sector 18.595 30,6% +6,4% 17

4. ARBEIDSMARKT: DE VACATURES Vacatures Streek Zuid- Bron: Studiedienst VDAB Vacatures per sector - 2010 Top-20 - alle circuits (NEC en tewerkstellingsmaatregelen) Sector Sectoromschrijving Ontvangen Aandeel tov Openstaand (*) 1 T 20. Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 3.583 45,4% -25,6% 510 2 P 01. Primaire sector 1.104 14,0% +2340,3% 128 3 T 14. Groot- en kleinhandel 771 9,8% +54,1% 97 4 S 13. Bouw 494 6,3% +133,5% 82 5 Q 26. Maatschappelijke dienstverlening 351 4,4% -4,6% 62 6 T 19. Zakelijke dienstverlening 244 3,1% -45,9% 38 7 Q 25. Gezondheidszorg 203 2,6% +47,2% 31 8 T 16. Horeca en toerisme 167 2,1% +3,5% 29 9 T 15. Transport, logistiek en post 131 1,7% +29,8% 13 10 T 21. Diensten aan personen 112 1,4% -31,2% 12 11 Q 24. Onderwijs 103 1,3% -61,5% 7 12 Q 23. Openbare besturen 95 1,2% -40,8% 9 13 S 02. Dranken, voeding en tabak 83 1,1% +55,9% 18 14 Q 27. Overige dienstverlening 68 0,9% +76,6% 7 15 S 05. Chemie, rubber en kunststof 53 0,7% +92,7% 7 16 S 08. Vervaardiging van machines en toestellen 50 0,6% +14,0% 5 17 S 09. Vervaardiging van transportmiddelen 50 0,6% +111,7% 8 18 S 07. Metaal 44 0,6% +11,5% 10 19 S 06. Vervaardiging van bouwmaterialen 41 0,5% +372,1% 16 20 S 10. Hout- en meubelindustrie 38 0,5% +157,3% 5 Totaal 7.893 1,5% (tov ) 1.117 Totaal zonder Uitzend 4.310 54,6% (tov Totaal regio) 608 Primaire sector 1.104 25,6% +1642,4% 128 Secundaire sector 872 20,2% +27,1% 154 Tertiaire zonder uitzend 1.482 34,4% -30,7% 205 Quartaire sector 852 19,8% -39,9% 121 (*) Gemiddelde van het openstaand saldo op het einde van alle maanden in 2010 (=totaal/12) Het regionale belang van de primaire sector zien we terug in de vacatures die VDAB in 2010 ontving. De fruitsector is arbeidsintensief en genereert veel vacatures, ondanks de sterke terugval sinds 2006: het aandeel van de primaire sector is vele malen groter dan gemiddeld. Nochtans was er een sterke daling door de crisis, die in 2010 nog niet helemaal verteerd is. Vooral het aandeel van de tertiaire vacatures is kleiner dan gemiddeld. Aandeel hoofdsectoren in vacatures NEC Zonder uitzendvacatures - 2010 Aandeel uitzendvacatures in NEC 26% 1% 16% Primair 70% 60% 20% Secundair 50% 53% 40% 34% Tertiair zonder Uitzend 30% 20% 20% 33% Quartair 10% 0% Streek Zuid- Streek Zuid- 18

Het aantal vacatures kende tijdens de crisis een relatief beperkte terugval in Zuid-. De secundaire en uitzendvacatures zitten nog niet terug op het niveau van voor de crisis, maar de tertiaire wel. De crisisbestendige quartaire sector is de voorbije jaren gestaag blijven groeien en heeft daardoor op langere termijn de grootste groei. Bovendien is de vergrijzing van de werkenden groot in deze sector, zodat de nood aan vervanging de komende jaren wellicht zal groeien. Evolutie ontvangen vacatures NEC (2006=100) 200 175 150 125 100 75 50 25 Totaal Secundair Tertiair zonder Uitzend Quartair Uitzendvacatures Primair 0 2006 2007 2008 2009 2010 Er is duidelijk een seizoensgebonden effect in de spanning op de arbeidsmarkt in Zuid- : buiten het fruitseizoen neemt de spanningsgraad sterk toe (minder spanning). In 2009 en 2010 was er minder spanning op de Zuid-se arbeidsmarkt dan gemiddeld in : er waren gemiddeld 3,2 werkzoekenden meer beschikbaar per vacature (7,0 versus 3,8). Dat is in feite normaal voor een regio met een lage jobratio. Spanningsgraad - aantal werkzoekenden per vacature Bron: Studiedienst VDAB 16 14 12 10 8 6 4 2 0 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 Maasland Midden- Noord- West- Zuid- 19

