Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning. Hoe doen we het? Hoe doen we het landelijk? uitgave juli 2009

Vergelijkbare documenten
Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012

Rapportage Wmo-benchmark 2008

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo Gemeente Almere

Rapportage Wmo-benchmark 2011

Samenvatting Benchmark Wmo 2012

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Wet maatschappelijke ondersteuning

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Rapportage Wmo-benchmark 2010 en Klanttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Stein

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard

Benchmark Wmo Rapport Basisbenchmark Gemeente Maassluis 17 November SGBO Postbus HE Den Haag

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

/2202. gemeente werkendam. werkendam. 12DEC2012. Gemeenteraad Postbus DA Werkendam. clienttevredenheidsonderzoek Wmo

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Lelystad

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Uitkomsten aanvullende telefonische interviews

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Leiden

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Enschede

ons kenmerk Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Regionale Wmo Monitor 2010

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010

TEVREDENHEID CLIËNTEN W MO OVER RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO Leiden

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Nota van B&W. Onderwerp Rapport tevredenheid cliënten Wmo-voorzieningen gemeente Haarlem Bestuurlijke context.

2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Haarlem

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Houten

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente IJsselstein

Wet maatschappelijke ondersteuning. Voorlichtingsbijeenkomsten voor inwoners van Bernheze in oktober/november 2006

TEVREDENHEID CLIËNTEN W MO RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO Venlo

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Wmo-monitor Purmerend 2008

informatiebrief raad/commissie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Zwolle

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Westland

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

ons kenmerk Wmo

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid

Advies 109. Advies van de Goudse Adviesraad voor mensen met een beperking over het Wmo-product: tevredenheidsonderzoek en horizontale verantwoording

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

TEVREDENHEID CLIËNTEN W MO RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO Dantumadeel,Dongeradeel en Schiermonnikoog

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Zaanstad

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2013

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

RIS Keurig in lijn met landelijke ontwikkelingen Samenvatting onderzoek Wmo-beleid Emmen 2008

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers. Gemeente Zoetermeer


Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

4.3 Veiligheidsbeleving

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Voorwoord bij de verantwoording maatschappelijke ondersteuning 2009

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Horizontale verantwoording Wmo over 2011

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Klanttevredenheid Wmo-verstrekkingen 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2013

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

Transcriptie:

Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 Hoe doen we het? Hoe doen we het landelijk? uitgave juli 2009

Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 2

Inhoud 1. Inleiding 2. Samenvatting 3. Benchmarkonderzoek Wmo 4. Cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo 5. Burgertevredenheidsonderzoek Wmo Bijlagen rapport basisbenchmark rapport prestatieveld 1 rapport mantelzorg prestatieveld 4 rapport vrijwilligers prestatieveld 4 rapport prestatieveld 7, 8 en 9 rapport tevredenheid cliënten Wmo rapport hulp bij het huishouden rapport algemene en individuele voorzieningen 3 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

1. Inleiding Het college van burgemeesters en wethouders doet jaarlijks onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning. Dit onderzoek, dat voor 1 juli gepubliceerd moet worden, is een wettelijke verplichting (art. 9 Wmo). Naast het tevredenheidsonderzoek cliënten en burgers moet de gemeente ook de prestatiegegevens van het voorgaande kalenderjaar presenteren. Dit gebeurt via de benchmark. In onderstaande figuur staan de drie onderzoeken en hun relatie met elkaar. Het college legt met dit onderzoek verantwoording af aan de gemeenteraad, adviesraden en burgers over de resultaten van de onderzoeken. Hiermee kunnen diverse groepen een goed oordeel vellen over de uitvoering van de Wmo. Daarnaast moet de gemeente de gegevens aan het ministerie van VWS sturen. Kijkend naar de verschillende prestatievelden uit de Wmo, kunnen we op hoofdlijnen de volgende doelgroepen van het tevredenheidsonderzoek onderscheiden: prestatieveld omschrijving doelgroep 1. sociale samenhang en leefbaarheid alle inwoners van Gouda 2. opvoedingsondersteuning ouders / opvoeders en kinderen in kwetsbare situaties 3. informatie, advies en cliëntondersteuning alle vragers van maatschappelijke ondersteuning 4. ondersteunen vrijwilligers en mantelzorgers vrijwilligers en mantelzorgers 5. bevorderen zelfstandig functioneren mensen met een beperking of een probleem 6. verlenen van voorzieningen / compenseren van beperkingen mensen met een beperking of een probleem 7. maatschappelijke opvang, vrouwenopvang specifieke groepen 8. openbare geestelijke gezondheid specifieke groepen 9. verslavingsbeleid specifieke groepen Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 4

