Provinciale Staten van Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water Postbus AD MIDDELBURG. Goes, 9 mei 2012

Vergelijkbare documenten
MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Ruimte is schaars en de ontwikkeling van bedrijventerreinen en havengebieden in samenhangende clusters als economische

Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde

containerisatie Wat is het?

Zuidwest-Nederland Een geweldige plek om zaken te doen

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Oorsprong van het ZOWP-initiatief

Liever strand dan stranden

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Links naar brondocumenten

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Sessie Verstedelijking en Mobiliteit => Onderdeel Mobiliteit. provincie Zuid-Holland

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

SAMENVATTING SAMENVATTING

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Omgevingsplan Zeeland

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Planuitwerking Kaderrichtlijn water en Deltawateren

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact

Steenbergen. Introductie

: 20 juni 2008 : Hernieuwde aanvulling op ons advies over de Hoofdlijnennotitie Drieluik Ons kenmerk : PAL 2008/018 Aantal pagina's : 2

Alternatieve locaties Hoeksche

GS brief aan Provinciale Staten

Deltanetwerk, 29 november 2012

Houtskoolschets Asten april 2017

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Tijd om aan te pakken! Het omgevingsplan in uitvoering

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

ECONOMIC BOARD VOORNE-PUTTEN DE ECONOMIE VAN. Ruimte voor wonen, werken, innovatie, recreatie & Toerisme en natuur

Paragraaf duurzaamheid

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

Nationaal Park Oostvaardersplassen

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Balans van de Leefomgeving

Workshop Leertuin Maritieme Economie. 23 november 2016

Achtergrond en doel presentatie

De Deventer Omgevingsvisie

Klaar voor de toekomst!

Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek

Duurzame wijk van en voor de toekomst. Doe mee!

Zonnevelden: hoe zorg je voor een goede ruimtelijke inpassing. Rik Olde Loohuis (Rom3D) Tim de Weerd (Provincie Overijssel)

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Stoommachinemuseum met op de achtergrond De Kleine Vliet (Bron:

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Onderwerp: nieuwe Haagse Agenda Groen voor de Stad (RIS )

Duurzame wijk van èn voor de toekomst. Doe mee!

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Zeeland Recreatieland

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

Beter worden in wat we samen zijn!

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

De Deventer Omgevingsvisie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

Toekomstverkenning naar het Landschap van Overijssel in 2050

Omgevingsplan Zeeland

Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen

Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht

Aan Provinciale Staten

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Routekaart energietransitieopgave 2030

Samen verder In het sociale domein

POL 2014: Erfgoed in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)

De Raad en de Omgevingswet

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

BIJLAGE 3: Toetsingskader

WEBSITES VAN ORGANISATIES WAAR WIJ MEE SAMEN WERKEN:

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord

Eijsden. Economische activiteit

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Logistiek Netwerk. Partnerforum Gent 18 oktober 2016

Ter kennisname, toegestuurd aan provincie Zeeland. (GS/PS) Geachte mevrouw van Houwelingen,

GS brief aan Provinciale Staten

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

Raadscommissievoorstel

Beleidskader windenergie

10 Erfgoedambassadeurs over de Omgevingsvisie

De gemeenteraad buitenspel na de invoering Omgevingswet? Gemeenteraden Hellendoorn en Raalte 28 maart 2017

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Drs. C.B.F. Kuijpers, DGR De heer H.W.J. Ovink, directeur NRO. Datum 4 mei 2011 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

Omgevingswet & Omgevingsvisie. Kansen voor klimaatadaptatie

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Jij kleurt Overijssel. Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Transcriptie:

