DATA Count Serie. DATA Count S-25. Handleiding. April 2013

DATA Detection Technologies Ltd. DATA Count Serie DATA Count S-25 Handleiding April 2013 BEDRIJFSEIGENDOM EN VERTROUWELIJK Copyright 2010 by Data Technologies Ltd. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag in enige vorm en op enige grafische, elektronische of mechanische wijze worden gereproduceerd of gekopieerd middels fotokopieën, het overtypen van inhoud of middels zoeksystemen zonder schriftelijke toestemming van Data Detection Technologies Ltd. DATA Detection Technologies Ltd. 12 Hartom St., Har Hotzvim, Jeruzalem 97775, Israël www.data-technologies.com Telefoon: (+972)-73-2204477 Fax: (+972)-73-2204466 E-mail: info@data-technologies.com

Introductie VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees alle veiligheidsinformatie zoals hieronder en in de volledige Bedienings- en Onderhoudshandleiding weergegeven alvorens u poogt het systeem te bedienen of enige onderhoudstaak uit te voeren. Gevaren Elektrisch Het DATA Count S-25-systeem is aangesloten op hoge spanning (115 / 230 VAC). Waarschuwingen 1. Gehoorzaam alle waarschuwingen en inachtnemingen in deze handleiding en volg ze op. 2. Alle onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door getraind en bevoegd personeel. 3. Controleer of de stroomtoevoer is uitgeschakeld alvorens u enige procedure met betrekking tot elektrische onderdelen aanvangt. Opmerking: Dit is een korte Bedieningshandleiding. Zie de volledige Bedienings- en Onderhoudshandleiding van de DATA Count S-25 voor meer en uitgebreidere informatie over de werking van het systeem alsook over afstelling van voorwerpen en onderhoud en probleemoplossing DATA Detection Technologies Ltd.

Introductie 1 INTRODUCTIE De DATA Count S-25 telt nauwkeurig en snel een groot aantal kleine voorwerpen in een aangesloten zak of container, in twee optionele telmodi: Batchtelling: zakken worden gevuld overeenkomstig een vastgesteld aantal voorwerpen per zak en aantal zakken. Vrije telling: alle of sommige van de voorwerpen in de trechter worden geteld. Het systeem wordt bediend door de Data Count applicatie die actief is op een PC met aanraakscherm. 1.1 Belangrijkste systeemonderdelen Trechter Doorgang Trilgoot Bovenleiding Verstelbare framepoten Pneumatische samenstelling Zakhouder en -detector Toevoerleiding Detectie-eenheid Afbeelding 1. Belangrijkste systeemonderdelen DATA Count S-25 1

Installatie-eisen 2 INSTALLATIE-EISEN 1. Controleer of het systeem op een stabiel en vlak oppervlak of op een stabiele en vlakke tafel is geplaatst. 2. Zorg voor toevoer van lucht teneinde te zorgen dat de detectoreenheid vrij van stof en vuil is. Opgelet: De luchtregeling dient te worden ingesteld om een druk van 0.1 bar te leveren. Zie deel 11.2 in de volledige handleiding voor meer informatie. 3 HET SYSTEEM IN- EN UITSCHAKELEN Voor inschakeling: 1. Druk de On/Off (Aan/Uit) schakelaar op het achterpaneel van het systeem in. 2. De PC met aanraakscherm zal automatisch worden ingeschakeld. Druk op de schakelaar linksonder het paneel om de PC handmatig op te starten. Het startscherm van DATA Count wordt getoond, gevolgd door het Hoofdscherm. Afbeelding 2. Hoofdscherm Voor uitschakeling: 1. Druk op Exit (Afsluiten, X) in de rechter bovenhoek van het Hoofdscherm en vervolgens op OK om uw opdracht te bevestigen. 2 DATA Detection Technologies Ltd.

Het systeem in- en uitschakelen Let op: Er zijn een aantal machines die een wachtwoord is vereist om de software te verlaten. Het wachtwoord is 1111. Om het wachtwoord te wijzigen of uit te schakelen, kunt u contact opnemen DATA support team. 2. Schakel de PC met het aanraakscherm uit (Start Turn Off Computer (Computer uitschakelen)). Wacht tot de PC geheel is uitgeschakeld. 3. Druk de On/Off (Aan/Uit) schakelaar op het achterpaneel van het systeem in. DATA Count S-25 3