2. Samenvatting Benchmarkonderzoek Wmo Uit het benchmarkonderzoek Wmo blijkt dat Gouda over het gehele jaar 2007 gemiddeld in de benchmark scoort. Op het gebied van maatschappelijke participatie, leefbaarheid en op de prestatievelden 7, 8 en 9 scoort Gouda hoger dan gemiddeld. Op het gebied van beleidsparticipatie, jeugd, mantelzorg en vrijwilligerswerk scoort Gouda gemiddeld. Op prestatieveld 3 scoort Gouda minder dan gemiddeld. Gouda had in 2007 nog minder zicht op het aantal ondersteunde cliënten, hetzij door de gemeente of door andere organisaties. Hierin is inmiddels een verbeterslag gemaakt. In de toekomst zijn deze gegevens wel te leveren en de verwachting is dat Gouda in een volgend rapport gemiddeld of bovengemiddeld zal scoren. Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo In het cliënttevredenheidsonderzoek Wmo scoort Gouda voldoende. Volgens Gouwenaren die van één of meer voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning gebruik maken, voldoet de ondersteuning aan de verwachting (88%). Ook zijn cliënten positief over de mate waarin de ondersteuning helpt bij het zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij (83%). Voor een deel is dat echter niet of nauwelijks het geval. Burgertevredenheidsonderzoek De gegevens uit het burgertevredenheidsonderzoek van 2008 komen overeen met die van 2007. Dit onderzoek is onderdeel van de Stadsmonitor. Hoe verder Voor de benchmarkonderzoeken Wmo wordt een standaardisatie van dit meetinstrument verwacht. Daardoor zullen jaarrapportages beter met elkaar te vergelijken zijn. De horizontale verantwoording 2009 wordt in de eerste helft van 2010 uitgebracht. 5 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

3. Benchmarkonderzoek Wmo 2008 In de rapportage van het benchmarkonderzoek Wmo 2008 zijn de uitkomsten over 2007 opgenomen. Samenvatting In totaal hebben 172 gemeenten hieraan deelgenomen. In deze benchmark is informatie verzameld over de negen verschillende prestatievelden. Er zijn zeven aspecten van het Wmo-beleid onderzocht. Voor deze basisbenchmark zijn de kernindicatoren: Participatie (is onderverdeeld in beleidsparticipatie en maatschappelijke participatie) Leefbaarheid en sociale samenhang prestatieveld 1 Jeugd prestatieveld 2 Loket ( informatie en advies) prestatieveld 3 Hulp (ondersteuning mantelzorg en vrijwilligers) prestatieveld 4 Voorzieningen prestatievelden 5 en 6 Opvang prestatievelden 7, 8 en 9 In onderstaande tabel is de score van Gouda en de gemiddelde score van alle deelnemende gemeenten weergegeven. nummer kernindicatoren score Gouda gemiddelde score 1. basisbenchmark 66% 67% 2. jeugd 73% 60% 3. beleidsparticipatie 63% 63% 4. maatschappelijke participatie 83% 58% 5. leefbaarheid 70% 63% 6. jeugd 58% 59% 7. loket 30% 68% 8. hulp 77% 74% 9. voorzieningen 78% 77% 10. opvang 78% 62% Ad 1 Basisbenchmark Gouda scoort in de basisbenchmark Wmo ongeveer gelijk aan het gemiddelde van de benchmark. Deze score is een gemiddelde van de scores op bovenstaande thema s. Ad 2 Participatie Het hoofddoel van de Wet maatschappelijke ondersteuning is participatie van alle burgers, ongeacht hun eventuele beperkingen en/of problemen. Gouda scoort ruim beter dan het gemiddelde van de benchmark. Deze score is opgebouwd uit de onderwerpen beleidsparticipatie en maatschappelijke participatie (zie hieronder). Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 6

