RookVrijHart Onderzoek: Samenhang Zelfrapportage Rookgedrag en Biochemische Validatie en Effecten Interventie op Biomedische Uitkomstmaten



Vergelijkbare documenten
Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Adherence aan HWO en meer bewegen

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

De Invloed van Familie op

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

Therapietrouw aan coaching en nicotinepleisters bij hartpatiënten. in hun poging te stoppen met roken

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

Stoppen-met-roken Begeleiding door Cardiologie Verpleegkundigen: Intentie, Gedrag en Determinanten

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Mentaal Weerbaar Blauw

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

De Effecten van Lichaamsgerichte Interventies op. Lichaamsbeleving, Hyperarousal, Vermijding en Herbeleving bij

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Het formuleren van actieplannen, implementatie intenties en noodplannen bij stoppen. met roken. cessation. Martine Krekt

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Assessment van Gespreksvaardigheden via de Webcamtest: Onderzoek naar Betrouwbaarheid, Beleving en de Samenhang met Persoonlijksfactoren

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Cognitieve Bias Modificatie van Interpretatiebias bij Faalangstige Studenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Effectiviteit van Actieplannen, Implementatie-intenties en Noodplannen bij een Stoppen-met- Roken Programma via Internet.

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

The Influence of Self Efficacy, Negative Affect, Craving, Daily hassles and the Positive Attitude towards Smoking during the Attempt to Quit Smoking

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Het Effect van de Kanker Nazorg Wijzer* op Werkgerelateerde Problematiek en Kwaliteit. van Leven bij Werkende Ex-Kankerpatiënten

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

De Rol van Sociale Identiteit in de Effectiviteit van Angstcommunicaties: Invloed op Kwetsbaarheid en Moderatie bij Roken en Alcoholgebruik

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Transcriptie:

1 RookVrijHart Onderzoek: Samenhang Zelfrapportage Rookgedrag en Biochemische Validatie en Effecten Interventie op Biomedische Uitkomstmaten Smoking Cessation Intervention Research: Coherence Between Self-Report and Biochemical Validation and Effects of Intervention on Biomedical Outcomes Eerste begeleider: dr. C. Bolman Tweede begeleider: N. Berndt MSc Studentnummer 838105029 April 2013 Faculteit Psychologie Open Universiteit Afstudeerrichting Gezondheidspsychologie

2 RookVrijHart Onderzoek: Samenhang Zelfrapportage Rookgedrag en Biochemische Validatie en Effecten Interventie op Biomedische Uitkomstmaten Samenvatting Achtergrond. Het onderzoek is onderdeel van een studie naar de effectiviteit van een stoppenmet-roken interventie voor hartpatiënten. Hierbij werd onderzocht in hoeverre zelfrapportage van niet-roken werd bevestigd door cotinine (in speeksel) validatie. Uit de literatuur blijkt namelijk dat zelfrapportage bij hoog-risico populaties vaak onbetrouwbaar is. Tevens is er het vraagstuk van classificatie van rookstatus en welke criteria daarbij gehanteerd worden. In dit onderzoek werden de uitkomstmaten van roken van de interventies volgens drie scenario s vergeleken. De inclusiecriteria van de scenario s (naïef, optimistisch en pessimistisch) verschilden op basis van zelfrapportage en biomedische validering, waarbij het pessimistisch scenario het meest conservatief was en naïef het meest liberaal. Doel. Het onderzoek richt zich ten eerste op de betrouwbaarheid van zelfrapportage van het rookgedrag in een populatie van hartpatiënten en ten tweede op de invloed van stoppen met roken op zorggebruik (bijvoorbeeld ziekenhuisopname) en biomedische maten zoals bloeddruk. Deelnemers, procedure, onderzoekontwerp. Het onderzoek betrof een cross-over experiment met een baselinemeting en twee nametingen na zes en twaalf maanden. De onderzoeksgroep bestond uit 625 respondenten op de baseline meting. Bij de twaalf-maanden nameting zijn 496 respondenten bereikt; telefonisch of schriftelijk. Daarnaast werden de deelnemers uitgenodigd voor een vervolgconsult in het ziekenhuis voor bloeddruk- en cholesterolmetingen en speekseltests bij patiënten die hadden aangegeven gestopt te zijn met

