Verzuimcijfers Veilig, gezond & vitaal werken. Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken

Vergelijkbare documenten
Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2014 voortgezet onderwijs Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2016 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2015 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

INHOUD Samenvatting verzuimonderzoek Ziekteverzuimcijfers en personeelskenmerken...3 Ziekteverzuimpercentage en schoolkenmerken...

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2017 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Verzuimcijfers 2018 voortgezet onderwijs. Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken

Verzuimonderzoek PO en VO 2015

Verzuim in het primair onderwijs 2010

Verzuimonderzoek PO en VO 2012

Verzuimonderzoek PO en VO 2011

Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009

Verzuimonderzoek PO en VO 2013

Verzuimonderzoek PO en VO 2014

Verzuimonderzoek PO en VO 2018

Verzuimonderzoek PO en VO 2016

Verzuimonderzoek PO en VO 2017

Definities en berekening van de verzuimmaten 2010

Dr. S.W. van der Ploeg. Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: Fax :

Ziekteverzuimregistratie

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Verzuimanalyse MBO-sector

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Verzuim onder personeel in het onderwijs in 2003 Cijfers over BO, SO en VO

Verzuimanalyse MBO-sector

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2004 Cijfers over BO, SO en VO

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN eindrapport - drs. M. Voorpostel dr. S.W. van der Ploeg

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11

Verzuimanalyse MBO-sector

Definities verzuimcijfers vs 2.0 def

Verzuimanalyse MBO-sector

Cijfers van het BO, SO en VO. - eindrapport -

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS 2002 Cijfers van het BO, SO en VO. - eindrapport - drs. A. Vermeij drs. M. Diepeveen dr. S.W.

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

RUIMTE VOOR ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL?

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht,

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

(V)SO in beeld. november 2015

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Ontwikkeling leerlingaantallen

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Verzuimgegevens BVE. 1e kwartaal 2017 t/m 4e kwartaal 2017

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Personeelsgegevens. Totaal aantal medewerkers

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Voorbeelden Verzuimpercentages

Handleiding RapportageXpert

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Verzuimgegevens BVE 3e kwartaal 2014 t/m 2e kwartaal 2015

Analyse Ziekteverzuim

FACTSHEET SCHORSINGEN PRIMAIR ONDERWIJS ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER SCHOOLJAREN 2014/2015 EN 2015/2016. Pagina 1 van 13

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

Sociaal Jaarverslag 2013

Toelichting Berekening Verlof

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Persoonlijke gegevens raadsleden

Ziekteverzuimgrootheden

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Aantal werklozen in december toegenomen

Groepsgrootte in het basisonderwijs

REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Rapportage. Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, Gezond & Veilig werken. Prae Advies & Onderzoek, 17 september 2012, Utrecht

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

7,4. Vernet Viewer Q Woonzorg Flevoland. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS. ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN 2011/2012 TOT EN MET 2015/2016

Werkloosheid in juli verder gedaald

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in mei verder opgelopen

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder gestegen. Meer mannen én vrouwen werkloos. Aantal jonge werkzoekenden toegenomen

Vernet Health Ranking. Verzuim in de branche. Ontwikkeling van verzuim. Gemiva-SVG Groep. Vernet-ID Gehandicaptenzorg

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Studenten aan lerarenopleidingen

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Transcriptie:

Verzuimcijfers Veilig, gezond & vitaal werken Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken

Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken... Uitgevoerd door: In opdracht van: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Voion Uitgave: VOION Postbus 2501 6401 DA Heerlen Tel: 045-579 6024 www.voion.nl oktober 2013... DISCLAIMER Voion is zich volledig bewust van de taak zo betrouwbaar mogelijke informatie te verzorgen. Dit rapport is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Niettemin kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventueel voorkomende onjuistheden. Voion 2013. Alle rechten voorbehouden. Het is niet geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in publicaties zonder nauwkeurige bronvermelding. 3

Inhoudsopgave... 1. Samenvatting verzuimonderzoek 5 2. Verzuimcijfers 6 3. Verzuimcijfers en personeelskenmerken 8 4. Verzuimcijfers en schoolkenmerken 12 Bijlage 1 Berekening van de verzuimkengetallen 19 Verzuimbenchmark 20 4

