Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Vergelijkbare documenten
Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Beleidsplan hoogbegaafdheid. openbare basisschool voor Daltononderwijs De Meent en openbare basisschool de Merseberch

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

Maart Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.

Meer- en hoogbegaafdheid op WereldKidz Meent en WereldKidz Merseberch

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

De Ploeterklas* OG ZWeM

Beleidsplan plusklas OBS de Botter Ridderkerk

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

OBS De Hobbitstee Leerdam

Protocol meer- en hoogbegaafdheid

plusbeleid CBS de Vrijenburg inhoud

Visie en beleid ten aanzien van beter presterende leerlingen

Plusklas PWA Beusichem

Protocol hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid

(bijgewerkt ) Beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen Megelsheim

Protocol begaafdheid

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders

(Hoog)begaafdenwijzer Lorentzschool.

Beleidsplan Begaafdheid

Protocol leertijdverkorting

Aloysiusschool Amersfoort Datum: Status: definitief voor schooljaar

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016

Vragenlijst Excellentieregeling Basisonderwijs

RT+ ZORGPLAN. obs De Pijlstaart Pijlstaartlaan GR Vinkeveen

Protocol meerpresteerders

Den Dolder, Beleidsplan meer- en hoogbegaafde kinderen bijgesteld november 2013

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Opzet cursus Talentontwikkeling: Excellent en begaafd (in het) onderwijs :

Protocol Hoogbegaafdheid

Meerbegaafden protocol

Verantwoord plus. Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden

Onderwijsbeleid en criteria voor cognitief meer- en hoogbegaafde leerlingen binnen onderwijsstichting Spaarnesant

Protocol Hoogbegaafdheid

RT+ ZORGPLAN. obs De Pijlstaart Pijlstaartlaan GR Vinkeveen

Doelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Beleidsnotitie begaafdheid obs de Achtbaan

Beleid hoog- en meerbegaafde leerlingen

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

Plusklaswijzer. Koningin Beatrixschool en Koning Willem-Alexanderschool

BELEIDSPLAN PLUSKLAS

Behandeld met HB specialist in de periode september november Besproken in pedagogisch team d.d Kwaliteitszorg Notitie Nobel

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Talent is wie je bent. Protocol (Hoog)begaafdheid Stichting Openbaar Onderwijs Westland

Beleid VPCO-Plusklas

Beleidsplan Meer- en Hoogbegaafdheid

Protocol (hoog)begaafden Prinses Julianaschool Versie 2, 2010

Verrijkingsgroepen zinvol?!

Dit artikel is gepubliceerd op de website van Slim! Digitaal 1 oktober 2006

Beleid. (hoog)begaafde leerlingen

Protocol (Hoog) Begaafdheid

(HOOG)BEGAAFDHEID 1 Hoogbegaafdheid Anne Franksschool Ellecom november 2015

Plan van aanpak Pilot Verrijkingsonderwijs Van Maasdijkschool, Heerenveen

Beleid VPCO - Plusklas

Beleid inzake meer- en hoogbegaafde leerlingen Agatha Snellenschool juni 2012

(Hoog)begaafden protocol. Koningin Julianaschool Barneveld

Deelzorgplan (Hoog)begaafdheid

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming, doublure en versnelling Hoofdstuk 5 Doorstroming in de kleuterbouw 6

Beleid najaarskinderen in groep ½

KMO-protocol De Wegwijzer

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Beleidsplan Meer- en hoogbegaafdheid. Nutsschool Laan van Poot

Mrt/april09 Overgangscriteria/protocol OVERGANGSPROTOCOL

Protocol plusleerlingen. Laten zien wat je kunt is geen leren, veel leerlingen laten alleen maar zien wat ze kunnen

PROTOCOL DOUBLEREN & VERSNELLEN. Julianaschool Rijnsburg

BASISSCHOOL ST. RADBOUD SLIMPAD LB HEILOO TEL

Protocol overgang (2/3 en verder) obs De Barkentijn. Beschrijving van afspraken rondom overgang, doubleren en versnellen

BELEIDSPLAN TOPTALENTEN OBS DE PIJLSTAART BELEIDSPLAN TOPTALENTEN. obs De Pijlstaart Pijlstaartlaan GR Vinkeveen JUNI juni 2012.

