De middeleeuwen. Isabel Vogelezang 10 jaar OBS De Vogelenzang Leonardo Middenbouw Groep 6.

Transcriptie

1 De middeleeuwen. Isabel Vogelezang 10 jaar OBS De Vogelenzang Leonardo Middenbouw Groep 6.

2 Inhoud 1.De pest 6. Het kasteel 2. Waarom middeleeuwen? 7.Straffen 3.Belegeringswapens 8.Karel de Grote 4. Kinderen 9. Heksen 5.Ridders

3 1.De pest De Pest was makkelijk te herkennen want je kreeg hoge koorts en bulten net zo groot als een appel in je lies, oksel of in je hals. Op sommige plekken waren zwart-paarse kleuren te zien. De ramen van huizen met pestlijders waren dichtgetimmerd. Sommige mensen zagen de pest als straf van God. Pas 500 jaar later werd te pestbacil ontdekt. Mensen schatten dat er ongeveer 20 miljoen mensen het slachtoffer waren geworden van de pest.

4 2. Waarom heten de middeleeuwen de middeleeuwen Rond het jaar 500 werden de Romeinen verslagen. Het grote Romeinse Rijk viel uit elkaar. De eeuwen tussen 500 tot 1500 worden de Middeleeuwen genoemd. De kunst die de Romeinen meenamen werd vergeten. Rond 1500 begon een periode die we de Renaissance noemen. Ze vonden het maar gek dat de mensen in de Middeleeuwen die kunst waren vergeten. De mensen uit de Renaissance wilden terug naar de kunst en de ideeën van de Oudheid. Ze zagen zichzelf als de nieuwe Romeinen. De tijd van de Romeinen begon volgens deze mensen opnieuw. Overal in Europa werd de kunst van de Romeinen en Grieken nage-aapt. De eeuwen tussen 500 en 1500 vonden ze in deze nieuwe tijd niet belangrijk. Dat was een tussentijd. Daarom noemden ze deze tijd de Middeleeuwen.

5 3. Belegeringswapens Belegeren betekent dat een leger een stad omsingelt. Zo kan niemand de stad in of uit. Er kon dus geen eten naar de stad. Het leger hoopt dat de mensen in de stad door de honger zich overgeven. Als het te lang duurt gebruikt het leger belegeringswapens. Kastelen konden soms alleen worden ingenomen door ze heel lang te belegeren. Er werden speciale machines gebouwd om kastelen aan te vallen en de verdedigers tot overgave te dwingen. Katapulten zoals de blijde en de magneel slingerden stenen en andere dingen over de muren. Stormtorens brachten soldaten tot vlakbij het kasteel om de verdedigers aan te vallen. En de muren werden ondermijnd door gangen te graven.

6 4.Kinderen De meeste kinderen in de middeleeuwen werken, soms als ze al zes of zeven jaar oud zijn. Jongens werken in het bedrijf van hun vader. Of ze leren een ander ambacht. Jongens zijn eerst een paar jaar knecht. Ze moeten bijvoorbeeld houtkrullen vegen in de klompen-makerij. Meisjes helpen in het huishouden, thuis of in dienst bij een rijke mevrouw. Kinderen verdienen niet veel. Maar het gezin kan elke extra cent

7 5. Ridders Ridders waren strijders in de Middeleeuwen (soldaten eigenlijk). Maar het bijzondere van ridders was, dat ze niet op de grond vochten maar vanaf de rug van een paard met een zwaard. Hun speciale wapenuitrusting kostte erg veel geld. En om dat geld te verdienen, boden ridders zich aan bij graven en prinsen, en vochten mee in hun legers. In ruil voor dat meevechten konden de ridders geld lenen van hun heer. Van dit geld kochten ze een groot stuk land en dat lieten ze bewerken door boeren. De boeren die op het land van een ridder werkten, moesten een deel van hun oogst of van hun kudde dieren aan de ridder geven. In ruil voor die spullen beloofden de ridders dat ze de boeren zouden beschermen. En die bescherming konden de boeren wel gebruiken. Want op het platteland werden de mensen heel vaak aangevallen. De ridder zelf liep ook gevaar. En om zichzelf en de boeren tegen de vijand te beschermen, bouwde hij een geweldig groot en stevig kasteel.

