nr. 421 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 maart 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Sociaal Interventiefonds - Hulp bij outplacement

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 421 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 maart 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Sociaal Interventiefonds - Hulp bij Het Sociaal Interventiefonds betaalt de begeleiding voor werknemers, gefailleerde zelfstandigen, helpers van gefailleerde zelfstandigen en werknemers die tot een jaar voor het faillissementsvonnis in de onderneming werkten, indien ze: - aan de slag waren in het Vlaamse Gewest, en - werkloos werden ten gevolge van: een faillissement van de onderneming; een gerechtelijke reorganisatie van de onderneming; de gerechtelijke ontbinding van een vzw door kennelijke staat van onvermogen; de vrijwillige vereffening van een vzw door kennelijke staat van onvermogen; financiële moeilijkheden in de onderneming. In het geval van financiële moeilijkheden komt VDAB pas tussen als de onderneming bewijst dat ze zelf niet over de financiële middelen beschikt voor begeleiding en beantwoordt aan de voorwaarden voor een gerechtelijke reorganisatie. 1. Hoeveel werkgevers hebben de hulp van het Sociaal Interventiefonds ingeroepen in 2013, 2014 en 2015? Graag totaalaantal per jaar en opdeling naar: 2. Hoeveel werkgevers die de hulp van het Sociaal Interventiefonds ingeroepen hebben in 2013, 2014 en 2015 kregen deze ook effectief toegewezen? Graag totaalaantal per jaar en opdeling naar:

2 3. Hoeveel werkgevers die de hulp van het Sociaal Interventiefonds ingeroepen hebben in 2013, 2014 en 2015 kregen deze niet toegewezen? Graag totaalaantal per jaar en opdeling naar: 4. Graag de top 3 van redenen waarom een werkgever die de hulp inriep geen hulp krijgt via het Sociaal Interventiefonds. 5. Inzake het volgen van : a) Hoeveel mensen hebben in 2013, 2014 en 2015 gevolgd? Graag totaalaantal per jaar. b) Hoeveel werknemers hebben via het Sociaal Interventiefonds in 2013, 2014 en 2015 gevolgd? Graag totaalaantal per jaar en opdeling naar werknemer of zaakvoerder/zelfstandige. Welk percentage per jaar is dit tegenover al de mensen die in die jaren volgden? 6. Wat is het bedrag per onderneming dat het Sociaal Interventiefonds in 2013, 2014 en 2015 gespendeerd heeft als hulp voor? Graag totaalbedrag per jaar. 7. Wat is het bedrag per werknemer/zelfstandige dat het Sociaal Interventiefonds in 2013, 2014 en 2015 gespendeerd heeft als hulp voor? Graag gemiddeld bedrag per werknemer/zelfstandige per jaar apart opgegeven. 8. Soms wordt een extra tegemoetkoming gegeven. Hoeveel bedraagt de gemiddelde extra tegemoetkoming in 2013, 2014 en 2015? Graag opgave per jaar. 9. Wat is de evolutie die de minister kan onderkennen in deze cijfers? Op welk vlak denkt hij bij te sturen en waarom?

3 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 421 van 25 maart 2016 van ROBRECHT BOTHUYNE 1. Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen b) Sector Bouw Chemie, rubber en kunststof 2 Diensten aan personen Dranken, voeding en tabak Energie, water en afvalverwerking 3 Financiële diensten Gezondheidszorg Grafische nijverheid, papier en karton Groot- en kleinhandel Horeca en toerisme Hout- en meubelindustrie Informatica, media en telecom Maatschappelijke dienstverlening Metaal Onderwijs 1 Ontspanning, cultuur en sport 4 3 Overige dienstverlening 1 Overige industrie Primaire sector Textiel, kleding en schoeisel Transport, logistiek en post Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 2 3 Vervaardiging van bouwmaterialen 2 4 Vervaardiging van machines en toestellen Vervaardiging van transportmiddelen 5 2 Zakelijke dienstverlening c) en d) tem 50 jaar Aantal > 50 jaar 6 3 3

4 werknemers TOTAAL c-d) Zelfstandigen worden niet apart gemonitord ten opzichte van werknemers. Vanuit de praktijk weet het SIF dat het grotendeels over werknemers gaat. e) Wordt niet gemonitord a-e) worden niet gemonitord a-e) worden niet gemonitord. 4. 1) Onontvankelijk wegens niet volledig zijn van het ingediend dossier 2) Onontvankelijk wegens werkgever buiten Vlaanderen 3) Niet goedgekeurd voor aanvragen ondernemingen in moeilijkheden voor bedrijven die financieel nog te goed bevonden werden. 5. a) b) Absolute aantallen gevolgd Absolute aantallen gevolgd ikv SIF Gevolgd via SIF in % van alle personen die hebben gevolgd ,2 13,6 10,7 6. Het gemiddelde bedrag per onderneming wordt niet gemonitord. Wel kunnen de reële bestedingen voor in het kader van het Sociaal Interventiefonds weergegeven worden: 2013 : : :

5 7. Administratieve vergoeding Effectieve begeleiding 61,60 62,22 62, , , ,45 8. Een extra tegemoetkoming mag enkel aangewend worden voor: de opleiding die nodig is voor het behoud en de versterking van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en de activiteiten inzake herkenning, erkenning en certificatie van verworven competenties. De gemiddelde extra tegemoetkoming: - 01/07/2013 t/m 31/12/2013: 445,44 (1) - 01/01/2014 t/m 31/12/2014: 495,70-01/01/2015 t/m 30/06/2015: 402,04 (2) - 01/01/2015 t/m 31/12/2015: 391,28 (2) (1) Voor de periode 01/01/2013 tem 30/06/2013 werd dit nog niet gemonitord. (2) Voor 2015 gaat het om 2 periodes aangezien dit een verschillende uitbesteding betreft. 9. Het aantal werkgevers dat een beroep doet op het Sociaal Interventiefonds (SIF) blijft vrij constant. De aanvragen situeren zich vooral in de volgende sectoren: bouw, groot- en kleinhandel, en horeca en toerisme. Het overgrote deel van de aanvragen werd goedgekeurd. Dit ook in stijgende lijn; in 2013 kon 4% van de aanvragen niet goedgekeurd worden, in 2015 slechts 1%. Dit is te wijten aan het feit dat de doelgroep en werking van het SIF ondertussen beter gekend is was iets drukker dan 2013 en Het SIF wordt mee bekeken in het kader van regelgeving/uitvoering van de nieuwe bevoegdheden die Vlaanderen heeft gekregen op het vlak van in kader van de zesde staatshervorming.