met steun van Vlaamse ORPADT-enquête Resultaten 2012

Vergelijkbare documenten
Vlaamse ORPADT-enquête Resultaten 2015

Resultaten O.R.P.A.D.T. v.z.w. Organisatie van het Paramedisch Personeel van de Dialyse- en Transplantatiecentra

O.R.P.A.D.T. V.Z.W. Vlaamse ORPADT-Enquête. Resultaten Organisatie van het Paramedisch Personeel van de Dialyse- en Transplantatiecentra

O.R.P.A.D.T. V.Z.W. Vlaamse ORPADT-Enquête. Resultaten Organisatie van het Paramedisch Personeel van de Dialyse- en Transplantatiecentra

30 jaar ORPADT enquête. Philippe Duym Voorzitter werkgroep Registratie

Predialyse informatie

VLAAMSE ORPADT DIALYSE ENQUETE 1992

Werklast op hemodialyseafdelingen: een overzicht. Student: Hilde Versweyveld Coördinator Promotor: Prof. Dr. M. Elseviers

De psychosociale implicaties van thuisdialyse. Carine De Smet Sociaal werker, dienst patiëntenbegeleiding

Aanvraagformulier Vakantie Hemodialyse Veurne. Vakantie hemodialyse

JAN YPERMAN ZIEKENHUIS. Wil alle volgende ingevulde gegevens minstens 4 weken vóór de eerste vakantiedialyse opsturen naar

Verpleegkundige rol bij opleiding en opvolging in PD en HDD van predialyse tot transplantatie

OPVOLGING EN BEHANDELING VAN PATIENTEN MET CHRONISCH NIERFALEN: DE VRAAG NAAR EEN CONVENTIE LAAT ZICH DUIDELIJK VOELEN.

Voorbeelden van een Best Practice, 2 vooringevulde sjablonen

Gestructureerde multidisciplinaire educatie en begeleiding bij chronisch nierlijden. Katleen De Bondt & Katrien Dierickx

nefrologie - endocrinologie informatiebrochure Predialyse

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken?

Dialysepatient van vandaag. Dr. Carmen Verhelst AZ Sint Blasius Dendermonde

nefrologie - endocrinologie - diabetologie informatiebrochure Predialyse

Predialysebegeleiding: de multidisciplinaire approach

De nieren begrijpen... van hun normale werking tot CNI

Wie start er met dialyse? Vlaamse Nefrologie dag. Johan De Meester Commissie Registratie, NBVN

HEMODIALYSE. Consuo. nsultat. Dienst nierdialyse Jan Yperman Ziekenhuis. Dienst Dialyse : 057/

Campus Sint-Elisabeth

introductiebrochure voor studenten nierdialyse

Peritoneaal dialyse. Ziekenhuis Bernhoven Ania Szalek

PD: Peritoneale Dialyse

nierfalen in leven. Als dialysepatiënten ophouden met functioneren van de nieren.

Informatie voor de patiënt. Dialyse en vakantie. Secretariaat nefrologie, tel: fax:

Als uw nieren niet meer goed werken Voorlichtingsfolder voor de prédialyse patiënt

3. Behoeften van patiënten aan zelfmanagement

Dit is een manuele techniek voor het uitvoeren van een dialyse, dit wil zeggen dat u geen machine nodig heeft.

INFORMATIE voor de patiënt PERITONEALE DIALYSE. Peritoneale dialyse Tel:

PREDIALYSE BEGELEIDING IN BELGIË INTERACTIEVE SESSIE IN ALDEN BIESEN (2003)

Gezonde Nieren. Triple Aim Congres. Almere, 21 juni Concept en Business Case Shared Savings. Chris Hagen, nefroloog, Meander MC Amersfoort

Peritoneale dialyse in vogelvlucht

Inhoudsopgave Inleiding Wat is dialyse Wat is peritoneaaldialyse Hygiëne PD-katheter Wat is CAPD?...

Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT

Predialyse Polikliniek

INTERACTIEVE SESSIE - OOSTKAMP 2004 PERITONEAAL DIALYSE: OPLEIDING VAN PATIËNTEN EN FOLLOW-UP

Welkom Dialyse als nierfunctievervangende behandeling

Welkom op de afdeling D2 D2.001N

Renine De dialyseafdeling registreert zijn patiënten bij Registratie Nierfunctievervanging Nederland: Renine.

centrumdialyse in een veilige omgeving

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten

Inhoud Presentatie. Femke Mensen, diëtist. Definitie voedingstoestand

Predialyse Informatie over chronische nierschade en de keuzemogelijkheden van behandeling

De Prédialyse poli. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

INHOUD WELKOM NIERZORGTEAM

PATIËNTEN INFORMATIE. Chronische nierschade en nierfalen

Sohal Ismail. Thuisvoorlichting zorgt voor een toename in kennis, communicatie en het aantal nierdonaties bij leven