Om tot een verantwoorde beslissing te komen ten aanzien van al of niet bevorderen volgen wij het onderstaand stappenplan:

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

ZITTENBLIJVEN OVERGAAN

Protocol: Hoogbegaafdheid: Samenvatting protocol en ouderbrief

Protocol Herfstleerlingen

Meer- en hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen

Protocol doorstroom groep 2 naar groep 3

Dit protocol is vastgesteld op

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Wij geven het kind de ruimte. om hun talenten te ontwikkelen.

Protocol Plusklas. Aanleiding

Zorgbeleid (hoog)begaafde leerlingen OBS Waterwolf OBS Waterwolf Zijdewinde VB Vijfhuizen. Begaafden beleid 1

Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen

Stimuleren van excellentie in het basisonderwijs: Tussenrapportage 2011 inclusief 2e meting. Stichting Jong Leren Aanvraagnummer: 36

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Intern begeleiders. Lisette Kummu-Bax. Marinka de Haan-Hendriksma

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Protocol Hoogbegaafdheid

Transcriptie:

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Doelgroep: 2.1 Wat zijn excellente leerlingen? 2.2 Definitie die we hanteren 2.3 Excellente leerlingen in de schoolpraktijk 3. Signaleren 4. Afstemmen en begeleiding: 4.1 Compacten en verrijken 4.2 Vervroegde doorstroming 4.3 Plusgroep 4.4 Coördinatie en verslaglegging 4.5 Excellentie in de onderbouw 5. Tot slot Bijlage 1: Observatielijst Bijlage 2: Verkort stappenplan voor de leerkrachten

Beleid voorsprong/ excellente leerlingen Plan van aanpak. 1. Inleiding De laatste jaren is er in Nederland sprake van toenemende aandacht voor onderwijs aan hoogbegaafde kinderen of te wel excellente leerlingen. Op de Overplaats vinden wij ook dat excellente kinderen een specifiek onderwijsaanbod nodig hebben. Met het vaststellen van een beleid ten aanzien van voorsprongleerlingen en excellente leerlingen willen we proberen een beleid te realiseren dat duidelijk haalbaar is voor alle leerkrachten, kinderen en ouders. Op de Overplaats willen we dat er voor alle kinderen in zowel onderwijsinhoudelijk als pedagogisch didactisch opzicht een passend onderwijsaanbod gerealiseerd wordt, waarbij rekening wordt gehouden met onderlinge verschillen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen met plezier leren en naar school gaan. De problematiek die eigen is aan een bepaalde groep leerlingen wordt altijd serieus genomen. Dit geldt voor kinderen die minder begaafd zijn en kinderen met gedragsproblemen, maar ook voor kinderen die meer aankunnen dan de gemiddelde leerstof, de excellente leerlingen. Een belangrijke keuze die gemaakt moet worden bij de begeleiding van excellente leerlingen is of we de kinderen versneld door laten gaan en dus een eigen, vaak zelfstandige leerlijn laten volgen, of dat we de kinderen laten compacten. Compacten houdt in dat de kinderen de basisstof in hetzelfde tempo volgen als de rest van de groep, maar dat zowel de instructietijd als de verwerkingstijd korter is. Hiermee komt er tijd vrij voor verrijking. Daardoor werkt het kind niet geheel individueel omdat het de (verkorte) instructie blijft volgen en deels ook de verwerkingsstof van de groep maakt. Bij versnellen zullen de kinderen eerder de einddoelen van de basisschool behalen. Vragen die dan gaan spelen is of het kind eerder naar een volgende groep gaat. Sociaal emotioneel is dit lang niet altijd wenselijk om een kind in een groep te plaatsen waarin zich oudere kinderen bevinden, die sociaal emotioneel in een andere fase zitten. Daarbij vinden we het voor de ontwikkeling van alle kinderen positief dat ze in principe deel uit blijven maken van de eigen groep. Zo leren kinderen met elkaar om te gaan en te accepteren dat iedereen verschillend kan zijn in zijn kwaliteiten. Aandacht voor excellente leerlingen is nodig, om ze het gevoel te geven dat ze iets leren op school en daarom met plezier naar school gaan. Het onderwijsaanbod moet hierop worden aangepast. Wij hopen dat dit beleid zal bijdragen aan de verbetering van persoonlijke leerroutes van voorsprong/excellente kinderen en ondersteuning zal geven aan teamleden.

