Het christendom. : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen

Vergelijkbare documenten
Verspreiding christendom vmbo12

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Verspreiding christendom vmbo12

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Thors eik, die naam kennen we hier in de omgeving. Thors eik, dat werd zo n 1400 jaar geleden iets anders geschreven. Thornspiic oftewel Doornspijk

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

een zee Volksverhuizingen Het Romeinse Rijk is heel rijk. Veel volkeren willen een deel van die rijkdom.

Tijd van Monniken en ridders: Het Christendom

Christendom in europa hv123

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

De middeleeuwen. Isabel Vogelezang 10 jaar OBS De Vogelenzang Leonardo Middenbouw Groep 6.

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Info plus Het leenstelsel

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Brandaan samenvatting groep 7

> Kijk naar afbeelding 1.

1 Monnikenwerk KLOOSTER MONNIKEN. Jorik is bang dat hij straf krijgt van de broeder, omdat hij een appel van het klooster wilde stelen.

Het Christendom in Rome

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

23 Spurgeons eerste gemeente Volmaakte mensen Hebben engelen zakken? Bidden en werken Een zacht antwoord Mevrouw

Jezus blijft altijd bij ons

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Geschiedenis hoofdstuk 3

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

De opkomst van het christendom

> Lees Volken op de vlucht!

Les 13: Geboorte van Jezus.

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

Filippenzen 1. Begin van de brief

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Over land en over zee. Veroveraars

Op weg gaan naar het licht.

Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking.

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen

Kastelen in Nederland

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Uitleg van het thema. De Bijbel wereldwijd

Introductie. De val van het Romeinse Rijk 2.1

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

SINTE-WATTE? SINTE-METTE! Voorleestekst

Welkom in het kartuizerklooster

3 Jullie moeten jezelf niet beter vinden dan een ander, of opscheppen

In de vriendschap tussen mensen is het Gerlachus zelf die ons groet.

Sinte-watte?! Sinte-Mette! Voorleestekst

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

Samen met Jezus op weg

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

De klassieke tijdlijn

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw

Maand 10 week 1: Mozes sterft.

Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

Dagboek Sebastiaan Matte

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

Frederik Smekens Vak:Godsdienst Opdracht: de 7 deugden in het Christendom

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

In het oude Rome De stad Rome

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Het verhaal van onze kerststal

leerwerkboek leerwerkboek Naam ISBN

Binnenkomst in stilte in de donkere kerk. We zingen:

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Spreekbeurt Levensbeschouwing Islam

...een waargebeurd verhaal...

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

Hoe heette de reus die door David verslagen werd? Hoe heet de vrouw van Adam?

2

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Zondag 9 oktober over de maaltijd van de Heer. Lezing: 1 Korinthe 10 : 14 t/m 17, 11: 17 t/m 26

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

Samenvattingen Geloof ABC

Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4

Dienst met de catechesegroep gehandicapten Thema: Eten met Jezus

Transcriptie:

Het christendom : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen

Les 1 nog een hoofdstad Romeinen Na de Romeinse tijd brak een andere tijd. Het was een onrustige tijd. De wereld was niet meer zo veilig. De Romeinen dachten dat hun rijkdom heel belangrijk was en dat het zou blijven maar dat veranderde. De Romeinen zagen Rome als het centrum van de hele wereld. Keizer Constantijn wilde nog een hoofdstad. Dat werd Constantinopel. Die stad lag in het oosten. Constantinopel werd schitterend en nog belangrijker dan Rome. Constantinopel heet nu Istanbul en ligt in Turkije. Germaanse stammen trokken over de grenzen. Het Romeinse rijk was zo groot, dat het twee hoofdsteden nodig had. Onbewaakt Overal in het Romeinse rijk was het onrustig. De soldaten die de grenzen bewaakten, waren ontevreden over hun lage loon. Veel soldaten vertrokken uit het leger daardoor waren de grenzen onbewaakt. Iedereen kon zomaar het rijk binnen komen. En dat gebeurde ook omdat alle soldaten weg waren gegaan. Veel stammen kwamen niet zomaar naar het Romeinse rijk. Ze waren namelijk op de vlucht. Want de Hunnen kwamen eraan! Iedereen was bang voor dit volk uit Azië. De Hunnen kwamen toen naar hun kleine dorpje. Maar de mensen wisten niet waarom de Hunnen steeds maar kwamen. Ze trokken Europa binnen op super snelle paarden en vernielden alles. Ze roofden akkers leeg en vermoorden iedereen die ze zagen of in de weg zaten. De Germanen vonden de Hunnen heel erg wreed. De Germaanse stammen waren heel erg bang voor de Hunnen dat kwam doordat ze veel op rovers leken. Nog voordat de mensen de Hunnen zagen waren ze al op de vlucht om te schuilen. Ze zouden graag naar het Romeinse rijk gaan maar die was ook niet meer zo goed beschermd. Ruzie Steeds als er een heersende keizer stierf, was het weer spannend. Wie zou de opvolger worden? De machtigste families in Rome hielden elkaar goed in de gaten. Wie greep de macht? Er was vaak ruzie. Ook de generaals uit het leger zagen een kans. Zij hadden een sterk leger. Waarom zouden zij geen keizer kunnen worden? Dat betekende oorlog voor hun. De Romeinen vochten tegen elkaar om de baas van het hele rijk te worden.