Low Care Dialyse Bornem. Informatiebrochure patiënten

WOUTTERS Catherine VAN HUFFELEN Brigitte

Opleiding verpleegkundigen dialyse-afdeling. afdeling Brugge. O.R.P.A.D.T. 19/04/2007 Ilse Claeys

PERITONEAAL DIALYSE. Dienst nierdialyse Jan Yperman Ziekenhuis. Dienst Dialyse : 057/ Dienst peritoneale: 057/

Interne Geneeskunde. Predialyse polikliniek

NBVN. Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie

Inleiding. Dr. Stas, nefroloog

Chronische nierinsufficiëntie

NfN Richtlijn Waterbehandeling 2013

Behandelwijzer dialyse

Wie werken op de Predialyse poli?

FORUM. Een studie in midden West-Vlaanderen, Roeselare

Opleiding en inscholing ORPADT

Behandelwijzer Dialyse.

Samenvatting voor de niet medisch onderlegde lezer

Kinderdialyse, een vak apart. Inhoud presentatie. Kinderdialyse in Nijmegen. Team kinderdialyse

VERPLEEGKUNDIGE ASPECTEN ROND HET CONCEPT 'INTEGRATED CARE' VAN PATIËNTEN MET TERMINAAL NIERLIJDEN

St. Antonius Dialysecentrum. Uw dialysecentrum in Nieuwegein en Tiel

Interne Geneeskunde Nefrologie. Polikliniek nierfalen

NIERZIEKTEN PREDIALYSE

Peritoneale dialyse: verloop en afspraken

Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met. Baxter bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld. n.v.t.

Niervervangende therapie op de IC

Afdeling Dialyse Wat kunt u verwachten?

Acute dialyse Nierfunctievervangende behandeling

Welkom op de dialyseafdeling

Informatie voor dialyse-patiënten die Sevelamerhydrochloride

Voorlichting. diabetespatiënten. Waarom. in de Prédialyse. 19 november voor. Als ik dat geweten had!

DiaVisie Visitatiecommissie dialyseafdelingen NfN/V&VN Dialyse & Nefrologie

CQI Dialyse Spiegelrapportage

Dialyse thuis of in het ziekenhuis: een gewogen antwoord van de NBVN en GNFB op het KCE-rapport

Chronische nierinsufficiëntie Wat doet de nefroloog?

Home sweet home + Brigit van Jaarsveld, VUmc en Diapriva Dialysecentrum Amsterdam 12 oktober 2018

Afsprakennota hemodialyse N Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper

Peritoneale Dialyse. Opleiding van patiënten voor peritoneale dialyse thuis. Catherine Woutters HD PD verpleegkundige verpleegkundige nierfalen

Welkom. Namen presentatoren

Peritoneaal dialyse N Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper

De patiënt met een falend transplantaat. De andere realiteit van transplantatiezorg. Bouke Hepkema en Stefan Berger

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Vragenlijst Ervaringen met dialyseren

Peritoneaal Dialyse Martini Niercentrum. W.M.T. Janssen Martini Ziekenhuis Groningen

De transplantatiecoördinator: Ook voor levende donatie. Nele Grossen

CQI Dialyse Spiegelrapportage 2017

Hemodialyse N Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

BELEID NVN ROND ORGAANDONATIE

Transcriptie:

met steun van Vlaamse ORPADT-enquête Resultaten 2012

Deelnemende centra Aantal voogdijcentra 1988 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 15 18 23 24 25 25 27 27 28 Deze enquête omvat resultaten van alle 27 Vlaamse dialysecentra voor volwassenen. Aan de 27 voogdijcentra waren 54 centra voor collectieve autodialyse (CAD) verbonden. Voogdijcentra hadden 0 tot 4 CAD. 4 van de 27 centra behoorden tot een universitair ziekenhuis. Aantal centra voor collectieve autodialyse (CAD) 2000 2003 2006 2009 2012 16 36 45 47 54

met steun van Resultaten van de Centrum vragenlijst n = 27 dialysecentra

Aanbod van dialysemodaliteiten Aanbod chronische dialysemodaliteiten: evolutie Centrum-Hemodialyse (HD,HF,HDF) % van de centra 1997 2000 2003 2006 2009 2012 Peritoneale dialyse Thuis-Hemodialyse 26% 21% 35% 40% 48% 56% 15 centra boden thuisdialyse aan als behandelingsvorm 5 centra behandelden effectief patiënten met thuisdialyse (7 in 2009) In totaal werden 18 patiënten met thuisdialyse behandeld (idem in 2009) 5/18 patiënten werden behandeld met 3x dialyse per week 12/18 patiënten werden behandeld met 4x dialyse per week 1/18 patiënten werd behandeld met 5x dialyse per week Drie van deze thuis HD patiënten werden s nachts behandeld 100% 100% 100% 100% 100% 100% 85% 88% 96% 100% 100% 100%