Provinciale Staten van Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG Goes, 9 mei 2012 Onderwerp: zienswijze Ontwerp Omgevingsplan 2012-2018 Geachte statenleden, Hierbij maakt de ZMf gebruik van de haar geboden gelegenheid om een reactie te geven op het Ontwerp Omgevingsplan. De opmerkingen hieronder over natuur en landschap heeft u ook separaat ontvangen. Algemeen In het Ontwerp Omgevingsplan bepaalt de Provincie het toekomstige beleid voor milieu, ruimte en water. Vanuit de visie Land in Zee wordt Zeeland in drie deelgebieden verdeeld, waar produceren, beleven en bloeien de thema s zijn. Sterke, beeldbepalende economische sectoren en eigenheid van de omgeving zijn de basis. De ZMf kan zich vinden in die opzet, maar bij de huidige uitwerking plaatsen we wel een kanttekening. Hoewel integraliteit de basis zou moeten zijn in het Omgevingsplan, zijn de drie deelgebieden niet beschreven op basis van het evenwicht tussen de drie duurzaamheidkapitalen (economisch, sociaal en ecologisch), maar worden ze sectoraal onderscheiden en ook zo behandeld. De versterkende werking die het ene kapitaal op het andere kan hebben, biedt kansen die door de sectorale benadering nu onvoldoende worden benut. Ter illustratie een paar voorbeelden: a). Hoogkwalitatieve natuur en landschap in en nabij de recreatieve hotspots, verhogen de aantrekkelijkheid voor toeristen; het versterken van natuur en landschapswaarden ten behoeve van het thema beleven is echter geen concreet geformuleerd doel in het Ontwerp Omgevingsplan; b). Robuuste natuur verdraagt meer (milieu)druk. Wanneer de natuurkwaliteit in productiegebieden wordt verbeterd, wordt ontwikkelruimte gecreëerd voor bedrijvigheid. Ook binnen de thema s produceren en bloeien zijn hier onvoldoende doelstellingen en kaders voor geformuleerd. Natuur en landschap zijn belangrijke dragers van de ruimtelijke kwaliteit en vormen de bron van talloze economische baten. Hoewel natuur en landschap expliciet zijn benoemd als kwaliteiten, blijven deze

aspecten in de uitwerking van het ontwerp Omgevingsplan onderbelicht als kernwaarde van andere sectoren. Daarmee wordt het belang van natuur en landschap onderschat en ondergewaardeerd, met onvoldoende borging ter bescherming van die kwaliteiten als gevolg. Versterking van de betreffende kwaliteiten komt helaas in het geheel niet aan de orde. Tegelijkertijd biedt het versterken van natuuren landschapskwaliteiten, juist in combinatie met ontwikkelingen in andere sectoren, enorme kansen om de Zeeuwse economie te versterken. Een mooi voorbeeld daarvan is het project Van Zierik tot Zee. Natuur en landschap Het Ontwerp Omgevingsplan en de Ontwerp Verordening Ruimte Provincie Zeeland geven een goed overzicht van de taken en rollen die de Provincie in de toekomst heeft. Tegelijkertijd kent de koers die de Provincie wil varen diverse richtingen en dat leidt op een aantal punten tot onduidelijkheden en gemiste kansen. Integraliteit en samenhang tussen de diverse thema s ontbreken op cruciale punten. Met name de rol van natuur en landschap voor het economische en sociale kapitaal blijft onderbelicht en wordt daarmee ook onderschat. Dit is wat ons betreft geen goed uitgangspunt voor het gewenste evenwichtige en duurzame lange termijn perspectief. Het is dan ook van wezenlijk belang om natuur en landschap ook binnen de overige thema s en sectoren de aandacht te geven die voor dit perspectief noodzakelijk zijn. Opvallend is dat de effecten van mogelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld uitbreiding van verblijfsrecreatie, niet op provinciale schaal worden vastgesteld. Beoordeling van die effecten behoort ook plaats te vinden op cumulatieve effecten, niet alleen op separate activiteiten. Zowel het Ontwerp Omgevingsplan als de Ontwerp Verordening Ruimte is nu onvoldoende kaderstellend om het gewenste toekomstperspectief te borgen. Aangezien dit juist één van de doelstellingen is, verzoeken wij u hier beide documenten op aan te passen. Daarbij is de ZMf graag bereid om met u verder te denken om de gewenste duurzaamheid en integraliteit écht vorm en inhoud te geven. Wij pakken de handschoen graag op om de mogelijkheden en kansen te schetsen om te produceren, beleven en bloeien in samenhang met behoud en ontwikkeling van de Zeeuwse natuurwaarden en een fraai landschap. De Provincie streeft naar een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van economie, vestigingsklimaat en ruimtelijke kwaliteit. Dat is een lijn die wij van harte ondersteunen. Juist dit streven maakt een integrale visie op de ruimtelijke ontwikkeling in Zeeland noodzakelijk. Wegens de eerder vermelde sectorale benadering, blijven logische en vernieuwende koppelingsmogelijkheden tussen thema s en sectoren achterwege en worden kansen gemist. Wij lichten deze vaststelling toe aan de hand van de drie thema s Produceren, Beleven en Bloeien. Produceren Creëren van ontwikkelruimte In het deelgebied Produceren wordt een aantal kwaliteiten benoemd met kansen voor Zeeland. Deze zijn primair ingegeven vanuit economisch belang. De positieve rol die natuur en landschap daarbij kunnen spelen, wordt hier onderschat. Wanneer de kansen voor versterking van natuur en landschap beter worden benut, wordt ontwikkelruimte gecreëerd voor economische doeleinden. Dit is vergelijkbaar met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De natuurkwaliteit wordt verbeterd en