1. Samenvatting verzuimonderzoek... Het verzuim in het voortgezet onderwijs (vo) is in ten opzichte van 2011 licht gedaald. Dit geldt voor zowel het onderwijzend personeel (OP) als voor het onderwijsondersteunend personeel (OOP). Het verzuimpercentage van OP schommelt al zes jaar rond 5%, terwijl dat van het OOP in dezelfde periode steeds licht daalt; van 6,0% in 2006 naar 5,3% in. Het verzuimpercentage van het OP is van 5,2% in 2011 gedaald naar 5,0% in ; voor het OOP daalt het verzuimpercentage van 5,5% in 2011 naar 5,3% in. De aard van het verzuim blijkt in die periode stabiel. De verzuimgegevens worden gekenmerkt door een relatief lage meldingfrequentie en een korte duur. De meldingsfrequentie is in 1,6 voor het OP en 1,3 voor het OOP. Deze cijfers zijn stabiel met de voorgaande jaren. De gemiddelde verzuimduur nam in met ongeveer 1,5 dag toe tot gemiddeld 12 dagen verzuim voor het OP en 16 dagen voor het OOP. Uitvoering verzuimonderzoek Ook dit jaar verzamelde DUO de verzuimgegevens en berekende zij de verzuimcijfers. Voor de verzameling van de verzuimgegevens gebruikte DUO de gegevens die de salarisverwerkers (Raet, Raet ECS en AFAS), in opdracht van de schoolbesturen, aanleveren. Samen hebben de salarisverwerkers een dekkingspercentage van 81,4% van alle brinnummers in het vo. DUO berekende de verzuimkengetallen volgens de Standaard voor verzuimregistratie die in 1996 door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden is opgesteld. 5

2. Verzuimcijfers... De ziekteverzuimkengetallen voor het voortgezet onderwijs van zijn berekend over 81,4% van alle vo-scholen (brinnummers). Het is zeer aannemelijk dat de cijfers daarmee een goed beeld geven van het verzuim in de sector. De cijfers geven het totaal van het ziekteverzuim inclusief het verzuim in het tweede ziektejaar. Tabel: Ziekteverzuimgegevens Onderwijzend Personeel en Directie (OP) 1 2005 2006 2007 2008 2009 2 2011 2 2 Ziekteverzuimpercentage 5,4 5,0 5,0 5,1 5,1 4,9 5,2 5,0 Ziekmeldingfrequentie 1,5 1,6 1,7 1,7 1,7 1,5 1,5 1,6 Gem. ziekteverzuimduur 14,1 11,5 10,4 11,2 10,9 10,4 10,4 12,0 Nulverzuim onbe kend 40,3 40,6 39,8 34,0 36,7 36,7 39,7 Het verzuim onder docenten in de het voortgezet onderwijs is in de afgelopen zeven jaren nagenoeg gelijk. Dat geldt voor zowel voor het verzuimpercentage als voor de meldingsfrequentie. De gemiddelde verzuimduur vertoont over deze periode een iets grotere spreiding. Opvallende is dat het percentage doecenten dat in niet heeft verzuimd, gestegen is tot het niveau van 2008. 6

Tabel: Ziekteverzuimgegevens Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) 1 2005 2006 2007 2008 2009 2 2011 2 2 Ziekteverzuimpercentage 6,6 6,0 5,8 5,8 5,8 5,4 5,5 5,3 Ziekmeldingfrequentie 1,3 1,4 1,4 1,4 1,4 1,3 1,3 1,3 Gem. ziekteverzuimduur 18,5 15,7 13,8 14,8 15,07 14,2 14,6 15,8 Nulverzuim onbekend 41,9 42,7 42,1 37,1 42,7 43,1 44,7 Het verzuim onder het OOP daalt voor de derde maal op rij. Het verzuim onder het OOP is echter nog steeds hoger dan dat van het OP. Het verschil in verzuim is terug te voeren op een langere gemiddelde verzuimduur. Verder blijkt dat ook in relatief minder OOP ers dan OP ers heeft verzuimd. Conclusies Het verzuim onder het OP is stabiel. De cijfers laten geen trendbreuk zien. Voor het OOP geldt dat de gestage daling van het verzuim lijkt door te zetten. De gemiddelde verzuimduur neemt weliswaar toe, maar tegelijkertijd daalt het percentage OOP ers dat heeft verzuimd. 1 De verzuimkengetallen voor het ziekteverzuim van 2005 en 2006 betreffen de gegevens van Caso. De verzuimkengetallen van 2007 betreffen gegevens van Caso, en Merces. De verzuimkengetallen voor het ziekteverzuim van 2008 en 2009 betreffen de gegevens van Raet ECS (voorheen CASO), Merces en Raet; voor, 2011 en zijn daar de gegevens van Magma IT nog bij gekomen. 2 De bestanden voor de berekening van de verzuimkengetallen voor het ziekteverzuim van, 2011 en zijn op een andere wijze opgebouwd dan in voorgaande jaren. Bij de interpretatie van de verzuimcijfers moet rekening worden gehouden met een mogelijke onderschatting van het verzuim. 7

