MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 11 MAART 2009 BETREFFENDE DE TASK FORCES, COÖRDINATIESTRUCTUREN VOORAFGAAND AAN DE HULPVERLENINGSZONES.

Vergelijkbare documenten
ZITTING VAN DE PREZONERAAD VAN 11 december 2013

KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 MAART 2007 BETREFFENDE EEN FEDERAAL KENNISCENTRUM VOOR DE CIVIELE VEILIGHEID. (B.S )

Ter informatie, aan de Dames en Heren Burgemeesters - aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 APRIL 2011 HOUDENDE TOEKENNING VAN SUBSIDIES VOOR

KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010 HOUDENDE TOEKENNING VAN SUBSIDIES

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN

Eerste begroting van de hulpverleningszone

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 9 MAART 2018 IMPACT VAN DE FUSIES VAN GEMEENTEN OP DE HULPVERLENINGSZONES INSTRUCTIES EN STAPPENPLAN. (B.S

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

Hervorming van de Civiele Veiligheid Infosessie bestemd voor de coördinatoren. Brussel, 19 mei 2014

FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

DEEL I. ACTIES en VERPLICHTE DOELSTELLINGEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Hulpverleningszone 4 - overeenkomst Snelste Adequate Hulp op zonaal niveau

Persbericht. Ministerraad : een beslissende stap voor de brandweerlieden en de hervorming van de civiele veiligheid

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S, 31 juli 2007);

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Bespreking reparatie-kb s welke in het staatsblad verschenen.

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

HULPVERLENINGSOVEREENKOMST VOOR DE HULPVERLENINGSZONE.

Handleiding Financiële Personeelsadministratie

HULPVERLENINGSZONES OVER TE GAAN. De hulpverleningszone is voornamelijk door de federale en de gemeentelijke dotaties gefinancieerd.

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

VR DOC.0277/4BIS

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S ) Uittreksels

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

2 Toelage voor onderwijsopdrachten voor personeelsleden

VR DOC.0834/4BIS

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

HANDLEIDING BETREFFENDE DE PREZONES MET RECHTSPERSOONLIJKHEID

Reglement Starterscontract

Belangrijke informatie i.v.m. het budget

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

MODELCONTRACT 1 STAGEOVEREENKOMST

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr BIJLAGE. Bijlage nr. 3. Protocolakkoord

OMZENDBRIEF VAN 27 OKTOBER TOEKENNING VAN DE BURGERLIJKE ERETEKENS AAN HET OPERATIONEEL PERSONEEL VAN DE HULPVERLENINGSZONES EN VAN DE DBDMH.

PROTOCOLAKKOORD. 1. Het Instituut voor bedrijfsjuristen, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Voorzitter, Pierre Schaubroeck,

Individuele stageovereenkomst

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

Functiebeschrijving Kapitein

DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling III Functietoelage Detachement belast met de onmiddellijke beveiliging van de koninklijke familie

Verslag aan de Provincieraad

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.

Individuele stageovereenkomst

Functiebeschrijving Kapitein

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

IE n 633 MARIBEL: tewerkstellingen 2017

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

MODELCONTRACT 1 STAGEOVEREENKOMST

MODEL STAGEOVEREENKOMST BALIE ANTWERPEN MECHELEN TURNHOUT en LIMBURG

Publicatie : Inwerkingtreding :

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

Reglement Starterscontract

Vacature beroepskapitein bij bevordering en professionalisering in dezelfde zone

02. GOEDKEUREN VORIG VERSLAG. 1. Validatie verslag Zonecollege 14 december Goedkeuring (2016_ZC_00001) Verslag Zonecollege 14 december 2015

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET RIJDEND PERSONEEL INGEZET IN DE ONDERNEMINGEN DIE ONGEREGELDE DIENSTEN UITBATEN

Gelet op de organieke wet d.d. 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna de organieke OCMW-wet genoemd;

OVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE DIENSTVERLENING

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

Versie DEEL V Titel I Hoofdstuk V Afdeling IV Functietoelage Detachement belast met de politie van de militairen Inhoudstafel

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Financieringsovereenkomst

Functiebeschrijving Majoor

OMZENDBRIEF VAN 27 OKTOBER TOEKENNING VAN DE BURGERLIJKE ERETEKENS AAN HET OPERATIONEEL PERSONEEL VAN DE HULPVERLENINGSZONES EN VAN DE DBDMH.

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ.

