Landschappelijke inpassing kleine windmolens in de veenkoloniën en het noordelijk zeekleigebied Piet Ziel Landschapsarchitect Bnt.

Vergelijkbare documenten
Concept Programma inpassing zonneparken en kleine windmolens

Windenergie Drenthe in de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn H S

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten. Twisk, Dorpsweg Theo Baart

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Een inventarisatie en analyse van de ruimtelijke ontwikkelingen van twee gemeenten in de Drents-Groningse Veenkoloniën

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

Tynaarlo. Bron:

Windenergie Drenthe in de gemeenten Emmen en Coevorden. Buro Schöne

Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief. Masterclass Schipborg 21 juni 2011

Naar een koers duurzaam Middag Humsterland Ruimtelijk scenario onderzoek duurzame energie opwekking. tbv informerende raadspresentatie 14 juni 2017

Landschappelijke inpassing nieuwbouw MTS Vroege te Dalen

Publieksversie. Landschapsbeleidsplan Gemeente Midden-Drenthe Publieksversie. Landschapsbeleidsplan 2012 publieksversie

AI13057 LANDSCHAPPELIJKE INPASSING AAN DE TIENELSWEG 31 TE ZUIDLAREN

Bijlage 1: Ambitie en kader

Een zoektocht naar Ruimte E e n o n d e r z o e k n a a r d e i n p a s s i n g v a n b e b o u w i n g i n o p e n l a n d s c h a p p e n

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief

stadhouderspark vught Van kazerneterrein tot woonwijk tussen de bomen

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

ILPENDAM - locatie Ilpenhof. concept mei 2012

Grens, ritme. Concept: Lijnen

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Concept: Clusters 2x

stadhouderspark vught Van kazerneterrein tot woonwijk tussen de bomen

Erfadvies Middendijk 85, Nijbroek Gemeente Voorst

Mestopslagplaatsen in het buitengebied. I Aanleiding en uitgangspunten

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas

memo Inleiding Kader Historische wordingsgeschiedenis B.V. Stichts Beheer datum: 30 oktober 2015 cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Aanleiding / Problematiek / Doel

16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016

Groenvisie Provinciale Weg N283

1 - Zicht vanuit Schoonebeek

Advies landschappelijke inpassing nieuwbouw bedrijfsloods en bedrijfswoning aan de Siepelveenwijk te Nieuw-Weerdinge

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

drentse wind windmolens op drentse maat en schaal werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit

Druten Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Druten! Jaarverslag Zorg voor een mooi. Druten

Vanaf 100 meter geldt als maximaal aanvaardbare hoogte een oplopende lijn die met de biotoopformule berekend wordt.

Bestemmingsplan Buitengebied Ruimtelijk erfgoed

CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAPSINVENTARISATIE GEMEENTE BREDA IV RELICTEN VAN HET HISTORISCHE LANDSCHAP

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Kwaliteitskader buitengebied Peel & Maas

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL

T&L onderzoeksopdracht Door Elka Vuteva en Irma van Riel

BEELDKWALITEITSPLAN BUITENGEBIED UITGEEST, GEDEELTELIJKE HERZIENING PERCEEL BUSCH EN DAM 8. Aanvrager: De heer R.P.M. van den Berg.

MEERWEG DE LIJTE BEELDKWALITEITSPLAN

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Inrichtingsplan driestweg 14 te Putten

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage Toelichting molenbiotopen traditionele windmolens

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Beeldkwaliteitscriteria bedrijventerrein Tonsel

B i j l a g e 2 : L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g A d v i e s b e e l d k w a l i t e i t R u i m t e v o o r R u i m te- r e g e -

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

1 - Invloed op de visuele kwaliteit van de omgeving ontginningspatroon schaal van het landschap/ openheid/ reliëf zichtlijnen

2 2 JULI /29/A.41, RP Horst W.A. ter (050) w.a.ter.horst@provinciegroningen.nl


De volgende aspecten kunnen bij functioneel erfgroen onderscheiden worden: Ruimtelijk visueel Biodiversiteit Milieu Waterhuishouding Cultuurhistorie

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen.

EEN KUNSTWERK VOOR HET VERDRONKEN DORP HOUWINGAHAM VERKLEURINGEN

Bijlage 3 Stedenbouwkundig advies

Geriefbos Gilze-Rijen. Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap

Provincie Noord-Brabant

Molenpaal 3 Onstwedde. Landschaps - en inrichtingsplan.

3.9 Zwartebroek. Eendrachtstraat: oude ontginningsas. Slagenlandschap benadrukt door elzen. 122 Kwaliteit door diversiteit

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Landschappelijke inpassing ten behoeve van aanvraag functieverandering Ringweg RX Beltrum

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

Neereind Middelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen. Kwaliteiten. grens onderzoeksgebied. agrarisch bedrijf.