3. Verzuimcijfers en personeels- kenmerken... In onderstaande tabel zijn het ziekteverzuimpercentage (), de ziekmeldingsfrequentie () en de gemiddelde ziekteverzuimduur () in het vo verder uitgesplitst; eerst naar leeftijdscategorie daarna naar geslacht, functie en aanstellingsomvang. De cijfers geven het totaal van het ziekteverzuim inclusief het tweede ziektejaar. Tabel: Ziekteverzuimgegevens Onderwijzend Personeel en Directie (OP) naar personeelskenmerken* Achtergrond- kenmerken 20011 2011 2011 VO (OP totaal) 4,85 5,15 4,97 1,48 1,61 1,60 10,37 10,61 12,01 Verzuim max 1 jaar 4,64 4,95 4,56 - - - - - - Leeftijd > 35 jaar 3,64 3,74 3,59 1,59 1,73 1,75 7,06 7,14 8,03 35-44 jaar 4,62 4,62 4,28 1,58 1,73 1,76 9,09 9,14 10,05 45-54 jaar 4,63 5,06 4,68 1,44 1,58 1,58 10,34 11,17 12,07 55-65 jaar* 6,41 6,84 6,92 1,34 1,43 1,38 15,61 15,62 17,98 Bapo Geen bapo 5,87 6,10 4,49 - - - - - - Wel bapo 6,16 6,74 6,77 - - - - - - Geslacht Mannen 4,17 4,57 4,42 1,29 1,42 1,39 10,04 10,59 12,26 8

Vrouwen 5,71 5,86 5,65 1,68 1,80 1,82 10,49 10,62 11,82 Functie Directieleden 2,96 3,46 3,15 0,77 0,79 0,77 13,83 15,54 18,28 Leerkrachten (OP) 4,93 5,23 5,07 1,50 1,64 1,63 10,24 10,52 11,90 Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 3,89 4,38 4,51 1,27 1,50 1,47 8,47 8,87 10,88 0,5-0,87 wtf 5,27 5,57 5,32 1,64 1,70 1,75 10,16 10,46 12,55 >0,87 wtf 4,38 4,53 4,87 1,64 1,62 1,58 9,25 10,02 13,43 * In is het personeel boven de 65 jaar ook meegenomen in deze categorie Tabel: Ziekteverzuimgegevens Ondersteunend Personeel (OOP) naar personeelskenmerken 3 Achtergrond- kenmerken 20011 2011 2011 Totaal 5,43 5,46 5,32 1,26 1,32 1,28 14,18 14,58 15,81 Leeftijd > 35 jaar 3,79 4,12 3,32 1,34 1,53 1,44 8,96 8,69 9,13 35-44 jaar 4,90 4,59 4,70 1,38 1,43 1,46 11,33 12,35 12,89 45-54 jaar 5,34 5,39 5,18 1,27 1,30 1,30 14,38 14,61 15,72 55-65 jaar* 6,63 6,63 6,63 1,12 1,17 1,11 18,83 19,56 21,12 Geslacht Mannen 5,12 5,24 5,08 1,20 1,27 1,21 13,82 14,34 15,62 Vrouwen 5,76 5,68 5,56 1,30 1,35 1,33 14,20 14,74 15,93 Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) - 5,65 5,49-1,43 1,38-14,17 14,15 3 In is het personeel boven de 65 jaar ook meegenomen in deze categorie 9