5. ARBEIDSMARKT: DE WERKZOEKENDEN Aantal NWWZ (jaargemiddelde) - Streek Zuid- Streek Zuid- 2010 2010 2009 Aantal Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel % groei 2010 Totaal 208.242 100% 6.189 100% 6.115 100% +1,2% A. Categorie NWWZ WZUA 158.457 76,1% 4.861 78,5% 4.917 80,4% -1,1% Schoolverlater 15.842 7,6% 495 8,0% 525 8,6% -5,7% Vrij Ingeschreven 18.120 8,7% 488 7,9% 369 6,0% +32,3% Andere 15.822 7,6% 345 5,6% 304 5,0% +13,5% B. Socio-demografische variabelen Geslacht Mannen 108.155 51,9% 3.080 49,8% 3.089 50,5% -0,3% Vrouwen 100.086 48,1% 3.108 50,2% 3.026 49,5% +2,7% Leeftijd <25 jaar 45.349 21,8% 1.357 21,9% 1.433 23,4% -5,3% 25-49 jaar 110.453 53,0% 3.168 51,2% 3.084 50,4% +2,7% 50 jaar en + 52.439 25,2% 1.664 26,9% 1.598 26,1% +4,1% Studieniveau Laaggeschoold 105.131 50,5% 3.218 52,0% 3.190 52,2% +0,9% Middengeschoold 69.816 33,5% 2.117 34,2% 2.131 34,9% -0,7% Hooggeschoold 33.294 16,0% 854 13,8% 794 13,0% +7,6% Origine Autochtonen 160.728 77,2% 5.293 85,5% 5.378 87,9% -1,6% Allochtonen 47.515 22,8% 895 14,5% 738 12,1% +21,3% C. Werkloosheidsduur <1 jaar werkloos 118.508 56,9% 3.571 57,7% 3.705 60,6% -3,6% waarvan < 3 maanden 49.712 23,9% 1.525 24,6% 1.654 27,0% -7,8% 1 tot 2 jaar werkloos 38.434 18,5% 1.036 16,7% 870 14,2% +19,1% > 2 jaar werkloos 51.299 24,6% 1.582 25,6% 1.494 24,4% +5,9% waarvan > 5 jaar 22.530 10,8% 788 12,7% 666 10,9% +18,3% D. Kansengroepen & diversiteit Kortgeschoolden 105.131 50,5% 3.218 52,0% 3.190 52,2% +0,9% Arbeidsgehandicapten 29.880 14,3% 1.197 19,3% 1.223 20,0% -2,1% Allochtonen 47.515 22,8% 895 14,5% 738 12,1% +21,3% Ouderen - 50+ 52.439 25,2% 1.664 26,9% 1.598 26,1% +4,1% Allochtoon én kortgeschoold 25.825 12,4% 536 8,7% 447 7,3% +19,9% <25 jaar én kortgeschoold 23.522 11,3% 610 9,9% 610 10,0% +0,1% Het voorbije decennium is de werkloosheid in globo iets gunstiger geëvolueerd in Zuid- dan het Vlaamse gemiddelde. Evolutie aantal NWWZ - Totaal 130 120 Tot Tot Zuid- 110 100 90 80 70 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 20

De structuur van de werkzoekendenpopulatie in Zuid- wijkt op enkele punten af van : - De evolutiegrafiek illustreert duidelijk de hogere conjunctuurgevoeligheid van de mannen (sterker stijgings- én dalingsritme), waardoor de mannen in 2009 voor het eerst in de meerderheid waren. Maar in 2010 is de verdeling weer bijna exact gelijk. - Veel minder allochtonen. Hun aantal is de voorbije jaren procentueel sterker gestegen, maar hun aandeel is veel kleiner in Zuid- (12% versus 22% in ). - Relatief meer ouderen. Vooral de laatste jaren is het aantal ouderen sterker toegenomen in Zuid- dan in. - Relatief meer personen met een arbeidshandicap. Evolutie aantal NWWZ - Geslacht 150 140 130 120 110 100 90 Aandeel kansengroepen in NWWZ - Geslacht Mannen 70% Mannen Zuid- Vrouw en 65% Vrouw en Zuid- 60% 55% 50% 45% 80 40% 70 60 Mannen Mannen Zuid- Vrouw en Vrouw en Zuid- 1999 2001 2003 2005 2007 2009 35% 30% 1999 2001 2003 2005 2007 2009 Aandeel kansengroepen in NWWZ - Origine 25% Allochtoon Allochtoon Zuid- 20% 35% 30% 25% Aandeel kansengroepen in NWWZ - Ouderen 15% 20% 10% 15% 10% 5% 5% 50+ 0% 1999 2001 2003 2005 2007 2009 0% 50+ Zuid- 1999 2001 2003 2005 2007 2009 21

