HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN... 3

Vergelijkbare documenten
GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

Regels. Kenmerk: R05

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

... Voorschriften vrs

Inhoudsopgave. Regels 3

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 3 ARTIKEL 1.1 BEGRIPPEN...3 ARTIKEL 1.2 WIJZE VAN METEN...5

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Westsingel. Datum 22 juni 2009

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3-

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

R e g e l s rgl

N307 Passage Dronten (9071)

Nog niet gecontroleerde informatie!

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

1 van :15

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

P l a n r e g e l s vrs

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

... Voorschriften vrs

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

R e g e l s rgl

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

Bestemmingsplanvoorschriften

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

Toelichting 3. Regels 9

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

I algemene bepalingen 1

pompstation Breehei te Leunen REGELS

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 4 3 ALGEMENE BEPALINGEN 7 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 9 REGELS PLANKAART III

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

V o o r s c h r i f t e n

Brandweerkazerne Halfweg

Regels. Langeraarseweg 161-d, Kern Langeraar

Ontwerp wijzigingsplan. Wormerweg 17. Gemeente Beemster

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Algemene vrijstellingsbevoegdheid

R e g e l s rgl

Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen -7- Artikel 4 Kantoren -7- Artikel 5 Verkeersdoeleinden straat -7-

8. bestaande situatie: bestaande bouwwerken in combinatie met bestaand gebruik (functie);

Regels planstatus vastgesteld referentie BP00003 / pagina 29 van 37

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

R e g e l s rgl

een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

Bestemmingsplan. Woonschepenhaven Rosande Oosterbeek

Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg)

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Oranjekwartier Noord

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Inleidende bepalingen... 2 ARTIKEL 01 BEGRIPSBEPALINGEN... 2 ARTIKEL 02 WIJZE VAN METEN... 5

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

Purmerweg 35/35a

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

bouwhoogte In de bouwhoogte wordt geen uniformiteit nagestreefd. Aan de goothoogte wordt daarom een

... Voorschriften vrs

Inhoudsopgave 1. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingregels 2 Artikel 2 Herziening van de regels 2

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Wijzigingsplan SWLM M20

Transcriptie:

INHOUD van de VOORSCHRIFTEN HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN... 3 ARTIKEL 1.1 BEGRIPSBEPALINGEN... 3 ARTIKEL 1.2 WIJZE VAN METEN... 6 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN... 7 BESTEMMINGEN... 7 ARTIKEL 2.1 BEDRIJVENTERREIN BT... 7 ARTIKEL 2.2 GROEN G... 9 ARTIKEL 2.3 VERKEER V... 10 ARTIKEL 2.4 WATER WA... 11 DUBBELBESTEMMING... 12 ARTIKEL 2.5 GELUIDSZONE GEZONEERD INDUSTRIETERREIN... 12 ARTIKEL 2.6 WATERSTAATSDOELEINDEN... 13 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE BEPALINGEN... 15 ARTIKEL 3.1 ANTI-DUBBELTELBEPALING... 15 ARTIKEL 3.2 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING 15 ARTIKEL 3.3 ALGEMENE BOUWVOORSCHRIFTEN... 16 ARTIKEL 3.4 ALGEMENE GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN... 17 ARTIKEL 3.5 ALGEMENE VRIJSTELLINGSBEPALINGEN... 18 HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN... 21 ARTIKEL 4.1 OVERGANGSBEPALINGEN... 21 ARTIKEL 4.2 STRAFBEPALINGEN... 23 ARTIKEL 4.3 SLOTBEPALING... 23 1