2. De doelgroep 2.1 Wat is excellentie? Er bestaat geen eenduidige definitie van excellentie. In de theorie gaat het over de term hoogbegaafdheid. Er zijn bekende modellen beschreven, o.a. het model van Renzulli en Mönks. Wie meer achtergrondinformatie wenst wordt hiernaar verwezen. Hieronder wordt aangegeven wat voor de school van belang is. 2.2. Definitie van excellentie die we hanteren. Het model van Renzulli en Mönks gaat ervan uit dat bij excellentie de drie persoonskenmerken: intellectuele capaciteiten, creativiteit en taakgerichtheid (doorzettingsvermogen), in een positieve wisselwerking tot elkaar staan. Deze wisselwerking kan versterkt worden door een positieve invloed vanuit drie omgevingsfactoren, te weten: het gezin, de school, leeftijdgenoten. Een samenspel tussen deze zes factoren is min of meer voorwaardelijk voor het manifest worden van excellentie. Indien de sociale omgeving geen ruimte geeft aan een hoog intelligent kind om zich te ontwikkelen, zal excellentie in de kiem gesmoord worden. Hoogintelligenten kunnen zich ontwikkelen tot excellente kinderen wanneer de drie persoonlijkheidskenmerken in hoge mate aanwezig zijn, er een positief stimulerende omgeving is en er onderlinge harmonie bestaat tussen de zes genoemde factoren. Het is te vergelijken met bijvoorbeeld de tennissport. Ook hier geldt: je kunt een sporttalent zijn, maar je hebt een aantal karaktereigenschappen (doorzettingsvermogen, de wil om te winnen etc.) en de steun van je omgeving nodig om een topsporter te worden. Op de Overplaats maken wij onderscheid tussen leerlingen die goed presteren op één of meer leergebieden, intelligente/hoogintelligente kinderen en kinderen die excellent zijn of de potentie hebben dit te worden. We gaan ervan uit dat excellente leerlingen uitblinken op verschillende gebieden. 2.3 Excellentie in de schoolpraktijk In de schoolpraktijk gaat het bij excellentie om de groep kinderen die meer aankunnen dan het gemiddelde niveau in de groep. Deze groep kinderen moet lesstof aangeboden krijgen die een beroep doet op hun bovengemiddelde niveau. Grofweg bestaat deze groep uit 2% van de leerlingen (gemiddeld één per twee klassen). Binnen de school is het niet mogelijk om bij alle kinderen een intelligentieonderzoek uit te voeren. Het oordeel van ouders, leerkrachten en schoolresultaten zijn daarom belangrijk bij het vaststellen van excellentie. Uiteraard kunnen ouders ervoor kiezen hun kind te laten testen op excellentie. Voor goed presterende, intelligente leerlingen (20%) bieden de methodes die wij op school gebruiken, de extra verrijkende leerstof. Vaak zal dit voldoende zijn samen met het compacten om deze kinderen uit te dagen en zijn de kinderen hier heel tevreden mee. Er zijn ook leerlingen die uitblinken op een deelgebied en zij kunnen dan op dit specifieke gebied ook verrijken. Excellente kinderen willen meer, zij hebben een aangepast en uitgebreider schoolprogramma nodig op zowel cognitief als sociaal emotioneel gebied. Niet alle kinderen

die excellent zijn laten dit zien door hun schoolresultaten. We hebben dan te maken met onderpresteerders. 3. Signaleren De signalering kan plaatsvinden door: 1. De groepsleerkracht 2. De Intern begeleider 3. De ouders/intakegesprek 4. Eventueel een extern bureau Ad 1. De groepsleerkracht haalt de informatie uit het dagelijks werk van de leerling en hoge toetsscores in combinatie met motivatie, werkhouding, onderpresteren en het algeheel welbevinden van de leerling. De leerkracht kan gericht observeren waarbij gelet wordt op de volgende aspecten: prestaties op verschillende vakgebieden, stabiliteit in de prestaties, omgang met de andere kinderen in de groep, opvallende gedragingen en persoonlijkheidskenmerken, voorgeschiedenis, plezier in werken, opslaan van informatie, legt het kind originele verbanden, is het zich bewust van eigen werk- en denkwijzen, hoe is het zelfbeeld, is het kind sociaal-emotioneel evenwichtig. Ad 2. De intern begeleider merkt een leerling op vanuit de jaarlijkse groepsgesprekken en/of opvallend hoge Cito-scores. De intern begeleider bespreekt de leerling dan met de leerkracht. Daarna zal altijd een gesprek met de ouders volgen. Samen wordt besloten of leerling doorgetoetst wordt, extra geobserveerd en/of gediagnosticeerd. De school kan een extern onderzoek (ad. 4) adviseren als er twijfel of andere zorgen zijn. Dan zijn de kosten voor de school. Als de ouders zelf beslissen om extern onderzoek te doen en school ziet de meerwaarde niet, dan zijn de kosten voor de ouders. In beide gevallen zal de school serieus en zorgvuldig met de adviezen uit het onderzoek omgaan. Ad 3. Tijdens het intakegesprek van nieuwe leerlingen kan vermoeden van voorsprong/excellentie worden ingebracht door de ouders. Ook bij de tienminutengesprekken kunnen ouders signalen afgeven. Bovenstaande punten vormen samen een (eerste) diagnose.