De laatste keizer Romulus augustus was nog maar elf jaar toen hij keizer van Rome zou worden. Hij was nog klein en daarom noemden ze hem Augustulus. Romulus augustus was de laatste keizer van Rome. Daarmee eindigde het Romeinse rijk en begonnen de middeleeuwen. Er ontstond pas in het jaar 800 weer een groot rijk in Europa, toen Karel de Grote bijna heel Europa veroverde. Hij was nog een kind en werd gevangen gezet door een Germaanse generaal. Eigenlijk was Augustulus te jong om te regeren. De echte baas was de vader maar die was generaal. Generaal odoaker ging niet in Rome wonen. Daarom waren er geen soldaten meer om de mensen te beschermen. Karel de Grote Karel de Grote was een grote vorst. Nog beroemder dan Clovis werd de Franse koning Karel de grote. Rond het jaar 800 heerste Karel de grote over een heel groot deel van Europa Karel had niet alleen oorlog gevoerd. Zijn leger beschermde het grote rijk tegen indringers. Zoals tegen Saksen. Het land van de Saksen grensden aan het rijk van Karel. Vaak kwamen de Saksen dan over de grenzen. Ze plunderden dan bijvoorbeeld de Frankische dorpen. Karel werd woedend en stuurde zijn leger naar de Saksen Het duurde 30 jaar en toen gaven de Saksen zich eindelijk over. Het land van de Saksen hoorde nu bij Karel zijn land. Karel had toen zijn land Karel de Grote genoemd. Omdat hij de baas was deed hij dat Karel maakte de eikenboom van de Saksen kapot. Het was een heilige boom voor de Saksen Karel is nog nooit naar school geweest. Daarom kon Karel niet schrijven maar hij kon wel goed met een zwaard om gaan Karel stierf in 8014 in aken.

Les 2: De christenen werden steeds belangrijker in Europa. De paus De baas van de christenen was de paus. De paus woonde in Rome. Toen er geen keizer meer was en het steeds leger werd in Rome bleef de paus daar wonen. Dat was een gevaarlijke tijd. Toen er nog Romeinse keizers waren werd de paus beschermd door het leger. De keizers gaven hem de macht. De Romeinen vertrokken en nu had de paus niemand meer. Hij had zelfs geen leger. Iemand moest hem helpen. Een verbond De Franken waren een van de grootste stammen van Europa. De paus sloot vriendschap met koning Clovis van de Franken. Voortaan beschermden de Frankische koningen de christenen en de paus. Alle koningen van de Franken waren vanaf die tijd christelijk. Ook Karel de grote beschermde de paus. Een volk dichtbij Rome probeerde Rome te veroveren. Ze wilden de paus afzetten. Karel versloeg met zijn leger het volk. Hij veroverden hun land. Toen de paus stierf, werd er een nieuwe paus gekozen. Al snel waren er mensen die deze paus af wilden zetten. Ze namen hem gevangen.

Weg van de wereld In de middeleeuwen gebeurden er allerlei dingen die van de christenen niet mochten. Er werd gestolen gelogen en er was armoede en ook nog veel honger. Het was moeilijk om een goed christen te zijn. Er kwamen steeds meer kloosters in Europa. Net als een kasteel was het een veilige plek in de wereld. Een klooster had dikke muren, er was genoeg eten en langzaam werden de kloosters steeds belangrijker. Vrouwen in een klooster noemen we Nonnen en de mannen in het klooster noemen we Monniken. Deze Nonnen en Monniken leefden volgens strenge regels. http://www.schooltv.nl/video/leven-in-een-klooster-120-nonnen-leven-met-god/#q=christendom De kloosters werden beschermd door de koningen. Die waren immers ook christelijk. Als er vijanden in de buurt waren, stuurde de koning zijn leger. En reizende monniken kregen vaak soldaten mee. Wilde een monnik een nieuw klooster beginnen? Dan gaf de koning vaak een stuk land en geld. De bekering van heidenen Er kwamen meer en meer kloosters in Europa. Steeds minder mensen geloofden in De oude Germaanse goden. Veel mensen werden christen. Eén god Christenen geloven dat er maar één god is. Christenen noemden de mensen, die andere goden vereerden, heidenen. In de middeleeuwen geloofden de christenen dat heidenen niet in de hemel konden komen. Er waren in de vroege middeleeuwen nog veel mensen die in de Germaanse goden geloofden. En hier en daar waren er ook nog mensen die in de Romeinse goden geloofden. Sommige monniken gingen rondreizen om mensen te