OVEREENKOMST VOOR DE STAGE MASTER KUNSTWETENSCHAPPEN

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

SPECIFIEKE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE STAD BRUSSEL EN DE GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS

Kapitein beroeps (m/v/x)

MODELCONTRACT 1 STAGEOVEREENKOMST

Overeenkomst voor het gebruik van lokalen van de Bockstael wijkantenne door een vereniging CAR/18/164

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE TOEKENNING VAN MAALTIJDCHEQUES IN ELEKTRONISCHE VORM

AANWERVINGSDOSSIER BEROEPSBRANDWEERMAN ( m/v )

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

OVEREENKOMST. Overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid (vertegenwoordigd door het Crisiscentrum) en

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel

Versie van DEEL V Titel I Hoofdstuk IV Verbintenistoelage Inhoudsopgave

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

1 Wettelijke grondslagen

FAQ MOBIELE EQUIPE en ONMIDDELIJKE VERVANGING

Deontologische code - Commissie Projectsourcing

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND

PERSONEELSDIENST VOORBEREIDING EVALUATIEGESPREK

Transcriptie:

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 11 MAART 2009 BETREFFENDE DE TASK FORCES, COÖRDINATIESTRUCTUREN VOORAFGAAND AAN DE HULPVERLENINGSZONES. 1 Algemeen...1 2 Concept...2 3 Rol van de gouverneur...2 4 Rol van de pre-zoneraad...2 5 Rol van de FOD Binnenlandse Zaken...2 6 Samenstelling van de Task Forces...4 7 Financiering van de Task Forces...4 7.1 Kosten verbonden aan het personeel...4 7.2 Werkings- en verplaatsingskosten...4 7.2.1 Toepassingsgebied...4 7.2.2 Toekenningsvoorwaarden...5 8 Opdrachten en Timing...5 9 Minimale inhoud van het door de Task Force op te stellen actieplan...5 10 Contactpunt bij de FOD Binnenlandse Zaken...6 11 Besluit...6 12 Bijlagen...6 Bijlage 1 Maximumbedrag voor de financiële steun toegekend aan de publieke entiteiten voor de werking van de Task Forces....7 Steun aan de gouverneurs...7 Steun aan de lokale entiteiten...7 Bijlage 2: Model van detacheringsovereenkomst...9 Bijlage 3: Minimale inhoud van het actieplan...13 Bijlage 4: Lijst van de administratieve taken en tabel voor omzetting in VTE...17 Aan Mevrouwen en de Heren Provinciegouverneurs, Kopie ter informatie: Aan Mevrouwen en de Heren Burgemeesters Aan Mevrouwen en de Heren Officieren-Dienstchefs, Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, 1. Algemeen De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid 1 wijzigt de organisatie van de niet-politionele hulpdiensten grondig. Ze vervangt het juridisch kader dat gebaseerd is op de wet van 31 december 1963 2. De brandweerdiensten zullen voortaan gegroepeerd worden binnen de hulpverleningszones 3, nieuwe juridische entiteiten. De territoriale afbakening van deze zones is nu gekend: het koninklijk besluit tot vaststelling ervan werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 17 februari ll. De effectieve invoering van de hulpverleningszones zal echter pas plaatsvinden wanneer de volgende voorwaarden vervuld zullen zijn: 1 B.S. 31 mei 2007, hierna «de wet van 15 mei 2007» genoemd. 2 B.S. 16 januari 1964. 3 Voor de toepassing van deze omzendbrief, dient men te verstaan onder «zones», de hulpverleningszones bedoeld in artikel 15 van de wet van 15 mei 2007, zoals afgebakend door het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones. M.O. 11 maart 2009 p. 1/14

- de goedkeuring van het koninklijk besluit tot vaststelling van de berekeningswijzen voor de vastlegging van de federale dotatie en de gemeentelijke dotaties; - de goedkeuring van het koninklijk besluit houdende vastlegging van het minimale personeelskader en materieel van de zones; - de inschrijving van de gemeentelijke dotaties in de gemeentelijke begrotingen. De organisatie van de brandweerdiensten in hulpverleningszones zal substantiële wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie tot gevolg hebben. Om deze overdracht zo goed mogelijk te verzekeren, dienen de gemeenten die een toekomstige hulpverleningszone zullen vormen, zo snel mogelijk samen de inwerkingtreding van de zone voor te bereiden. Hiertoe zal er een voorafgaandelijke coördinatiestructuur opgericht worden binnen elke zone. Het gaat om de eerste stap in het kader van de invoering van de hulpverleningszones. 2. Concept Deze coördinatiestructuren, hierna Task Forces genoemd, zullen worden belast met de begeleiding van de invoering van de hulpverleningszones. De oprichting van deze Task Forces gebeurt in drie fases: 1. de gouverneurs worden verzocht om de burgemeesters per zone bijeen te brengen en om zo een voorbode van de toekomstige zoneraad samen te stellen; 2. alle burgemeesters van een hulpverleningszone die verenigd zijn in een pre-zoneraad worden verzocht om de werkingswijze van de Task Force vast te leggen en in te voeren; 3. de Task Force wordt verzocht om een actieplan op te stellen voor de invoering van de zones. Van zodra de pre-zoneraad dit actieplan goedgekeurd heeft, zal de Task Force belast worden met de uitvoering ervan. Deze omzendbrief heeft als doel om de volgende aspecten te expliciteren: 1. de rol van de gouverneur; 2. de rol van de pre-zoneraad; 3. de rol van de FOD Binnenlandse Zaken; 4. de samenstelling van de Task Force; 5. de financieringsmodaliteiten van de Task Force; 6. de opdrachten en de na te leven termijnen; 7. de minimale inhoud van het actieplan dat opgesteld moet worden door de Task Force. 3. Rol van de gouverneur Motor De gouverneur is de motor van de invoering van de zones. Hij geeft de eerste aanzet door de burgemeesters van de toekomstige hulpverleningszones bijeen te brengen in een pre-zoneraad, en blijft zich vergewissen van de naleving van de timing gedurende de werkzaamheden van de zonale Task Forces. Coördinatie en ondersteuning De gouverneur coördineert de werkzaamheden van de verschillende Task Forces binnen zijn provincie en verzorgt de homogeniteit van de door hen ingezamelde gegevens teneinde de nuttige vergelijkingen te maken en hun verdere gebruik te vergemakkelijken. Hij biedt hen administratieve, technische, juridische en boekhoudkundige ondersteuning. Hij geeft bovendien elke nieuwe instructie van de FOD Binnenlandse Zaken door en vergewist zich van de toepassing ervan door de pre-zoneraad en door de Task Force. Controle De gouverneur voert in eerste lijn een controle uit van de facturen die verstrekt worden door de publieke lokale entiteiten voor het bekomen van de financiële hulp die toegekend wordt door de federale Staat. (Zie hieronder: punt 7. financiering) Hij vergewist zich eveneens van de naleving door de pre-zoneraad en door de Task Force, van de richtlijnen uit deze omzendbrief, alsook van de eventuele bijkomende instructies. M.O. 11 maart 2009 p. 2/14