Evolutie van chronische dialysebehandelingen 11% 20% 14% 20% 14% 22% 26% 28% 29% 5% 4% 8% 9% 8% 10% 11% 10% 8% 84% 76% 78% 71% 78% 68% 63% 62% 63% 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Evolutie van de chronische behandelingen 1988 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 HD in voogdijcentrum HD in CAD PD % van de chronische patiënten

Chronische dialyse: Evolutie dialysepopulatie Het totaal aantal chronische patiënten in de 27 centra was 4442. Het gemiddelde per centrum was 165 patiënten (var. 71-317). Er lijkt een afvlakking merkbaar in de groei van het aantal dialysepatiënten in Vlaanderen.

150 120 330 110 190 520 340 550 220 170 420 160 130 140 410 310 180 320 540 360 430 230 350 Enquête 2012 300 250 200 150 100 Aantal patiënten 510 370 210 530 50 0 Dialysecentra: aantal chronische patiënten per centrum Grootte van de dialysecentra PD HD Centrum nr.

Chronische dialyse: Demografie De verhouding man/vrouw was 59% M / 41% V (49%/51% in 1994). 73% van de HD populatie en 45% van de PD patiënten was boven 65 jaar. 10% van de HD populatie en 3% van de PD patiënten was boven 85 jaar. 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Geslacht van de chronische patiënten 49% 51% 53% 54% 55% 58% 59% 51% 49% 47% 46% 45% 42% 41% 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 mannen vrouwen 70% 60% 50% Leeftijdsprofiel van de chronische patiënten 41% 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 46% 57% 58% 60% 64% 65% 68% 71% 40% 30% 31% 31% 29% 27% 26% 24% 22% 20% 10% 13% 12% 11% 11% 9% 9% 8% 7% 0% 16-45 jaar 46-65 jaar ouder dan 65 jaar

Predialyse (1) 16/27 centra (59%) hadden een Klinisch Pad Predialyse voor de behandeling van patiënten met niet-terminaal chronisch nierlijden (44% in 2009). 14/16 centra met Klinisch Pad hanteerden een vaste GFR waarde om patiënten op te nemen in het Klinisch Pad: 3 hanteerden GFR > 30 ml/min (KDOQI 3) 10 hanteerden GFR 15-29 ml/min (KDOQI 4) 1 hanteerde GFR < 15 ml/min (KDOQI 5). Standaardprocedures in predialyse Bespreken optie geen dialyse Bespreken planning levenseinde Overleg met HD verpleegkundige Overleg met PD verpleegkundige Bezoek HD afdeling Bezoek PD patiënt Aanleg dialyse toegangsweg Start pre-transplant screening Overleg met sociaal werker Overleg met diëtiste % van de centra 0% 20% 40% 60% 80% 100% 41% 59% 59% 82% 85% 89% 82% 82% 82% 100%

Predialyse (2) 18/27 van de centra (67%) beschikte over een predialyse verpleegkundige. Specifieke taken van predialyse verpleegkundige % van de centra (n=18) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Follow-up van de medicatie Controle medicatie therapietrouw Controle dieet therapietrouw 28% 33% 33% Voorlichting therapie keuze 94% Bescherming armvenen 83% Huisbezoek predialyse patiënten 17% Overleg met familie 89%

PD: Demografie 369 patiënten (8.3%) werden behandeld met peritoneale dialyse (PD). Het gemiddelde aantal PD patiënten per centrum was 13.7 (var. 3-31). De verhouding man/vrouw was 66% M / 34% V. 19% van de PD patiënten hadden diabetes nefropathie. % van totaal aantal patiënten 30% 20% 10% 0% PD patiënten 9.5% 11.1% 9.7% 8.3% 2003 2006 2009 2012 Het totaal aantal PD verpleegkundigen in de 27 centra was 23.2 voltijds equivalenten (VTE). De tewerkstelling als PD verpleegkundige variëerde per centrum van 7 tot 99 uren per week met een gemiddelde van 35 uren. % van de patiënten Leeftijdsprofiel PD patiënten 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 3% 2% 2% 3% 39% 42% 38% 42% 40% 37% 40% 35% 18% 19% 20% 20% 2003 2006 2009 2012 85+ 66-85 46-65 16-45

PD patiënten per centrum 50 40 Aantal PD patiënten 31 31 29 29 27 29 30 18 16 20 17 17 10 12 9 3 3 4 4 5 6 7 7 10 10 8 10 10 10 7 0 50% 40% 26% 30% % PD patiënten % van totaal aantal chronische patiënten per centrum 20% 11%12%13%13% 14%15% 10% 1% 2% 3% 3% 3% 5% 5% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 8% 8% 9% 9% 9% 10%10% 0% 370 420 350 140 510 430 190 210 310 180 410 320 520 340 540 220 120 130 160 110 170 550 230 360 530 330 150 370 420 350 140 510 430 190 210 310 180 410 320 520 340 540 220 120 130 160 110 170 550 230 360 530 330 150 Centrum nr. Centrum nr.