2

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN ARTIKEL 1.1 BEGRIPSBEPALINGEN In deze voorschriften wordt verstaan onder: Het plan: het bestemmingsplan Gezoneerd Bedrijventerrein Hoekse Aarkade, vastgesteld door de raad van de gemeente Nieuwkoop d.d..., zoals vervat in de plankaart en deze voorschriften, en voorzien van een toelichting. De plankaart: de gewaarmerkte kaart, nr. 043.33, met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen. De overige begripsbepalingen in alfabetische volgorde: Aan- of uitbouw van een hoofdgebouw een aan een hoofdgebouw aanwezig bouwwerk dat architectonisch ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar in functioneel opzicht onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw; Antennedrager: antennemast en/of andere constructie voor de bevestiging van een antenne. Antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. Bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bebouwingsgrens: de op de plankaart als zodanig aangeduide lijn, welke bij het bouwen van gebouwen niet mogen worden overschreden, tenzij in deze voorschriften anders is bepaald. Bebouwingspercentage: het op de plankaart of in de voorschriften aangegeven percentage tot waar het bouwperceel maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze voorschriften uitdrukkelijk is bepaald, het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd. Bedrijfswoning/dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein, bedoeld voor een huishouden waarvan de huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is. 3

Beperkt kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden. Bestaande bebouwde oppervlakte van het bouwperceel: de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande bebouwde oppervlakte van het bouwperceel. Bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak. Bijgebouw: een gebouw dat architectonisch en functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw. Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk. Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop in zijn geheel dan wel gedeeltelijk, krachtens het plan zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. (Bouw)perceelsgrens: de grens van een (bouw)perceel. Bouwvlak: het door bebouwingsgrenzen op de plankaart aangeduide vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van supermarkten, warenhuizen, hypermarkten, bouwmarkten en tuincentra. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Geluidszone: de zone zoals bedoeld in hoofdstuk V van de Wet geluidhinder. Geluidzoneringsplichtige inrichting: een inrichting, bij welke volgens de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging, in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld. 4

Hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk in gebruik is en/of als zodanig valt aan te merken. Kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden. Onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 meter boven peil is gelegen. Peil: 1. het peil voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is de door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de hoogte van het afgewerkte bouwterrein; 2. het peil voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst, is de door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg; 3. het peil voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang niet direct aan een weg grenst, is de hoogte van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw. Productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. Risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Seksinrichting: de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. 5

ARTIKEL 1.2 WIJZE VAN METEN A. Wijze van meten Bij de toepassing van deze voorschriften geldt de volgende wijze van meten: 1. de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw, tot aan de (zijdelingse) perceelsgrens en haaks daarop; 2. de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel of een bouwvlak wordt gemeten buitenwerks en 1 meter boven peil, met dien verstande dat de oppervlakten van alle op het bouwperceel of bouwvlak gelegen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgeteld; 3. de dakhelling wordt gemeten langs het dakvlak, ten opzichte van het horizontale vlak; 4. de goothoogte van een gebouw, wordt gemeten vanaf de horizontale snijlijn van gevelvlak en dakvlak tot aan het peil; 5. de nokhoogte/ de bouwhoogte van een gebouw en de hoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, worden gemeten vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen, luchtkokers, liftopbouwen, antennes en dergelijke niet meegerekend; 6. de hoogte van een zendmast, wordt gemeten vanaf de onderkant van de voet van de mast en het hoogste punt van de mast, het antenne-opstelpunt daaronder begrepen; 7. de verticale diepte van een gebouw of een bouwwerk (ondergronds), wordt gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het bouwwerk onder de grond, de fundering niet meegerekend. B. Anti-dubbeltelbepaling Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een (lichte) bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 6

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN BESTEMMINGEN ARTIKEL 2.1 BEDRIJVENTERREIN BT Lid 1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in categorie 1 t/m 3 van de bij deze voorschriften behorende lijst van bedrijfstypen; met dien verstande dat: 2. zoneringsplichtige inrichtingen volgens de Wet geluidhinder zijn toegelaten; 3. risicovolle inrichtingen niet zijn toegelaten; 4. voorzover de gronden op de plankaart tevens zijn aangewezen voor Waterstaatsdoeleinden, deze gronden primair zijn bestemd voor de waterhuishouding en in de eerste plaats het bepaalde in artikel 2.5 van toepassing is. Lid 2 Bouwvoorschriften Op de voor bedrijf aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart en de volgende bepalingen: 1. Bebouwing: a) de bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan; b) het bouwvlak mag ten hoogste worden bebouwd tot het op de plankaart aangeduide maximum bebouwingspercentage ; c) de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan de op de plankaart aangeduide maximale bouwhoogte. 2. Andere bouwwerken: de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 5 meter. 7

