Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl. Onderzoeksresultaten Samenvatting

Vergelijkbare documenten
Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

Werkbelevingsonderzoek 2013

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

ONDERZOEKSRAPPORT FAMILIEBERICHTENPAGINA

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Samenvatting en conclusie

Risicoperceptie en Risicocommunicatie bij Overstromingen

Kermisonderzoek Edam/Volendam

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2011

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Floriade Almere 2022 juli 2018

Windenergie. Een onderzoek onder inwoners van de gemeente Groningen B A S I S V O O R B E L E I D. Oktober Laura de Jong. Marjolein Kolstein

Risico- en Crisisbarometer

Monitor Beleving Publiekscommunicatie

Gemeente Houten Risicobronnen. Den Dolder, 04 januari 2008 ir. Martine van Doornmalen drs. Thomas Beffers MSc

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

04 Uitkomsten meting. 1 Inleiding. 2 De ontvangen zorg

Risico- en Crisisbarometer

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

Meting september 2013

Gebruik sociale media in noodsituaties: feiten, beelden en verwachtingen.

Mediagedrag van nu en de toekomst

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

Enquête gemeenteraadsverkiezingen Maart 2018

Zonne-energie. Een stadspanelonderzoek. November Erik van der Werff.

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Risico- en Crisisbarometer

G e m e e n t e D e v e n t e r O k t o b e r BURGEMEESTERSPEILING EINDRAPPORTAGE

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Risico- en Crisisbarometer

Werkdruk in het onderwijs

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Kennis van de reflexmaatregelen risicocommunicatie en risicoperceptie

Risico- en Crisisbarometer

Onderzoeksresultaten; Enquête toekomst basisonderwijs Wanneperveen

OPNEMEN VAN GESPREKKEN DOOR PATIËNTEN

Een Stadspanelonderzoek

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Medewerkersonderzoek

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Risico- en Crisisbarometer

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

Risico- en Crisisbarometer

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen

NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron

Risico- en Crisisbarometer

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Gezondheidstests ter vroegtijdige opsporing van cardiometabool en renaal risico

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

RESULTATEN Hieronder volgt de samenvatting van de resultaten.

Onderzoek Digipanel: Vrijwillige Brandweer

Cliëntervaring ouders en jongeren Jeugdhulp gemeente Delft Onderzoek naar kansen en verbeterpunten voor de jeugdhulp van de gemeente Delft

7 oktober Onderzoek: 10 jaar smartphone

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Risico- en Crisisbarometer

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen

Sociale samenhang in Groningen

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Werkstress hoger management

Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

Transcriptie:

Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl Onderzoeksresultaten Samenvatting ONDERZOEKSGROEP RESILIENT DELTAS 10-NOVEMBER-2016

INLEIDING Voor u ligt de samenvatting van het onderzoek naar de mate van zelfredzaamheid en de invloed van risicocommunicatie daarop, uitgesplitst naar sociale kenmerken. Het is een overzicht van de resultaten van een nulmeting naar zelfredzaamheid van inwoners van de provincie Zeeland voor Veiligheidsregio Zeeland. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het Centre of Expertise Delta Technology. Het onderzoek heeft tot doel om de mate van zelfredzaamheid bij brand, overstroming en stroomuitval van inwoners van Zeeland te meten, inzicht te krijgen in de invloed van risicocommunicatie en de verschillende persoonskenmerken van zelfredzame en minder zelfredzame burgers. De onderzoeksgroep werkt hierbij nauw samen met Veiligheidsregio Zeeland. MODEL VAN ZELFREDZAME BURGER Binnen dit onderzoek is zelfredzaamheid afgebakend aan de hand van het Protection Motivation Theory (PMT) model van Rogers (1983). Het PMT model is al vele malen gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot zelfredzaam gedrag en de daaraan verbonden manier van communiceren (Sutton, 2002; Gutteling et al., 2015). In deze samenvatting worden alle resultaten per variabele van het model, zie figuur 1, stapsgewijs toegelicht. Figuur 1 Het conceptueel model van de Zelfredzame Burger is gebaseerd op het Protection Motivation Theory (PMT) model van Rogers (1983). ONDERZOEKSOPZET Het onderzoek is als een longitudinaal onderzoek opgezet, waarbij de metingen op een aantal achtereenvolgende tijdstippen worden herhaald. Er is gekozen voor een internetenquête (benadering per brief), op basis van een aselecte, representatieve steekproef. Hiervoor zijn bij deze nulmeting, een inventarisatie van de huidige situatie, 7000 unieke adressen aangeschreven, verdeeld over de gemeenten Goes, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen- Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 1