Beheer- en administratief personeel (OBP) - 5,29 5,13-1,22 1,15-15,00 18,35 Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 4,59 5,18 4,91 1,01 1,17 1,05 13,31 14,33 16,59 0,5-0,87 wtf 5,61 5,43 5,90 1,41 1,40 1,44 12,84 13,32 15,95 >0,87 wtf 5,12 5,17 4,90 1,46 1,50 1,44 11,67 12,40 14,38 Conclusies Verschil leeftijdscategorieën Met het stijgen van de leeftijd neemt het percentage verzuim toe, de meldingsfrequentie af en de gemiddelde duur van het verzuim toe. Dit is een bekend patroon in de Nederlandse beroepsbevolking. Zo ook bij het OP en het OOP. Merk op dat het verzuimpercentage van het OOP hoger ligt dan dat van het OP. OOP-ers verzuimen gemiddeld genomen langer maar melden zich minder vaak ziek dan OP-ers. Bapo In 2008 en 2009 lag het verzuim onder degenen die van de bapo regeling gebruik maakten lager dan dat van degenen die geen bapo genoten. In keerde deze verhouding om. Ook in verzuimen degenen met bapo meer. Een verklaring hiervoor is zonder nadere analyse niet te geven. Verschil man-vrouw Vrouwen verzuimen meer dan mannen. Dat geldt zowel voor het OP als voor het OOP: vrouwen hebben een hoger ziekteverzuimpercentage, meldingsfrequentie en een iets langere gemiddelde ziekteverzuimduur. Over blijkt echter de gemiddelde verzuimduur onder vrouwelijke docenten korter dan die onder de mannelijke collega s. De verschillen zijn echter klein. Het hogere ziekteverzuimpercentage bij vrouwen kan wijzen op een grotere verzuimbehoefte of - noodzaak van vrouwen. Opvallend is dat het verschil in verzuim tussen mannen en vrouwen voor het OP groter is dan voor het OOP. Dat doet op z n minst vermoeden dat naast de traditionele rolverdeling ook de aard van de functie (mogelijkheden om balans werk privé gezond te houden) een rol speelt bij het verschil in verzuim tussen mannen en vrouwen. Ook de aanstellingsomvang blijkt van invloed (zie aanstellingsomvang en verzuim). In het licht van de feminisering van het vo, is dit een zorgelijke ontwikkeling. Het is dan ook raadzaam dat de school oog heeft voor de balans werk-privé van vrouwen. 10

Directie verzuimt minder In vergelijking met het OP verzuimen directieleden minder. Directieleden hebben vaak meer regelmogelijkheden en kunnen, als zij zich niet lekker voelen de werkbelasting zelf afstemmen op wat zij op dat moment aankunnen. Daardoor hoeven zij zich vaak niet ziek te melden. Het werk van directieleden is vaak minder tijd en plaatsgebonden dan dat van het OP of het OOP. De hogere gemiddelde ziekteduur bij directie lijkt deze aanname te ondersteunen; korte periodes van verminderde belastbaarheid of ziektes lijken intern verzuimd te worden en komen daarmee niet in de statistieken terecht. Aanstellingsomvang en verzuim De aanstellingsomvang heeft bij het OP een duidelijke invloed op het verzuim. Werknemers met de kleinste aanstellingsomvang verzuimen het minst. De afgelopen drie jaren blijkt de groep werknemers (OP en OOP) met een aanstellingsomvang van 0,5 tot 0,87 het meest te verzuimen. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat aanstellingsomvang en geslacht met elkaar samenhangen; er zijn meer vrouwen die in deeltijd werken. Vrouwelijke docenten hebben in een gemiddelde aanstellingsomvang van 0,73 en mannen 0,88. Onder het OOP ligt die verdeling scherper; 0,65 versus 0,88 (bron: onderwijsdata DUO). 11

4. Verzuimcijfers en school- kenmerken... In onderstaande tabel zijn het ziekteverzuimpercentage (), de ziekmeldingfrequentie () en de gemiddelde ziekteverzuimduur () uitgesplitst; eerst naar schoolgrootte, daarna naar denominatie, verstedelijkingsgraad, regio en percentage achterstandsleerlingen. De cijfers geven het totaal van het ziekteverzuim inclusief het tweede ziektejaar. Tabel: Ziekteverzuimgegevens Onderwijzend Personeel en Directie (OP) naar schoolkenmerken 4 Achtergrond- kenmerken 20011 2011 2011 Denominatie Openbaar 4,82 5,26 4,99 1,49 1,59 1,55 10,08 10,62 12,29 Rooms-katholiek 4,66 4,98 4,77 1,42 1,59 1,57 10,47 11,02 11,76 Protestants-christelijk 4,67 5,07 4,68 1,46 1,59 1,54 10,35 10,60 12,40 Overig bijzonder 5,27 5,25 5,45 1,57 1,67 1,72 10,26 10,26 11,71 Denominatie uitgesplitst Openbaar 4,83 5,26 4,99 1,48 1,59 1,55 10,14 10,62 12,29 Rooms-katholiek 4,66 4,98 4,77 1,42 1,59 1,57 10,47 11,02 11,76 Protestants-christelijk 4,80 5,10 4,94 1,44 1,56 1,54 10,55 10,71 12,91 Algemeen bijzonder 5,31 5,02 5,05 1,45 1,58 1,62 10,55 10,21 11,19 Gereformeerf, reformatorisch, evangelisch 4,10 4,88 3,59 1,64 1,75 1,55 8,99 10,00 10,18 Islamitisch - - - - 2,15 - - 24,94-12 4 In is het personeel boven de 65 jaar ook meegenomen in deze categorie