% patiënten PD: behandelingsvormen PD behandelingsvormen 65% 50% 43% 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 39% 29% 29% 24% 35% 50% 57% 61% 71% 71% 76% % patiënten 53% 75% 70% 69% non-glucose oplossing PD gebruik van oplossingen 2003 2006 2009 2012 4% 10% 11% 10% aminozuur oplossing 13% 27% 25% 35% bicarbonaat oplossing 20% 30% 41% 62% reduced glucose degradatie oplossing CAPD continu APD automatisch 10/369 patiënten (2.7%) werden behandeld met onderbroken APD (OCPD). 35/369 patiënten (9.5%) werden behandeld met een combinatie van CAPD en APD.

PD: Katheters In 11/27 centra (41%) werd de PD-katheter bij plaatsing standaard vastgehecht aan het peritoneum. Wachttijd PD katheter-gebruik % van PD patiënten 56% 44% 40% 37% 44% 56% 60% 59% 4% % van de centra 2003 2006 2009 2012 8-14 dagen 15-30 dagen langer

PD: Kwaliteitsanalyse % van de centra 60% 73% 72% 48% 40% 56% 45% 58% 35% 46% 92% 92% 92% 93% 92% 88% 92% 93% Kwaliteitsanalyse bij PD patiënten 1994 1997 2003 2006 2009 2012 PET KT/V CrCl

PD: Behandeling van anemie Erythropoietine behandeling bij PD patiënten IJzersubstitutie bij PD patiënten 81% 69% 69% 81% 74% 80% 67% % patiënten % patiënten 55% 34% 43% 30% 34% 35% 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 Bij PD patiënten werd EPO altijd subcutaan toegediend. 1994 2000 2003 2006 2009 2012 7 op 10 PD patiënten met ijzersubstitutie kregen ijzer oraal toegediend.

30% Enquête 2012 Wachtlijst voor transplantatie 12% van de chronische patiënten stond op de transplantatiewachtlijst. 29 patiënten wachtten op een nier-pancreas transplantatie. 43% van de patiënten op de wachtlijst was een vrouw (slechts 34% in 2009). 10% van de patiënten op de wachtlijst was ouder dan 65 (14% in 2009). % van totaal aantal patiënten 20% 10% 0% 15.3% Patiënten op TX-wachtlijst 13.0% 13.8% 12.2% 2003 2006 2009 2012 30% 20% 10% % patiënten op TX-wachtlijst 12%12%12%12% 14% 14%14% 16% 16% 4% 5% 5% 7% 7% 7% 7% 8% 8% 9% 9% 9% 9% 10% 28% 25% 21% 22% 0% 150 350 550 320 120 180 110 530 310 140 540 220 130 340 160 420 410 510 330 520 210 360 170 370 230 190 430 Centrum nr.

Transplantaties (TX) In Vlaanderen werden 281 van de patiënten (6.3%) met chronische nierinsufficiëntie getransplanteerd in 2012, waarvan 10 van een living related donor en 35 van een living unrelated donor. 80% van de centra besprak de optie van TX met livingrelated donoren, 56% de optie living-unrelated donoren. 26/27 centra verzorgden de routine pre-tx-screening en ook de follow-up van hun getransplanteerde patiënten. 41% van de centra beschikte over een speciaal aangeduide verpleegkundige voor deze taken. % van totaal aantal patiënten 20% 15% 10% 5% 0% Getransplanteerde patiënten in het voorbije jaar 6.6% 5.7% 5.7% 6.3% 2003 2006 2009 2012 20% 15% 10% 5% Transplantaties in het voorbije jaar 2% 2% 3% 3% 3% 4% 4% 4% 5% 5% 5% 5% 5% 11% 13% 6% 6% 7% 7% 7% 7% 8% 8% 8% 9% 9% 18% 0% 130 550 150 220 320 330 210 360 340 410 530 120 370 160 310 350 510 140 180 520 540 110 420 230 170 190 430 Centrum nr.