3 roken (n=237). Bij 101 patiënten is een speekseltest uitgevoerd. Meetinstrumenten. In de baselinemeting zijn vragen gesteld over roken, gebruik van nicotine vervangende hulpmiddelen, zorg- en medicatiegebruik, gezondheidstoestand, gevoelens en gedachten, persoonlijkheidskenmerken en demografische gegevens. Op de twaalf-maanden nameting werd gevraagd naar actueel rookgedrag en zorg- en medicatiegebruik. De uitkomstmaten waren zevendaagse punt prevalentie (PPA) en continue abstinentie (CA). Resultaten. Bij een afkappunt van 15 ng/ml cotinine in saliva kwam bij 72% (n=73) van geteste respondenten het resultaat van de validatietest overeen met zelf-gerapporteerde rookstatus (niet-roker). Bij 28 respondenten (bijna 28%) bleek de zelfrapportage onjuist. Respondenten die hun rookstatus eerlijk dan wel oneerlijk hadden gerapporteerd verschilden niet van elkaar op nicotine afhankelijkheid, motivatie, opleiding, angst, depressie of type D persoonlijkheid. De stoppercentages volgens de verschillende classificatiescenario s liepen uiteen van 15% bij het meest conservatieve tot 49% bij het minst conservatieve scenario. De gezondheidsuitkomsten waren niet significant positiever in de experimentele groepen ten opzichte van de controlegroep. Hetzelfde gold voor de stoppercentages. Wel was de cholesterolratio significant lager onder stoppers. Conclusie. Het enkel gebruiken van zelf-gerapporteerde rookstatus leidt tot onderschatting van het aantal rokers in effectonderzoek, echter niet tot vertekening van effectenmetingen. Stoppen met roken leidt tot een lagere (gezondere) cholesterol ratio maar niet tot een daling van de bloeddruk, noch tot afname van nieuwe coronaire events en heropname in het ziekenhuis. Interventie conditie lijkt deze gezondheidsvariabelen niet te beïnvloeden. Het niet vinden van verwachte effecten is mogelijk een gevolg van de beperkte grootte van de groep respondenten bij wie een cotinine test is uitgevoerd. Keywords: stoppen met roken; rookstatus; zelfrapportage van rookgedrag; classificatie; cotinine speekseltest

4 Smoking Cessation Intervention Research: Coherence Between Self-Report and Biochemical Validation and Effects of Intervention on Biomedical Outcomes Summary Background. This thesis is part of a study of the effectiveness of a smoking cessation intervention for cardiac patients. It was examined to what extent self-reports of smoking were confirmed by cotinine (in saliva) validation. Past research has pointed out that self-reports regarding smoking habits in high-risk populations are often unreliable. Another important issue is the classification of smoking status. In this thesis, the effects of three different classifications on selected outcome measures are compared. The inclusion criteria of the classification scenarios (naive, optimistic and pessimistic) differ based on self-report and biochemical validation of smoking behaviour; the naive classification being the most liberal and the pessimistic classification the most conservative. Aim. The focus of this study is twofold; first, the reliability of self-reported smoking status in a population of cardiac patients is examined and second, the influence of smoking cessation on health care utilization (for example hospitalisation) and on biomedical measures such as blood pressure is measured. Participants, procedure, design. The research design was a crossover experiment with a baseline measurement and two follow-up measurements after six and twelve months. The sample consisted of 625 respondents at baseline. For the twelve-month follow-up measurement 496 respondents were reached, by telephone or in writing. In addition, participants were invited to a follow-up consultation at the hospital for measurements of blood pressure and cholesterol and a saliva test for patients who had indicated to have quit

5 smoking (n=237). A saliva test was carried out on 101 patients. Measures. At the baseline measurement questions were asked about different aspects of smoking, use of nicotine replacement aids, healthcare and medication use, health status, personality traits and demographic data. At the twelve-month follow-up participants were asked about current smoking behaviour and healthcare and medication use. The outcome measures were seven-day point prevalence (PPA) and nine-month continuous abstinence (CA). Results. At a cut-off of 15 ng/ml cotinine in saliva, the results of 72% of respondents tested (n=73) agreed with the self-reported (non) smoking status. The self-report of 28 respondents (28%) proved inaccurate. Respondents whose test results were in agreement with self-report did not differ on nicotine dependence, motivation, education, anxiety, depression or type D personality from respondents who reported inaccurately. Cessation rates ranged from 15% in the most conservative classification to 49% in the most liberal classification. Health outcomes were not significantly more positive in the experimental groups compared to the control group. The same was true for cessation rates. However, cholesterol ratio was significantly lower among quitters. Conclusion. The sole use of self-reported smoking status leads to underestimation of the number of smokers in intervention research, but not to biased outcome measures. Quitting smoking leads to a lower (healthier) cholesterol ratio, but not to a decrease in blood pressure, new coronary events and readmission to hospital. Intervention condition seems not to influence these health outcomes. The limited size of the group of respondents on whom a cotinine test was performed may be the cause of not finding the expected effects. Keywords: smoking cessation; smoking status; self-report; classification; cotinine saliva test