Vrije scholen - - 4,15-1,40 1,80-11,75 11,31 Overig 5,10 5,29 5,86 1,64 1,76 1,80 10,05 10,05 12,13 Verstedelijking Sterk verstedelijkt 4,86 5,51 5,11 1,58 1,60 1,64 9,24 10,66 16,41 Verstedelijkt 4,84 5,02 5,01 1,46 1,64 1,63 10,54 10,39 11,68 Niet verstedelijkt 4,69 5,19 4,70 1,45 1,51 1,46 10,71 11,35 12,79 Regio Noord 4,69 5,28 4,77 1,34 1,42 1,38 11,06 11,26 13,40 Oost 4,78 5,31 5,33 1,56 1,80 1,68 10,61 10,47 12,58 West 5,05 5,21 4,96 1,51 1,63 1,65 9,87 10,39 12,19 Zuid 4,62 4,77 4,76 1,43 1,47 1,54 10,52 10,95 12,19 Provincies en G5 Groningen 5,10 4,87 5,08 1,24 1,23 1,33 11,42 11,12 13,74 Friesland 4,66 5,88 4,74 1,43 1,56 1,41 10,84 11,94 13,45 Drenthe 4,12 5,08 4,03 1,34 1,65 1,41 10,81 10,30 12,25 Overijssel 5,12 5,76 5,58 1,47 1,80 1,56 11,02 11,83 13,94 Gelderland 4,59 5,06 4,96 1,62 1,73 1,69 10,42 10,01 12,09 Flevoland exl Almere 5,01 5,13 4,78 1,09 1,90 1,92 23,71 9,17 8,67 Utrecht exl Utrecht-stad 5,11 4,77 5,15 1,36 1,49 1,73 10,37 10,10 11,94 Noord-Holland exl Amsterdam 5,56 5,03 4,81 1,34 1,60 1,65 10,69 10,44 10,43 Zuid-Holland exl Den Haag en Rotterdam 4,55 5,16 4,46 1,60 1,66 1,57 9,36 10,46 10,87 Zeeland 5,01 5,21 3,03 1,78 1,89 1,39 9,24 10,60 9,98 Noord-Brabant 4,58 4,66 4,70 1,45 1,45 1,57 10,32 11,13 11,88 Limburg 4,54 4,99 5,23 1,11 1,34 1,46 12,95 10,39 13,77 Amsterdam 5,17 5,77 6,41 1,83 1,90 1,79 9,33 9,71 12,22 Rotterdam 5,05 5,65 5,42 1,60 1,57 1,63 8,88 10,76 12,29 Den Haag 4,43 5,77 5,36 1,58 1,98 2,01 10,48 10,45 10,89 Utrecht 6,49 6,90 3,71 1,48 1,36 1,36 14,49 12,67 11,22 Almere 4,95 5,42 6,52 1,66 2,26 2,09 8,21 8,99 11,81 Schoolgrootte 13

< 50 5,49 6,00 6,12 1,22 1,23 1,28 13,39 14,34 16,41 50-100 4,99 5,11 4,51 1,47 1,64 1,48 9,84 10,28 11,68 100-200 4,62 4,88 4,92 1,46 1,53 1,68 9,94 10,13 11,42 > 200 4,91 5,17 4,96 1,51 1,66 1,61 10,42 10,59 12,03 Salarisschaal LA 6,70 6,65 5,93 1,35 1,32 1,28 16,76 15,53 16,09 LB 5,46 6,08 5,73 1,65 1,82 1,80 10,13 10,75 11,98 LC 4,04 4,65 4,84 1,31 1,55 1,56 9,69 9,88 11,95 LD 3,77 3,83 3,71 1,14 1,24 1,25 10,85 10,81 11,68 LE 3,16 3,46 3,60 0,75 0,72 0,71 17,90 12,76 24,90 Schaal 13 en hoger 2,32 2,58 2,08 0,47 0,49 0,52 13,01 21,59 20,50 Schooltype Havo/vwo - 4,23 4,07-1,49 1,56-10,12 10,79 Pro - 6,10 5,78-1,32 1,34-13,72 14,94 Vmbo-t - 3,72 6,63-1,07 1,52-11,66 16,00 Vmbo-t/havo/vwo - 4,49 4,32-1,50 1,65-9,40 10,94 Vmbo - 6,40 6,63-1,47 1,52-12,77 16,00 Vmbo/havo/vwo - 5,25 5,01-1,67 1,62-10,61 11,94 Niet Westerse Allochtonen < 5% allochtonen II 4,91 4,93 4,33 1,41 1,50 1,50 10,37 11,16 11,81 5 10% allochtonen II 4,49 4,88 4,79 1,44 1,63 1,54 10,33 10,65 12,29 10 25% allochtonen II 4,84 5,08 4,99 1,47 1,55 1,63 10,39 10,52 11,62 25 50% allochtonen II 5,08 5,56 5,80 1,57 1,74 1,65 9,84 9,80 13,37 > 50% allochtonen II 5,81 6,41 6,37 1,78 2,05 1,94 10,01 10,37 11,18 14