Dieetadvies (1) 23/27 centra beschikten over een nefrologische diëtiste met een gemiddelde tewerkstelling van 19 uren per centrum (var. 1-38 uren). In centra zonder nefrologische diëtiste kon beroep worden gedaan op de diëtiste van het ziekenhuis. Frequentie van dieetadvies Pre-dialysepatiënten Nieuwe HD patiënten Stabiele HD patiënten % van de centra 38% 54% 89% Heeft uw centrum een nefrologische diëtiste? 2000 2003 2006 2009 2012 op regelmatige basis enkel bij problemen nooit 58% 46% 11% 4% 50% % van de centra 64% 64% 72% 85% In vergelijking met vorige metingen was het dieetadvies nog verder toegenomen voor pre-dialysepatiënten, nieuwe PD patiënten en getransplanteerden. Nieuwe PD patiënten 80% 20% Stabiele PD patiënten 12% 84% 4% Transplant-patiënten 12% 64% 24%

Dieetadvies (2) Vooral de educatieve taken van de diëtiste t.o.v. de teamleden waren sterk toegenomen. 56% van de diëtisten screende alle HD patiënten voor malnutritie (39% in 2009). Organiseert de diëtiste regelmatig educatieve sessies omtrent nutritionele aspecten van het dieetadvies? voor het nefrologische team voor aparte teamleden voor patiëntengroepen 30% 37% 37% Betrokkenheid van de diëtiste bij: % van de centra % van de centra Aanpassing fosfaatbinders Aanvullingen energie en eiwit 92% 89% Specifiek dieetadvies Screent de diëtiste alle HD patiënten voor malnutritie? Stimuleert de diëtiste systematisch volwaardige voedselinname bij HD patiënten? Stimuleert de diëtiste systematisch het naleven van de opgelegde vochtbeperking? % van de centra 55.6% 77.8% 85.2%

Sociaal advies (1) 23/27 centra beschikten over een sociaal werker met een gemiddelde tewerkstelling van 28 uren per centrum (var. 4-76 uren). In centra zonder sociaal werker kon beroep worden gedaan op de sociale dienst van het ziekenhuis. Heeft uw centrum een sociaal werker? 2000 2003 2006 2009 2012 % van de centra 96% 85% 88% 88% 85% Sociaal advies: werkdomein 2012 % van de centra op regelmatige basis enkel bij problemen nooit Pre-dialyse patiënten HD patiënten PD patiënten 52% 52% 78% 41% 48% 22% 7% De mate waarin sociaal advies verstrekt werd is ongewijzigd t.o.v. vorige meting. Transplant-patiënten 29% 67% 4%

Sociaal advies (2) Specifieke taken van de sociaal werker Pre-dialyse informatie % van de centra 77% Therapietrouw 52% Psychosociale problemen Financiële problemen Tewerkstelling Huisvesting 89% 100% 89% 96% Vakantiedialyse 67% Patiëntenvervoer 96% In vergelijking met vorige bevraging was er weinig evolutie te merken in de specifieke taken die de sociale werker vervulde.

Multidisciplinaire bespreking (1) De multidisciplinaire bespreking van een nieuwe patiënt was toegenomen. Vooral diëtisten en psychologen waren in sterkere mate aanwezig op het teamoverleg. % van de centra Multidisciplinaire bespreking van een nieuwe patiënt? 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 52% 44% 59% 2006 2009 2012 Multidisciplinaire bespreking van een nieuwe patiënt Wie maakt deel uit van het team, naast verpleegkundigen en artsen? % van de centra Sociaal werker Diëtist(e) Zorgkundige Psycholoog Dialyse technicus Kinesist Palliatief zorgteam 31% 25% 19% 13% 6% 81% 94%

Maandelijkse multidisciplinaire patiëntenbespreking? Multidisciplinaire bespreking (2) % van de centra 66% 61% 48% 67% Andere onderwerpen besproken op multidisciplinaire teamvergaderingen % van de centra Maandelijkse multidisciplinaire patiëntenbespreking Diëtist(e) 2003 2006 2009 2012 Wie maakt deel uit van het team, naast verpleegkundigen en artsen? % van de centra 88% Professionele educatie Richtlijnen en procedures Kwaliteitsbewaking 59% 70% 67% Sociaal werker Zorgkundige 29% 88% Budget 26% Psycholoog Dialyse technicus 18% 12% Personeelsevaluatie 22% Kinesist Palliatief zorgteam 12% 12% Researchprojecten 19%

DNR beleid

met steun van Resultaten van de Hemodialyse (HD) afdelingen n= 81 HD afdelingen 27 in de voogdijcentra 54 CAD

HD afdelingen: Personeel Het totaal aantal verpleegkundigen in deze 72 HD afdelingen was 996 voltijds equivalenten (VTE), variërend per afdeling van 0.5 tot 53. De CAD kenden een hogere ratio van aantal patiënten per verpleegkundige (5.6 ± 1.9) dan de voogdijcentra (3.6 ± 0.6). 19% van de HD afdelingen hadden bijkomend 0.8 tot 6.3 VTE zorgkundigen in dienst. 40% van de HD afdelingen hadden bijkomend 0.5 tot 5.5 VTE logistieke hulpen in dienst. Patiënten per verpleegkundige 1988 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 3.9 4.5 4.0 4.2 4.6 4.4 4.8 4.2 4.9

