Nog niet gecontroleerde informatie! Het via doorschakelen beschikbare bestand is nog niet gecontroleerd en wordt zo spoedig mogelijk vervangen of aangevuld.
Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in 1980 1980 / 39 Naam Bestemmingsplan Lindenholt-West Centraal Voorzieningen Centrum II (voorzieningencentrum Sprokkelenburg) Voorschriften Kaart nr. 43.447 Toelichting Opmerkingen Het oorspronkelijke gemeenteblad is ten behoeve van presentatie binnen intranet c.q. internet opnieuw uitgebracht in digitale vorm, waarbij inhoudelijk identiek aan de oorspronkelijke uitgave. Nieuw toegevoegd zijn een vervangend titelblad (en de bestemmingsplankaart). Bijzondere aanvullende voorschriften Aantal bladzijden / verkoopprijs?? / 0,00 gb80-039v.doc
No. 39 301 1980 GEMEENTEBLAD NIJMEGEN Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de uitwerking van een gedeelte van het bestemmingsplan Lindenholt-West (plan Lindenholt- West Centraal Voorzieningen Centrum II ), vastgesteld bij Besluit van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen d.d. 29 juli 1980, afd. I-B no. 16479/79. HOOFDSTUK I DEFINITIES. In het plan wordt verstaan onder: A. 1. het plan het onderhavige uitgewerkte plan, zijnde de kaart en deze voorschriften; 2. de kaart de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart waarop het plan is aangegeven; (Kaart nr. 43.447) 3. een gebouw een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte; 4. een bouwwerk elke constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang, van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect steun vindt in of op de grond; 5. een werk een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde. B. 1. een woning een complex van ruimten, dat krachtens zijn aard en indeling geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één gezin;
302 2. een eengezinshuis een tot één woning ingericht gebouw; 3. een bqzondere woning een woning die in verband met aard en indeling in het algemeen bestemd is voor bewoning door bejaarden, studenten en alleenstaanden; 4. een bijzonder woongebou W een gebouw dat meerdere bijzondere woningen bevat; 5. een meergezinshuis een gebouw dat meerdere etagewonigen en/of maisonnettes bevat en uit 2 of meer woonlagen bestaat; 6. een etagewoning een woning waarvan alle ruimten, eventueel uitgezonderd bergingen op een woonlaag van een meergezinshuis zijn gelegen; 7. een maisonnette een woning waarvan de slaap- en de woonruimte over twee of meerdere boven elkaar gelegen woonlagen van een meergezinshuis zijn verdeeld; 8. een woonlaag de begane grond of de verdieping waarop zich een etagewoning of een bijzondere woning of een gedeelte van een woning of maisonnette bevindt, waarbij de maat tussen de bovenkant vloer en onderkant plafond minimaal 2,40 m en maximaal 3,50 m bedraagt. Als woonlaag wordt niet aangemerkt een geheel of nagenoeg geheel onder een schuin dakvlak gelegen onvolledige verdieping; 9. een bljionder gebouw een gebouw ten dienste van een sociale of openbare instelling, alsmede een gebouw met een bijzondere bestemming als kerk, wijkgebouw, school en ander hiermede gelijk te stellen gebouw, geen woning zijnde in de zin van deze voorschriften; 10. een onderbouw de onderste bouwlaag van een één- of meergezinshuis of een bijzonder woongebouw, warin zich behalve woonruimten, crecheruimten en gemeenschapruimten, de autoboxen en bergruimten ten behoeve van de woningen bevinden;
303 11. een winkel een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat krachtens zijn aard en indeling uitsluitend is bestemd voor de uitoefening van de detailhandel; voorzover de uitoefening van de detailhandel dit vereist mag een gedeelte van de ruimte voor de uitoefening van ambachtelijke werkzaamheden worden ingericht; onder een winkel mede verstaan een apotheek; 12. detailhandel het bedrijfsmatig aan particulieren te koop aanbieden en/of verkopen van goederen. C. 1. een bouwperceel de grond die overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 2. de perceelsgrens de grens van een bouwperceel; 3. de breedte van een woning de breedste projectie van de zijgevels van een woning buitenwerks gemeten, waarbij gemeenschappelijke scheidingsmuren voor de helft worden meegerekend; 4. de bebouwde oppervlakte de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil; 5. de bebou wingsgrens de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarop de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door de bebouwing mag worden overschreden; 6. de hoogte van een gebouw de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen, liftkokers en antennes vallen hierbuiten;