Ad 3 Beleidsparticipatie Deze score geeft aan hoe breed de beleidsparticipatie is opgezet. Hierbij zijn meegenomen: 1. het aantal prestatievelden en de intensiteit van de betrokkenheid 2. het aantal ingezette participatiemomenten en de intensiteit 3. het percentage inwoners dat de Wmo-raad kent 4. het percentage inwoners dat zich goed vertegenwoordigd weet door de Wmo-raad. Op dit onderdeel scoort Gouda gemiddeld. Wel valt op dat Gouda het goed doet wat betreft het aantal betrokken prestatievelddoelgroepen (kwetsbare groepen) en de intensiteit waarmee deze doelgroepen worden betrokken. Ad 4 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie heeft betrekking op zelfstandig wonen, deelname aan de arbeidsmarkt, onderwijs volgen, vrijwilligerswerk doen, sociale contacten. Kortom: meedoen aan de maatschappij. Deze gegevens zijn nog niet goed vergelijkbaar tussen gemeenten. Daarom is gekozen om de arbeidsparticipatie en het aandeel thuiswonenden 75+ ers te vergelijken met vorig jaar. Op het gebied van maatschappelijke participatie scoort Gouda aanzienlijk beter dan de benchmark. Dit komt vooral door het hoge aantal thuiswonende 75+ ers. Ad 5 Leefbaarheid (prestatieveld 1) Hieronder moet worden verstaan de inzet van interne en externe partners gericht op sociale samenhang en leefbaarheid. Gouda kent een grote inzet om het sociale en fysieke klimaat te bevorderen. De gemeente Gouda scoort beter dan het gemiddelde van de benchmark. Ad 6 Jeugd (prestatieveld 2) De score van Gouda komt overeen met de benchmark. Gouda scoort goed op het gebied van faciliteiten voor opvoedondersteuning, registratie van verzuimmeldingen en interventies bij verzuim. Ook scoort Gouda goed wanneer het gaat om het in beeld hebben van het gebruik van de opvoedtelefoon en het gebruik van individuele begeleiding door gezinnen. Gegevens over het aantal deelnemers aan diverse cursussen zijn niet beschikbaar. Ad 7 Loket (Prestatieveld 3) Onder loket wordt verstaan: het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Gouda scoort goed wanneer het gaat om het hebben van zicht op het aantal informatie en adviesaanvragen en het aantal voorzieningenaanvragen. Gouda had in 2007 echter nog minder zicht op het aantal ondersteunde cliënten, hetzij door de gemeente of door andere organisaties. Gouda scoort hier minder dan gemiddeld. Hierin is inmiddels een verbeterslag gemaakt. In de toekomst zijn deze gegevens wel te leveren en de verwachting is dat Gouda in het volgende rapport gemiddeld of bovengemiddeld zal scoren. Ad 8 Hulpthermometer (prestatieveld 4) Hiermee wordt gemeten of het klimaat voor mantelzorgers en vrijwilligers in Gouda gunstig is. Gouda scoort hier ongeveer gelijk aan het gemiddelde. In Gouda is een steunpunt mantelzorg aanwezig. Gouda scoort voldoende op het onderdeel ondersteuning mantelzorgers. Opgemerkt wordt dat de ondersteuning van vrijwilligers nog minder uitgebreid is. Ad 9 Voorzieningen (Prestatieveld 5 en 6) Gouda scoort ongeveer gelijk aan het gemiddelde van de benchmark. De prestatievelden 5 en 6 moeten mensen met een beperking of een probleem in staat stellen om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Onderdelen hiervan zijn o.a. tevredenheid bij de hulp in de huishouding en tevredenheid over overige individuele voorzieningen. Op deze punten scoort Gouda ruim voldoende. 7 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

Ad 10 Opvang (prestatieveld 7, 8 en 9) Hieronder wordt verstaan faciliteiten en ondersteuning die beschikbaar zijn voor dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, kwetsbare personen, risicogroepen en de maatschappelijke zorg voor verslaafden. Gouda scoort beter dan de benchmark, vooral op nabijheid van opvangvoorzieningen en inzicht in huiselijk geweld scoort Gouda goed. Op andere aspecten die onder de indicator maatschappelijke opvang vallen, scoort Gouda voldoende. Conclusies Gouda scoort een gemiddeld resultaat ten opzichte van het benchmarkgemiddelde. Op het gebied van beleidsparticipatie, jeugd, ondersteuning hulpverlening door burgers en voorzieningen scoort Gouda gemiddeld. Op prestatieveld 3 ( info, advies en cliëntondersteuning) scoort Gouda minder dan gemiddeld. Dit heeft te maken met het ontbreken van gegevens. Vooral op het gebied van maatschappelijke participatie, leefbaarheid en opvang (prestatievelden 7, 8 en 9) scoort Gouda hoger dan gemiddeld. Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 8

4. Cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo Samenvatting In de maanden december 2008 en januari 2009 heeft voor de 2e keer een cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo plaatsgevonden. Uit het tevredenheidsonderzoek blijkt dat de ondersteuning aan de verwachting voldoet. Onderzoekmethode Omdat gebruik gemaakt is van een standaard vragenlijst zijn de prestaties van het onderzoek vergeleken met het gemiddelde van de 56 deelnemende gemeenten, de zogenaamde referentiegroep. Uit alle aanvragen die de laatste 2 jaren zijn ingediend, zijn 1.000 cliënten anoniem geselecteerd. Er zijn 2 steekproeven getrokken: 1. De eerste steekproef is getrokken uit een bestand van cliënten die in 2008 hulp bij het huishouden heeft aangevraagd of heeft ontvangen. 2. De 2e steekproef is getrokken uit het bestand van cliënten die de afgelopen 2 jaar een andere voorziening toegekend hebben gekregen, zoals een rolstoel, een woon- of een vervoersvoorziening. Aan deze groepen is een reeks vragen voorgelegd over de toegang tot ondersteuning, de hulp bij het huishouden, voorzieningen en participatie. De respons was 43%. In deze samenvatting worden de resultaten op hoofdlijnen weergegeven. Aanvraagprocedure Respondenten geven gemiddeld een 6,7 voor de aanvraagprocedure. Wat betreft de toegang tot ondersteuning, zijn cliënten het meest tevreden over de tijd voor aanvraag (90%). Minder tevreden is men over de wachttijd tot levering (70%). Hulp bij het huishouden Cliënten geven gemiddeld een 7,5 voor de hulp bij het huishouden. Dit is lager dan het gemiddelde in de referentiegroep (7,9). Over de keuzemogelijkheden tussen aanbieders is 89% tevreden. Wat betreft de organisatie van de hulp bij het huishouden is men het meest tevreden over de planning van de hulp (92%). Minder tevreden is men over de vervanging bij afwezigheid. Hulpmiddelen Het gemiddelde rapportcijfer voor voorzieningen (zoals rolstoelen, scootmobielen en woonvoorzieningen) is een 7,0. Binnen de referentiegroep geeft men gemiddeld een 7,4. Het meest tevreden is men over de rolstoel (92%). Het minst tevreden is men over de tegemoetkoming in de vervoerskosten (53%). Het rapportcijfer voor het collectief vervoer binnen de gemeente bedraagt 5,7 en in de referentiegroep 6,6. Wmo-raad In totaal gaf 30% van de cliënten aan wel eens van de Wmo-raad te hebben gehoord. Dit is minder dan de referentiegroep (34%). Van de respondenten die bekend zijn met de Wmo-raad is 75% tevreden over de mate waarin de raad opkomt voor het belang van de cliënten. Resultaten Voor de meeste cliënten voldoet de ondersteuning aan de verwachtingen (88%). Ook zijn cliënten positief over de mate waarin ondersteuning helpt bij het zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij (83%). Voor een deel is dat echter nauwelijks of in het geheel niet het geval. 9 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

