Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer versie: januari 2017
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 Benodigdheden 3 ONDERWEG 4 De klanken van het Nederlands 4 Overzicht lessen 4 Opbouw van iedere les 5 1. Luister, lees en leer 5 2. Luister en zeg na 6 3. Schrijf het antwoord 7 4. Luister en lees 8 5. Schrijven 8 Extra oefeningen 9 Schrijfoefeningen 9 Leesoefeningen 10 Luister- en spreekoefeningen 11 Overige vragen 12 Tot slot 12 KNM EXAMENTRAINING 13 Inleiding 13 Overzicht hoofdstukken 13 Theorie 14 Oefenexamen 15 Eindexamen 15 Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 2
VOORWOORD In deze handleiding vindt u uitleg over hoe u een anderstalige bibliotheekbezoeker kunt begeleiden bij het leren met de online programma s Onderweg en KNM examentrainer. Gemakshalve noemen we in deze handleiding de anderstalige bibliotheekbezoeker de cursist. U bepaalt zelf als begeleider in hoeverre u ondersteuning biedt aan de cursist. In de onderstaande handleiding vindt u af en toe een suggestie voor extra oefening of begeleiding in cursief aangegeven. BENODIGDHEDEN: 1 headset met koptelefoon en microfoon: In de online programma s zitten onderdelen waarbij de cursist naar audio moet luisteren en zichzelf moeten kunnen opnemen. Vraag aan de technische ondersteuning in de bibliotheek om dit in orde te maken. 1 cursistenhandleiding en 1 begeleidershandleiding: Cursisten kunnen in principe zelf aan de slag met de online programma s, maar moeten wel even op weg worden geholpen. Het is handig als er bij de computers een exemplaar van de cursistenhandleiding ligt, zodat cursisten deze zelf kunnen raadplegen. De cursistenhandleiding is visueler en minder inhoudelijk. Het is daarom van belang dat er ook altijd een begeleidershandleiding uitgeprint op de locatie ligt, zodat u de cursist kunt ondersteunen en vragen kan beantwoorden. 1 cursistenaccount: Iedere cursist moet een eigen account aanmaken in NT2 school. Uw bibliotheek heeft deze handleiding ofwel digitaal of als een fysiek document. Als begeleider is het handig om ook zelf een account aan te maken in NT2school, zodat u zelf toegang hebt tot het online lesmateriaal. Mocht u tegen vragen aanlopen kunt u altijd contact opnemen met de klantenservice van Boom NT2: nt2@uitgeverijboom.nl Veel succes! Boom NT2 Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 3
ONDERWEG Met het online programma Onderweg kunnen cursisten zich voorbereiden op de talige onderdelen van het inburgeringsexamen; luisteren, lezen, spreken en schrijven. De oefeningen van Onderweg staan allemaal online, zodat de voorbereiding lijkt op het maken van het inburgeringsexamen dat ook digitaal wordt afgenomen. Het eindniveau van Onderweg ligt op A2 van het ERK. DE KLANKEN VAN HET NEDERLANDS Voorafgaand aan Les 1 is er een les waarin alle klanken van het Nederlands worden aangeboden. Cursisten kunnen deze klanken beluisteren. Extra: Laat een cursist zelf een woord noemen met een door de begeleider gekozen klank. Of geef als begeleider een woord en laat de cursist de klank die hij hoort benoemen en opschrijven. OVERZICHT LESSEN De lessen 1 tot en met 20 hebben thema s die inhoudelijk aansluiten bij wat de cursist moet weten voor het examenonderdeel Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM). Met deze lessen vergroot de cursist zijn woordenschat en oefent met de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. Burgerschap Les 1 Het huis Les 2 Wonen Les 3 Het milieu Les 4 Het gemeentehuis Les 5 De bibliotheek Les 6 Post Les 7 Het politiebureau Les 8 De zorgverzekering Les 9 De bank Onderwijs gezondheid en opvoeding Les 10 Het consultatiebureau Les 11 De peuterspeelzaal Les 12 De basisschool Les 13 Het voortgezet onderwijs Les 14 De dokter Les 15 De tandarts Les 16 Het ziekenhuis Werk Les 17 Les 18 Les 19 Les 20 Werk zoeken Het arbeidscontract Praten met collega s Ziek en beter melden Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 4