304 7. peil a. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte b. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende terreingedeelte. HOOFSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIEEN. CATEGORIE 1 1. BD Buzondere doeleinden De gronden welke op de kaart voor bijzondere doeleinden (BD) zijn aangewezen, zijn bestemd voor onbebouwd open erf behorende bij een bijzonder gebouw. 2. B D-M Bijzondere doeleinden en meergezinshuizen. De gronden welke op de kaart voor bijzondere doeleinden en meergezinshuizen (BD-M) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van bijzondere gebouwen op de begane grond met daarboven meergezinshuizen, met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: a. het aangegeven bouwperceel binnen de bebouwingsgrenzen geheel mag worden bebouwd; b. de maximum hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; c. de breedte van een etagewoning minimaal 5,00 meter en maximaal 12,OO meter bedraagt; d. de breedte van een maisonnette minimaal 4,00 meter en maximaal 10,OO meter bedraagt. 3. BW-A Bqzondere woongebou wen. De gronden welke op de kaart voor bijzondere woongebouwen (BW-A) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van bijzondere woongebouwen al dan niet op onderbouw met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken met dien verstande, dat: a. de maximum hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven;
305 CATEGORIE 2. b. het aangegeven bouwperceel binnen de bebouwingsgrens geheel mag worden bebouwd. W-M Winkel en meergezinshuizen. De gronden welke op de kaart voor winkel en meergezinshuizen (W-M) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van winkels met bedrijfsruimten ten behoeve van de winkels op de begane grond met daarboven meergezinshuizen, met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: a. de aangegeven bouwpercelen binnen de bebouwingsgrenzen geheel mogen worden bebouwd; b. de maximim hoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; c. de breedte van een etagewoning minimaal 5,00 meter en maximaal 12,OO meter bedraagt; d. de breedte van een maisonnette minimaal 4,00 meter en maximaal 10,OO meter bedraagt. CATEGORIE 3. VS Service3 ta tion. De gronden welke op de kaart voor service-station (VS) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de bouw van een service-station met pompeilanden voor de verkoop van motorbrandstoffen -met uitzondering van L.P.G.-, olie en smeermiddelen, met de daarbij behorende bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: a. de bebouwing geen grotere oppervlakte mag hebben dan 200 m2 b. de hoogte der bebouwing niet meer mag bedragen dan 4,00 meter; c. onverminderd het bepaalde onder a en b binnen de bebouwingsgrens luifels mogen worden opgericht met een maximale oppervlakte van 200 m2 en met een maximale hoogte van 6,00 meter. CATEGORIE 4. Verkeersdoeleinden. De gronden welke op de kaart voor verkeersdoeleinden zijn aangewezen zijn bestemd voor de aanleg van wegen met parkeerstroken, bermen, groenstroken, pleinen, parkeerplaatsen, fietspaden en wandelwegen.
306 Op deze gronden mag niet worden geboud met uitzondering van de oprichting van abri s met een maximaal bebouwd oppervlak van 5 m2 en een hoogte van 2.50 meter, lichtmasten, verkeersborden en andere verkeersvoorzieningen. HOOFDSTUK 111 ALGEMENE BEPALINGEN 1. 2. 3. 4. De bebouwing moet binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrens worden opgericht met dien verstande, dat de voorgevel van de hoofdbebouwing op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens moet worden opgericht, behoudens een verleende vrijstelling ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk IV; Onverminderd hetgeen in deze voorschriften is bepaald ten aanzien van de hoogte van gebouwen, bouwwerken en werken binnen de bestemming onder de op de plankaart aangegeven zone met beperkte bebouwingshoogte ten opzichte van N.A.P. mag de bebouwing binnen deze zone de daarbij op de kaart aangegeven hoogte, aangegeven in meters ten opzichte van N.A.P. niet overschrijden; Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen. Indien op grond van artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij de gemeenteraad beroep wordt ingesteld, neemt de gemeenteraad een beslissing binnen drie maanden na datum van ontvangst van het beroepschrift. Het besluit van de Raad wordt aan belanghebbenden schriftelijk medegedeeld. HOOFDSTUK IV TOEPASSING ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING.