Uitkomsten Onderstaande tabel laat alle uitkomsten over 2007 en 2008 zien. nr. onderwerp score Gouda 2008 score Gouda 2007 referentiegroep 2008 referentiegroep 2007 1. Aanvraagprocedure 6,7 6,9 7,1 7,4 2. Hulp bij het huishouden 7,5 7,7 7,9 8,1 3. hulpmiddelen 7,0 6,9 7,4 7,2 4. ondersteuning voldoet aan behoefte 5. ondersteuning draagt bij aan zelfstandig kunnen blijven wonen en/of meedoen aan de samenleving 6. bekendheid met de Wmoraad 7. Tevreden over informatie over Wmo-raad 87% 90% 92% 92% 83% 89% 91% 93% 30% 28% 34% 34% 75% 68% 82% 79% Ad 1. Aanvraagprocedures Tot juli 2008 zijn alle aanvragen voor individuele voorzieningen ter advisering doorgestuurd naar het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De afhandelingtermijn was vrij lang. In de 2e helft van 2008 is de advisering door 2 andere instellingen voor indicatiestelling, te weten Movaris en Argonaut gedaan. De doorlooptijden werden hierdoor al bekort. Vanaf 2009 is Movaris gegund om de indicaties te stellen. In 2008 zijn de medewerkers van de afdeling Zorg en Welzijn geschoold om eenvoudige indicaties te stellen zodat zij de eenvoudige indicaties kunnen stellen. Met betrekking tot de wachttijd tot levering van hulpmiddelen is de verwachting dat in de 2e helft 2008 verbetering is opgetreden. Onder de leveranciers van hulpmiddelen heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden. In de contracten zijn duidelijker afspraken gemaakt met betrekking tot de aflevertijden. Vanuit het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden Holland (ISMH) zal voor de regio Midden Holland monitoring plaatsvinden op de levertijd. Ad 2. Hulp bij het huishouden Vooral in de 1e helft van 2008 waren er nog problemen met de levering van hulp bij het huishouden. In de 2e helft is hierin verbetering opgetreden. Hoewel men meer tevreden is over de vervanging bij afwezigheid dan in 2007 is dit nog steeds een aandachtspunt. De gemeente heeft regelmatig overleg met alle zorgaanbieders en stelt dit punt steeds aan de orde. Bovendien is gestart met het digitaal inlezen van de facturen zodat een betere controle mogelijk wordt op de levering. In de loop van 2009 zal dit gereed zijn. Zorgaanbieders zullen dan direct worden aangesproken als er te weinig uren geleverd worden. Ad 3. Hulpmiddelen Het nieuwe contract hulpmiddelen is na aanbesteding ingegaan op 1 mei 2008. In dit contract zijn een lagere prijs, betere dienstverlening, deskundigheid personeel verbeterd en contractmonitoring vanuit het ISMH geregeld. Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 10

Ad 4/5. Ondersteuning De daling van de tevredenheid over de vervoerskosten heeft te maken met een beleidswijziging per 2008. Het forfaitaire bedrag is vervallen. Bovendien is op wettelijke gronden de tegemoetkoming in de autokosten afgebouwd. In 2009 komen nog maar een zeer gering aantal cliënten in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten. Tevens is in 2008 de uitvoering van de regels aangescherpt ten aanzien van de woningaanpassingen en toekenning van een verhuiskostenvergoeding. Men wordt bij toename van ouderdomsklachten gewezen op het tijdig nemen van maatregelen, zoals verhuizen of zelf bekostigen van voorzieningen zoals een traplift e.d. Dit heeft ertoe geleid dat in 2008 minder dure woningaanpassingen c.q. verhuiskostenvergoedingen zijn toegekend. Ad 6/8. Bekendheid Wmo-raad Gouda In totaal gaf 30% van de cliënten aan wel eens van de Wmo-raad (of vergelijkbaar) te hebben gehoord. Dit is minder dan de referentiegroep (34%). Van de respondenten die bekend zijn met de Wmo-raad is 75% tevreden over de mate waarin de raad opkomt voor het belang van de cliënten. Voor de referentiegroep is dit 82%. Conclusies Voor de meeste cliënten voldoet de ondersteuning aan de verwachtingen (87%). Ook zijn cliënten positief over de mate waarin ondersteuning helpt bij het zelfstandig wonen en meedoen aan de maatschappij (89%). Voor een deel is dat echter nauwelijks of het geheel niet het geval. De bekendheid van de Wmo-raad is nog beperkt. NB Om de resultaten te verbeteren wordt nazorgbeleid ontwikkeld. Er wordt gestreefd naar uitvoering hiervan in de 2e helft van 2009. Plan is om elke cliënt via een formulier aan te laten geven of men tevreden is over de aanvraag, contact, voorziening en of deze laatste bijdraagt aan het zelfstandig wonen of deelnemen aan de maatschappij. Tevens kan de cliënt aangeven of hij een persoonlijk onderhoud wil. Doel is om te controleren of de aanvraag goed is afgehandeld, de voorziening op tijd is geleverd en of men hierover inderdaad tevreden. 11 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