Reporting Via een maandelijks voortgangsrapport informeert de gouverneur de Minister over de vooruitgang van de werkzaamheden in het kader van deze omzendbrief. Hij geeft eveneens de eventuele moeilijkheden aan die zich voordoen. De gouverneur is eveneens belast met het verzamelen van de door de Task Forces van zijn provincie bijeengebrachte gegevens en met het doorgeven van deze gegevens aan de FOD Binnenlandse Zaken. (Contactpunt bij de FOD Binnenlandse Zaken: zie hieronder: punt 10) 4. Rol van de pre-zoneraad Strategie De pre-zoneraad richt de Task Force op. Hij valideert het door de Task Force opgestelde actieplan en verzekert de opvolging en de begeleiding van de verschillende werkzaamheden van de Task Force. Het is geenszins de bedoeling om met de samenstelling van de zonale Task Force vooruit te lopen op de toekomstige aanduidingen binnen de hulpverleningszone, en dit conform de artikelen 100 en 113 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. Vastlegging van de middelen De pre-zoneraad legt de middelen vast die ingezet moeten worden voor de oprichting en de werking van de Task Force. Reporting De pre-zoneraad wordt belast met het informeren van de gouverneur over de vooruitgang van de werkzaamheden van de Task Force. Hij stelt hiertoe een maandelijks voortgangsrapport op, waarin hij de eventuele problemen signaleert waarmee de Task Force af te rekenen krijgt bij de uitvoering van zijn opdracht. 5. Rol van de FOD Binnenlandse Zaken Technische ondersteuning Het federaal kenniscentrum biedt technische ondersteuning aan de Task Forces en aan de gouverneurs (expertise, statistieken, materiële gegevens, website, enz.).de FOD Binnenlandse Zaken verschaft de gouverneurs de lijst met gegevens, de database, software of andere nuttige elementen die hij ter beschikking stelt van de Task Forces. Financiële hulp De FOD Binnenlandse Zaken kent een financiële hulp toe aan de publieke entiteiten (gemeenten, gouverneurs, ) overeenkomstig punt 7. Controle De FOD Binnenlandse Zaken controleert de naleving van de door deze omzendbrief voorziene richtlijnen en timing. Hij kan de toekenning van de financiële hulp opschorten wanneer hij vaststelt dat een publieke entiteit haar verplichtingen niet nakomt. 6. Samenstelling van de Task Forces De pre-zoneraad kan zelf hun Task Force samenstellen. Het is echter aangewezen dat er naast operationele expertise, ook administratieve ondersteuning aanwezig is. Voor de limieten van de financiële tussenkomst zie 7.1. Voor de inbreng van operationele expertise wordt de aandacht gevestigd op de aanwezigheid van gepensioneerde brandweer(onder)officieren in de zone. Deze hebben tijdens hun carrière een expertise opgebouwd en kunnen een wezenlijke bijdrage leveren. 7. Financiering van de Task Forces De aan de Task Forces toegekende bedragen en de berekeningswijzen hebben geenszins de bedoeling vooruit te lopen op de toekomstige dotaties aan de hulpverleningszones. Het maximumbedrag van de financiële steun toegekend aan de publieke entiteiten is aangegeven in bijlage 1. M.O. 11 maart 2009 p. 3/14