Afstellen van voorwerpparameters 4 AFSTELLEN VAN VOORWERPPARAMETERS De DATA Count-machines dienen voor ieder voorwerp te worden afgesteld. Na het voltooien van de kalibratie worden de parameters opgeslagen voor toekomstig gebruik. Ieder voorwerp vereist eenmalige afstelling (die later kan worden bewerkt). Let op: Als u de geavanceerde instellingen in te voeren, is een wachtwoord vereist. Het wachtwoord is 1111. Om het wachtwoord te wijzigen of uit te schakelen, kunt u contact opnemen DATA support team. Om het voorwerp te kalibreren: Druk in het Hoofdvenster (Home) op Advanced Settings (Geavanceerde instellingen). Het scherm Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) verschijnt. Afbeelding 3. Advanced setting (Geavanceerde instellingen) 4.1 Instellen van voorwerp Stelt de gebruiker in staat om: een nieuw voorwerp in te voeren, een voorwerp te dupliceren en om een voorwerp te bewerken en te verwijderen. Zie de volledige handleiding om te leren hoe voorwerpen verwijderd, gedupliceerd en bewerkt kunnen worden. 4.1.1 Een nieuw voorwerp invoeren 1. Druk op OBJECT TYPE SETUP (VOORWERP INSTELLEN). 4 DATA Detection Technologies Ltd.

Afstellen van voorwerpparameters 2. Druk op ENTER NEW OBJECT (NIEUW VOORWERP INVOEREN).. 3. Voer de naam van het nieuwe voorwerp in ( voor corrigeren, voor annuleren). 4. Druk op OK om te bevestigen. Het scherm met calibration directions (richtlijnen voor het afstellen) verschijnt. Afbeelding 4. Scherm calibration directions (richtlijnen voor het afstellen) Volg de voorbereidende acties: 1. Sluit het gat van de trechter. 2. Vul de trechter met de bewuste voorwerpen. 3. Plaats een container of zak onder de toevoerleiding. 4. Druk op het kalibratiescherm op NEXT (VOLGENDE). 4.1.2 Afstellen van parameters Verwijder, om het systeem af te stellen, de bovenste kap van het toevoersubsysteem om beter zicht te krijgen op de voorwerpen die door de trilgoot gaan. 4.1.2.1 Afstellen van snelheid Stelt de optimale telsnelheid in. 1. Druk op TEST (TEST). 2. Verhoog of verlaag de doorgang handmatig tot die hoogte waarbij u weet dat de voorwerpen die door de trilgoot gaan, zich in één laag bevinden. 3. Observeer de voorwerpen terwijl ze door de trilgoot gaan. DATA Count S-25 5

Afstellen van voorwerpparameters 4. Pas de frequentiewaarde aan (met behulp van de pijltjes) en zoek de optimale waarden die zorgen dat de voorwerpen zo passeren dat ze het best geteld kunnen worden. N.B.:Een hoge waarde vermindert de nauwkeurigheid terwijl een lage waarde de nauwkeurigheid vergroot. N.B.: Pas de parameter van de Arbeidscyclus niet aan. 5. Druk na de optimalisatie op STOP TESTING (TEST STOPPEN). 6. Noteer de waarde van de hoogte van de doorgang op de liniaal en voer deze in bij de waarde voor de hoogte van de doorgang. 7. Druk op DONE (GEREED) (Het volgende kalibratiescherm verschijnt). 4.1.2.2 Afstellen van afmetingen Biedt de afmetingen van de voorwerpen die door het systeem worden geteld. 1. Druk op TEST (TEST) (de afmetingen van de voorwerpen worden gemeten). 2. Wacht tot er 10.000 monsters zijn geteld en druk op STOP TESTING (TEST STOPPEN) (Dit betreft een interne telparameter, niet het aantal voorwerpen). De minimale en maximale afmetingen van de voorwerpen verschijnen. 3. Druk op TEST (TEST) om 1.000 tot 2.000 nieuwe monsters te meten. 4. Druk op STOP TESTING (TEST STOPPEN). N.B.: Blijf testen tot de waarden van de minimale en maximale afmetingen van het voorwerp niet meer aanzienlijk wijzigen. 5. Druk op DONE (GEREED) om het afstelproces voor de afmetingen af te ronden. Het volgende afstelscherm verschijnt. 4.1.2.3 Afstellen van snelheid beëindigen 1. Druk op CALIBRATE (AFSTELLEN). 2. Druk op TEST (TEST). 6 DATA Detection Technologies Ltd.