5. Burgertevredenheidsonderzoek WMO Samenvatting De jaarlijkse Goudse bewonersenquête (stadsmonitor) biedt inzicht in de burgertevredenheid Wmo. De gegevens van 2008 komen overeen met die van het voorgaande jaar. De ervaren sociale kwaliteit van de woonomgeving is redelijk tot goed. Toch ziet een kleinere groep juist in deze sociale kwaliteit van de woonomgeving aanleiding om te willen verhuizen. Ook de fysieke kwaliteit van de woonomgeving is redelijk goed. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen wijken. Voor heel Gouda geldt dat zwerfvuil, hondenpoep en (fout)parkeren leiden tot overlast. De bekendheid met professionele organisaties voor opvoedingsondersteuning is goed, de mate waarin men hiervan gebruik maakt blijft echter achter bij de behoefte die er is. In Gouda is een aanzienlijke groep actieve vrijwilligers en mantelzorgers. In veel gevallen is de mantelzorg langdurig. De bekendheid met de Wmo-raad is nog beperkt. Onderzoeksmethode De bewonersenquête Gouda (stadsmonitor) is in 2008 uitgebreid met een aantal vragen over de Wmo. Deze vragenlijst wordt in oktober van elk jaar uitgezet onder inwoners van 18 jaar en ouder. In 2008 hebben 1250 mensen aan het onderzoek deelgenomen. Enkele vragen die relevant zijn voor de Wmo-verantwoording waren al in 2007 in de enquête opgenomen. Door te kiezen voor deze onderzoeksmethode is het niet mogelijk om de resultaten met andere gemeenten te vergelijken. Echter, de keuze hiervoor komt voort uit het gegeven dat de deelname aan de benchmark burgertevredenheid Wmo in 2007 beperkt was. Bovendien sluit het onderzoek naar burgertevredenheid goed aan bij de al bestaande Goudse stadsmonitor. Uitkomsten In de onderstaande tabel staan de kerngegevens met betrekking tot de burgertevredenheid Wmo weergegeven voor 2007 en 2008. In het algemeen geldt dat de cijfers van 2008 overeenkomen met de gegevens van 2007. Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 12

2007* 2008 basisbenchmark % regelmatig/vaak contact met buurtbewoners 87% 88% % voelt zich prettig in de straat waar men woont 92% 92% % omgang in buurt is goed/uitstekend 65% 65% % concrete verhuisplannen agv woonomgeving 17% 17% woonomgeving: ervaren fysieke kwaliteit oordeel kwaliteit woonomgeving 63% 63% overlast top-3: zwerfvuil 41% 43% overlast top-3: hondenpoep 39% 41% overlast top-3: (fout) parkeren 40% 40% jeugd en opvoeding % bekend met professionele organisatie voor opvoedingsondersteuning - 91% % gebruik gemaakt van opvoedingsondersteuning - 57% % tevreden over ontvangen opvoedingsondersteuning % tevreden over voorzieningen jeugd jonger dan 11 jaar % tevreden over voorzieningen jeugd ouder dan 11 jaar - 94% 45% 44% 23% 23% vrijwilligers % vrijwilligers 32% 34% gemiddeld aantal uur vrijwilligerswerk 5,5 5,4 mantelzorg % mantelzorgers 18% 20% % gemiddeld 5 uur of meer per week - 38% % langer dan een jaar - 80% % dat mantelzorg ontvangt - 3% % dat gemiddeld 5 uur of meer per week ontvangt - 38% % tevreden over ontvangen mantelzorg - 91% Wmo-raad % bekend met Wmo-raad - 27% % tevreden over mate waarin men geïnformeerd is - 64% * voor 2007 zijn niet alle gegevens beschikbaar, zie voor toelichting onder onderzoeksmethode 13 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