daardoor ontstaat meer draagkracht in de natuur om ammoniakuitstoot door bedrijven te kunnen weerstaan. Daarmee wordt economische ontwikkelruimte gecreëerd die er anders niet zou zijn. Beleven Kwaliteit en medegebruik in plaats van belemmeringen Ook in dit hoofdstuk worden, heel terecht, kwaliteiten benoemd waarin Zeeland onderscheidend is en waar kansen liggen voor ontwikkeling. In het onderdeel Recreatieactiviteiten in Zeeland (H.2.1.1.) wordt geconcludeerd dat Behoud van recreatieve aantrekkelijkheid vraagt om versterking van omgevingskwaliteiten. Met name natuur en een aantrekkelijk landschap zijn vanuit recreanten bezien zeer gewaardeerde en daarmee cruciale omgevingskwaliteiten. Samen met andere factoren, zoals cultuurhistorie, rust, ruimtelijke afwisseling en goede voorzieningen zorgen die ervoor dat Zeeland een aantrekkelijke recreatiebestemming is. Opmerkelijke constatering is dat zowel bij verblijfs- als dagrecreatie de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling worden beschreven, waarbij de Provincie zich vooral richt op de ontwikkeling van hotspots, voorzieningen en infrastructuur. Een belangrijke omissie is dat er geen concrete doelstelling is geformuleerd voor de omgevingskwaliteiten waarvoor recreanten juist naar Zeeland toe komen (zee, strand, natuur en landschap). Ook bij waterrecreatie en jachthavens, golf, wind- en kitesurfmogelijkheden, wordt natuur erg beleidsmatig en vanuit mogelijke beperkingen (Natura 2000) beschreven. Dat kan (en moet) veel positiever, want er liggen voldoende kansen om met een integrale ontwikkeling beide doelen te dienen en zelfs te versterken! Zeeland is aantrekkelijk genoeg om te concurreren met andere locaties in West-Europa, als tenminste meer wordt geïnvesteerd in de omgevingskwaliteit. Een actueel gegeven hierbij is dat, wat betreft een aantal N2000-instandhoudingsdoelstellingen voor de deltawateren, er sprake is van negatieve ontwikkelingen. Dit wordt onder andere aangegeven in de Plan-MER voor het Omgevingsplan. In verband hiermee zal er eerst in de natuur, c.q. omgevingskwaliteit geïnvesteerd dienen te worden, voordat omvangrijke recreatieve, en/of andere ontwikkelingen hier mogelijk zijn. Wij kunnen daarom niet op voorhand direct instemmen met alle grote ontwikkelingsvoorstellen zoals die onder andere op de Recreatiekansenkaart aangegeven worden. Discutabel voor ons zijn bijvoorbeeld de voorgestelde mogelijkheden voor vergaande recreatieve ontwikkelingen op Neeltje Jans en jachthavenontwikkeling op Sint Philipsland. Ook wat betreft de nieuwe hoofdlocatie voor windenergie, gepland midden in het oostelijke deel van de deltawateren (volgens de Energiekaart), kunnen wij pas een oordeel geven na afronding van het nodige vooronderzoek. In de paragraaf Kwaliteit en medegebruik natuurgebieden gaat het vooral over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ook hier is onvoldoende aandacht voor de interactie met bijv. de recreatiesector. Doordat dit soort dwarsverbanden achterwege blijft, blijft het belang van natuur voor andere (economische) sectoren onderbelicht. Positief is dat dit bij landschap en erfgoed wél is gedaan.