Lid 3 Specifieke gebruiksvoorschriften 1. De voor bedrijventerrein aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor horeca en detailhandel; 2. Per bedrijf mag maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor kantoordoeleinden worden gebruikt. 8

ARTIKEL 2.2 GROEN G Lid 1 Bestemmingsbepalingen De op de plankaart voor groen aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. plantsoenen en/of; 2. groenvoorzieningen (waaronder begrepen fiets- en voetpaden, water en waterberging, taluds) en/of; 3. speelvoorzieningen en/of; 4. beplanting; met dien verstande dat: 5. voorzover deze gronden op de plankaart tevens zijn aangewezen voor Waterstaatsdoeleinden, deze gronden primair bestemd zijn voor de waterhuishouding en in eerste instantie het bepaalde in artikel 2.5 van deze voorschriften van toepassing is. Lid 2 Bouwvoorschriften Op de voor groen aangewezen gronden zijn uitsluitend met de bestemming verband houdende andere bouwwerken, toegestaan, met een hoogte van niet meer dan 2 meter. Lid 3 Specifieke gebruiksvoorschriften De voor groen aangewezen gronden en bebouwing mogen niet voor parkeren worden gebruikt. 9

ARTIKEL 2.3 VERKEER V Lid 1 Bestemmingsbepalingen De op de plankaart voor verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. wegen, straten, en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, en/of; 2. voet- en rijwielpaden, en/of; 3. parkeervoorzieningen, en/of; 4. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging), en/of; 5. straatmeubilair; met dien verstande dat: 6. voorzover deze gronden op de plankaart tevens zijn aangewezen voor Waterstaatsdoeleinden, deze gronden primair bestemd zijn voor de waterhuishouding en in eerste instantie het bepaalde in artikel 2.5 van deze voorschriften van toepassing is. Lid 2 Bouwvoorschriften Op de voor verkeer aangewezen gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een hoogte van maximaal 3 meter. Lid 3 Specifieke gebruiksvoorschriften De voor verkeer aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor een motorbrandstofverkooppunt. 10

ARTIKEL 2.4 WATER WA Lid 1 Bestemmingsbepalingen De op de plankaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. waterberging (waaronder begrepen groene en/of natuurlijke oevers), en/of; 2. waterhuishouding, en/of; 3. waterlopen; met dien verstande dat: 4. voorzover deze gronden op de plankaart tevens zijn aangewezen voor Waterstaatsdoeleinden, deze gronden primair bestemd zijn voor de waterhuishouding en in eerste instantie het bepaalde in artikel 2.5 van deze voorschriften van toepassing is. Lid 2 Bouwvoorschriften Op de voor water aangewezen gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met een hoogte van maximaal 2 meter. Lid 3 Specifieke gebruiksvoorschriften Zie de algemene gebruiksvoorschriften in artikel 3.4 van deze voorschriften. 11

DUBBELBESTEMMING ARTIKEL 2.5 GELUIDSZONE GEZONEERD INDUSTRIETERREIN Lid 1 Bestemmingsbepalingen De op de plankaart voor Geluidszone gezoneerd industrieterrein aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, primair bestemd voor de geluidszone rond het gezoneerde industrieterrein Hoekse Aarkade. Lid 2 Bouwvoorschriften Op de in lid 1 genoemde gronden mogen geen geluidgevoelige gebouwen of terreinen worden toegelaten. Lid 3 Gebruiksvoorschriften Zie de algemene gebruiksvoorschriften in artikel 3.4 van deze voorschriften. 12