vertellen over het christendom. Ze wilden deze mensen bekeren door ze te dopen. Als je je liet dopen, werd je christen. Voor monniken was het veel werk om alle mensen te dopen. Ze waren vaak jaren op pad. Soms zelfs hun hele leven. Willibrord De Engelse monnik Willibrord kreeg een opdracht van de paus. De paus wilde dat hij naar Utrecht kwam. Vanuit Utrecht moest hij proberen de Friezen te bekeren. Dat was nog niemand gelukt, misschien zou het Willibrord lukken. Vanuit zijn klooster in Utrecht maakte Willibrord tochten naar de Friezen. Ze wilden niets met het christendom te maken hebben. Maar Willibrord hield vol. Toen Willibrord stierf, waren al veel Friezen bekeerd. Willibrord had erg gelovige ouders. Hij moest op zijn zevende naar een klooster. Hij leerde veel uit de Bijbel, en hij wilde graag de heidenen uit de Bijbel vertellen. Hij reisde in 960 met twaalf gezellen naar Friesland om het voorbeeld te volgen van Jezus Christus. Die er ook rondtrok om zijn blije boodschap te verkondigen. Vandaar uit bezocht hij een groot eilandgebied dat zich uitstrekt Van de Lauwers zee tot België en Luxemburg toe. In 719 ontving Willibrord bezoek van Winfrid, beter bekend als Bonifatius. Die na een verblijf van drie jaar naar de Germaanse landen vertrok om het evangelie te verkondigen. Over de rest van zijn leven is weinig bekend. Voor de Rooms-Katholieke kerk is Willibrord een heilige. Dokkum Bonifatius was een belangrijke monnik. Hij heeft veel mensen bekeerd tot het christendom. Maar veel Friezen bleven heiden. Toen Bonifatius al oud was, ging hij met een groep Monniken en soldaten naar de Friezen. Om te proberen wat Willibrord niet helemaal was gelukt. In Dokkum ging het mis. Bonifatius werd in de val gelokt. In het jaar 754 werd hij vermoordt door de Friezen.

Les 3: Het Kloosterleven Een klooster van dichtbij Alle kloosters leken op elkaar. Ze hadden dikke muren en weinig ramen. Buiten het klooster lagen de stallen en akkers. Binnen lag een tuin en er waren allerlei gebouwen. Maar je kwam niet zomaar binnen. Een klooster leek wel een kasteel. Tuin Als je door de poort was, kon je zo doorlopen naar de kloostertuin. Die lag in het midden van het klooster en was vierkant. In de tuin stonden kruiden en planten. die waren niet alleen voor het eten. Ze waren het meest bedoeld om medicijnen van te maken. Want sommige nonnen en monniken waren dokters. Gangen Rondom de kloostertuin lagen kloostergangen. Je kon helemaal om de tuin heen lopen. De gangen waren overdekt. Zo liep je altijd droog. Aan een kant van de gang stonden zuilen (stenen palen). Daar kon je naar de tuin kijken. Aan de andere kant van de gang waren deuren. Achter elke deur was een ander gebouw. Achter een van die deuren lag de kerk. Dat was het belangrijkste gebouw in een klooster. Daar gingen de nonnen en monniken bidden en zingen. Vaak waren er meerdere kerkdiensten per dag. Voor de nonnen en monniken waren ze allemaal verplicht.

Bibliotheek Er waren grote en kleine kloosters. Maar bijna ieder klooster had een grote eetzaal, de refter. Ook waren er cellen. Dat waren kleine slaapkamertjes voor de nonnen en monniken. En meestal was er een bibliotheek. Daar werden oude boeken bewaard. Gelukkig maar, want daardoor zijn die boeken er nu nog. Monniken waren soms maanden of jaren bezig om een boek te maken. Steeds opnieuw doopten ze hun ganzenveer in de inktpot. En als ze een keertje knoeiden? Dan moest die bladzijde opnieuw. Kennis Na de volksverhuizingen was de kennis van de Romeinen verdwenen. Alleen kloosters bewaarden nog Romeinse boeken. Die waren allemaal in het Latijn geschreven. Ook die taal raakte vergeten in de wereld. Maar niet in de kloosters. Monniken en nonnen lazen de teksten en schreven ze over voor anderen. Zo bewaarden ze de ideeën van christenen en Romeinen. Versieringen Een bijzonder boek werd door de monniken heel mooi versierd. De hoofdletters werden aparte tekeningen. De kantlijnen kregen krullen als versiering. Als alle bladzijdes waren gemaakt, werden de vellen papier samengebonden in een groot en dik boek. Er waren maar weinig vrouwen die boeken maakten in de kloosters. Maar nonnen moesten net zo hard werken. Ze maakten mooie geborduurde wandkleden.