7.1 Kosten verbonden aan het personeel De bijdrage van de federale Staat in de kosten verbonden aan het personeel gebeurt enkel in het kader van de tripartiete detacheringconventies waarvan het model beschreven wordt in bijlage 2. Om van deze financiële hulp te genieten, detacheert de publieke entiteit het nodige personeel bij het federaal kenniscentrum, via detacheringsconventies met de drie partijen, opgesteld tussen het personeelslid, zijn werkgever en het federaal kenniscentrum. De detachering in kwestie zal niet gepaard gaan met een administratieve verhuizing, uitgezonderd indien de detacheringsconventie een bijzondere clausule bevat. 7.2 Werkings- en verplaatsingskosten 7.2.1 Toepassingsgebied De betrokken publieke entiteiten van een hulpverleningszone kunnen financiële hulp krijgen voor de werkings- en verplaatsingskosten die voortvloeien uit de voorbereiding van de inwerkingtreding van de hulpverleningszones. Deze financiële hulp bestaat uit een terugbetaling van de gemaakte kosten op voorlegging van de facturen. Noch de gewone werkingskosten van de bestaande brandweerdiensten, noch de herstellingskosten van het materieel en de uitrusting, komen in aanmerking voor deze hulp. De financiële hulp is uitsluitend bedoeld om de basiskosten te dekken inzake de oprichting en de werking van de Task Force conform deze omzendbrief. Het doel van voormelde hulp is dus in geen geval om een gebrek aan voorafgaande investeringen te compenseren. De kost van de volgende aspecten van de invoering van de hulpverleningszones kan het voorwerp uitmaken van een terugbetaling: - communicatieacties inzake de invoering van de zones; - werkingskosten verbonden aan het personeel (vergaderzaal, kosten met betrekking tot de opdrachten van het personeel, ) ; - verplaatsingskosten. 7.2.2 Toekenningsvoorwaarden Voor alle kosten verbonden aan de oprichting en de werking van de Task Force conform deze omzendbrief, centraliseert de provinciegouverneur de facturen. Hij voert een controle uit in eerste lijn van de facturen die door de publieke lokale entiteiten overgemaakt worden. In voorkomend geval, keurt hij ze goed en stuurt hij ze naar de FOD Binnenlandse Zaken. (Contactpunt bij de FOD Binnenlandse Zaken: zie hieronder: punt 10) De FOD Binnenlandse Zaken voert een tweede controle uit op de facturen en in geval van goedkeuring, betaalt hij het bedrag terug aan de publieke entiteit die de uitgave gedaan heeft, binnen de grenzen van de maximumbedragen vastgelegd in bijlage 1 van deze omzendbrief. M.O. 11 maart 2009 p. 4/14

8. Opdrachten en Timing De leden van de task force verbinden zich ertoe blijk te geven van neutraliteit en objectiviteit gedurende de uitoefening van hun opdrachten. Taak Deadline De Gouverneur verenigt de burgemeesters in de pre-zoneraad. 06/04/09 De pre-zoneraad richt de Task Force op. 07/05/09 De pre-zoneraad stuurt maandelijks de resultaten uit de uitvoering van het actieplan naar de FOD Binnenlandse Zaken, via de gouverneur. De pre-zoneraad stuurt het laatste rapport betreffende de uitvoering van het actieplan naar de FOD Binnenlandse Zaken, via de gouverneur. Vanaf 01/06/09 01/12/09 9. Minimale inhoud van het door de Task Force op te stellen actieplan Om zijn actieplan op te stellen, baseert de Task Force zich op tabel in bijlage 3. Hij vult de tabel in en past de tabel aan in functie van de bijzonderheden van de zone. Het actieplan bevat een precieze timing voor de doelstellingen die hij vastlegt. 10. Contactpunt bij de FOD Binnenlandse Zaken In het kader van de toepassing van deze omzendbrief moeten alle documenten voor de FOD Binnenlandse Zaken, alsook alle vragen of opmerkingen, verstuurd worden naar: Nadia Benini (woordvoerster van de hervorming) FOD Binnenlandse Zaken Cel Hervorming Leuvenseweg 1 1000 Brussel Tel.: 02 500 25 87 of 0478 77 03 64 Fax: 02 500 23 65 E-mail: nadia.benini@ibz.fgov.be 11. Besluit Deze omzendbrief is een eerste omzendbrief in het kader van de voorbereiding tot de implementatie van de hulpverleningszones. Ik vraag aan de Provinciegouverneurs om deze omzendbrief te verspreiden en de nodige schikkingen te treffen om de zonale Task-Forces op te richten. Ik vraag aan de burgemeesters en aan de personen die in de Task-Force zetelen, de overgang naar de toekomstige hulpverleningszones te verzekeren en de eventuele vragen en problemen mee te delen aan de gouverneurs. Ze zullen doorgestuurd worden naar de FOD Binnenlandse Zaken en behandeld worden tijdens de maandelijkse conferentie van de gouverneurs. 12. Bijlagen - Bijlage 1: maximumbedrag van de financiële steun toegekend aan de publieke entiteiten voor de werking van de Task Forces. - Bijlage 2: model van detacheringsovereenkomst. - Bijlage 3: minimale inhoud van het actieplan. - Bijlage 4: lijst van de administratieve taken en tabel voor omzetting in VTE. M.O. 11 maart 2009 p. 5/14

