De tentoonstelling De Groote Oorlog rond de Kluis Spionage Tekst en foto s: Eric R.J. Wils Door heemkundekringen uit de grensstreek tussen Belgisch Limburg en Noord-Brabant worden in de periode 2014-2018 een serie tentoonstellingen georganiseerd in een bijgebouw van de Sint- Benedictusabdij van Achel (zie: http://www.noordlimburg1914-1918.be/index.php). Komend vanuit Valkenswaard staat de route naar de Achelse Kluis aangegeven en op ongeveer 100 meter over de Nederlandse grens staat de abdij. Vlak voor de abdij is een stuk van de dodendraad gereconstrueerd zoals die in 1916 hier door de Duitsers werd aangelegd, toen dwars door een muur en de tuin van de abdij. De reconstructie houdt vanzelfsprekend op voor de muur. De erbij staande informatieborden vertellen het een en ander over de abdij en de lotgevallen van de kloosterlingen tijdens de Eerste Wereldoorlog. In 2015 was de dodendraad het onderwerp van een tentoonstelling, in 2016 is voor spionage gekozen. In Belgische grensdorpen waren spionage en smokkel naar het neutrale Nederland schering en inslag. De tentoonstelling is niet omvangrijk en slechts beperkt open voor bezoek (zie de website) maar zeker de moeite waard om meer te weten te komen over de spionageactiviteiten tussen België en Nederland in de Eerste Wereldoorlog. Duitse grenswachten met twee monniken voor de abdij van Achel. 1
Spionage In het bijgebouw van de abdij zijn drie ruimten ingericht voor de tentoonstelling en één als projectieruimte. Daarin werd een documentaire over Mata Hari vertoond. Rondom hangen vele informatieborden met teksten, kaarten en foto s. Er is dus veel te lezen, maar al die borden zijn weergegeven in de te koop aangeboden brochures. Het onderwerp spionage komt voornamelijk aan de orde in de twee kleinere ruimten. In een daarvan staat een model van de abdij. De structuur van de diverse inlichtingendiensten wordt uiteengezet met het accent op de Britse die het meest actief was in België en het bezette Noord-Frankrijk. En de rol van Rotterdam als het grootste spionagecentrum wordt aangestipt. Drie Belgische spionagenetwerken worden uitgelicht: La Dame Blanche met als basis Luik, ORAM (het netwerk van de familie Moreau) oorspronkelijk gericht op de grensstreek met Oost-Vlaanderen en Antwerpen en de Cereal Company die onder meer een afdeling had rond Neerpelt. In de derde ruimte komen de technieken voor het verspreiden van berichten zoals het coderen van brieven aan bod. In een vitrine liggen daarvan voorbeelden. En worden de persoonlijke verhalen van de spionnen verteld. In een hoek hangen informatieborden over de beroemde vrouwen Edith Cavell, Gabrielle Petit, Louise de Bettignies en Mata Hari, maar de verhalen over de lokale mannen en vrouwen uit de streek rond Achel, zoals Jaak Tasset, krijgen de boventoon. Het laatste informatiebord Spionage: het verdere verloop is na het lezen van al die heldendaden echter ontnuchterend met de vraag wat hebben die spionageactiviteiten nu opgebracht. Volgens de Generale Staven kwamen de meeste inlichtingen uit andere bronnen zoals ondervragingen van deserteurs en krijgsgevangenen, patrouilles in het niemandland en luchtfotografie. Jaak Tasset en zijn oliekan Behalve de spionagenetwerken en bekende spionnen zoals Gabrielle Petit, de latere heldin van het Belgische volk, krijgen lokale figuren ruime aandacht in de tentoonstelling. Eén daarvan was Jacques (Jaak) Tasset, een in 1861 geboren landbouwer uit Neerpelt. Zijn borstbeeld staat op de entreebalie van het bijgebouw. Hij kende de weg in de streek inclusief de smokkelpaadjes aan de grens. Tasset werd door de naar Nederland uitgeweken burgemeester Johan Moonen van Neerpelt, behorend tot de Cereal Company, gevraagd om berichten over te brengen. Eén van de trucs die Tasset gebruikte, was het verstoppen van berichten in de metalen schroefdop van een oliekannetje. Via meerdere tussenpersonen vond dit kannetje en de daarin verstopt berichten dan zijn weg tussen Valkenswaard en Neerpelt. Maar er ging iets mis met een afspraak en de truc met de oliekan werd doorzien. Tasset werd door de Duitsers opgepakt samen met Henriette (Jet) en Henri Bernaerts. Tasset en Jet Bernaerts kregen op 28 juni 1916 de doodstraf wegens krijgsverraad en Henri tien jaar gevangenisstraf. Jet Bernaerts verkreeg gratie maar Tasset werd op 14 juli 1916 in Hasselt gefusilleerd. Hij was één van de 280 burgers die in het bezette gebied van België en Noord-Frankrijk werd doodgeschoten wegens hoogverraad. Na de oorlog werd het stoffelijk overschot van Tasset met eerbetoon overgebracht naar de begraafplaats van Neerpelt. En in 1921 werd voor hem een grafmonument opgericht. Brochures De volgende drie rijk geïllustreerde brochures zijn te koop ( 5 per stuk) rond het thema De Groote Oorlog rond de Kluis : Van generaal Deschepper tot de Achelse Kluis Een ongekend WO I-verhaal, 2014, 28 pp. De doodendraad Een vergeten WO I-verhaal, 2015, 44 pp. Spionage - Een ongekend WO I-verhaal, 2016, 68 pp. 2
`y Een stuk van de gereconstrueerde dodendraad voor de gebouwen van de abdij van Achel. De draad liep in WO I door de muur (rechts op de foto) om de abdij. Ingang tot een bijgebouw van de abdij met de tentoonstelling over spionage. 3
Een tentoonstellingsruimte met een model van de abdij, vitrines en informatieborden. Informatieborden over Edith Cavell, Gabrielle Petit, Louise de Bettignies en Mata Hari. 4
Borstbeeld van Jaak Tasset, de held van Neerpelt, en een vitrine met oliekannen gewijd aan hem. 5