Woonomgeving: ervaren sociale kwaliteit De grote meerderheid (92%) van de inwoners voelt zich prettig in de directe woonomgeving en heeft regelmatig contact met buurtbewoners. Voor Gouda-Oost geldt een iets afwijkend beeld. Hier zegt 79% van de inwoners zich prettig te voelen in de straat waar men woont. Ongeveer tweederde van de Gouwenaars geeft aan dat de omgang in de buurt (zeer) goed is. De verschillen tussen de wijken zijn op dit punt niet opvallend. Aan de andere kant laat 17% weten dat de woonomgeving de reden is om te willen verhuizen. Woonomgeving: ervaren fysieke kwaliteit Inwoners hebben hun oordeel gegeven over vijf kenmerken van de woonomgeving. Er is gevraagd of men de eigen buurt mooi of lelijk vond, groen of juist betonachtig, ruim of benauwend, afwisselend of saai en schoon of vuil. Op basis hiervan kan een score van 0 tot 100 berekend worden. De gemiddelde score voor Gouda bedraagt 63, net als in 2007. Tussen de Goudse wijken zijn duidelijke verschillen; over Plaswijck en Bloemendaal zijn inwoners het meest positief, Goverwelle, Gouda-Oost en Korte Akkeren scoren het slechtst. De beoordeling van de woonomgeving in Goverwelle en Gouda-Oost is het afgelopen jaar licht verslechterd. Korte Akkeren laat in het afgelopen jaar juist een lichte verbetering zien. De onderwerpen die in de overlast top-3 staan zijn gelijk aan vorig jaar. De mate waarin zwerfvuil en hondenpoep als overlast worden ervaren lijkt iets toe te nemen. Voor de overlastscores geldt: hoe hoger de score hoe meer dit overlastonderwerp in de eigen woonbuurt voorkomt. Jeugd en opvoeding Van degenen die behoefte hebben aan professionele opvoedingsondersteuning is de meerderheid bekend met de organisaties die je hierin kunnen ondersteunen. Van deze groep heeft 57% ook daadwerkelijk gebruik gemaakt van een organisatie als het consultatiebureau, een opvoedbureau of heeft een opvoedcursus gevolgd. Dit betekent dat ongeveer vier op de tien mensen die zeggen behoefte te hebben aan professionele opvoedingsondersteuning en weten bij welke organisatie je dan terecht kan, toch niet de stap maken om daadwerkelijk hiervan gebruik te maken. Degenen die wel ervaring hebben met professionele opvoedingsondersteuning is de meerderheid (zeer) tevreden. Wat betreft voorzieningen is men iets meer te spreken over voorzieningen voor kinderen jonger dan 11 jaar (44% vindt dat deze voorzieningen voldoende aanwezig zijn), dan over voorzieningen voor jongeren ouder dan 11 jaar (23% vindt dat deze voorzieningen voldoende aanwezig zijn). Ondersteuning en zorg voor anderen Een derde van de Gouwenaars doet vrijwilligerswerk. Gemiddeld genomen besteden zij ruim 5 uur per week aan vrijwilligerswerk. Een vijfde van de Gouwenaars heeft aangegeven mantelzorg te geven. Bijna vier op de tien mantelzorgers geeft gemiddeld per week vijf uur of meer mantelzorg. De meerderheid (80%) van hen geeft langer dan een jaar mantelzorg. In totaal heeft 3% aangegeven mantelzorg te ontvangen. Bijna 40% van deze groep zegt gemiddeld per week 5 uur of meer mantelzorg te ontvangen. Negen van de tien mensen die mantelzorg ontvangen zijn tevreden met de ontvangen hulp en ondersteuning. Wmo-raad Ruim een kwart (27%) van de Gouwenaars is bekend met de Wmo-raad. Deze mate van bekendheid ligt in lijn met de bekendheid van de Wmo-raad in het voorgaande jaar (bekendheid 25%, bron SGBO). Bijna tweederde van degenen die bekend zijn met de Wmo-raad geven aan tevreden te zijn met de mate waarin men geïnformeerd is. Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 14

Conclusies De ervaren sociale kwaliteit van de woonomgeving is redelijk tot goed. Maar niet iedereen is tevreden; voor een kleinere groep Gouwenaars is de woonomgeving de reden om te willen verhuizen. Het oordeel over de fysieke kwaliteit van de woonomgeving in Gouda is positief en ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Er zijn duidelijke verschillen tussen de wijken; Goverwelle, Gouda-Oost en Korte Akkeren zijn wijken die op dit punt het meest aandacht behoeven. Er is een aanzienlijke drempel voor ouders om gebruik te maken van een professionele organisatie voor opvoedingsondersteuning. Ruim 40% zegt behoefte te hebben aan professionele opvoedingsondersteuning en weet waar men terecht kan, maar heeft hiervan toch (nog) geen gebruik gemaakt. Deze drempel heeft dus niet te maken met het kennen van de organisaties, maar kent andere oorzaken. Gouda kent een behoorlijke groep vrijwilligers en mantelzorgers. In de meeste gevallen is de mantelzorg structureel van aard (langer dan een jaar). De meerderheid van degenen die mantelzorg ontvangen is hierover tevreden. De bekendheid van de Wmo-raad is evenals voorgaand jaar nog beperkt. 15 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008

colofon uitgave: gemeente Gouda oplage: xxx foto s: abcefgh druk: Drukkerij Twigt, Waddinxveen gemeente Gouda, juli 2009