Tabel: Ziekteverzuimgegevens Ondersteunend Personeel (OOP) naar schoolkenmerken 5 * Achtergrond- kenmerken 20011 2011 2011 Denominatie Openbaar 5,62 5,68 5,63 1,32 1,33 1,32 13,63 14,39 15,80 Rooms-katholiek 5,44 5,54 5,38 1,19 1,35 1,29 14,60 15,63 15,45 Protestants-christelijk 4,77 5,04 4,98 1,15 1,21 1,12 13,56 14,55 17,68 Overig bijzonder 5,80 5,57 5,32 1,35 1,39 1,38 14,36 13,96 14,69 Denominatie uitgesplitst Openbaar 5,62 5,68 5,63 1,32 1,33 1,32 13,68 14,39 15,80 Rooms-katholiek 5,45 5,54 5,38 1,19 1,35 1,29 14,67 15,63 15,45 Protestants-christelijk 4,96 5,09 5,20 1,17 1,21 1,12 13,81 14,71 18,36 Algemeen bijzonder 6,28 5,45 4,73 1,32 1,35 1,34 14,46 14,40 13,89 Gereformeerf, reformatorisch, evangelisch 4,00 4,79 3,91 1,11 1,23 1,12 12,05 13,53 14,58 Islamitisch - - - - - - - - - Vrije scholen - - 5,46 - - 1,33 - - 13,09 Overig 5,22 5,65 5,86 1,36 1,44 1,41 13,98 13,63 15,45 Verstedelijking Sterk verstedelijkt 5,92 6,18 5,94 1,40 1,43 1,43 13,34 14,67 15,01 Verstedelijkt 5,43 5,35 5,23 1,24 1,31 1,26 14,16 14,44 16,03 Niet verstedelijkt 4,80 5,05 5,01 1,16 1,21 1,17 14,36 15,05 15,94 Regio Noord 5,20 5,22 4,88 1,21 1,13 1,10 14,37 16,22 16,54 Oost 5,45 5,59 5,26 1,32 1,42 1,26 14,71 13,92 16,06 West 5,59 5,63 5,41 1,28 1,35 1,35 13,55 14,09 15,07 Zuid 5,19 5,08 5,50 1,18 1,23 1,28 14,16 15,85 16,68 Provincies en G5 Groningen 4,90 4,92 4,78 1,12 1,01 1,14 12,99 16,22 15,28 5 In is het personeel boven de 65 jaar ook meegenomen in deze categorie 15

Friesland 4,89 5,13 4,62 1,31 1,22 1,09 14,88 14,66 18,09 Drenthe 6,17 6,04 5,89 1,18 1,23 1,03 15,75 19,26 15,42 Overijssel 5,63 5,68 5,42 1,24 1,44 1,19 14,82 14,49 15,89 Gelderland 5,42 5,41 5,08 1,33 1,36 1,22 15,22 13,63 16,90 Flevoland exl Almere - - 4,37 - - 1,44 - - 11,43 Utrecht exl Utrecht-stad 5,02 5,09 5,66 1,10 1,14 1,31 16,21 15,05 15,96 Noord-Holland exl Amsterdam Zuid-Holland exl Den Haag en Rotterdam 6,07 5,30 4,92 1,13 1,33 1,33 14,47 14,05 13,35 5,30 5,44 4,94 1,33 1,35 1,24 12,05 13,74 15,34 Zeeland 6,02 5,05 6,76 1,49 1,65 1,42 15,01 12,74 11,96 Noord-Brabant 5,04 5,07 5,57 1,15 1,20 1,29 13,62 16,30 17,02 Limburg 5,51 5,12 4,90 1,08 1,06 1,21 17,22 16,68 16,51 Amsterdam 6,54 6,55 6,92 1,69 1,72 1,72 13,69 12,26 15,86 Rotterdam 5,12 6,41 6,30 1,33 1,39 1,32 12,25 15,33 16,15 Den Haag 5,38 7,67 5,06 1,59 1,70 1,67 12,58 14,59 13,64 Utrecht 6,46 4,64 5,47 1,14 1,24 1,32 19,96 14,83 15,41 Almere 5,05 6,85 6,12 1,60 1,78 1,73 10,93 13,43 15,42 Schoolgrootte < 50 6,19 6,10 5,21 1,18 1,10 1,20 14,04 16,96 17,03 50-100 5,76 6,12 5,32 1,27 1,45 1,20 13,73 15,62 14,92 100-200 5,08 4,90 5,39 1,21 1,24 1,33 14,03 14,41 15,08 > 200 5,52 5,54 5,32 1,28 1,35 1,28 14,07 14,35 16,02 Salarisschaal Schaal 1 t/m 4 7,43 7,19 7,25 1,41 1,39 1,35 16,29 17,16 19,86 Schalen 5 en 6 5,60 5,48 5,57 1,40 1,45 1,42 13,22 13,33 14,12 Schaae7 t/m 9 4,55 4,64 4,18 1,24 1,30 1,25 11,89 13,23 12,92 Schaal 10 t/m 12 3,60 4,12 4,19 0,89 1,04 0,98 13,06 13,57 16,75 Schaal 13 en hoger - 2,32 2,11-0,57 0,52-14,94 14,36 Schooltype Havo/vwo - 5,27 4,48-1,30 1,30-15,77 14,42 Pro - 6,14 5,60-1,17 1,22-15,81 16,22 Vmbo-t - 6,39 5,75-1,06 1,17-21,62 26,02 16