ARTIKEL 2.6 WATERSTAATSDOELEINDEN Lid 1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor waterstaatsdoeleinden aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, primair bestemd voor de functie waterkering of waterstaatsdoeleinden. Lid 2 Bouwvoorschriften A. Bebouwing bij recht: Op de primair voor waterstaatsdoeleinden aangewezen gronden zijn uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de (dubbel)bestemming waterstaatsdoeleinden toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2.50 meter. B. Vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in dit lid, onder A, en bebouwing ten behoeve van de secundaire bestemmingen toestaan, mits: a) dat voor een doelmatig gebruik van de gronden noodzakelijk is; b) uit overleg met het bevoegde waterstaatsgezag blijkt dat daartegen geen bezwaar bestaat. Lid 3 Gebruiksvoorschriften Zie de algemene gebruiksvoorschriften in artikel 3.4 van deze voorschriften. Lid 4 Aanlegvergunning A. Verbodsbepaling Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke (aanleg)vergunning van burgemeester en wethouders, op de in lid 1 bedoelde gronden de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren: a) het afgraven op ophogen van gronden; b) het egaliseren van gronden; c) het vellen, rooien van bomen en andere houtopstanden; d) het planten van bomen; 13

e) aanleggen van onder- en/of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en de daarmee verband houdende constructies en/of installaties. f) het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en het verharden en/of verbreden van wegen en paden buiten het agrarische bouwperceel. B. Uitzonderingen: Het in lid 4, onder A, genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die: a) noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud en beheer van de gronden; b) noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor de aanvraag tot bouwvergunning is gehonoreerd; c) reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. C. Criteria voor verlening De in lid 4, onder A, genoemde vergunning wordt slechts verleend indien: a) de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de aan de gronden gegeven bestemming, functies of waarden; b) door die werken en/of werkzaamheden de mogelijkheden voor het behoud, de versterking of herstel van de waterstaatkundige belangen niet in onevenredige mate worden aangetast of verkleind c) het bevoegde waterstaatsgezag daaromtrent is gehoord. 14

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 3.1 ANTI-DUBBELTELBEPALING Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. ARTIKEL 3.2 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: 1. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; 2. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; 3. het bouwen van hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdstransportleidingen; 4. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; 5. de ruimte tussen bouwwerken; 6. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen. 15

ARTIKEL 3.3 ALGEMENE BOUWVOORSCHRIFTEN Lid 1 Bestaande en afwijkende maatvoering Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de Bouwvoorschriften, zoals die onder de bestemming zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze bestond ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, en destijds in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet is gerealiseerd. 16

ARTIKEL 3.4 ALGEMENE GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Lid 1 Gebruik van gronden en bouwwerken A. Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de specifieke gebruiksvoorschriften onder de bestemmingen, is het verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken voor doeleinden in strijd met de in het plan gegeven bestemmingen. B. Onverminderd het bepaalde onder 1, is het in ieder geval verboden de gronden en opstallen te gebruiken of laten gebruiken voor: 1. het opslaan van bouwmaterialen, werktuigen en machines of onderdelen daarvan, vaten, kisten, en dergelijke goederen; 2. het opslaan van (onklare) voer- en/of vaartuigen of onderdelen daarvan; 3. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens; 4. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; 5. bewoning als het gaat om vrijstaande bijgebouwen; 6. andere doeleinden dan waarvoor burgemeester en wethouders vrijstelling hebben verleend. C. Het bepaalde onder B is niet van toepassing: 1. op (tijdelijk) gebruik voor de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken; 2. op de opslag voor de normale bedrijfsvoering van de in het plan toegelaten bedrijven. Lid 2 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van de algemene en specifieke gebruiksvoorschriften, indien strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 17