Duiveland, Terneuzen, Veere en Vlissingen. Dit heeft geleid tot 558 bruikbare reacties en daarmee een responspercentage van 8%. Het responspercentage ligt, vergeleken met andere onderzoeken op het gebied van veiligheid en sociale interacties, vrij laag. Dit heeft mogelijk te maken met de niet gepersonaliseerde uitnodiging voor het onderzoek (het bleek niet in alle gemeenten mogelijk gebruik te kunnen maken van persoonsinformatie uit de Gemeentelijke Basis Administratie). De respons wijkt af van de gemiddelde gemeten leeftijdsopbouw in de provincie Zeeland (CBS, 2014). Hierbij valt op dat de jongere leeftijdsgroepen onder de 30 jaar ondervertegenwoordigd zijn en de senioren (50 +) relatief oververtegenwoordigd zijn, zie ook figuur 2. Figuur 2 De demografische repons van de steekproef, de populatie in Zeeland en de populatie in participerende gemeenten. Voor een drietal gevaren; brand, overstroming en stroomuitval is door de respondent het gevaar (risicoperceptie) in een aantal vragen beoordeeld op een 7 punts-schaal (helemaal mee eens,, neutraal,, helemaal mee oneens). Voor deze schaal is gekozen omdat risicoperceptie, handelingsperspectieven, motivatie en gedragingen moeilijk te kwantificeren gegevens zijn. Op deze manier kunnen de gegevens toch ondervraagd en gemeten worden. Om de uitval van een nutsvoorziening eenduidig te kunnen meten, zijn de vragen die gaan over de variabelen risicoperceptie, handelingsperspectief, motivatie en gedrag uit het verleden voor deze nulmeting gesteld vanuit één type nutsvoorziening, namelijk stroomuitval (verstoring elektriciteit). Hiervoor is gekozen om de enquête niet te lang te hoeven te maken en omdat het een gevaar is die relatief vaak kan optreden, met indien mogelijk grote consequenties. Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 2

DE VARIABLE RISICOPERCEPTIE De eerste variabele van zelfredzaamheid, Risicoperceptie (of: de beoordeling van het gevaar) bestaat uit twee onderdelen. In de eerste plaats de waargenomen ernst van een gevaar. In andere woorden: hoe ernstig zijn de consequenties voor mij als een dergelijk gevaar zich voordoet? In de tweede plaats de waargenomen blootstelling. In andere woorden: hoe waarschijnlijk is het dat ik dit gevaar meemaak? Uit deze meting komt naar voren dat de perceptie van de gevolgen voor alle drie de gevaren (brand, overstroming, stroomuitval) hoger wordt ingeschat dan de waarschijnlijkheid dat het gevaar zich zal voordoen. De gevolgen van stroomuitval worden hierbij significant lager ingeschat dan bij een brand of overstroming. Bij het combineren van deze twee variabelen gecombineerd tot één variabele, de risicoperceptie, heeft brand gemiddeld de hoogste risicoperceptie, gevolgd door overstroming en stroomuitval. Figuur 3 De verschillen tussen perceptie van de gevolgen en de perceptie van de waarschijnlijkheid van brand, overstromingen en stroomuitval. Figuur 4 De verschillen in riscioperceptie bij brand, overstromingen en stroomuitval brand heeft gemiddeld de hoogste risicoperceptie, gevolgd door overstroming en stroomuitval. Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 3