HD patiënten: demografisch profiel Het gemiddelde aantal HD patiënten per HD afdeling was 50 (var. 3-250). % van de patiënten Leeftijdsprofiel HD patiënten 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1.3% 2.3% 8.2% 7.8% 43.3% 44.0% 63.2% 58.8% 34.6% 33.9% 21.9% 25.5% 20.7% 19.9% 6.6% 7.9% 2003 2006 2009 2012 85+ 66-85 46-65 16-45 Voogdijcentra hadden gemiddeld 104 patiënten (var. 32-250), terwijl CAD gemiddeld 24 patiënten hadden (var. 3-105). In de voogdijcentra waren 75% van de HD patiënten ouder dan 65, in de CAD waren 68% ouder dan 65 (in 2009 nog verschil van 72% versus 60%).

HD: Diabetes nefropathie % van de HD patiënten 25% 20% 15% 10% 5% Diabetes nefropathie 19.8% 17.6% 13.2% 13.0% 20.0% 20.1% 24.8% 24.3% In de voogdijcentra zowel als in de CAD had 24% van de HD populatie diabetes nefropathie, (in 2009 nog verschil van 27% versus 22%). 0% 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012

HD: Invaliditeit In de HD populatie vertoonden 541 patiënten (13.3%) een zekere vorm van inmobiliteit (d.w.z. dat deze patiënten niet zonder hulp naar het toilet konden gaan). In de HD populatie vertoonden 1139 patiënten (27.9%) een zekere vorm van mentale achteruitgang (d.w.z. dat deze patiënten niet meer in staat werden geacht om zelf te zorgen voor hun medicatie) 452 HD patiënten (11.1%) verbleven in een serviceflat of woonzorgcentrum. Fysieke en mentale gezondheid % van de HD patiënten Mentaal niet meer in staat om zelf te zorgen voor medicatie 29.2% 25.3% Niet meer in staat om alleen naar het toilet te gaan Verblijf in serviceflat of woonzorgcentrum 15.3% 8.8% 12.1% 8.9% Voogdijcentrum CAD

HD: vervoer

HD: Vasculaire toegangsweg anno 2012 Vaatacces % van de patiënten AV fistels 49.7% AV grafts 2.6% Katheters 45.3% Combinatie 2.3% Andere 0.1%

HD: Evolutie van de vasculaire toegangsweg % patiënten 82% 67% 64% 66% 58% 54% 52% Toegangsweg 50% 5% 5% 7% 7% 5% 5% 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 4% 3% 13% 28% 29% 27% 35% 39% 42% 45% AV-fistel AV-graft Centrale katheter Het gebruik van centrale katheters steeg verder tot 45%. 59 patiënten werden gedialyseerd met een combinatie van AV-fistel en katheter.

HD: Vasculaire toegangsweg per HD afdeling Gebruik van vasculaire toegangsweg per HD afdeling 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% andere combinatie katheter AV-graft AV-fistel 0% 162 532 121 171 161 331 410 184 222 511 341 160 370 411 430 313 531 152 533 221 233 342 362 513 182 321 352 541 172 143 231 234 323 322 232 332 340 530 520 560 181 211 350 360 351 353 510 110 131 191 320 120 372 192 130 220 230 330 111 140 540 550 361 170 423 522 141 180 150 142 210 310 421 371 183 190 312 422 420 151 311 Het gebruik van centrale katheters variëerde HD eenheid van nr 10 tot 78% per centrum. In de voogdijcentra had 48% van de patiënten een centrale katheter, in de CAD was dit 40% (in 2009 was dit nog 47% versus 31%). Ook in HD afdelingen met een oudere populatie en in afdelingen met een groter aantal patiënten was het gebruik van centrale katheters duidelijk hoger.

HD: Gebruik van katheters per HD afdeling HD afdelingen met meer dan 40% van de patiënten behandeld met katheters 2000 2003 2006 2009 2012 4 16 21 26 42 42/81 HD afdelingen gebruikten centrale katheters in meer dan 40% van hun patiënten.

HD: Punctie van de vasculaire toegangsweg Bij AV fistels daalde het gebruik van een één-naald systeem verder tot 9%. % van de patiënten 89% 91% 87% 82% 81% 1988 1991 1994 70% 65% 1997 2000 2003 67% 2006 2009 2012 51% 49% 33% 30% Punctiesysteem 19% 13% 9% 18% 11% 35% Eén-naaldsysteem Twee-naaldsysteem Het gebruik van single lumen katheters daalde verder van 49% in 2003 en 25% in 2006 naar 12% in 2009 en 3% in 2012.