Gemiddelde maandelijkse instroom vanuit werk en uitstroom naar werk van werkzoekenden (nwwz) Bron: www.werk.be/crisisbarometer Q1 2007 Q2 2007 Q3 2007 Q4 2007 Q1 2008 Q2 2008 Q3 2008 Q4 2008 Q1 2009 Q2 2009 Q3 2009 Q4 2009 Q1 2010 Q2 2010 Instroom 17.508 15.469 19.937 18.587 17.320 15.390 19.898 20.361 21.452 16.546 20.957 21.950 18.586 17.220 Uitstroom 22.079 18.831 23.549 21.478 20.045 17.899 21.495 19.090 17.908 16.810 22.371 19.428 23.183 20.537 Saldo -4.571-3.362-3.612-2.891-2.725-2.509-1.597 1.271 3.544-264 -1.414 2.522-4.597-3.317 Instroom 2.687 2.427 3.060 2.791 2.546 2.325 3.009 3.375 3.351 2.521 3.255 3.415 2.776 2.601 Uitstroom 3.421 2.928 3.716 3.271 3.109 2.716 3.353 2.811 2.687 2.566 3.518 2.896 3.572 3.187 Saldo -734-501 -656-480 -563-391 -344 564 664-45 -263 519-796 -586 De dynamiek van de werkloosheid is de voorbije kwartalen zeer gelijkaardig verlopen in en. Tijdens het laatste kwartaal van 2008 en 1 ste kwartaal van 2009 stromen in de regio meer mensen vanuit werk naar werkloosheid dan omgekeerd, en stoot de vraagkant dus meer af dan het kan opnemen. Dat was in ook zo. Ook nadien volgt de regio de Vlaamse evolutie. Werkloosheid: in- en uitstroom Resoc 4.000 Instroom Prov. Uitstroom Prov. -5.000 Saldo (linkeras) Saldo Prov. (rechteras) -1.000 3.750-4.000-800 3.500-3.000-600 3.250 3.000 2.750 2.500 2.250-2.000-1.000 0 1.000 2.000 3.000-400 -200 0 200 400 600 2.000 Q1 2007 Q2 2007 Q3 2007 Q4 2007 Q1 2008 Q2 2008 Q3 2008 Q4 2008 Q1 2009 Q2 2009 Q3 2009 Q4 2009 Q1 2010 Q2 2010 4.000 Q1 2007 Q2 2007 Q3 2007 Q4 2007 Q1 2008 Q2 2008 Q3 2008 Q4 2008 Q1 2009 Q2 2009 Q3 2009 Q4 2009 Q1 2010 Q2 2010 800 11

5. BIJKOMENDE GEGEVENS OVER DE ARBEIDSMARKT De collectieve ontslagen De bedrijven hebben de verplichtingen om in geval van een collectief ontslag (door herstructurering, herlocatie, ) dit aan VDAB te melden (sociale interventieadviseurs en tewerkstellingscel) In was het jobverlies door collectieve ontslagen nog nooit zo groot als in 2009, maar ook in 2010 vielen er nog meer dan 10.000 jobs te betreuren (-27% op jaarbasis). Vooral in de secundaire sector was het jobverlies groot, zodat mee deelde in de klappen, maar in mindere mate dan in 2009. Er vielen in 2010 nog 536 ontslagen als gevolg van een collectief ontslag, 1/3 de van het aantal in 2009. Zuid- bleef niet buiten schot: er sneuvelden 198 jobs na een collectief ontslag, 1/3 de van het aantal in 2009 (300). Collectieve ontslagen in 2010 Resoc Naam bedrijf Gemeente Aantal bedreigde werknemers Sector 1. BOREALIS POLYMERS Paal 109 05 Chemie, rubber en kunststof 2. LAG TRAILERS Bree 100 09 Vervaardiging van transportmiddelen 3. PRESS & PLAT Tongeren 67 07 Metaal 4. PLASTIFLEX BELGIUM Paal 65 05 Chemie, rubber en kunststof 5. MANN + HUMMEL HYDROMATION Tongeren 53 08 Vervaardiging van machines en toestellen 6. ALKEN-MAES Alken 43 02 Dranken, voeding en tabak 7. LOOZA Borgloon 35 02 Dranken, voeding en tabak 8. CONCENTRA GRAFIC Hasselt 20 04 Grafische nijverheid, papier, karton 9. EURO TWICE Hasselt 18 10 Hout- en meubelindustrie 10. LUC DECKX Ham 14 14 Groot- en kleinhandel 11. ABVV LIMBURG Hasselt 12 27 Overige dienstverlening Totaal 536 Totaal in Zuid- 198 Collectieve ontslagen Aantal betrokken werknemers 1.600 1.400 1.200 1.000 15.000 12.500 10.000 Collectieve ontslagen Aandeel per sector 07 Metaal 13% 08 Verv. machines 10% 04 Graf. nijverheid 4% 10 Hout 3% 14 Groot- en kleinhandel 3% 800 600 400 200 7.500 5.000 2.500 02 Dranken, voeding en tabak 15% 09 Verv. transport middelen 19% 05 Chemie, rubber en kunststof 32% 27 Overige dienst 2% 0 2008 2009 2010 0 (linkeras) (rechteras) 12