Vmbo-t/havo/vwo - 5,11 5,07-1,23 1,31-14,19 15,46 Vmbo - 5,98 5,94-1,20 1,14-17,58 15,88 Vmbo/havo/vwo - 5,45 5,38-1,35 1,28-14,24 15,88 Niet Westerse Allochtonen < 5% allochtonen II 4,69 5,01 4,82 1,07 1,17 1,16 13,89 16,16 17,11 5 10% allochtonen I 5,56 5,19 5,29 1,24 1,33 1,24 14,94 13,93 15,66 10 25% allochtonen II 5,46 5,26 5,16 1,27 1,29 1,29 14,08 14,45 14,61 25 50% allochtonen II 5,79 6,68 6,20 1,40 1,46 1,34 12,56 14,93 19,30 > 50% allochtonen II 5,97 6,74 6,62 1,51 1,70 1,70 13,44 12,59 13,02 Conclusies Schoolgrootte Tot 2011 hadden scholen met een omvang van 100 tot 200 medewerkers gemiddeld genomen het laagste verzuimpercentage. Gezien die consistentie leek er voor ziekteverzuim zoiets als te bestaan als een optimale schoolomvang. Afgaande op de verzuimcijfers van is het maar de vraag of schoolomvang een eenduidige met verzuim samenhangt. Bij scholen met minder dan 50 personeelsleden is verzuimpercentage van OP een vol tot anderhalf procentpunt hoger dan bij grotere scholen. Deze relatie gaat voor het verzuim van het OOP niet op. Juist bij de kleinste scholen verzuimt het OOP het minst. Daarentegen is de ziekmeldingsfrequentie voor scholen met minder dan 50 medewerkers door de jaren heen het laagst maar de gemiddelde verzuimduur het langst. Als er al een voor ziekteverzuim optimale schoolomvang zou zijn dan is dat vooral voor het OP van invloed op de combinatie van ziekmeldingsfrequentie en gemiddelde ziekteverzuimduur. Wellicht is er een samenhang met de ervaren mogelijkheden om te verzuimen en de ruimere re-integratiemogelijkheden van grotere scholen. Overigens zijn de verschillen tussen de verzuimkengetallen naar schoolgrootte, gering. Denominatie Denominatie van een school (b)lijkt steeds minder, een voor ziekteverzuim, onderscheidend kenmerk te zijn. De rangorde in ziekteverzuimpercentage tussen de verschillende denominaties is in vrijwel gelijk aan die van de voorgaande jaren. Ook in zijn de verschillen in het ziekteverzuim tussen de denominaties klein. Verstedelijkingsgraad en regio Verstedelijkingsgraad en regio hingen in Nederland sterk met elkaar samen. De verzuimcijfers illustreren dat. Voor de schoolkenmerken verstedelijkingsgraad en regio geldt een trend die 17