Regels in het klooster In het klooster verliep elke dag hetzelfde. De nonnen en monniken wisten precies wat ze moesten doen. Maar wie bedacht die regels eigenlijk? In een aantal kloosters golden de regels van de monnik Benedictus. In Italië leefde rond het jaar 500 de jonge monnik Benedictus. Benedictus stichtte een nieuw klooster. De regels in het klooster waren streng. Benedictus vond dat nieuwe kloosterlingen drie dingen moesten beloven aan God: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. http://www.schooltv.nl/video/kloosters-in-de-middeleeuwen-het-leven-ineen-klooster/ Bidden, eten en werken Benedictus bedacht nog meer. Hij vond het niet goed als je in een klooster alleen maar aan het bidden was. Daar werd je ziek van, je moest ook eten en slapen. Dat vergaten kloosterlingen soms. Benedictus zei dat ze elke dag voortaan 8 uur gingen bidden, 8 uur werken en 8 uur rusten. De nonnen en monniken leerden vanaf toen een ambacht. Ze werden boer, kok, timmerman of kleermaker. Die beroepen kwamen goed van pas in het klooster. 4 uur s ochtends Midden in de nacht word je wakker op de slaapzaal. Het is nog koud en donker, maar het is tijd om op te staan. De anderen maken je wakker. In een lange rij loop je naar de kerk. Daar zing je gebeden over Jezus christus. Dan wordt het licht. Het is tijd om te studeren. 7 uur s ochtends Weer ga je naar de kerk. Nu is er een andere dienst. Je hebt honger maar je moet nog even wachten. Pas als de dienst is afgelopen, kun je naar de eetzaal. Er is brood, kaas en melk. Daarna is het tijd om te werken.

12 uur s middags Het is weer tijd voor het gebed. Iedereen stopt met werken en gaat naar de kerk. Na de dienst eet je groentesoep en pannenkoeken. Je moet daarna voorlezen uit de Bijbel. Als je maar niet gaat stotteren! Na de maaltijd maak je een hoestdrank van kruiden. 5 uur s middags Je rent naar de kerk. Je was zo druk bezig met je werk dat je bijna te laat komt. Tijdens de dienst wordt een lied gezongen over Maria, de moeder van Jezus. Dadelijk krijg je eten. Groente, kaas en fruit. En na het avondeten mag je rusten. Wat ga je dadelijk doen? Je weet het nog niet. 9 uur s avonds Het laatste gebed van vandaag is voorbij. Je kunt je ogen bijna niet meer openhouden. Morgen is er weer een dag. Begrippen Volksverhuizingen De tijd waarin veel volken in Europa rondtrokken. Veel stammen waren op de vlucht voor de Hunnen. Daarbij joegen ze andere stammen ook op de vlucht. Franken Een Germaanse stam waar veel later Frankrijk naar vernoemd is. De Franken veroverden uiteindelijk bijna heel Europa. Karel de grote Karel de grote werd keizer in het jaar 800. Hij was leider van de Franken en beschermde de christelijke kerk in bijna heel Europa.

Paus De leider van alle christenen. Hij woont in Rome. http://www.schooltv.nl/video/clipphanger-wie-isde-paus/#q=paus Klooster Een klooster is een gebouw dat van de wereld is afgesloten. Er wonen mensen die bidden, studeren en werken. Vrouwen en mannen hebben aparte kloosters, ze mogen niet samenwonen. Nonnen en monniken De vrouwen en mannen die in een klooster leven en hun leven hebben gewijd aan God. Bonifatius Een Engelse monnik die Germanen bekeerde door een heilige boom om te hakken. Willibrord Een Engelse monnik die veel Friezen bekeerde tot het christendom.

Heidenen De christenen noemden iedereen die niet in hun God geloofde, een heiden. Omdat heidenen niet in God geloofden, konden ze niet naar de hemel volgens de christenen. Benedictus De monnik Benedictus bedacht nieuwe regels voor het klooster. Hij vond dat kloosterlingen moesten werken, eten en rusten. En dat ze moesten beloven arm, kuis en gehoorzaam te zijn. Wat hebben we geleerd? We hebben geleerd dat het moeilijk is om in het christendom te leven. We hebben geleerd hoe we handig een spreekbeurt kunnen maken.