307 C A. Het bouwen ach ter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de voorgevel van de hoofdbebouwing op te richten op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het oprichten van de voorgevel van de hoofdbebouwing in bestemmingscategorieën BD-M, BW-A, W-M en VS tot op 8 meter achter de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens, met dien verstande, dat: a. behoudens een verleende vrijstelling de van de weg afgekeerde zijde van de bebouwingsgrens niet door bebouwing mag worden overschreden; b. indien de vrijstelling wordt verleend geldt de nieuwe voorgevellijn als de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens. 6 Het bouwen vóór de naar de wegzqde toegekeerde bebouwingsgrens Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om de voorgevel van de hoofdbebouwing op te richten op de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het bouwen vóór de naar de wegzijde toegekeerde bebouwingsgrens, indien het betreft: plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen; gevel- en kroonlijsten en overstekende daken; trappenhuizen, ingangspartijen, balcons, erkers en luifels, mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan 1.50 meter overschrijden; stoepen, bordessen, funderingen, kelderingangen en koekoeken, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; rb. Algemeen 1. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen: betreffende de gronden gelegen binnen het plan, met vrijstelling in zoverre van de desbetreffende bebouwingsvoorschriften voor het oprichten van gebouwtjes ten openbare nutte als traforuimten en telefooncellen, gasdrukregel- en meetstations met een maximum oppervlakte van 30 m2, geen grotere hoogte dan 3.50 meter en met een maximale inhoud van 50 m3; tot het overschrijden van de hoogte in de bestemmingscategorieën BD-M, BW-A en W-M, met maximaal 10%; van het gestelde in Hoofdstuk III lid 2 tot maximaal binnen de bestemmingscategorieën BD-M, BW-A en W-M toegestane hoogte
308 indien en voor zover uit overleg met de beheerder van de straalverbinding blijkt dat daartegen uit hoofde van bescherming van de straalverbinding geen bezwaar bestaat. I 1. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid tot vrijstelling in het geval genoemd onder 1 eerst gebruik nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken. HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN. 1. 2. 3. 4. 5, Het is verboden, gebouwen, bouwwerken en/of bijbehorende tuinen, open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel stijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht danwel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde sub 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld hun bezwaren tegen het verlenen van de, vrijstelling schriftelijk kenbaar te maken. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit Hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
309 HOOFDSTUK Vl SLOTBEPALING. Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Bestemmingsplanvoorschriften Lindenholt-West Centraal Voorzieningen Centrum 11. Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen d.d. 29 juli 1980, afd. I-B nr. 16479/79. Goedkeuring onthouden aan de bestemming Service-station en yan categorie 3 van hoofdstuk I I van de voorschriften voor het overige goedgekeurd, ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d 6 oktober 1980, nr. B 8094/5-RO 109. TOELICHTING behorende bij het bestemmingsplan Lindenholt-West Centraal Voorzieningen Centrum 11. Algemeen: In het met ingang van 27 oktober 1977 gedurenden één maand ter inzage gelegen hebbende ontwerpbestemmingsplan Lindenholt-West is in de omgeving van de Broekstraat ruimte gereserveerd en bestemd voor gemengde bebouwing. Deze bestemmingscategorie dient met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nader te worden uitgewerkt. Tegen deze globale bestemming van dit planonderdeel zijn geen bezwaren ingebracht. De Raad heeft het plan Linden-West vastgesteld bij besluit van 6 april 1978. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben het plan lindenholtflest bij besluit van 8 mei 1979, nr. 7320/238-RO 108/mb goedgekeurd Om de verbouw van de bestaande boerderij Sprokkelenburg tot wijkaccommodatie mogelijk te maken, is een gedeelte van de bestemming gemengde bebouwing reeds uitgewerkt in het plan Lindenholt-West Centraal Voorzieningen Centrum 1 (eerste fase van uitwerking). De reden van toepassing van de uitwerking van het centraal voorzieningen centrum in fasen is gelegen in het feit dat het gereedkomen van de verschillende onderdelen afhankelijk is van hun functie en het gereedkomen van de omringende (woon)bebouwing op verschillende tijdstippen.
310 De vrijstellingsclausule betreffende het gebruik van gebouwen ten behoeve van het onderwijs is niet in de voorschriften opgenomen, daar binnen het plangebied geen scholen aanwezig zijn of zullen komen. Ook de overgangsbepalingen zijn achterwege gebleven, daar zich binnen het plangebied geen opstallen bevinden. Beschrijving van het plan: Deze tweede fase van de uitwerking van de bestemming gemengde bebouwing voor het Centraal Voorzieningen Centrum in Lindenholt- West voorziet in de bouw van een service-station, een (gemak+)winkel van ca. 600 m2 B.V.O. met hierop een achttal woningen in 2-3 lagen, een apotheek en medisch centrum met daarboven een tiental woningen en een bijzonder woongebouw met 60 wooneenheden voor een- en tweepersoonshuishoudens. Afgezien van het service-station zijn genoemde onderdelen van deze tweede fase rond een middengebied gegroepeerd waar geparkeerd kan worden en aan welke zijde eveneens de toegangen zijn gepland. De achterkant van de verschillende onderdelen, met name die van de winkel zal een zodanige vormgeving krijgen, dat de omringende woningbouw zo min mogelijk last heeft van expeditie en dergelijke. De ontsluiting van het Centraal Voorzieningen Centrum geschiedt vanaf de Broekstraat en via de ontsluitingswegen van vlek E. Na deze fase volgt nog de bouw van een sporthal en een wijkcentrum.