Bloeien Investeren in landschap en cultuurhistorie In het deelgebied Bloeien blijken onder andere kansen te liggen in een aantrekkelijk woongebied en de combinatie van kwaliteiten (m.n. rust, ruimte, landschap, cultuurhistorie, natuur). Wij onderschrijven dat Zeeland de mogelijkheden moet grijpen om deze economisch te benutten, maar dit behoeft wel een bepaalde investering in de groenblauwe kwaliteiten. Er zijn ons inziens ook twee economische principes die dat rechtvaardigen. Eén is dat de de kosten voor de baten gaan. Het kan niet zo zijn, dat economisch gewin uit de groene leefomgeving wordt gehaald zonder erin te investeren. Het tweede principe heeft ook met duurzaamheid te maken. Duurzaamheid is één van de uitgangspunten van uw beleid. Men moet leven van de rente en niet het kapitaal willen opsouperen. Wij zien die evenwichtige investeringen in dit Ontwerp Omgevingsplan onvoldoende terug. Ten behoeve van de instandhouding en versterking van natuur en landschap als Zeeuwse kernkwaliteiten, is het van belang dat bij de realisatie van activiteiten en initiatieven ook wordt gekeken naar de cumulatieve effecten op die kernkwaliteiten. Het kan zijn dat verschillende ontwikkelingen op provinciale schaal opgeteld, een negatievere invloed hebben dan wenselijk is. Het Omgevingsplan en de Verordening Ruimte moeten de kaders stellen waarmee de resultante van alle ontwikkelingen op provinciale schaal kunnen worden getoetst en beoordeeld, zodat niet ongewild de kip met de gouden eieren wordt geslacht. Dergelijke heldere kaders ontbreken momenteel in beide documenten. Wonen in Central Park, wie wil dat niet In het hoofdstuk visie (H.2.3.3.) wordt Zeeland vergeleken met het Central Park voor de stedelijke concentraties eromheen. Wij kunnen ons vinden in dit beeld zolang Zeeland wordt gezien als dé groene kern waar niet alleen beleefbaarheid leidend is, maar waar ook estuariene dynamiek en natuurlijke systemen de ruimte krijgen. Dit Central Park is daarmee de waardevolste plek in de regio Vlaanderen, Brabant en Randstad. Ook wordt in dit hoofdstuk bijzondere aandacht gevraagd voor veranderingen in de bevolking. Bij Beleven wordt echter voornamelijk ingespeeld op recreanten en toeristen die de provincie komen bezoeken. Zeeland is echter ook bijzonder in trek bij senioren die op zoek zijn naar jaarrond bewoning in het landelijk gebied, onder anderen in de dorpen waar krimp dreigt. Daarom dient ook in het Omgevingsplan te worden ingezet op specifieke voorzieningen, zoals bereikbaarheid en infrastructuur en bovenal een mooi landschap en een aantrekkelijke omgeving waar je goed kunt fietsen, wandelen en dergelijke! Een dergelijke koppeling ontbreekt in het huidige plan. Milieu en leefomgevingskwaliteit Hoofdlijnen Op pagina 13 zijn hoofdlijnen en focus van de inzet van de Provincie omschreven als het gaat om kansen voor de toekomst van de drie gebieden: beleven, produceren en bloeien. Daarbij geeft u aan aan welke gewenste ontwikkelingen u wilt werken. Het valt ons op dat het hier met name gaat om het stimuleren van economische ontwikkelingen, en om één sociale ontwikkeling. Hoewel in woord wordt beleden dat