Bijlage 1 - Maximumbedrag voor de financiële steun toegekend aan de publieke entiteiten voor de werking van de Task Forces. Steun aan de gouverneurs Voor de maanden april tot december 2009, mag de financiële steun toegekend aan een gouverneur in geen geval 35.271 overschrijden. Dit bedrag omvat de personeels- en werkingskosten en is gebaseerd op de volgende ramingen: - De detachering van een administratief agent niveau A VTE kost 40.000 /jaar, hetzij 3.333 /maand en dus 29.997 voor 9 maanden. - De werkingskosten verbonden aan het personeel lopen op tot 5.000 per persoon per jaar, hetzij 417 per maand en dus 3.753 voor 9 maanden. - De verplaatsingskosten lopen op tot 0,3169 per kilometer. Voor 3 verplaatsingen van 50 km per week gedurende 32 weken (9 maanden min een maand verlof), is een bedrag nodig van 150 x 32 x 0,3169 = 1.521. Het maximumbedrag hieronder is de optelsom van deze ramingen : 29.997 + 3.753 + 1.521 = 35.271 Steun aan de lokale entiteiten Aangezien de hoeveelheid werk van de Task Force grotendeels bepaald wordt door de grootte van de zone, varieert het maximumbedrag van de financiële steun van de federale Staat in functie van het aantal posten en het aantal agenten aanwezig op het grondgebied van de zone. Voor de maanden april tot december 2009, mag de financiële steun toegekend aan de lokale entiteiten in een toekomstige zone in geen geval de bedragen hieronder overschrijden: - 100.902 voor de zones met minder dan 9 posten ; - 175.551 voor de zones met minstens 9 posten en minder dan 700 agenten; - 250.200 voor de zones met minstens 9 posten en meer dan 700 agenten. Deze bedragen omvatten de personeels- en werkingskosten en zijn gebaseerd op de volgende ramingen: - De detachering van een operationeel agent VTE kost 92.500 /jaar, hetzij 7.708 /maand en dus 69.375 voor 9 maanden. - De detachering van een administratief agent niveau C VTE = 30.000 /jaar, hetzij 2.500 /maand en dus 22.500 voor 9 maanden. - De werkingskosten verbonden aan het personeel lopen op tot 5.000 per persoon per jaar, hetzij 417 per maand en dus 3.753 voor 9 maanden. - De verplaatsingskosten lopen op tot 0,3169 per kilometer. Voor 3 verplaatsingen van 50 km per week gedurende 32 weken (9 maanden min een maand verlof), is een bedrag nodig van 150 x 32 x 0,3169 = 1.521. Het maximumbedrag hieronder voor zones met minder dan 9 posten is de uitkomst van de volgende bewerking : 69.375 + 22.500 + (2 x 3.753 ) + 1.521 = 100.902 Het maximumbedrag hieronder voor zones met minstens 9 posten en minder dan 700 agenten is de uitkomst van de volgende bewerking : (2 x 69.375 ) + 22.500 + (3 x 3.753 ) + (2 x1.521 ) = 138.750 +22.500 + 11.259 + 3.042 = 175.551 Het maximumbedrag hieronder voor zones met minstens 9 posten en meer dan 700 agenten is de uitkomst van de volgende bewerking : (3 x 69.375 ) + 22.500 + (4 x 3.753 ) + (3 x 1.521 ) = 208.125 +22.500 + 15.012 + 4.563 = 250.200 M.O. 11 maart 2009 p. 6/14

Maximumbedrag voor steun aan de lokale entiteiten per zone Provincie Zone Aantal agenten Aantal posten Maximumbedrag voor steun aan de gemeentes( ) Antwerpen 1 743 7 100.902 Antwerpen 2 671 14 175.551 Antwerpen 3 820,5 17 250.200 Antwerpen 4 427 13 175.551 Antwerpen 5 319 7 100.902 Waals-Brabant 1 352 5 100.902 Henegouwen 1(West) 779 15 250.200 Henegouwen 2 (Oost) 623 5 100.902 Henegouwen 3 (Centrum) 763 10 250.200 Luik 1 48 2 100.902 Luik 2 624 7 100.902 Luik 3 125 2 100.902 Luik 4 318,5 9 175.551 Luik 5 198 4 100.902 Luik 6 387 7 100.902 Limburg 1 (Noord) 229 3 100.902 Limburg 2(Oost) 342 5 100.902 Limburg 3(Zuid-West) 436 7 100.902 Luxemburg 1 621 16 175.551 Namen 1 939 17 250.200 Oost-Vlaanderen 1 (Centrum) 783 12 250.200 Oost-Vlaanderen 2 (Meetjesland) 277 7 100.902 Oost-Vlaanderen 3 (Oost) 370 8 100.902 Oost-Vlaanderen 4 (Vlaamse Ardennen) 381 8 100.902 Oost-Vlaanderen 5 (Waasland) 386 8 100.902 Oost-Vlaanderen 6 (Zuid-Oost) 522 9 175.551 Vlaams-Brabant 1(Oost) 452 10 175.551 Vlaams-Brabant 2(West) 504 10 175.551 West-Vlaanderen 1 708 11 250.200 West-Vlaanderen 2 570 17 175.551 West-Vlaanderen 3 845 21 250.200 West-Vlaanderen 4 884 32 250.200 M.O. 11 maart 2009 p. 7/14