Demografie van ondernemingen Wat zegt deze indicator? De oprichtings- en uittredingsratio s beschrijven het proces van oprichten en verdwijnen van bedrijven. De oprichtingsratio is de verhouding van het aantal oprichtingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen (BTW-plichtigen). De uittredingsratio is de verhouding van het aantal stopzettingen en faillissementen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. Het verschil van beide indicatoren is de nettogroeiratio. De turbulentieratio is de som van de oprichtings- en uittredingsratio s. De turbulentieratio geeft aan in welke mate het economisch weefsel zich vernieuwt. Maar een te hoge ratio op zich is ook niet goed. Er moet een gezond evenwicht zijn tussen intrede en uittrede van bedrijven. Een te hoge uittrede gaat gepaard met het verlies van investeringen, banen enz. Dit brengt eveneens onzekerheid voor nieuwe bedrijven. Oprichtingen, stopzettingen en faillissementen maken deel uit van het proces van economische ontwikkeling en geven een beeld van de dynamiek van een regio. In een dynamische economie krijgen bedrijven de kans om te starten en zich te ontplooien. Ze zorgen daarbij voor vernieuwing in het aanbod van diensten en producten. Ook mislukkingen horen bij dit proces van economische ontwikkeling. Mislukkingen hoeven niet noodzakelijk als negatief beschouwd te worden als uit die falingen nieuwe activiteiten groeien, mogelijks in meer vraaggeoriënteerde sectoren. Demografie van ondernemingen Bron: FOD Economie 2008 2009 2010 Aantal actieve ondernemingen 451.409 459.315 467.063 Aantal oprichtingen 40.157 37.947 41.412 Aantal stopzettingen 29.842 31.998 31.510 Oprichtingsratio 8,9 8,3 8,9 Uittredingsratio 6,6 7,0 6,7 Netto groeiratio 2,3 1,3 2,1 Turbulentieratio 15,5 15,2 15,6 Prov. Aantal actieve ondernemingen 57.095 58.462 59.713 Aantal oprichtingen 5.613 5.215 5.636 Aantal stopzettingen 3.931 4.138 3.972 Oprichtingsratio 9,8 8,9 9,4 Uittredingsratio 6,9 7,1 6,7 Netto groeiratio 2,9 1,8 2,8 Turbulentieratio 16,7 16,0 16,1 Stedelijke centra noteren meestal meer oprichtingen en ook stopzettingen. Dit is eigen aan de mogelijkheden die dergelijke centra bieden. Landelijke gebieden worden doorgaans meer gekenmerkt door een groter aandeel bedrijven die verankerd zijn in de regio waardoor het vernieuwingsproces er zwakker is. heeft een relatief grote dynamiek, met een iets grotere netto groei dan gemiddeld. Na het moeilijke jaar 2009, herneemt in 2010 weer de normale dynamiek: het aantal oprichtingen is terug toegenomen en het aantal stopzettingen terug gedaald. De oprichtingsratio ligt hoger dan het Vlaams gemiddelde, de uittredingsratio op hetzelfde niveau. heeft momenteel dus een iets gunstiger ondernemingsprofiel. 13