Landschappelijk advies Sanering en nieuwbouw in buitengebied Gebroeders Maas Holding B.V. Hillegom

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

ADVIES NIJE PLEATS. Agrarisch bedrijf, Familie Anema-Visbeek te Hallum

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)

LEZEN. Terpentijd

AANVULLING BEELDKWALITEITSPLAN OLDEBROEK-WEST II (HOGEKAMP)

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Landschappelijke inpassing windlocatie Westpoortweg + visualisaties

Voor- of tegenwind? Drenthe Molenvrij?

Bijgevoegd is een kopie van de brief welke verzonden is naar Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland.

Landschapsontwikkelingsplan Keizersbaan 14c te Kessel

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Nederweert, 8 september Betreft: initiatieven voor windenergie in de gemeente Nederweert. Geachte gemeenteraad,

Kenmerken en kwaliteiten landschap

Ruimtelijke kwaliteit van het Suikerunieterrein en omgeving

Resultaten Bewonersavonden, enquête Quick Scan Windenergie Korendijk

MOTIVATIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING RECREATIE LANGELILLE

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Woningbouwlocatie Watergang t Schouw

Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Facetbestemmingsplan mini -windturbines V O O R O N T W E R P

MISTERWEG 179 WINTERSWIJK 19 AUG. 13 JOYCE RAS

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

mer windenergie Leeswijzer

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Transcriptie:

Landschappelijke inpassing kleine windmolens in de veenkoloniën en het noordelijk zeekleigebied Piet Ziel Landschapsarchitect Bnt. 10 Maart 2015 De veenkoloniën en het noordelijk zeekleigebied zijn volgens ons Unescowaardige landschappen. Inpassing van windenergie kan de cultuurhistorie en leefbaarheid een impuls geven. Op het moment wordt windenergie geassocieerd met extreme grootschaligheid en sectorale besluitvorming die voorbij gaat aan de cultuurhistorie en leefbaarheid. Onze visie laat zien dat het tegendeel binnen handbereik ligt. Energielandschap als vijfde ontginning De veenkoloniën en het noordelijk zeekleigebied maakt een vijfde ontginning naar een energielandschap door. Wij zien de vijfde ontginning als een culturele daad, als een kans om de leefbaarheid te verbeteren en gewetensvol vorm te geven aan een veranderend landschap. De eerste ontginning zijn de landaanwinningen in de oude dollardinbraken en de eerste ingebruikname van het veenpakket van het voormalige boertangermoeras door boekweitculturen De tweede ontginning is die van de turfwinning voor energie met een vaarverkaveling door kanalen en wijken. De Dollardpolders zijn ontsloten door dijken en trekvaarten. De derde ontginning is voor de landbouw. Afgegraven veengebieden worden omgezet in dalgronden. Kunstmest doet zijn intrede. Ook voor de ingepolderde zeekleigronden. Een welvarend landbouwgebied ontstaat, waarbij de vaarverkaveling wordt omgezet in een asverkaveling. De vierde ontginning is die van de grootschalige ruilverkavelingen zoals de herinrichting van de Gronings Drentse veenkoloniën. Industrialisatie van de woonkernen vindt plaats, nieuwe scheepvaartkanalen en autowegen worden aangelegd en het Europese landbouwbeleid wordt toegepast met het verschijnsel van braaklegging en tijdelijke bossen. De vijfde ontginning is nu actueel. De ruimte voor energie en water neemt toe. Er zijn al veel natuurgebieden waar water wordt opgespaard, ondergronds wordt energie uit gas gewonnen en bovengronds komt de windenergie eraan. Bij die laatste ontginning/transformatie vinden wij het belangrijk voor de leefbaarheid en de identiteit van het gebied dat de voorgaande vier ontginningslagen zichtbaar blijven. De inpassing van onze kleinewindmolens kan aan die zichtbaarheid van de vijf ontginningslagen bijdragen. We laten daarvan in de bijlage principe-voorbeelden zien. Verticaal ornament Kleine windmolens zijn klein. Ze zijn ongeveer even hoog als een volwassen boom, 15 m. Ze hebben een eenvoudige stalen mast met daaraan 3 houten wieken. De wieken moeten voldoende wind kunnen vangen (zuidwestzijde) en ze moeten op enige afstand van woonbebouwing staan. Ornamenten passen bij het gebied. Vooral de tweede ontginning voor turfwinning was voor die tijd een pre-industriële ontginning met bijbehorende ornamentiek. Er ontstonden in het kielzog van de vaarverkaveling veel civieltechnische ornamenten die te maken hadden met de scheepvaart. Draaibruggen, ophaalbruggen, scheepsmasten, maar ook nutsvoorzieningen zoals architectonische