DE VARIABLE HANDELINGSPERSPECTIEVEN De tweede variabele Handelingsperspectieven (of: de beoordeling van het handelen) bestaat eveneens uit twee onderdelen. In de eerste plaats is het nut van het handelingsperspectief gemeten. Met andere woorden: wat voor effect heeft deze handeling? In de tweede plaats hebben we de respondenten gevraagd om een beoordeling van de uitvoerbaarheid. In andere woorden: ben ik in staat om een dergelijke handeling uit te voeren? Ook voor deze meting zijn het drietal verstoringen door de respondent in een aantal vragen beoordeeld op de 7 puntsschaal. Uit deze meting komt naar voren dat gemiddeld genomen de uitvoerbaarheid voor alle drie de gevaren hoger scoort dan de inschatting van het nut. De handelingsperspectieven voor brand krijgen gemiddeld de hoogste beoordeling, gevolgd door de handelingsperspectieven voor stroomuitval en als laatste die voor overstromingen. Figuur 5 Een overzicht van de percepties van het nut en de uitvoerbaarheid van handelingsperspectieven voor de gevaren brand, overstroming en stroomuitval Figuur 6 Een overzicht van perceptie handelingsperspectief voor de gevaren brand, overstroming en sroomuitval. Opvallend is het verschil tussen de variabelen handelingsperspectief (figuur 6) en risicoperceptie (figuur 4). Men schat het risico van een overstroming hoger in dan het risico van een stroomuitval, maar men handelt eerder naar het voorkomen van het gevaar van stroomuitval. Zowel de lagere waarschijnlijkheid van een overstroming (zie figuur 3) en het groter geachte nut van handelen bij een stroomstoring (figuur 5) hebben invloed op dit verschil. Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 4

DE VARIABLE MOTIVATIE De derde variabele Motivatie heeft betrekking op hoe de respondent zichzelf beoordeeld als het gaat om het uitvoeren van aanbevolen gedrag. In andere woorden: ben ik van plan om aanbevelingen (vooraf of tijdens) op te volgen? Deze variabele is getoetst aan de hand van tien stellingen, die mensen hebben beoordeeld op de 7 punts-schaal, waarbij ze bij elke stelling moesten aangeven of het nuttig, uitvoerbaar en uitgevoerd is. Deze stellingen zijn apart getoetst en daarvan is er een gecombineerde variabele berekend, de Perceptie Motivatie, die is uitgedrukt in een 7 punts-schaal. Figuur 7 Een overzicht van de motivatie om handelingsperspectieven uit te voeren voor de gevaren brand, overstroming en stroomuitval. Het valt op dat men het effect en de uitvoerbaarheid ter voorkoming van een gevaar (handelingsperspectief) gemiddeld 2 punten op de schaal van 7 hoger waardeert, dan het voornemen om die aanbevelingen uit te voeren (motivatie), zie figuren 6 & 7. Een verklaring hiervoor is onder meer te vinden in dat respondenten aangeven niet zo gemotiveerd zijn om tijd te willen investeren in preventieve handelingen. Met name ten aanzien van de verstoring brand is men bijvoorbeeld eerder bereid om geld te investeren in preventie van gevaren. Let op, beide voornemens scoren relatief laag op de 7 punt-schaal, zie figuur 8. Figuur 8 Overzicht van de mate van motivatie om te handelen voor de gevaren brand, overstroming en stroomstoring, uitgesplitst naar aspecten investeren in geld en investeren in tijd Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 5

Noemenswaardig is ook het onderlinge verschil tussen de variabele Motivatie (figuur 7) en de variabele Risicoperceptie (figuur 4). De respondenten schatten het risico van gevaar hoger in bij een overstroming, maar zijn gemotiveerder om de aanbevelingen op te volgen die gevaren bij een het uitval van een nutsvoorziening kunnen voorkomen. Een waarneming die gelijk is aan hier voor beschreven verschil tussen de variabelen handelingsperspectief (figuur 6) en risicoperceptie (figuur 4). Men schat de ernst en de blootstelling aan het gevaar hoog in, maar de motivatie om ernaar te handelen blijft relatief laag, ondanks dat men de preventieve maatregelen wel nuttig en uitvoerbaar vindt. DE MATE VAN ZELFREDZAAMHEID De mate van zelfredzaamheid van de burger bij brand, overstroming en stroomstoring wordt bepaald door de variabelen uit het PTM model van Rogers (1983) te combineren. Deze variabelen, risicoperceptie, handelingsperspectief, motivatie en gedrag uit het verleden zijn waarden die van elkaar verschillen. Door zelfredzaamheid als een nieuwe variabele te berekenen (een score op 7 punts-schaal) aan de hand van verschillende gemeten persoonskenmerken, kunnen er drie maten van zelfredzaamheid worden gedefinieerd: de mate van zelfredzaamheid bij brand, bij een overstroming en bij stroomuitval. Figuur 9 Overzicht van de mate van zelfredzaamheid bij de gevaren brand, overstroming en uitval van nutsvoorziening. De variabele zelfredzaamheid is opgebouwd uit de variabelen risicoperceptie, handelingsperspectief, motivatie en gedrag uit het verleden. HET CONSTRUCT KENNIS Om het risico van gevaar, het handelen daarnaar toe en uiteindelijk de motivatie om ernaar te handelen in te kunnen schatten of uit te voeren, heeft men kennis over de gevaren nodig. De kennis over de verschillende gevaren - een randvoorwaarde voor de hiervoor beschreven variabelen (construct) - is getoetst aan de hand van tien vragen voor elk gevaar op een 3 punts-schaal (onjuist, weet ik niet, juist). Hieruit blijkt dat men de meeste kennis heeft over het gevaar uitval van een nutsvoorziening (52 % van de respondenten heeft deze vragen alle vragen juist beantwoord). De kennis over brandgevaar volgt als tweede (44 % van de respondenten heeft de vragen correct beantwoord), Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 6