Economische werkloosheid Tijdelijke werkloosheid o.w.v. economische redenen is een uiterst geschikt instrument voor ondernemingen om een tijdelijke vermindering van het werkvolume op te vangen zonder werknemers te moeten ontslaan. Daarom geeft het tevens een goede indicatie van het economisch klimaat. Bovendien werd in het kader van de crisismaatregelen besloten om tijdelijke werkloosheid ook voor bedienden toe te laten, van 25 juni 2009 tot (voorlopig) 31 maart 2011. Economische werkloosheid - aantal personen Bron: Vlaamse Arbeidsrekening - Crisisbarometer Q1/08 Q2/08 Q3/08 Q4/08 Q1/09 Q2/09 Q3/09 Q4/09 Q1/10 Q2/10 63.189 52.271 46.010 68.721 134.461 130.497 90.464 86.989 104.173 84.912 9.945 8.160 7.166 12.037 27.857 26.628 18.100 17.309 21.852 18.338 Streek Maasland 1.358 1.147 1.066 1.885 4.693 4.430 3.095 2.863 3.704 2.934 Streek Midden- 2.860 2.230 1.952 3.735 8.406 7.836 5.381 5.148 6.409 5.645 Streek Noord- 1.559 1.476 1.190 1.636 3.685 4.205 2.768 2.552 3.324 2.965 Streek West- 1.998 1.482 1.208 2.086 4.419 4.258 3.070 3.123 3.723 3.141 Streek Zuid- 2.169 1.825 1.750 2.694 6.654 5.899 3.786 3.623 4.692 3.653 Tijdens de recente crisis was de explosieve toename van de economische werkloosheid in Zuid- nog meer uitgesproken dan in of dan in de rest van de provincie. Maar sinds het 3 de kwartaal van 2009 was de daling er ook sterker, al zit het niveau van de tijdelijke werkloosheid zich nog steeds ruim boven dat van voor de crisis. Economische werkloosheid - aantal personen (Q1/07 = 100) Economische werkloosheid - aantal personen Gemiddelde laatste 4 kwartalen 400 350 300 Streek Maasland Streek Midden- Streek Noord- Streek West- Streek Zuid- 8.000 7.000 6.000 Streek Maasland Streek Midden- Streek Noord- Streek West- Streek Zuid- 250 5.000 4.000 200 3.000 150 2.000 100 1.000 50 I II III I I II III I I II III I I II 0 IV I II III IV I II III IV I II 2007 2008 2009 2010 2007 2008 2009 2010 14

6. DE DIENSTVERLENING VAN VDAB VDAB gebruikt het cumulatief aantal werkzoekenden 2 vaak als referentiepopulatie. Het aandeel van bepaalde groepen in deze populatie kan worden vergeleken met hun aandeel in de dienstverlening. Niet-werkende werkzoekenden (gecumuleerd aantal januari-december) Bron: Studiedienst VDAB 2006 2007 2008 Totaal 454.656 421.247 411.564 443.001 458.416 Kortgeschoold 202.727 44,6% 190.878 45,3% 187.024 45,4% 195.737 44,2% 201.162 43,9% PmAH 44.778 9,8% 46.343 11,0% 47.735 11,6% 47.681 10,8% 47.440 10,3% Allochtoon 70.848 15,6% 69.510 16,5% 79.482 19,3% 86.953 19,6% 97.017 21,2% Oudere 59.250 13,0% 64.069 15,2% 66.003 16,0% 69.478 15,7% 73.785 16,1% Totaal 71.143 64.807 62.264 67.035 68.885 Kortgeschoold 32.477 45,7% 29.846 46,1% 28.317 45,5% 29.673 44,3% 30.067 43,6% PmAH 8.494 11,9% 8.563 13,2% 8.595 13,8% 8.396 12,5% 8.405 12,2% Allochtoon 11.970 16,8% 11.249 17,4% 11.686 18,8% 13.027 19,4% 14.286 20,7% Oudere 8.154 11,5% 9.253 14,3% 9.304 14,9% 9.769 14,6% 10.404 15,1% Het totaal aantal NWWZ nam na enkele jaren van daling weer toe in 2009 en 2010. In waren er 30.000 personen minstens één dag ingeschreven als werkzoekende in de loop van 2010. Ook het aantal werkzoekenden uit de vier prioritaire doelgroepen steeg op jaarbasis. Bij de ouderen en de allochtonen is dit het meest uitgesproken. Het aandeel van de kortgeschoolden en de PmAH nam zelfs licht af, en hun aantal steeg dus minder sterk dan het totaal. Aandeel kansengroepen in cum. aantal NWWZ (2010) 2009 2010 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Kortgeschoold PmAH Allochtoon Oudere De uitstroom na traject ligt in voor de totale groep ruim boven het Vlaams gemiddelde. Ook alle kansengroepen vinden in beter de weg uit de werkloosheid dan gemiddeld in. 2 Dit is het aantal personen dat tijdens het voorbije jaar minstens één dag ingeschreven is als niet-werkende werkzoekende. 15