elektriciteitshuisjes, telegraafpalen en gas-lichtmasten. Maar ook windjassers als voorloper van onze kleine windmolens. Vaak voorkomend in reeksen, volgens het ritme van de vaarverkaveling. Tijdens de 3 e en 4 e ontginning verdwenen veel van deze verticale ornamenten. De verticale klappen, (ophaalbruggen) en scheepsmasten verdwenen en het werd een verstild landbouwlandschap. Het casco van deels gedempte kanalen werd overgenomen door de groenstructuren in de landschapsplannen van de herinrichting. Visie De relatief kleine, masten van de kleine windmolens bieden de mogelijkheid het cultuurhistorische patroon verticaal te accentueren. Eigenlijk zoals de bomen dat ook kunnen doen. Wij onderscheiden ca. 9 principesituaties waarin de kleine windmolens geplaatst kunnen worden: Randveenontginning: Dit zijn de zones aan de rand van de Hondsrug en de zogenaamde Tangen. De bebouwing komt zwermgewijs voor. Daarnaast komen hier en daar verlaten huisplaatsen voor. Naast de bebouwingserven kunnen deze huisplaatsen opnieuw zichtbaar gemaakt worden.

Enkelkanaalontginningen: Dit zijn de oudere ontginningspatronen. Het kanaal kan aan de windzijde een reeks molentjes krijgen waardoor het kanaal visueel wordt versterkt.

Dubbelkanaalontginningen: Dit zijn de bekende patronen van de zgn. monden. Daar waar het dubbelkanaal eenzijdig is bebouwd biedt de niet bebouwde zijde de mogelijkheid om het dubbellint te accenturen met een reeks molentjes parallel aan het achter-kanaal. Daar waar het dubbellint geheel is ingevuld met bebouwing bieden de kopeinden van de veenkoloniale wijken de mogelijkheid om het dubbellint te benadrukken en de wijkkoppen zichtbaar te maken.

Wijken: Het gebied kent veel, deels gedempte, wijken. Dat komt de leesbaarheid van het landschap niet ten goede. De gedempte delen, vaak de koppen kunnen met de molentjes geaccentueerd en opnieuw zichtbaar gemaakt worden.

Blok-ontginningen: In de nadagen van de veenontginning zijn in de 50er en 60er jaren grote gebieden met de dragline ontgonnen, Niet volgens een vaarpatroon maar in grote blokken. De tijd van handmatige veenontginning was voorbij. De blokken kenmerken zich door grootschalig grondeigendom en snelle ruimtelijke veranderingen. Hier liggen de glastuinbouwgebieden, geluidssportcentra, vliegveldjes, uitwijscentra en braaklegbossen. Maar ook bijvoorbeeld Blauwestad. Deze blokken kunnen, tegelijkertijd met het landbouwkundig gebruik, ruimte geven aan grootschalige kleine-windmolenvelden, eventueel gecombineerd met solarvelden.

Nieuwe bovenliggende structuren: Elementen zoals bijvoorbeeld provinciale wegen en moderne scheepvaartkanalen die de cultuurhistorische patronen doorsnijden kunnen soms ruimtelijk ondersteund worden.

Agrarische bouwblokken: Dit zijn de planologische geregelde agrarische erven. Iedere agrariër kan windenergie op zijn erf opwekken. Vaak zijn de hoekpunten van het bouwblok het meest geschikt.

Dorpsranden: Aan de windzijde van de dorpen zijn aansluitend op de stoom-afnemende woonbuurten vaak locaties te vinden voor kleine reeksen kleine-windmolens. Ruimtelijk vallen deze windmolens weg tegen het silhouet van het dorp.

Oude dijklinten en voormalige zeedijken: In de dijklinten komt bebouwing afwisselend met zichtlijnen op het weidse landschap voor. Kleinewindmolens in kleine clusters kunnen er deel van uitmaken waardoor het dijklint geaccentueerd wordt en de zichtlijnen blijven gewaarborgd. Maatwerk De veenkoloniën en het noordelijk zeekleigebied kunnen ruimte geven aan een groot aantal klein windmolens waarbij tegelijkertijd het landschapsbeeld wordt versterkt. De algemene inrichtingsprincipes laten dat zien. Vaak is er op agrarische en industriële bouwblokken al planologische ruimte. Maar het is de moeite waard voor gemeenten om beleid te ontwikkelen voor het toepassen van kleine windmolens buiten de agrarische bouwblokken.