8 5.Kleding van ridders Ridders moesten ook beschermende kleding dragen. Ridders in de 12de eeuw droegen vooral maliënkolders. Een maliënkolder is gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes die aan elkaar vast zaten. Maliënkolders beschermden een ridder niet altijd goed, want een pijl of wapen kon er doorheen gaan. Daarom beschermden de ridders in de 14e eeuw hun lichaam met een harnas. Een harnas is opgebouwd uit stalenplaten. Door die stalenplaten werd een harnas heel zwaar: sommige harnassen waren wel 25 kilo. Onder harnassen werd vaak nog een maliënstuk gedragen.

9 6. Het kasteel In een middeleeuws kasteel was de binnenplaats een hele belangrijke plek. Het was de plaats waar het voedsel werd opgeslagen. Ook werden er paarden gehouden en geiten, schapen, kippen en duiven. Een aantal bediendes gaf de dieren dagelijks te eten en hield de stallen schoon. Het was in een kasteel heel belangrijk om dieren te houden en veel eten op te slaan. Kasteelbewoners konden namelijk vaak lange tijd niet naar buiten. De belangrijkste plek in een kasteel was de keuken. Het eten dat hier iedere dag werd klaargemaakt was vrij simpel. De meeste ridders leefden niet zo luxe en aten hetzelfde als de boeren: linzensoep of gierstbouillon met brood en wijn. Vlees of vis aten ze alleen bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als de kasteelheer net terug was van een toernooi of een oorlog.

10 7. Straffen De straffen die je kon krijgen konden worden in de Middeleeuwen waren niet mis. Als het om een klein diefstalletje ging moest je bijvoorbeeld tien stenen leveren voor de stadsmuur. Als je iets ergers had gedaan moest je bijvoorbeeld als pelgrim (iemand die een lange reis maakt) naar Jeruzalem of naar Rome gaan. Je moest dan ook een bewijs meenemen dat je daar was geweest. In sommige rijken steden kon je je straf afkopen je moest dan een aardig hoog bedrag aan de stad betalen. Verder waren er ook nog een aantal andere straffen, je kon bijvoorbeeld verbannen worden uit een bepaalde stad. Je kon ook aan de schandpaal vast gemaakt worden, dat werd meestal gedaan op drukke dagen als er bijvoorbeeld markt was. Je werd dan voor het stadhuis aan een schandpaal bevestigd en je stond te kijk voor iedereen. Bij vrouwen werd ook wel eens het haar afgeschoren. Ook kon bijvoorbeeld je hand afgehakt worden.

11 8. Karel de grote Karel de Grote leefde zo'n 1300 jaar geleden. Hij was koning van het Frankische rijk. De Saksen waren zijn grootste tegenstanders. De Saksen geloofden niet maar de Franken deden dat wel. Karel beloofde de Saksen niet te doden als ze zich tot het christen lieten dopen. Maar de Saksen weigerden zich over te geven aan Karel. Daarna trok Karel ten aanval. Na 30 jaar vechten gaven de Saksen eindelijk op, hun gebied werd deel van het Frankische rijk. De Langobarden waren de baas in een groot deel van Italië. Daarom vroeg hij hulp aan Karel die met zijn leger de Langobarden versloeg. Karel werd nu ook koning van het rijk van de Langobarden. Toen de paus stierf werd er een nieuwe paus gekozen. Sommige edelen vinden dat de paus zijn werk niet goed doet en nemen hem gevangen. Maar de paus kan ontsnappen vlucht naar Karel en vraagt hem om hulp. Karel helpt hem hij rekent af met de edelen en de paus kan weer hoofd van de kerk zijn.de paus is zo dankbaar dat hij Karel uitnodigt om naar Rome te komen. Op 25 december woont Karel als de kerkdienst bij de paus. De paus verrast Karel en kroont hem tot keizer. Hij is nu de machtigste man van het christelijk Europa. In 814 sterft Karel. Hij heeft bijna een halve eeuw over zijn rijk geregeerd. Sinds de Romeinen was het niemand meer gelukt om over zo'n groot rijk te regeren. En daarom noemen we Karel de Grote de Vader van Europa.

12 9.Heksen Vroeger dachten mensen dat heksen over het water konden lopen en dat ze konden blijven drijven. Dus als ze dachten dat je een heks was werd je duim aan je voet vastgebonden en in het water gegooid. Als je zonk was je geen heks. Je kon ook worden gewogen. Als je minder weegt dan je hoort te wegen, ben je een heks. Je kon ook levend worden verbrand.

13 10.Bronvermelding de grote Boeken: Mijn eerste boek over Ridders en kastelen. Middeleeuwen van oog en getuigen De middeleeuwse stad van informatieboekjes Dit e-boek mag gekopieerd worden en doorgestuurd worden naar anderen