Bijlage 2: Model van detacheringsovereenkomst Overeenkomst tussen de Belgische staat, de werkgever zijnde en TUSSEN De Belgische staat, Vertegenwoordigd door, Mevrouw Monique de Knop, Voorzitster van het Directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken, EN De gemeente. Vertegenwoordigd door, EN. Hierna genoemd deskundige; Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, met name artikel 20, ingevoegd door de wet van 22 januari 2007 tot oprichting van het federaal kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, met name artikel 175; Gelet op het Koninklijk besluit van 28 maart 2007 betreffende een federaal kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid, met name de artikelen 13,14 en 15; Gelet op de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, inzonderheid artikel 181; Gelet op artikel 3 van het bovengenoemd koninklijk besluit van 28 maart 2008 heeft het Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid, hierna genoemd het kenniscentrum, als opdracht: 1 het opmaken van technische richtlijnen en operationele procedures voor de hulpverleningszones; 2 de opleiding van het personeel van de operationele diensten van de Civiele Veiligheid; 3 het verzamelen en het analyseren van de statistische gegevens van de hulpverleningszones; 4 het onderzoeken en evalueren van incidenten met als doelstelling de leermomenten hieruit op te nemen; 5 het ontwikkelen van een documentatiecentrum inzake civiele veiligheid; 6 de ontwikkeling en uitbouw van expertise en knowhow binnen de verschillende operationele diensten van de Civiele Veiligheid; 7 het maken of het laten maken van studies, op basis van de informatie die werd ingezameld of ter beschikking werd gesteld, ter ondersteuning van het beleid van de Civiele Veiligheid en met het oog op kwaliteitsverbetering van de operationele diensten van de Civiele Veiligheid; 8 het formuleren van beleidsadviezen voor de Minister van Binnenlandse zaken, op zijn verzoek of op eigen initiatief; 9 het verspreiden van kennis onder en het ter beschikking stellen van informatie aan de Minister, de provinciegouverneurs en de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de burgemeesters en de administratieve en de operationele diensten van de Civiele Veiligheid; M.O. 11 maart 2009 p. 8/14

10 het opbouwen van een kennisnet met binnen- en buitenlandse experten en deskundigen van ondermeer administraties, de operationele diensten, de universiteiten en andere betrokken verenigingen en organisaties; 11 haar medewerking verlenen aan onderzoek en studies, betreffende de civiele veiligheid, uitgevoerd door andere openbare instellingen; 12 in geval van een noodsituatie als bedoeld in het koninklijk besluit van 16 maart 2006 betreffende de nood- en interventieplanning, het ondersteunen van de interveniërende hulpdiensten door het ter beschikking stellen van informatie en gespecialiseerde kennis; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 11 maart 2009 betreffende de Task Forces, coördinatiestructuren voorafgaand aan de hulpverleningszones ; Overwegende dat de FOD Binnenlandse zaken ervaren personeel nodig heeft om de opdrachten van het Kenniscentrum en van de Task Forces te kunnen volbrengen; Overwegende dat de FOD Binnenlandse zaken niet beschikt over de praktisch en nodige vaardigheden en kennis in verband met de materies die behandeld dienen te worden door het Kenniscentrum en door de Task Forces; WAARNA DOOR PARTIJEN OVEREENGEKOMEN WORDT ALS VOLGT: Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst De detachering van van een voltijds equivalent, zijnde per week, van de deskundige naar het Kenniscentrum om de opdrachten uit te voeren waarin wordt voorzien door artikel 3 van het Koninklijk besluit van 28 maart 2007 betreffende een federaal kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid. Artikel 2. Verplichtingen van de werkgever 1. De werkgever verbindt zich ertoe de in artikel 1 bedoelde terbeschikkingstelling van de deskundige voor het Kenniscentrum te bewerkstelligen. 2. De werkgever verzekert dat gedurende de door deze overeenkomst gedekte periode de deskundige het juridische en administratieve statuut verbonden aan de functie die hij uitoefent bij de gemeente behoudt. Meer in het bijzonder behoudt de deskundige zijn recht op bevordering binnen zijn weddeschaal en kan hij zijn aanspraak op promotie laten gelden. 3. De werkgever verbindt zich ertoe de geleverde prestatie van de deskundige verder te betalen, met inbegrip van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de sociale bijdragen. 4. De werkgever neemt de verplichtingen betreffende de arbeidsongevallenverzekering op zich. Artikel 3. Verplichtingen en rechten van de deskundige 1. Opdracht De deskundige wordt belast met de uitvoering van de opdrachten zoals bepaald door het beheerscomité van het Kenniscentrum. 2. Controle Voor de uitvoering van zijn opdrachten wordt de deskundige onderworpen aan de controle van de algemene directeur van het Kenniscentrum, bij ontstentenis de voorzitter van het beheerscomité of zijn of haar afgevaardigde. 3. Deontologie De deskundige verbindt zich ertoe zijn opdracht uit te voeren conform de bepalingen opgenomen in de omzendbrief nr. 573 met betrekking tot het deontologisch kader voor de ambtenaren van het federaal M.O. 11 maart 2009 p. 9/14