vergelijkbaar is met denominatie; deze kenmerken verliezen voor het OP langzamerhand hun differentiërend vermogen voor wat betreft ziekteverzuim in zowel het ziekteverzuimvolume als de aard van het ziekteverzuim. Leek er in 2008 nog sprake van een positieve lineaire correlatie tussen de mate van verstedelijking en de omvang van het ziekteverzuim, in de cijfers van, 2011 en blijkt daar voor het OP niets van. Opmerkelijk is dat de samenhang tussen verstedelijking en verzuim voor het OOP nog steeds opgeld doet. Kortom, ook voor mag worden geconcludeerd dat verschillen in verzuimkengetallen in een hogere mate samenhangen met functie dan met kenmerken als verstedelijkingsgraad, regio of denominatie. Verandering achterstandgroepen Ook voor geldt dat de meldingsfrequentie en het ziekteverzuimpercentage stijgen met de proportie leerlingen van allochtone afkomst; dit geldt voor zowel het OP als ook voor het OOP. Het toenemend verzuimpercentage in relatie tot de proportie allochtone leerlingen wordt in hoofdzaak bepaald door een hogere ziekmeldingfrequentie, de gemiddelde ziekteverzuimduur is voor alle categorieën scholen ongeveer gelijk. 18

Bijlage 1 Berekening van de verzuimkengetallen Bij de interpretatie van de data is het belangrijk om te weten hoe de verschillende kengetallen worden berekend. Voor deze berekening wordt de Standaard voor verzuimregistratie gevolgd. Voor een uitgebreide uitleg over de berekeningsmethodiek en de formules, zie de definities en berekeningen. In onderstaande figuur wordt kort uitgelegd welke delen van het verzuim meetellen voor de berekening van de verschillende kengetallen. Daarbij stelt iedere letter (A t/m D) personen voor en ieder balkje het begin en eind van het verzuim van die persoon. De vakken geven de tijd in jaren weer. 2011 Het ziekteverzuimpercentage (ZVP) geeft aan welk deel van de arbeidscapaciteit in de verslagperiode (in dit geval 2011) verloren is gegaan wegens ziekteverzuim. Voor de berekening van het ZVP 2011, worden alle verzuimdagen in 2011 meegeteld. In bovenstaand voorbeeld betreffen dit dus alleen de rode delen van het ziekteverzuim van persoon A t/m D. De ziekmeldingsfrequentie (ZMF) betreft het gemiddeld aantal ziekteverzuimmeldingen per werknemer in een bepaalde periode. Voor de berekening van de ZMF 2011, worden alleen die gevallen geteld waarvan het ziekteverzuim is gestart in 2011. In bovenstaand voorbeeld zijn dat dus de personen B en C. De gemiddelde ziekteverzuimduur (GZVD) geeft de gemiddelde duur van de ziekte weer en is alleen te interpreteren in combinatie met het ZVP en de ZMF. Voor de berekening van de GZVD 2011, worden alle ziekteverzuimdagen geteld van die personen van wie het ziekteverzuim is beëindigd in 2011. In bovenstaand voorbeeld zijn dit dus de ziekteverzuimperiodes (zwarte én rode delen) van de personen A en B. Bij de berekening van deze maat worden deeltijders meegeteld als fulltimers. 19

Nulverzuim (NV) is het percentage werknemers dat zich niet ziek heeft gemeld in 2011. Voor de berekening van het NV 2011, worden de werknemers zonder ziekteverzuim in 2011, gedeeld door het totaal aantal werknemers in 2011. De hierboven beschreven verzuimmaten hoeven niet evenredig met elkaar samen te hangen. De maten worden namelijk allemaal over deels verschillende gevallen gemeten. Zo blijkt de berekeningswijze van de gemiddelde ziekteverzuimduur (GZVD) bijvoorbeeld een na-ijleffect te kennen; zeker bij langdurig verzuim. Een hoge GZVD kan theoretisch worden veroorzaakt doordat er veel (langdurig) verzuimgevallen worden afgesloten in dat jaar, zonder dat dit gepaard gaat met een hoog ziekteverzuimpercentage in dat jaar zelf. Verzuimbenchmark-VO Omdat de schoolsamenstelling invloed heeft op de ziekteverzuimkengetallen, is het moeilijk om de eigen prestaties te interpreteren ten opzichte van het sectorgemiddelde. Beter is het om de eigen schoolcijfers af te zetten tegen een vergelijkbare referentiegroep die qua kenmerken overeenkomt met de eigen school. In de Verzuimbenchmark-VO is een dergelijke vergelijking mogelijk. Hierdoor zijn de eigen prestaties objectiever te beoordelen. Via een grafiek en een analyse van de specifieke situatie, worden gerichte adviezen gegeven. Ook berekent de Verzuimbenchmark-VO een indicatie van de verzuimkosten. De Verzuimbenchmark-VO vindt u op: www.voion.nl >>Instrumenten>>verzuimbenchmark-vo. 20