OPBOUW VAN IEDERE LES Een les bij Onderweg bestaat uit vijf stappen: 1. Luister, lees en leer 2. Luister en zeg na 3. Schrijf het antwoord 4. Luister en lees 5. Schrijven Deze stappen worden hieronder verder toegelicht. 1. LUISTER, LEES EN LEER Tijdens de eerste stap bekijkt de cursist de foto s van de betreffende les, leest de woorden en luistert naar de audio. Het luisteren wordt enkele malen herhaald. Bij iedere stap is het aan te raden om eerst de volledige audio te beluisteren. Dat kan door op deze knop te klikken:, deze wordt dan groen. Het voordeel hiervan is dat de cursist even niets anders kan dan alleen luisteren en meekijken. Deze eerste stap is belangrijk, aangezien taalverwerving begint bij luisteren. Door nogmaals op de knop te klikken kan de cursist de doorlopende audio stoppen. Vervolgens kan de cursist de luidsprekerknop bij de afbeeldingen aanklikken om de bijbehorende audio te horen. Op deze manier krijgt de cursist woordenschat aangeboden met afbeeldingen, tekst en audio. Extra: Laat een cursist eerst zelf het woord uitspreken en dan naar de audio luisteren. Begrijpt de cursist hoe klanken en letters samenvallen? Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 5
2. LUISTER EN ZEG NA Bij het onderdeel Luister en zeg na moet de cursist zichzelf opnemen en terugluisteren. Als de koptelefoon met microfoon nog niet is aangesloten op de computer ziet de cursist. Als de cursist de koptelefoon met microfoon aansluit op de computer krijgt hij de vraag van NT2 SCHOOL om de microfoon te mogen gebruiken. De cursist klikt dan op Toestaan. De microfoon wordt dan blauw. De koptelefoon blijft grijs totdat de cursist iets opneemt. De cursist is nu klaar om met Luister en zeg na aan de slag te gaan. Bij Luister en zeg na worden er dialogen gepresenteerd. Iedere AB is een dialoog. Er zijn 6 stappen. Bij iedere stap staat cursief een aantal reflectievragen die u als begeleider kunt stellen. 1. De cursist klikt luistert naar alle dialogen achter elkaar door op deze knop te klikken. Wat valt er op als je luistert naar de intonatie van de zinnen? Bijv.: de toon gaat omhoog aan het eind van een vraagzin. Bij een komma, hoor je een kleine pauze. De toon gaat omlaag aan het einde van een normale zin. Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 6
2. De cursist luistert naar de dialoog door op de knop van de luidspreker te klikken. Hoe wordt de zin uitgesproken? Hoe is de intonatie van de zin? De toon gaat omhoog aan het eind van een vraagzin. 3. De cursist klikt hij op de knop op zichzelf op te nemen. De knop wordt dan rood. Waar moet je op letten als je de zin uitspreekt? 4. Om zichzelf terug te luisteren klikt de cursist op de knop met de blauwe koptelefoon. De knop wordt dan groen. Hoe klinkt de zin die de cursist heeft ingesproken? 5. De cursist luistert nogmaals naar de dialoog door op de knop van de luidspreker te klikken en vergelijkt zijn ingesproken tekst met de audio van de dialoog. Lijkt de ingesproken tekst op de audio van de dialoog? Kan het nog beter? Is het slim om nog een keer de uitspraak te oefenen door de tekst nog eens in te spreken? Extra: Deze dialogen zijn zeer geschikt om in tweetallen te oefenen. Als begeleider kunt u de eerste zin zeggen en de cursist laten reageren. 3. SCHRIJF HET ANTWOORD Bij de derde stap klikt de cursist op de audio en leest de vraag. Vervolgens schrijft de cursist het antwoord in de gele balk. Om feedback te krijgen op het antwoord klikt de cursist op deze knop. Bij een goed antwoord krijgt de cursist een groen vinkje te zien: Bij een verkeerd antwoord krijg de cursist een rood kruis te zien met feedback voor het goede antwoord. Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 7
Bij de feedback wordt met de meest voor de hand liggende antwoordopties rekening gehouden, maar niet alle. Het is dus niet volledig. Zie het volgende voorbeeld: Hierbij worden dankjewel en bedankt goed gerekend, maar dank weer niet. Het kan dus in een enkel geval zijn dat de cursist wel een goed antwoord geeft, maar dat deze niet goed wordt gerekend. In de instructie aan de cursist kun je dit noemen. 4. LUISTER EN LEES Bij de vierde stap gaat de cursist een tekst lezen en daarbij multiplechoicevragen beantwoorden. Laat de cursist om te beginnen alleen naar de audio luisteren en meelezen. Vervolgens kan de cursist de tekst nogmaals lezen en de bijbehorende vragen maken. Extra: Laat de cursist de tekst voorlezen. 5. SCHRIJVEN In de vijfde stap krijgen de cursisten lossere schrijfopdrachten. Door op het antwoordmodel te klikken krijgt de cursist te zien wat een goed antwoord zou kunnen zijn. Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 8