administratief openbaar ambt en de deontologische code van de FOD Binnenlandse zaken, welke documenten hem overhandigd worden bij ondertekening van deze overeenkomst. 4. Vakantie Tijdens zijn detachering bij het Kenniscentrum heeft de deskundige, pro rata zijn detachering, recht op de dagen vakantie zoals toegestaan door zijn werkgever. Deze meldt de verlofperiodes aan de leidende ambtenaar van het Kenniscentrum. Artikel 4. Verplichtingen van de Belgische staat De Belgische staat verbindt zich ertoe pro rata voor de activiteit van de deskundige voor het Kenniscentrum, zoals bepaald in artikel 1, het bedrag van de kosten terug te betalen aan de werkgever. Afwezigheid wegens ziekte van de deskundige schort deze betaling niet op. De werkgever vraagt aan de Belgische staat de terugbetaling van de vereffende bedragen door middel van een gedetailleerde driemaandelijkse staat van verzoek tot terugbetaling, telkens op.,. en voor de vorige periode van drie maanden. De Belgische staat betaalt de geleverde prestatie van de deskundige, met inbegrip van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de sociale bijdragen, terug. Op het ogenblik van ondertekening van deze overeenkomst dient de werkgever de voorzitter van het beheerscomité van het Kenniscentrum een raming van de voor de overeengekomen terbeschikkingstelling terug te betalen bedragen te hebben bezorgd. Indien hij vaststelt dat de werkgever na twee waarschuwingen, met een interval van minstens twee weken, zijn verplichten niet nakomt, kan de Belgische Staat de terugbetaling schorsen conform de ministeriële omzendbrief van betreffende de oprichting van de Task Forces, coördinatiestructuren voorafgaand de hulpverleningszones. Artikel 5. Duur en vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst 1. De overeenkomst treedt in werking op en eindigt op. De leidend ambtenaar van het Kenniscentrum voert, drie maanden voor de beëindiging van de overeenkomst, de evaluatie van de deskundige uit. Deze evaluatie wordt gevalideerd door het beheerscomité. De voorzitter van het beheerscomité kan de overeenkomst verlengen voor dezelfde periode of voor een langere periode met een maximum van één jaar wanneer de evaluatie gunstig is. 2. De overeenkomst kan door elk van de partijen vroegtijdig beëindigd worden, met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. De opzegging gebeurt door aangetekend schrijven aan de andere partijen. Artikel 6. Uitvoeringsmodaliteiten 1. De gebruikelijke werkplaats van de deskundige is gevestigd op het volgend adres:.. 2. De begeleiding van en het toezicht op de naleving van deze overeenkomst wordt voor de Belgische Staat verzekerd door de voorzitter van het beheerscomité of zijn afgevaardigde. 3. De begeleiding van en het toezicht op de naleving deze overeenkomst wordt voor de werkgever verzekerd door... M.O. 11 maart 2009 p. 10/14

Artikel 7. Bevoegde rechtbank De geschillen voortvloeiende uit de uitvoering van de overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de bevoegde rechter van het gerechtelijk arrondissement van Brussel. Opgemaakt in 3 exemplaren, waarbij elke partij een origineel heeft ontvangen, te Brussel op. Namens de Belgische Staat, M. DE KNOP Namens de werkgever, De deskundige, M.O. 11 maart 2009 p. 11/14

Bijlage 3: Minimale inhoud van het actieplan Operationele aspecten Pro-actie Preventie Preparatie Activiteiten 1. De inventaris opmaken van de te voorziene middelen in het kader van de pro-actie; 2. De inventaris opmaken van de recurrente risico s op basis van de beschikbare statistieken en van de punctuele risico s aanwezig op het terrein; 3. De analyse opmaken van de risico s opgesomd in punt 2. 1. De inventaris opmaken van de beschikbare en te voorziene middelen in het kader van de preventie; 2. De werklast i.v.m. de preventie evalueren. 1. Een inventaris opmaken van de beschikbare middelen inzake operationeel personeel en een stand van zaken bepalen van de specialisaties en het opleidingsniveau van het personeel; 2. Een inventaris opmaken van de gebruikte praktijken in termen van een continue opleiding, training en oefeningen van de operationele agenten; 3. Een inventaris opmaken van het materieel, roerende en onroerende goederen, per brandweerdienst enerzijds en voor de hele zone anderzijds en voor elk element preciseren in welke staat het zich bevindt (kwaliteit, ouderdom, onderhoudsbeurten ); 4. De inventaris opmaken van de beschikbare middelen bij eerste uitruk in de verschillende posten, ook voor de gespecialiseerde interventies (gas, duikers, RISC-RED, ); 5. De verschillende wijzen inventariseren waarop de interventies gebeuren, met name via het monodisciplinair plan van de nood- en interventieplannen, met het oog op een toekomstige harmonisatie; 6. Een werkmethode voorstellen om aan de interventieteams alle nodige middelen ter beschikking te stellen om in de hele zone te interveniëren (stratenplan, omleidingen, waterpunten, interventieplan, enz.); 7. De inventaris opmaken van de algemene gemeentelijke nood- en interventieplannen van de zone; 8. De inventaris opmaken van de punctuele risico's die reeds het voorwerp uitmaken van interventiefiches of van een bijzonder nood- of interventieplan; 9. Per geografische sector van de zone, de interventietijd evalueren van de nodige middelen voor elk interventietype; 10. Een harmonisatie voorstellen van de eerste uitrukken en de interventiemethodes; Doelstellingen Een gedetailleerde inventaris van de potentiële risico s up-to-date houden. Analyse van de werklast betreffende de preventie. Het opstellen van een gedetailleerde inventaris inzake de personele, materiële en procedurele middelen waarover de zone op dit moment beschikt om haar interventies uit te voeren. M.O. 11 maart 2009 p. 12/14