ARTIKEL 3.5 ALGEMENE VRIJSTELLINGSBEPALINGEN Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vrijstelling verlenen van het bepaalde in deze voorschriften of de aanwijzingen op de plankaart, voor: 1. de vestiging van een bedrijf dat niet is genoemd in de bij deze voorschriften behorende Lijst van bedrijfstypen, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven; 2. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken indien naar aanleiding van een aanvraag om bouwvergunning blijkt dat afwijking noodzakelijk is, mits: a) de afwijking van de maatvoering niet meer dan 10% bedraagt; b) de bestemmingsgrens, dan wel het bouwvlak, daarbij niet wordt overschreden; 3. het in geringe mate aanpassen van het plan zoals een bestemmingsen/of bebouwingsgrens of een aanduiding, indien meetverschillen of de definitieve verkaveling daartoe aanleiding geven, mits de grenzen met niet meer dan 2 meter worden verschoven. 18

ARTIKEL 3.6 PROCEDUREREGELS Vrijstellingen ex artikel 15 WRO Bij het voornemen om vrijstelling te verlenen krachtens deze voorschriften, passen burgemeester en wethouders de volgende procedure toe: a) Het voornemen tot vrijstelling van deze voorschriften of de aanduidingen op de plankaart ligt met bijbehorende stukken, voor een ieder gedurende 2 weken ter inzage bij de secretarie van de gemeente; b) Burgemeester en wethouders geven vooraf kennis van de terinzagelegging in een dag-, nieuws-, of huis-aan-huis-blad en verder op de gebruikelijke wijze; c) In deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging hun zienswijzen omtrent het voornemen tot vrijstelling, bij burgemeester en wethouders naar voren kunnen brengen; d) Indien zienswijzen naar voren zijn gebracht wordt het besluit tot vrijstelling nader met redenen omkleed; e) Burgemeester delen deze met redenen omklede beslissing mee aan degene die de zienswijzen naar voren hebben gebracht. 19

20

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN ARTIKEL 4.1 OVERGANGSBEPALINGEN Lid 1 Overgangsbepalingen voor het bouwen A. Overgangsbepaling Bouwwerken, welke ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaan, dan wel nadien worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en die in enigerlei opzicht afwijken van het plan, mogen; a) gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot; b) na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de bouwaanvraag geschiedt binnen 3 jaar na het tenietgaan, en de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot, behoudens een eventuele uitbreiding zoals bedoeld onder B; c) één en ander onverminderd de bevoegdheid tot onteigening. B. Vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor de uitbreiding van de onder A, van dit lid, bedoelde bouwwerken met ten hoogste 10%, mits het voorgeschreven aantal bouwlagen dan wel de voorgeschreven goothoogte en de nokhoogte, niet worden overschreden. Lid 2 Overgangsbepaling voor het gebruik van bouwwerken en onbebouwde gronden Het bestaande gebruik van bouwwerken en onbebouwde gronden op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, dat in strijd is met de in het plan aangewezen bestemming, mag worden voortgezet of worden gewijzigd in een ander met het plan strijdig gebruik, mits de afwijking van het plan naar de aard en omvang niet wordt vergroot. Lid 3 Uitzonderingen op het overgangsrecht 1. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, doch zijn gebouwd in strijd met het destijds geldende 21

bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 2. Het tweede lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 22

ARTIKEL 4.2 STRAFBEPALINGEN Overtreding van het bepaalde in artikel: De specifieke gebruiksvoorschriften onder de bestemmingsbepalingen; De aanlegvoorschriften onder de bestemmingsbepalingen De algemene gebruiksbepaling in artikel 3.4 van deze voorschriften; De overgangsbepalingen voor het gebruik in artikel 4.1, lid 2 van deze voorschriften; is een economisch delict in de zin van de Wet op de economische delicten. ARTIKEL 4.3 SLOTBEPALING Dit plan kan worden aangehaald onder de naam: Bestemmingsplan Gezoneerd Bedrijventerrein Hoekse Aarkade. Aldus vastgesteld door de Raad van de gemeente Nieuwkoop, in de openbare raadsvergadering gehouden op..., De Griffier, De Voorzitter, 23