Uitstroom uit de werkloosheid na traject (2010) 70% 65,9% 67,1% 65% 60% 62,0% 62,9% 59,3% 61,8% 62,4% 61,5% 55% 50% 51,2% 53,4% 45% 40% Alle NWWZ Kortgeschoolden PmAH Allochtonen Ouderen Resoc De samenstelling van de werkzoekendenpopulatie weerspiegelt zich in de vertegenwoordiging van de kansengroepen in de opleidingen. Cursisten in de competentiecentra - Streek Zuid- Bron: Studiedienst VDAB Gestarte opleidingen - kenmerken cursisten volgens woonplaats Streek Zuid- Totaal 110.625 3.678 Kortgeschoold 46.514 42,0% 1.270 34,5% PmAH 9.149 8,3% 346 9,4% Allochtoon 27.403 24,8% 510 13,9% Oudere 10.641 9,6% 345 9,4% Gestarte opleidingen - volgens sector (top-15) Streek Zuid- aantal % aantal % TERTIAIRE SECTOR 26.353 24% 1.113 30% SOLLICITATIE TRAINING 8.575 8% 397 11% SOCIAL PROFIT 8.347 8% 396 11% ANDERE SECTOREN 14.189 13% 375 10% ALGEMENE VORMING 8.575 8% 348 9% METAAL 5.251 5% 150 4% BOUW 5.144 5% 143 4% LOGISTIEK 2.157 2% 141 4% TRAJECTWERKING 5.925 5% 124 3% SCHOONMAAK 1.903 2% 104 3% MIGRANTEN 8.489 8% 103 3% INDUSTRIELE AUTOMATISERING 2.502 2% 66 2% VERVOER 2.721 2% 66 2% VERKOOP 1.666 2% 39 1% HORECA 1.695 2% 26 1% Rest 7.133 6% 87 2% Totaal 110.625 3.678 16

7. CONCLUSIES De socio-economische gegevens brengen enige kansen en bedreigingen aan het licht. Er is relatief weinig werkgelegenheid in Zuid-, maar door de goede mobiliteit kan er vlot naar andere regio s gependeld worden. Zo blijft de tewerkstelling toch op peil. Zorgwekkend is wel dat de reeds lage jobratio in Zuid- daalde in 2008, een periode van economische hoogconjunctuur, en dit als enige regio in. De vergrijzing van de bevolking baart ook in Zuid- zorgen. Bij de werkende beroepsbevolking is de vergrijzing momenteel al groter dan in, in tegenstelling tot de andere se regio s. Bovendien gaat de bevolking ook in de toekomst nog sneller verouderen dan gemiddeld. De primaire sector is zeer sterk aanwezig op de vacaturemarkt, en zorgt voor veel meer werkgelegenheid dan gemiddeld in (6,2% versus 2,2%). Door de grote instroom van buitenlandse werkkrachten is het (slinkende) aandeel in de plaatselijke tewerkstelling slechts 3,3%. De secundaire sector is gemiddeld aanwezig in Zuid-. De industrie is echter erg conjunctuurgevoelig en onderhevig aan een zware internationale concurrentie. In de periode 2006-2008 nam de werkgelegenheid toe in de sector, al blijft het afwachten wat de gevolgen van de recente crisis zijn. De bouwsector floreert nog steeds in Zuid-, en zorgt voor veel vactures. De tertiaire sector is in Zuid- kleiner dan gemiddeld, het groeiritme is ongeveer gelijk aan. Het werknemersbestand van de tertiaire sector is relatief jong, en deze sector genereert veel jobs en vacatures, vooral de Groot- en kleinhandel. De werkgelegenheid in de quartaire sector is in Zuid- groter dan gemiddeld. Maar de vergrijzing van de werkenden is er aanzienlijk, vooral in het Onderwijs en de Openbare besturen. De behoefte aan vervanging zal de komende jaren dus groeien. De uitzendsector genereert ook veel vacatures, maar kende in 2009 een zware terugval door de crisis, waarvan het in 2010 nog niet hersteld is. 17