de vragen over een overstroming werden het slechtst beantwoord (29 % van de respondenten wist de vragen correct beantwoorden). Figuur 10 Een overzicht van de totaal score op de kennistoetsen voor de gevaren brand, overstroming en nutsuitval. Opvallende resultaten van de kennistoets over brand, zijn: 1] Een meerderheid van de respondenten (80%) kent het feit dat je van rook niet wakker wordt. Dit is mogelijk te verklaren doordat in de vervolgvragen over het gevaar brand een grote meerderheid van de respondenten aangeeft het gevaar van brand (93%) en koolmonoxide (98%) te kennen. 2] Een kwart van de respondenten (24%) vindt dat het vooraf nadenken over een vluchtroute in je huis nuttig is en niet in principe nutteloos. Een klein deel van de ondervraagden (4%) weet dit niet. De overige respondenten (72 %) zijn het hier niet mee eens en geven aan dat zij hun eigen huis als geen ander kennen en dat het altijd onzeker blijft waar er in huis brand uitbreekt. Opvallende resultaten van de kennistoets over overstromingen, zijn: 1] Een meerderheid van de respondenten (81 %) weet niet bij welke waterstand er een gevaarlijke kans op een overstroming kan ontstaan (3,30 m N.A.P. is het waarschuwingspeil te Vlissingen). 2] Een minderheid (19%) van de respondenten weet dat de overheid niet zorgt voor opvang van evacuees als zij hun huis moeten verlaten. Iets minder dan de helft (43%) gaat ervan uit dat de overheid wel voor opvang zorgt. De overige respondenten (38%) weet dit niet zeker. Opvallende resultaten van de kennistoets over de uitval van nutsvoorzieningen, zijn: 1] Bijna een kwart van de respondenten (23,7%) denkt dat zonnepanelen een noodvoorziening kunnen zijn voor tijdelijke stroomvoorziening tijdens een stroomstoring. Een derde (34,7%) van de respondenten weet dit niet zeker, terwijl maar iets minder dan de helft (41%) het correcte antwoord geeft. 2] Bijna een derde van de respondenten (31,6%) denkt dat het klopt dat tijdens een stroomstoring mobiel bellen niet altijd mogelijk is, ongeveer de helft (47,4%) weet dit niet. Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 7