4. Afstemmen begeleiding. Er zijn meerdere keuzes om te komen tot een juiste leerlingbegeleiding. 4.1 Compacten en verrijken Leerlingen die hoge scores behalen op methode- en niet-methodegebonden toetsen, niet genoeg uitdaging vinden in de reguliere stof, weinig behoefte hebben aan instructie, oefenen herhalingsstof, komen in aanmerking voor het compacten en verrijken van de leerstof. Dit betekent dat een groot deel van de oefen- en herhalingsstof wordt geschrapt. Wat wel aangeboden wordt: 1) de belangrijkste stappen in het leerproces 2) belangrijke leerstrategieën en werkwijzen 3) activiteiten op tempo 4) de introductie van een nieuw thema. Naast de gewone leerstof krijgen de kinderen verrijkingsstof. Dit zijn moeilijkere en uitdagendere oefeningen. De rekenmethode en de taalmethode bieden deze verrijkingsstof aan. Dit is voldoende voor de 20% leerlingen zoals eerder in dit stuk is genoemd. Voor de 2% excellente leerlingen zal dit niet voldoende zijn. Voor hen is het nodig om in het weekprogramma tijd in te bouwen voor de plusklas en het werken met verbredings-, verrijkings- en/of verdiepingsstof, zoals de zelfstandige leergids. Het materiaal waar ze mee aan de slag kunnen zit in de levelbox die iedere groep heeft. 4.2 Vervroegde doorstroming De beslissing om een leerling vervroegd door te laten stromen wordt op zijn hoogst één keer in de basisschoolperiode genomen. Het besluit zal altijd worden genomen in nauw overleg met de leerkracht, de ouders, de directie en de intern begeleider. De Overplaats hanteert in principe het uitgangspunt om leerlingen de volledige basisschool te laten doorlopen omdat leerlingen sociaal emotioneel het beste functioneren met leeftijdgenootjes. Er zijn echter situaties waarbij je van dit uitgangspunt moet afwijken en goed naar het individu moet kijken. Het besluit zal dan na zorgvuldig overleg worden genomen. Wanneer er twijfels zijn, wordt afgezien van de doorstroming. Binnen de schoolcarrière kunnen diverse momenten zijn om hier over in gesprek te gaan. In de praktijk zal blijken dat een goed moment voor vervroegd doorstromen zal zijn in de kleuterperiode en na groep 3. In de hogere groepen zal het in de regel minder voorkomen.

4.3 Plusgroep De Plusgroep is bedoeld voor die 2% leerlingen die excellent zijn en op A en A+ niveau scoren. De leerlingen kunnen veel meer aan dan het werk in de groep en wel in die mate dat er een vorm van verveling zou kunnen optreden als je niet voorziet in hun onderwijsbehoeften. Het werken met compacten en verrijken is voor hen niet voldoende. Het doel van de plusgroep is: 1. contacten met kinderen die gelijkgestemd zijn 2. behoud van interesse in school en leeractiviteiten 3. leren studeren; ervaren dat je ergens moeite voor moet doen 4. gericht werken aan leerstrategieën 5. verbeteren van sociale vaardigheden 6. rekening houden met de belangstelling van de leerling Iedere maandag komen de leerlingen per bouw bijeen om aan een project of een opdracht te werken. Op andere dagen krijgen de leerlingen tijd om in de eigen groep aan de opdrachten te werken. In de plusklas wordt de leerstof uitgebreid, verbreed en verdiept en is sterk gekoppeld aan eigen interessegebieden. De leerlingen kunnen gezamenlijk aan een project werken maar ook individueel. Aan het eind van een project wordt een presentatie gehouden. Dit kan in de vorm van een verslag, een muurkrant, een tentoonstelling, een spel of een spreekbeurt. De presentatie kan plaatsvinden in de plusgroep maar ook in de eigen klas. De taak van de leerkracht is van organisatorische en begeleidende aard. De leerkracht moet denkprocessen stimuleren (de kinderen leren leren), zelfstandigheid van de kinderen vergroten en feedback geven/samen de lessen evalueren. Twee keer per jaar evalueren we de plusleerlingen met de betreffende groepsleerkracht, de plusleerkracht en de intern begeleider. 4.4 Coördinatie en verslaglegging Leerlingen die compacten en verrijken worden in het groepsplan ingedeeld en apart genoemd. Leerlingen die in de plusklas komen krijgen een individueel plan. Dit plan wordt gemaakt door de plusleerkracht samen met de betreffende groepsleerkracht. Het plan wordt twee keer per jaar geëvalueerd en de ouders, groepsleerkracht, plusleerkracht en intern begeleider zijn hierbij aanwezig. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor de communicatie naar de ouders.