Afstellen van voorwerpparameters De voorwerpen passeren de teldetector tot het aantal de COUNT TO (TELLEN TOT) waarde heeft bereikt. 3. Druk op STOP TESTING (TEST STOPPEN). N.B.: U hoeft niet te wachten tot het aantal de waarde COUNT TO (TELLEN TOT) heeft bereikt om op STOP TESTING (TEST STOPPEN) te drukken. 4. Druk op ADVANCED SETTINGS (GEAVANCEERDE INSTELLINGEN). 5. Pas de waarden voor STOPPING SPEED (STOPSNELHEID) en EXTRA PULSE LENGTH (EXTRA PULSLENGTE) aan. N.B.: Hoge waarden leiden tot snellere telling. De nauwkeurigheid voor het stoppen kan echter worden beïnvloed. 6. Druk op TEST (TEST) > STOP TESTING (TEST STOPPEN) om de nieuwe waarden te controleren. Herhaal de test tot het nauwkeurig stoppen bij een ideale snelheid is bereikt. 7. Druk op DONE (GEREED) om de afstellingsfase af te ronden. 8. Druk op DONE (GEREED) > BACK (TERUG) om terug te keren naar het scherm Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) (Afbeelding 3). DATA Count S-25 7

Afstellen van voorwerpparameters 4.2 Instellen van Gebruikersnaam 1. Druk op ENTER NEW USER (NIEUWE GEBRUIKER INVOEREN). 2. Voer de naam van de nieuwe gebruiker in ( voor corrigeren, voor annuleren). 3. Druk op OK om te bevestigen. 4. Druk op BACK (TERUG) om terug te keren naar het scherm Advanced Settings (Geavanceerde instellingen). Zie de volledige handleiding om een naam uit de lijst te verwijderen, dupliceren of bewerken. 4.3 Algemene parameters Maakt het bekijken en aanpassen van verschillende standaard parameters van het systeem mogelijk. Opgelet: Het aanpassen van deze parameters dient alleen te worden uitgevoerd door een ervaren persoon die een formele training over het DATA Count S-25-systeem heeft gevolgd. Dit scherm wordt gebruikt om de operationele modus te bepalen: Werken met een op de toevoerleiding aangesloten zak. Werken met een container onder de toevoerleiding. Werken met een pedaal / Dual Outlet (aan te sluiten en gebruik het pedaal / Dual Outlet, zie bediening en onderhoud). De operationele modus selecteren: 1. Druk in het scherm Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) op GENERAL PARAMETERS (ALGEMENE PARAMETERS). 2. Kies ENABLED (INGESCHAKELD) om met een zak te werken detector of met een pedaal/dual Outlet.. 3. Kies DISABLED (UITGESCHAKELD) om met een container te werken. 4. Druk op DONE (GEREED). Ga, nadat het voorwerp is afgesteld, de gebruikersnaam is ingesteld en de operationele modus (zak / container) is 8 DATA Detection Technologies Ltd.

Afstellen van voorwerpparameters bepaald, naar het HOME (HOOFD)scherm om het proces te starten. DATA Count S-25 9

De applicatie starten 5 DE APPLICATIE STARTEN 5.1 Taak instellen Druk op JOB SETUP (TAAK INSTELLEN) op het Hoofdscherm (zie Afbeelding 2, hierboven). Afbeelding 5. Taak instellen 5.1.1 De gebruiker selecteren Druk op USER (GEBRUIKER) (scroll met zoeken). om uw naam op te 5.1.2 Het voorwerp selecteren 1. Druk op OBJECT TYPE (SOORT VOORWERP) (scroll met om het voorwerp op te zoeken). 2. Selecteer het gewenste voorwerp. 3. Stel de hoogte van de doorgang in conform de waarde voor de hoogte van de doorgang zoals genoteerd in het tabblad object type (soort voorwerp) (Afbeelding 5). 5.1.3 De telmodus selecteren Wijzig de telmodus naar Batchtelling of Vrije telling doorop het tabblad COUNT MODE (TELMODUS) te klikken. De ondertiteling op het scherm toont de huidige telmodus. In de modus Batchtelling: 5.1.4 Het aantal voorwerpen per zak instellen 1. Druk op NUMBER OF OBJECTS PER BAG (AANTAL VOORWERPEN PER ZAK) en voer het gewenste aantal in. Druk op back (terug) om het aantal bij te stellen. 10 DATA Detection Technologies Ltd.

De applicatie starten Druk op om te annuleren. 2. Druk op OK om te voltooien. 5.1.5 Het aantal zakken instellen 1. Druk op NUMBER OF BAGS (AANTAL ZAKKEN) en voer het gewenste aantal in. Druk op back (terug) om het aantal bij te stellen en druk op om te annuleren. 2. Druk op OK om te voltooien. Nadat alle vereiste velden zijn ingevuld, wordt, RUN (UITVOEREN) ingeschakeld (Afbeelding 5). 5.2 Tellen Opgelet: Controleer de aanwezigheid van een zak of container voor u op RUN (START) drukt. 5.2.1 Procedure "Batchtelling" 1. Sluit een zak aan op de toevoerleiding (zie volledige handleiding). 2. Druk op RUN (UITVOEREN). Het aantal getelde voorwerpen wordt getoond. Het telproces gaat door tot het vooraf ingestelde aantal voorwerpen per zak is bereikt. Afbeelding 6. Bag Done (Zak gereed) N.B.: Zie 5.2.1.2 voor informatie over het afkeuren van de laatste telling DATA Count S-25 11