duurzaamheid uitgangspunt van beleid is, wordt in de samenvatting van werkzaamheden geen milieu-, natuur- of landschapsactiviteit genoemd. Het ecologiche kapitaal dient in deze samenvatting een evenwichtige plaats te krijgen. Sterke economie a. Samenwerking In het deelgebied Produceren wordt een aantal kwaliteiten benoemd, waar kansen zouden liggen voor Zeeland. Deze zijn samengevat: diep water, achterlandverbindingen, mogelijkheden voor procesindustrie, relatie havens/industrie/energieproductie, waterverbindingen met Antwerpen en Rotterdam, relatie industriegebieden met producten uit deelgebied Bloeien. Graag zien we deze kwaliteiten ontwikkeld niet in concurrentie maar in samenwerking met de havens in en aan de randen van de Zuidwestelijke delta. Om de groene 'zachte' kern van Zeeland heen zien we een hoefijzer van bedrijvigheid. Van Rotterdam, via de Drechtsteden, Bergen op Zoom en Breda, Antwerpen en dan Zeeland weer in, naar Terneuzen en Vlissingen. Als het zou lukken hiervan een eenheid te maken, zou dit de monding van Europa worden, en niet alleen de economie van België en Nederland kunnen stimuleren, maar ook die van de Zeeuwse regio zelf. Wij zien deze notie graag in uw visie terug. b. Doelstellingen De milieudoelstellingen zijn over het algemeen generiek en niet afrekenbaar geformuleerd. De doelstellingen voor geluid, gezonde leefomgeving, geur, en licht en duisternis zijn daar voorbeelden van. Daarmee wordt geen recht gedaan aan de doelstellingen uit eerdere omgevingplannen die nog steeds vigeren, én aan landelijke en Europese doelstellingen die leidend zijn, óók voor dit omgevingsplan. Wij zien daarom graag heldere doelstellingen die dienen te worden nagestreefd. Verder ontbreekt in sommige doelstellingen ambitie. Op pagina 18 wordt bijvoorbeeld uitgegaan van behoud van de huidige kwaliteit van de leefomgeving rond het industrie- en havencluster. Dat sluit niet aan bij de beoogde kwaliteit van Zeeland als Central Park. In het kader van het gebiedsgericht beleid voor de Kanaalzone hebben Provincie, BZW, Zeeland Seaports en ZMf een aantal wervende milieu- en duurzaamheidambities geformuleerd die we graag ook toegepast willen zien op het Sloegebied: 1. CO 2 emissies Voor de bestaande procesindustrie geschiedt in 2040 de energieopwekking op een CO 2 neutrale wijze. Voor nieuwe procesindustrie geldt dit in 2025, en voor overige nieuwe bedrijvigheid streven we naar een CO 2 neutraliteit in 2015. 2. Ruimte In 2025 hebben we 50% meer ruimteproductiviteit per hectare ten opzichte van 2010 gerealiseerd. 3. Natuur In 2020 heeft de bever zijn habitat in de Kanaalzone gevonden. 4. Mobiliteit In 2025 vindt minimaal 80% van het transport plaats over water, spoor, of door buisleidingen. Naast deze gezamenlijke ambities hebben BZW en ZMf eerder de volgende afspraken gemaakt die de bovenstaande ambities kunnen versterken: 1. Voor geluid dient een verbeterspoor te worden ingezet.

2. De externe veiligheidscontouren in de havengebieden dienen op termijn, waar nodig, kleiner te worden en zich te bewegen in de richting van het bedrijventerrein. 3. In 2020 is voor alle schadelijke stoffen de streefwaarde bereikt. c. Biobased economie (pag. 18) Een sterke en duurzame economie is meer dan een biobased economie. Wij vinden het van belang dat naast groene grondstoffen, het verduurzamen van processen en het sluiten van kringlopen, ook op andere duurzaamheidaspecten wordt ingezet zoals: kwaliteitsproducten, recycling, Cradle to Cradle, extensivering en besparing van energieverbruik, schoon vervoer, hergebruik van water én waterbesparing, en schoon vervoer het liefst over water. d. Nieuw Zeeuws BMP-spoor In paragraaf 3.1.1 Haventerreinen en industrie wordt een nieuw Zeeuws BMP-spoor als vernieuwende aanpak niet genoemd. Dit staat wel verstopt in paragraaf 4.2.2 vergunningverlening. Het nieuwe BMPspoor verdient een stevige plek in het Omgevingsplan, mede gezien het feit dat zowel de Provincie, Rijkswaterstaat, BZW en ZMf gezamenlijk willen inzetten op een nieuwe aanpak. Het BMP zorgde er tot 2011 voor dat bedrijven elke vier jaar in een bedrijfsmilieuplan hun te nemen en genomen milieumaatregelen moesten vastleggen. Die verplichting is inmiddels komen te vervallen. Nu willen we graag samen een nieuw soort BMP maken, niet meer gericht op individuele bedrijven maar op bedrijventerreinen Sloe en Kanaalzone, waarin niet alleen over milieuzaken maar ook over duurzaamheidaspecten afspraken kunnen worden gemaakt. e. Lokale en regionale bedrijventerreinen Nu het beleid voor de kleinere bedrijventerreinen volledig aan de gemeenten wordt overgelaten, zonder regie van de provinciale overheid, zijn de gewenste doelstellingen van bundeling en thematisering niet langer geborgd. Bij het achterwegen blijven van enige regie kan de concurrentie tussen gemeenten opnieuw toenemen. De ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid kunnen daardoor negatief beïnvloed worden. Wij bevelen u aan om in overleg met de gemeenten een samenwerkingsvorm af te spreken die het beleid van bundeling en thematisering overeind houden. Energie Ook hier is een algemene, kwalitatieve doelstelling opgenomen. U stelt als doelstelling het benutten van kansen voor een duurzame energieproductie. In de uitwerking geeft u aan de vestiging van een tweede kerncentrale te ondersteunen. Dat bijt elkaar. Ook gezien het besluit van DELTA BV om de plannen voor de tweede kerncentrale in de ijskast te zetten, stellen we voor kernenergie uit uw energiebeleid te schrappen. Verder zien wij graag dat de landelijke doelstelling van 14% energieopwekking uit duurzame bronnen in 2020 en 20% CO 2 reductie worden overgenomen. Er wordt in uw plan uitgebreid stilgestaan bij windenergie op land, maar de mogelijkheden die er zijn voor wind op zee en het Zeeuwse Offshore Wind Project (ZOWP) verdienen een plek in uw omgevingsplan. Momenteel werken de partijen van het ZOWP: Heerema Vlissingen, Verbrugge Terminals B.V., Zeeland Seaports, ZMf, DELTA, en Zeeuwind, toe naar een voorlopig business model en een consortiumcontract. Wij vragen de Provincie om mede te bereiken dat dit plan voor een offshore park voor de Zeeuwse kust gerealiseerd wordt.