Uitvoering Evaluatie Administratieve aspecten Personeel Financiën 1. Een wachtsysteem voor de hele zone voorstellen teneinde de beschikbaarheid van de middelen bij eerste uitruk te verzekeren; 2. Ontmoetingen voorzien met de andere Task- Forces van de provincie en de naburige zones uit andere provincies om de coördinatie met de externe partners te vergemakkelijken (met name dispatchingdiensten, politie, civiele bescherming, volksgezondheid en ziekenwagens). 3. Het aanmoedigen van overeenkomsten een dubbele uitruk te vermijden 1. De verschillende wijzen analyseren waarop de interventieverslagen ingevuld en verwerkt worden met het oog op een toekomstige harmonisatie; 2. Een methode voor debriefing van interventies voorstellen; 3. Een procedure voor evaluatie van de interventies voorstellen; 4. De evaluatiefiches opgemaakt naar aanleiding van de gezamenlijke interventies overeenkomstig de snelste adequate hulp verzamelen en analyseren. Activiteiten 1. Een inventaris opmaken van de beschikbare personeelsmiddelen en er voor elk lid, de functie en leeftijd aanduiden, dit voor elke post en voor het geheel van de zone; 2. De personeelsleden identificeren die deelnemen aan de administratieve of logistieke opdrachten, en de impact berekenen, in VTE, door middel van bijgevoegd formulier (bijlage 4); 2. De private of openbare werkgevers van de vrijwillige brandweermannen identificeren; 3. De mogelijkheden inzake interne mobiliteit binnen de zone evalueren. 1. De inventaris opmaken van de financiële verbintenissen van de gemeenten en de posten: huur- en leasingcontracten, voorzieningen van openbaar nut, verzekeringen, bijstandsovereenkomsten met buurgemeenten, 2. De inventaris opmaken van de financiële verbintenissen voorzien door de gemeenten op korte termijn ten gunste van de brandweer: - aanwerving van personeel, - aankoop van materiaal, - 3. De inventaris opmaken van de verscheidene premies en toelagen toegekend aan professionele en vrijwillige brandweerlui. Efficiënt interveniëren op het terrein overeenkomstig het principe van de snelste adequate hulp. Verbetering en harmonisering van alle operationele interventiegerelateerde aspecten. Doelstelling Een optimale verdeling van het personeel mogelijk maken. Een overzicht hebben van de financiële situatie van de zone M.O. 11 maart 2009 p. 13/14

Bijlage 4: Lijst van de administratieve taken en tabel voor omzetting in VTE Het volgende formulier bevat de lijst van de taken die in aanmerking genomen moeten worden voor de berekening van het aantal VTE dat belast wordt met administratieve en logistieke opdrachten. Gelieve voor elke taak het aantal uren per week te vermelden dat daaraan besteed wordt. Preciseer telkens hoeveel uren eraan gewerkt wordt door beroepspersoneelsleden, vrijwillige personeelsleden, burgerlijke personeelsleden ten dienste van het korps of door een andere personeelscategorie. Daarna moet het totaal aantal uren/weken dat aan een taak gewerkt wordt, berekend worden. Voor elke taak moeten de overeenstemmende uren/weken omgezet worden in VTE door het aantal uren/week te delen door 38. Het totaal aantal uren/weken voor alle taken moet op dezelfde wijze berekend en omgezet worden in VTE. TAKEN PERSONEEL* UREN PER WEEK: U VTE (U/38) Algemeen beheer Beroepspers * Visie, doel, budget, boekhouding, Vrijwillig pers Burger pers Ander pers Totaal Personeelsadministratie Beroepspers * Salaris, beheer, bevorderingen, evaluatie, toezicht, opleiding, medische follow-up, Vrijwillig pers sport, Burger pers Ander pers Totaal Technische administratie Beroepspers * Onderhoud voertuigen, gebouwen, kledij, aankoop van materieel, Vrijwillig pers voertuigen (bestekken), Burger pers Ander pers Totaal Administratie Brandvoorkoming Beroepspers * Overhandiging van adviezen voor de machtigingen, noodplannen, fiches BVS, Vrijwillig pers bovengrondse hydranten, Burger pers Ander pers Totaal Administratie Interventies Beroepspers * Interventieverslagen Vrijwillig pers Burger pers Ander pers Totaal Administratie nog niet vermeld Beroepspers * Enkel als het om een groot deel gaat Vrijwillig pers Burger pers Ander pers Totaal TOTAAL * Beroepspers: Beroepspersoneel / Vrijwillig pers: Vrijwillig personeel / Burgerpers: Burger personeel ten dienste van het korps / Ander pers: Ander personeel M.O. 11 maart 2009 p. 14/14