De applicatie starten 3. Verwijder de gevulde zak. 4. Plaats een nieuwe, lege, zak. 5. Druk op NEXT BAG (VOLGENDE ZAK) om door te gaan. Ga door met het vervangen van de zakken tot de laatste zak is gevuld. Het tabblad Finish Batch (Batch beëindigen) verschijnt. 6. Druk op FINISH BATCH (BATCH BEËINDIGEN). Het scherm Job Done Summary (Samenvatting uitgevoerde taak) verschijnt. Afbeelding 7. Samenvatting Batchtelling 7. Selecteer één van de volgende mogelijkheden: BATCH REPORT (BATCH RAPPORT) om het rapport te bekijken (zie sectie 5.3). DONE (GEREED) om een telproces te starten. EMPTY HOPPER (TRECHTER LEGEN) om de trechter te legen (zie deel 5.4). HOME om terug te keren naar het Hoofdscherm (Home). 5.2.1.1 De Batchtelling pauzeren 1. Druk tijdens het telproces op PAUSE (PAUZE). 12 DATA Detection Technologies Ltd.

De applicatie starten Afbeelding 8. Batchtelling pauzeren 2. Voer één van de volgende taken uit: Druk op RESUME (VOORTZETTEN) om het tellen voort te zetten. Druk op ABORT (AFBREKEN) om het tellen te annuleren. 5.2.1.2 De Batchtelling afkeuren 1. Druk op REJECT (AFKEUREN) op het scherm Batch count finish (Beëindiging Batchtelling) (Afbeelding 9). Afbeelding 9. Reject count (Telling afkeuren) N.B.: De afgekeurde telling wordt genegeerd, maar verschijnt in het rapport. 2. Verwijder de afgekeurde zak en plaats een nieuwe zak. 3. Druk op NEXT BAG (VOLGENDE ZAK) om door te gaan. 5.2.2 Procedure "Vrije telling" 1. Sluit een zak aan op de toevoerleiding of plaats een container onder de toevoerleiding. DATA Count S-25 13

De applicatie starten 2. Druk op RUN (UITVOEREN). Het aantal getelde voorwerpen wordt getoond. Afbeelding 10. Free count (Vrije telling) Het tellen wordt voortgezet tot de telling wordt gepauzeerd. N.B.: In de modus Free Count (Vrije telling) wordt pauzeren gebruikt om het tellen zowel te pauzeren als om het te stoppen. 5.2.2.1 De Vrije telling pauzeren 1. Druk op PAUSE (PAUZE). Afbeelding 11. Pauze in Vrije telling 2. Voer één van de volgende taken uit: Druk op RESUME (VOORTZETTEN) om het tellen voort te zetten. Druk op DONE (GEREED) om het tellen te beëindigen. 14 DATA Detection Technologies Ltd.

De applicatie starten Afbeelding 12. Vrije telling beëindigen 3. Druk op FINISH BATCH (BATCH BEËINDIGEN).om het telproces te beëindigen. 5.3 Rapporten bekijken 1. Druk op VIEW REPORTS (RAPPORTEN BEKIJKEN) op het Hoofdscherm of op BATCH REPORT (BATCH RAPPORT) op het scherm Batch count summary (Samenvatting Batchtelling) (zie Afbeelding 7). Afbeelding 13. View report (Rapport bekijken) N.B.: In rood getoonde tellingen zijn door de gebruiker afgebroken. 2. Selecteer het rapport dat u wilt bekijken. 3. Druk op INSPECT BATCH (BATCH INSPECTEREN). De tellinggegevens worden getoond. DATA Count S-25 15

Appendix Afbeelding 14. Batch report (Batch rapport) 4. Druk na het bekijken op DONE (GEREED). 5.4 De trechter legen 1. Ga naar het scherm HOME (Hoofdscherm). 2. Plaats een container onder de toevoerleiding. 3. Maak de doorgang groter om een snellere stroom te bewerkstelligen (zie Afbeelding 1). 4. Druk op EMPTY HOPPER (TRECHTER LEGEN). 5. Druk op OK. 6. Druk wanneer u klaar bent op DONE (GEREED). 6 APPENDIX 6.1 Probleemoplossing Zie hoofdstuk 10 in de volledige handleiding voor meer gegevens. 6.2 Onderhoud Zie hoofdstuk 11 in de volledige handleiding voor meer informatie. 6.3 Pneumatische eenheid Zie deel 11.2 in de volledige handleiding voor meer informatie. 6.4 Systeemspecificaties Zie hoofdstuk 12 in de volledige handleiding voor meer gegevens. 16 DATA Detection Technologies Ltd.

Appendix 6.5 Woordenlijst Zie hoofdstuk 13 in de volledige handleiding voor meer informatie. DATA Count S-25 17