Verder heeft uw plan geen aandacht voor een belangrijke nieuwe ontwikkeling, de duurzame energieopwekkinginitiatieven op lokaal niveau. Wii bevelen u aan om deze vorm van energietransitie een prominente plek in uw plan te geven en daarbij aan te geven welke taken en rollen de Provincie in dit verband ziet. Bij het stimuleren van energiebesparing betrekt u op pag. 26 alleen de Zeeuwse industrie. Wij houden een pleidooi om energiebesparing ook te realiseren in de bebouwde omgeving en de huishoudens. Vooral in de bestaande bouw valt nog heel wat energie te besparen. CO 2 neutraal bouwen en renoveren kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Kansen voor bloeien In het deelgebied Bloeien liggen met name kansen in de volgende sterke kwaliteiten: Agrofoodsector, biobased industrie, nicheteelten, benutten cultuurhistorie en landschap, schaal- en schelpdieren, kooptoerisme, aantrekkelijk woongebied en de combinatie van kwaliteiten (m.n. rust, ruimte, landschap, cultuurhistorie, natuur). Deze blijven nu onderbelicht. Wij verzoeken u beleefd onze opmerkingen te betrekken bij de aanpassing van het Ontwerp Omgevingsplan. De ZMf is graag bereid om met u verder te denken om de gewenste duurzaamheid en integraliteit écht vorm en inhoud te geven. Hoogachtend, M.F.A.M. van Mierlo, directeur ZMf.

BIJLAGE 1 Hans Marijnissen 21/04/12, 14:18 In TROUW 25 april 2012 Die concurrentie leidt volgens de denktank van D'Hondt vooral tot achteruitgang. Havens die bij elkaar in de buurt liggen, concurreren onderling op kostenefficiëntie. Welke haven kan er zo goedkoop mogelijk lading verwerken, en liefst zo snel mogelijk. "Dat leidt tot een neerwaartse spiraal waarbij marges uitgehold worden en de verkoopprijs de kostprijs nadert. De aandacht voor de prijs gaat ook ten koste van broodnodige innovatie en veiligheid. Het enige antwoord dat al die verschillende havens kunnen geven, is 'uitbreiding'. Maar er is nu al overcapaciteit, dus door deze schaalvergroting zullen de prijzen nog meer onder druk komen." Wie de kaart van Nederland en België goed bekijkt, zegt D'Hondt, ziet om Op dit moment worden de goederen vanuit de havens zo snel mogelijk verder Europa in vervoerd voor verdere verwerking, maar dat kan natuurlijk ook aan de rand van de Zeeuwse hub. Kijk eens wat een groei dit plan teweeg kan brengen." Logische samenwerking De Rotterdamse haven is de vierde haven ter wereld en de eerste van Europa. In 2010 werd in Rotterdam 430 miljoen ton aan goederen overgeslagen. Rotterdam verscheepte in datzelfde jaar 11 miljoen TEU aan containers (TEU is een laadmeter gelijk aan een container van 20 voet lang, 8 voet breed en 8 voet hoog). De economische betekenis van het haven- en industrieel complex Rotterdam voor Nederland bedraagt ongeveer 22 miljard euro. Ongeveer 145.000 personen zijn direct of indirect werkzaam voor de haven. Met zijn 178 miljoen ton aan goederen is Antwerpen de tweede grootste haven van Europa en de tiende in de wereld. Als prominente containerhaven verscheepte Antwerpen in 2010 bijna 8,5 miljoen TEU. Samenwerking ligt voor de hand vanuit een globaal perspectief: Vanuit het Verre Oosten gezien kunnen de havens van Noordwest-Europa allemaal min of meer even goed het achterland bedienen.