EXTRA OEFENINGEN Naast de oefeningen in de lessen zijn er extra oefeningen te vinden in Onderweg. U vindt deze onderaan de andere lessen. Deze extra oefeningen zijn een goede manier om te checken of de cursist de verschillende vaardigheden beheerst: Schrijfoefeningen: 30 oefeningen gericht op het invullen van formulieren (1-15) en losse schrijfopdrachten (16-30). Extra: Neem met de cursist de antwoorden op de open vragen door om te checken of ze kloppen en of de cursist nog vragen heeft. Leesoefeningen: 30 opdrachten bestaande uit multiplechoicevragen voor begrijpend lezen. Extra: laat de cursist aangeven of hij de teksten heeft begrepen en het goede antwoord kon kiezen. Waarom wel/niet? Luister- en spreekoefeningen: 30 opdrachten voor begrijpend luisteren. Daarnaast moeten cursisten zichzelf opnemen en terugluisteren. Extra: Laat de cursist uitleggen waarom hij welke antwoorden heeft gekozen. Was er iets dat niet duidelijk was? SCHRIJFOEFENINGEN Alle oefeningen sluiten wederom inhoudelijk aan bij wat de cursist moet weten voor het examenonderdeel Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM). Navigeren Om naar de volgende opdracht te gaan klikt de cursist in de blauwe balk op het pijltje naar rechts. Het is ook mogelijk om terug te gaan naar een eerdere vraag. De ingevulde antwoorden bij latere of eerdere vragen blijven gewoon staan. Feedback bij schrijfoefeningen Na iedere vraag moet de cursist op de knop om feedback te krijgen op de vragen. Er is geen overzicht aan het eind van de oefeningen hoeveel er fout of goed zijn gemaakt. Een juist antwoord wordt met groen aangegeven. Een fout antwoord wordt met rood aangegeven: De cursist kan de vraag dan aanpassen. Soms blijft een antwoord op blauw staan. Dit gebeurt bij vragen waarbij het antwoord niet wordt meegeteld of niet meegeteld kán worden, bijvoorbeeld bij een handtekening: Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 9
Een ongevuld antwoord dat wel beantwoord had moeten worden, wordt aangegeven in rood: Bij open schrijfopdrachten wordt de cursist geadviseerd om het antwoord aan de docent te laten zien, omdat er meerdere antwoordmogelijkheden zijn. LEESOEFENINGEN De leesoefeningen zijn allemaal multiplechoicevragen. De cursist krijgt direct feedback op de antwoorden. Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 10
LUISTER- EN SPREEKOEFENINGEN De luister- en spreekoefeningen bestaan uit 30 opdrachten, die ieder weer uit subopdrachten bestaan. Cursisten luisteren naar de tekst door op de luidspreker te klikken. Multiplechoicevragen Bij de multiplechoicevragen moet een antwoord aangeklikt worden. Door op de knop krijgt de cursist direct feedback of het antwoord goed of fout is. te klikken Spreekoefeningen Bij de spreekoefeningen klikt de cursist de luidspreker aan om de vraag te beluisteren. Vervolgens klikt de cursist de microfoon aan om het antwoord in te spreken. De microfoon wordt dan rood en het balkje gaat lopen. Vervolgens krijgt de cursist het antwoord te zien: Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 11
OVERIGE VRAGEN Blijven de ingevulde oefeningen van de cursist staan als ik naar een volgende stap ga? Ja. De ingevulde oefeningen blijven staan als je wisselt tussen de stappen in de les. Maar let op! Als je naar een andere les gaat en dan weer terugkeert naar de les waar je mee bezig was, dan zijn de oefeningen weer leeg. Dit geldt ook: als je alle oefeningen van een les in hebt afgerond. voor de extra oefeningen buiten de lessen: Schrijfoefeningen, Leesoefeningen, Spreek- en luisteroefeningen. In dit online programma krijgt de cursist direct feedback op zijn antwoord, dus is het niet echt nodig om antwoorden te bewaren. Is het programma hoofdlettergevoelig? Nee. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld het antwoord dankuwel en Dankuwel. Het programma is ook niet gevoelig voor leestekens, maar wel voor spaties (je kunt woorden niet foutief samentrekken of juist los schrijven). Kan de cursist een fout verbeteren? Ja, dat kan, hoewel je natuurlijk het juiste antwoord al in beeld ziet staan. Door in de gele schrijfbalk te gaan staan en op backspace te klikken, kan de cursist het antwoord verwijderen en een nieuw antwoord intypen. Vervolgens klikt hij op de knop om het antwoord te checken. Let op dat de cursist voor feedback op het antwoord op de knop klikt en niet op enter. Met enter krijg je een enter in de invulbalk, waardoor het antwoord lijkt te verdwijnen. TOT SLOT Naast het online programma Onderweg bestaat er ook het boek Onderweg. Inhoudelijk is zijn boek en online hetzelfde. Soms vinden de cursisten het fijn om naast de online versie een boek te gebruiken. Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 12
KNM EXAMENTRAINING De KNM examentraining biedt een grondige voorbereiding op het onderdeel KNM van het inburgeringsexamen in Nederland. De cursist kan oefenen met driehonderd geïllustreerde vragen, inclusief antwoorden en feedback, net zo lang tot u het examen zich klaar voelt voor het examen. De KNM examentraining is een training op NT2-niveau A2. Dit is het vereiste niveau voor het inburgeringsexamen in Nederland. In de onderstaande handleiding vindt u af en toe een suggestie voor extra oefening of begeleiding in cursief aangegeven. INLEIDING Voorafgaand aan het eerste hoofdstuk 1- Werk en inkomen is er een theoretische inleiding waarin het doel van KNM wordt uitgelegd. Laat de cursisten beginnen met het lezen van deze inleiding. OVERZICHT HOOFDSTUKKEN De KNM examentraining bestaat uit 8 categorieën die de cursist moet weten voor het examenonderdeel Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM): 1. Werk en inkomen 2. Omgangsvormen, waarden en normen 3. Wonen 4. Gezondheid en gezondheidszorg 5. Geschiedenis en geografie 6. Instanties 7. Staatsinrichting en rechtsstaat 8. Onderwijs en opvoeding Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 13
THEORIE Ieder hoofdstuk bestaat uit een gedeelte theorie en een oefenexamen. De theorie bestaat uit 26 tot 29 pagina s waar informatie kleine informatieonderdelen op staan. De cursist moet dit goed doorlezen, want op de pagina s erna krijgt hij er vragen over gesteld, zoals in het voorbeeld hieronder: Om naar een volgende of eerdere pagina te gaan, klikt de cursist op de pagina of op de pijlen. In het theoriegedeelte worden ook vragen gesteld. De cursist vult dan een antwoord in en klikt op om feedback te krijgen op de vraag: Bij een onjuist antwoord wordt meteen het juiste antwoord gegeven: Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 14
OEFENEXAMEN Nadat de cursist de theorie heeft doorgenomen klikt hij op het tweede tabblad: Oefenexamen. De cursist maakt nu alle vragen achter elkaar. Tussendoor wordt geen feedback gegeven. Pas aan het eind van het examen krijg je te zien welke vragen je goed of fout hebt. Er wordt verder geen feedback gegeven. Wel kun je de vraag nog eens inkijken. Als de cursist minder dan 80% goed heeft, moet hij het examen opnieuw maken. Als de cursist de toets niet gehaald heeft moet de cursist de theorie opnieuw doornemen. Hij komt dan vanzelf de antwoorden tegen van de vragen die hij niet goed had. Het oefenexamen kan in principe eindeloos opnieuw gemaakt worden. Geef de cursist echter de tip om het oefenexamen als toets te gebruiken en het theoriegedeelte te gebruiken om te leren, omdat de kennis daar in context wordt aangeboden. Bovendien is het oefenexamen is steeds hetzelfde. EINDEXAMEN Als de cursist alle hoofdstukken heeft doorgenomen en de oefenexamens heeft behaald kan hij het eindexamen maken. Dit examen bestaat uit een selectie van 60 vragen uit alle hoofdstukken. Aan het eind krijgt de cursist het resultaat te zien. Als de cursist 80% van de vragen goed heeft beantwoord, is hij geslaagd. Het eindexamen kan eindeloos opnieuw gemaakt worden, totdat de cursist het haalt. Hij heeft dan nog drie keer om het eindexamen te maken. Het echte KNM examen heeft ongeveer 43 vragen en de cursist krijgt daar ongeveer 45 minuten voor. Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 15
AANTEKENINGEN Boom Uitgevers Amsterdam, 2017 16