RISICOCOMMUNICATIE Een van de belangrijkste vragen in dit onderzoek, is welke invloed risicocommunicatie heeft op zelfredzaamheid. Het combineren van het onderzoek naar zelfredzaamheid en risicocommunicatie, maakt de resultaten uit het onderzoek direct bruikbaar voor Veiligheidsregio Zeeland (VRZ). VRZ gebruikt het onderzoek bij de verdere ontwikkeling van de nieuwe aanpak op het gebied van crisis- en risicocommunicatie: Zeeland Veilig. Veiligheidsregio Zeeland is onlangs gestart met de nieuwe aanpak voor risico-en crisiscommunicatie. De aanpak gaat uit van communicatie die beter aansluit bij de beleving en behoeften van de samenleving, door bijvoorbeeld meer in te spelen op de actualiteit en te communiceren op het moment dat burgers daar behoefte aan hebben (en de boodschap relevant is). Uit een volgende 1-meting in het kader van dit onderzoek moet duidelijk worden of deze aanpak werkt. In het onderzoek hebben we een aantal vragen gesteld over risicocommunicatie en de wijze waarop mensen geïnformeerd willen worden. Uit dit deelonderzoek kunnen we concluderen dat de respondenten het liefst informatie ontvangen via huis-aan-huis folders, gevolgd door TV Omroep Zeeland en daarna met een klein verschil via SMS of WhatsApp. Als men dit specificeert naar leeftijdsklassen Jong = <29; Jong/ Middelbaar = 30-49; Middelbaar/ oud = 50-69; Oud = 70>, dan valt het op dat de jongeren voornamelijk de voorkeur geven aan sociale media en digitale kanalen, middelbaren aan de regionale TV en krant en de ouderen voornamelijk de regionale radio. Aan dezelfde leeftijdsgroepen is ook de vraag gesteld: welke informatiebron(nen) vertrouwt u volledig. Hieruit blijkt dat men het meeste vertrouwen heeft in de operationele veiligheidsinstanties, zoals de politie, brandweer en ambulancediensten ( een 6,2 op de 7 punts-schaal). Veiligheidsregio Zeeland wordt daarna met een score van 5,7 op 7 als betrouwbaarste afzender gezien, met kort daarachter de provincie Zeeland (5,6 op 7), de gemeente en de nationale overheid (beiden een 5,5 op 7) en nutsbedrijven (5,3 op 7). Het minste vertrouwen heeft men in de kennisinstituten (4,3 op 7) en familie en vrienden (4,8 op 7). Opvallend in deze meting is dat de jongste en de oudste leeftijdsgroepen over het algemeen meer vertrouwen hebben in afzenders dan de werkende leeftijdsklassen. RELATIE VEILIGHEIDSINSTANTIES EN MEDEBURGERS Ten laatste is in deze nulmeting gekeken naar de relatie tussen veiligheidsinstanties en medeburgers. In de enquête zijn vragen gesteld over de mate van co-creatie (wil men samenwerken met de veiligheidsprofessional) en de mate van samenredzaamheid (hoe is de directe relatie met medeburgers). Voor Co-creatie zijn er zowel negatieve als positieve vragen gesteld bijvoorbeeld: Als veiligheidsinstanties met mij in dialoog willen om samen de veiligheid in mijn buurt te verhogen, dan wil ik daar een vergoeding voor. (negatief) en Als veiligheidsinstanties mij vragen om berichten te delen via sociale media, dan doe ik dat graag. (positief). Voor de Mate van Samenredzaamheid zijn de vragen alleen positief gesteld. Bijvoorbeeld: Ik weet wie er hulpbehoevend is in mijn directe woonomgeving en Tijdens een noodsituatie verwacht ik dat ik anderen in mijn directe woonomgeving ga helpen. Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 8

Opvallend zijn de hoge scores voor beide variabelen die in figuur 11 boven een 5 op de schaal van 7 scoren. Figuur 11 Overzicht van perceptie van de co-creatie en samenredzaamheid. Samengevat betekent dit dat men (de burger) zich relatief zelfredzaam inschat, bereid is anderen in de samenleving te helpen en dat men de samenwerking met veiligheidsinstanties waardeert. Deze analyse correspondeert met de mate van vertrouwen in communicatie vanuit de veiligheidsinstanties, maar de gemeten mate van zelfredzaamheid (figuur 9) en enkele opvallende scores bij de kennistoets laten zien dat er zowel voor veiligheidsprofessionals als burgers nog uitdagingen zijn om de veerkracht van de samenleving te versterken. Referenties Gutteling, J.M., & De Vries, P.W. (2016). Determinants of Seeking and Avoiding Risk-Related Information in Times of Crisis. Risk Analysis. doi: 10.1111/risa.12632 Rogers, R.W. (1983). Cognitive and physiological processes in fear appeals and attitude change: A revised theory of protection motivation. In J.T. Cacioppo & R. Petty (Eds.), Social Psychophysiology: A sourcebook (pp. 153-177). New York, United States of America: Guilford Press. Sutherland, M., & Sylvester, A.K. (2000). Advertising and the Mind of the Consumer. London, United Kingdom: Kogan Page. Samenvatting onderzoek Zelfredzame Burger 10 november 2016 9