HD: Punctieplaats en materiaal % van de patiënten 22% 23% 34% 44% Punctieplaats 2003 2006 54% 56% 41% 41% 2009 2012 24% 25% 21% 15% steeds dezelfde systematisch wisselend arbitrair wisselend Steeds dezelfde punctieplaats steeg van 22% in 2003 naar 44% in 2012. Arbitrair wisselende punctieplaats daalde van 24% in 2003 naar 15% in 2012. Het gebruik van stompe naalden steeg tot 18% bij de metalen naalden en tot 6% bij de katheternaalden.

HD: Punctieplaats en punctiemateriaal per centrum Punctieplaats per HD afdeling 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% arbitrair wisselend systematisch wisselend button hole 162 161 184 341 160 411 313 342 182 172 340 372 150 151 370 171 310 511 522 510 360 170 520 111 320 191 361 362 322 311 323 181 190 110 371 220 321 130 560 143 221 140 353 142 192 350 541 550 131 540 332 430 330 352 331 141 533 420 530 531 180 222 410 210 121 232 211 351 120 423 421 312 422 231 234 230 233 152 532 513 183 Punctiemateriaal per HD afdeling 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% combinatie stomp metaal scherp metaal kathetern stomp kathetern scherp 162 313 342 150 310 170 311 121 233 513 211 120 423 421 183 312 422 210 160 532 340 222 560 410 341 161 420 131 531 234 180 541 533 530 540 232 152 330 331 230 370 130 231 143 332 221 220 430 184 360 362 371 550 151 520 181 411 172 171 320 321 353 140 352 361 372 110 182 522 191 510 190 322 111 351 141 192 350 142 323 511 HD eenheid nr

HD: Anticoagulatie % van de patiënten 22% 56% 61% 65% 70% 75% 71% 83% 78% Anticoagulatie 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 44% 36% 25% 29% 24% 26% 13% 3% 10% 1% 1% 2% 4% Gefractioneerde heparine* Standaard heparine Andere *= Low Molecular Weight heparine Het gebruik van standaard heparine halveerde in drie jaar. In de groep andere werden 15 patiënten behandeld met IV citraat en 120 patiënten met citraat via dialysaat. 1% van de patiënten werd niet behandeld met anticoagulatie.

HD: Behandeling van anemie Erythropoietine behandeling IJzersubstitutie 93% 92% 98% 97% 96% 95% 91% % van de HD patiënten % van de HD patiënten 75% 76% 81% 80% 82% 77% 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 1994 2000 2003 2006 2009 2012 Slechts 2% van de HD patiënten kregen EPO nog subcutaan.

HD: Preventie van botaandoeningen 24% van de HD patiënten werden behandeld met een combinatie van fosfaatbinders. Het gebruik van actief vitamine D daalde tot 37%. 73% van de HD patiënten werden echter behandeld met D-cure. Fosfaatbinders op basis van: % van de patiënten 56.9% 63.0% 49.4% 1.5% 10.2% 10.3% 27.5% 23.2% 21.2% 1.6% 2006 2009 2012 2.3% 2.9% calcium lanthaan synthetische andere Gebruik van Vitamine D % patiënten D-Cure 73.4% Actief Vitamine D 37.2%

HD: Behandeling voor ondervoeding Soort behandeling voor malnutritie IDPN (intra-dialytisch parenterale voeding) % van de HD patiënten 2.1% Sondevoeding 0.3% Verrijkte voeding 1.5% Voedingsdrank met nefrol.samenstelling 5.5% Algemene voedingsdrank 0.1%

HD: Infecties (1) 2.3% 1.7% 3.5% 3.5% 1.7% 1.8% 0.9% 0.7% 2.0% 1.4% 1.3% 1.3% 1.2% 1.4% 1.6% 0.0% 0.0% 0.04% 0.1% 0.2% 0.2% 0.2% 0.7% 1.8% 2.4% 6.3% 8% 7% Positieve patiënten 1994 1997 2000 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2003 2006 2009 2012 % van de patiënten HCV HBV HIV MRSA Centra met infectie: 47% 28% 10% 39% Range per centrum: 1-4 1-4 1-2 1-4

HD: Infecties (2) Controle minstens jaarlijks Isolatie indien positief In 88% van de centra werden nieuwe HD patiënten steeds gescreend voor HIV. In 71% van de centra werden nieuwe HD patiënten steeds gescreend voor MRSA. Isolatie van seropositieve daalde voor alle infecties. Bij isolatiemaatregelen van HCV-positieve patiënten, steeg het gebruik van afzonderlijke dialysetoestellen in vergelijking met vorige meting. % van de HD-units 99% 96% 73% 83% HBV HCV HIV MRSA % van de HD-units 43% Isolatiemaatregelen bij HCV-pos. pat. Afzonderlijke plaats of shifts Afzonderlijke dialysetoestellen 44% 81% 26% 42% 46% HBV HCV HIV MRSA % van de HD-units Afzonderlijke bestaffing 31%

Dialysefrequentie 32 HD afdelingen behandelden patiënten met 2x dialyse per week (111 patiënten). 14 HD afdelingen behandelden patiënten met 4x dialyse per week (33 patiënten). 3 HD afdelingen behandelden ieder 1 patiënt met 5x dialyse per week. In totaal werden 36 patiënten meer dan 3x per week behandeld (28 in 2009). 7 centra behandelden patiënten met nachtdialyse in het centrum (5 in 2009). In totaal werden 80 patiënten (2.0% van de HD patiënten) met nachtdialyse in het centrum behandeld (67 in 2009).