4.5 Voorsprong/excellentie in de onderbouw. Bij kleuters spreekt men nog niet van excellentie maar van een ontwikkelingsvoorsprong. Je kunt nog niet van excellentie spreken omdat dit pas vanaf 8 jaar betrouwbaar te testen is. Een kleuter ontwikkelt zich sprongsgewijs. Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong op kleuterleeftijd kunnen die voorsprong in de loop van de jaren kwijt raken. Voor kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong hebben we ook levelboxen met speciaal materiaal. 5 Tot slot Dit plan moet gezien worden als een ontwikkelplan, waarin regelmatig zaken zullen worden herzien of toegevoegd. Belangrijk daarbij is de feedback van ouders, kinderen maar ook van leerkrachten. Één van de doelen die we nastreven is om veel eerder een beeld te krijgen van het leervermogen van kinderen en daarop goed in te kunnen springen. Een goede signaleringsprocedure die al begint bij de kleuters is daarvoor zeer belangrijk. Het bestaansrecht van een aparte plusklas heeft te maken met het aantal excellente leerlingen, de formatie en het vermogen van het team om binnen de groep kinderen meer uitdaging te bieden. Jaarlijks zal het daarom noodzakelijk zijn om te bepalen op welke wijze we de kinderen de benodigde uitdaging en de goede begeleiding bieden. Het kan zijn dat het niet jaarlijks mogelijk is om een aparte plusklas te formeren. Uiteraard blijven we hierover in gesprek met de kinderen en hun ouders.

Bijlage 1: Observatielijst Kenmerken 1 2 3 4 5 Is snel van begrip Heeft een grote (algemene) kennis Heeft ongewoon grote woordenschat Is vindingrijk bij bedenken van oplossingen Heeft hoog leertempo (staat los van werktempo) Produceert creatieve en originele plannen/ideeën Vindt het leuk moeilijke dingen te doen Vindt het leuk om moeilijke denkproblemen op te lossen Is een doorzetter Heeft voorkeur voor zelfstandig leren Heeft grote parate kennis Heeft een scherp opmerkingsvermogen Is geestelijk vroegrijp Vindt het prettig om thematisch te werken Note: lijst geeft een indicatie en gebruik je naast informatie van ouders en toetsgegevens.

Bijlage 2: Stappenplan excellente leerlingen voor de leerkrachten Stap 1: welke kinderen moeten gevolgd worden. Kinderen die een aantal keer een hoge A score halen op Cito lvs en goed presteren in de groep op methode gebonden toetsen OF van een hoge A score afzakken en ongemotiveerd gedrag gaan vertonen of signalen afgeven (kan ook via de ouders) van lichamelijke klachten. Stap 2: wat ga je hiermee doen? Deze kinderen krijgen leerstof voor rekenen, taal en/of spelling aangeboden die gecompact is met daarnaast verdieping van de leerstof OF je gaat compacten en verrijken. Stap 3: wat te doen als deze uitdaging niet voldoende blijkt te zijn? Je brengt deze kinderen in bij de groeps- en leerlingbespreking waar je advies kunt vragen of een observatie vraagt die door de IB-er wordt gedaan. Advies kan zijn om de kinderen door te toetsen (CITO). Ook hierbij worden de ouders geïnformeerd. Stap 4: wat kan hiervan de uitslag zijn? Deelname aan de plusklas. Ook hierbij worden de ouders geïnformeerd. Zij krijgen ook meerwerk aangeboden in de groep. (levelbox) Ouders worden hierover altijd geïnformeerd. Levelboxwerk kan pas gestart worden na overleg met de Ib-er. Definitie van verrijken: Aangeboden leerstof buiten de reguliere leerstof om met toepassingen uit de reguliere leerstof. Definitie van verdiepen: Extra leerstof uit de methode waarmee je de diepte in gaat.