HD: Technische aspecten 1 Gebruik van hemodiafiltratie Patiënten behandeld met: % patiënten low-flux membraan 11.5% % patiënten 23% 25% 44% 45% mid-flux membraan high-flux membraan 3.7% 84.8% 2003 2006 2009 2012 Het gebruik van high-flux membranen stagneerde op 85%. Het gebruik van hemodiafiltratie stagneerde op 45% waarvan 7% met pre-dilutie en 38% met post-dilutie. Mixed -dilutie (pre+post) werd niet toegepast.

HD: Technische aspecten 2 * = <36.5 C

HD: Kwaliteitsanalyse Kwaliteitsanalyse bij HD patiënten 13% 15% 15% 10% 8% 13% 10% 61% 70% 43% 67% 67% 70% 68% 63% 54% 35% 41% 38% 38% 39% 39% 39% 93% 95% 92% 96% 95% 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012 KT/V PRU PCR TAC % van de HD units

HD: Dialysetechnicus Beschikbaarheid dialyse technicus % van de HD units 70% van de HD afdelingen beschikten over een dialyse technicus met een gemiddelde tewerkstelling van 32,5 uren (var. van 2 tot 122 uren). De overige HD afdelingen konden beroep doen op de technische dienst van het ziekenhuis (18/24) en/of op de technische dienst van een firma (22/24). 2000 2003 2006 2009 2012 96% 89% 92% 79% 70% Dialyse technici gaven in 78% ook ondersteuning buiten de normale diensturen. In 9 op 10 werd deze extra ondersteuning vergoed als overuren. 30% van de dialysetechnici boden regelmatig ondersteuning tijdens aanen afsluiten. Opleiding door dialyse technici over basishandelingen van dialyse apparatuur gebruik van speciale tools (profiling...) theoretische informatie ivm dialysetechnieken 39% 41% % van de HD units 51%

HD: Taken dialysetechnicus 34/55 dialyse technici (62%) onderhielden en herstelden ook algemene medische apparatuur. 6/55 dialyse technici (11%) onderhielden en herstelden ook computers.

HD: Hygiënisch management van de dialysetoestellen Desinfectie toestellen tussen behandelingen op dezelfde dag* Dialysevloeistof uit alle dialysetoestellen minstens eenmaal per jaar getest % van de HD units 2003 2006 2009 2012 41% 24% 14% 14% 12% 10% 10% 6% 71% 59% 61% 19% 17% 11% 3% 61% % van de HD units 82% 81% 65% 60% 47% 2003 2006 2009 2012 50% 46% 69% koud chemisch warm chemisch heet water geen desinfectie test bacteriën test endotoxines Interne endotoxine filter in het watergedeelte van het dialysetoestel % van de HD units 77% * combinatie mogelijk in het dialysaatgedeelte van het dialysetoestel 89%

HD: Concentraten en RO systeem Technische informatie poederconcentraat (enkel bicarbonaat) % van de HD-units 92% poederconcentraat (zuur en bicarbonaat) productie vloeibaar zuur concentraat 8% 18% centrale distributie zuurconcentraat 47% voorraadtank na RO 13% absoluutfilter na RO 51% In centra die een centrale distributie voor zuur concentraat hadden (n=33) werden de leidingen slechts in 1 centrum dagelijks, in 1 centrum jaarlijks en in 1 centrum niet routinematig gedesinfecteerd. In 3 centra werd chemische desinfectie toegepast.

HD: Behandeling toestellen na onderhoud of herstelling

HD: RO systeem Voor het desinfecteren van de osmose membranen gebruikte 26% van de HD afdelingen heet water en 80% chemische desinfectie. Voor het desinfecteren van de osmosewater distributieleidingen gebruikte 53% van de HD afdelingen heet water, 57% chemische desinfectie en 2% ozon. Desinfectie osmose membraan % van de HD units 4% dagelijks 2009 0% 2012 19% wekelijks 32% 28% maandelijks 8% 33% jaarlijks 29% 16% nooit 31% Desinfectie osmose distributieleiding % van de HD units 23% dagelijks 28% 24% wekelijks 21% 2009 16% maandelijks 8% 2012 30% jaarlijks 22% 7% nooit 21%