HAt har""""'r"'rh ift v~n de heer S. van Alfer1, 1.

Vergelijkbare documenten
Werkinstructie Geheimhouding en besloten vergaderen

De raad van de gemeente Veenendaal. Het bezwaarschrift van de heer B. Smet, wonende

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

RAADSVOORSTEL. Raad 23 februari februari Wob-verzoek informatie DEVO Burger en Bestuur

Beslissing op bezwaar

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012.

In de Gemeentewet zijn mogelijkheden opgenomen om besloten bijeenkomsten te houden en om geheimhouding op te leggen ten behoeve van stukken.

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Nota van B&W. Onderwerp Openbaarheid en geheimhouding van stukken en vergaderingen

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen.

Notitie Werkwijze t.a.v. openbaarheid, beslotenheid en geheimhouding van informatie en vergaderingen van de gemeenteraad Zeewolde

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Notitie geheimhouding

Beslissing op bezwaar

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

Ministerie van Veiligheid en Justitie

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Datum 13 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

PROTOCOL BESLOTEN VERGADERINGEN, GEHEIMHOUDING EN VERTROUWELIJKHEID

De met u gemaakte afspraken, bedoeld in de vorige alinea, houden het volgende in:

Handreiking geheimhouding

Toelichting Zienswijzeprocedure

Besloten vergaderingen Geheimhouding/vertrouwelijkheid. Regels en procedures. t.b.v. Raads- en commissieleden De Bilt

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum 16 AUG2018. Betreft Wob-besluit

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE VOOR DE BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN GEMEENTE SLIEDRECHT

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Beslissing op bezwaar

PROCEDURE, STROOMSCHEMA EN CHECKLISTEN Openbaarheid van bestuur (Wob)

Weigerachtige behandeling Wob-verzoek Gemeente Weesp

PROTOCOL BESLOTEN VERGADERINGEN, GEHEIMHOUDING EN VERTROUWELIJKHEID

Handreiking geheimhouding. Gemeente Oostzaan 2011

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

BESLISSING OP BEZWAAR

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

GEMEENTEBLAD. Notitie Openbaar of geheim. Inleiding

Kabinet Minister-President

Handreiking geheimhouding B&W voorstellen en raadsvoorstellen, versie september 2012

Jean-Paul van der Plaats

Ministerie van Veiligheid en Justide

Hierbij neemt ACM een nieuw besluit op het verzoek van Sandd van 6 oktober 2014.

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

3 SEP zû. Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van BinnenlaridseZaken en Koninkrijksrelaties. Datum Betreft

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Minimaliseren aantal geheime stukken

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorziening en Personeelswerk (Crebo 10026) over de periode bij ROC Landstede;

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Infrastructuur

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 13 september 2017 / 71/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Nationaal Coördinator. Terrorismebestrijding en Veiligheid. Wettelijk kader. Inventarisatie documenten. Ministerie van Veilfgheidenlusririe

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS

Beslissing op bezwaar

Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat JT AMSTERDAM

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROVINCIAAL BLAD. Gezien het voorstel van Provinciale Staten van 8 december 2014, nummer 810A31EF;

3 t AUG Ministerie van Infrastructuur en Milieu

9 MEI Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Datum 17 juli 2019 Betreft Herzieningsbesluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.

Besluit Ik heb besloten uw verzoek af te wijzen aangezien de betreffende documenten reeds openbaar zijn.

NOTITIE, BEHORENDE BIJ HET PROTOCOL GEHEIMHOUDING GEMEENTERAAD MIDDELBURG 2016

Onder verwijzing naar uw per gestuurde brief van 6 februari 2013 bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Memo. Datum: 1 april Het presidium. Raadsgriffie, mr. drs. M. Huisman. Geheimhouding, beslotenheid en vetrouwelijkheid

Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie

Hoofdstuk I. Definities

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 29 OKT 2013 Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte heen

Informatie en handleiding over besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

H E E R H U G O W A A R D

Ministerie van Veiligheid en Justitie

2 0 JUNI. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum Betreft Verzoek op grond van Wet Openbaar van bestuur. uw kenmerk.

ECLI:NL:RVS:2012:BY5083

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

ECLI:NL:RVS:2017:1233

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

Uw verzoek betreft de bekostigíngsaanvraag van het Erasmus College Rivierenland ex. artikel 65 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs.

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Transcriptie:

ADVIES VAN DE ALGEMENE BEZWAARSCHRIFTENCOMMISSIE Aan~ Betreft: Bekendmaking beslissing: Ontvangst bezwaarschrift: Hoorzitting: Overdracht advies aan het college en de raadscommissie: De raadscommissie en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal HAt har""""'r"'rh ift v~n de heer S. van Alfer1, 1. 23 maart 2017 3mei2017 12 juni 2017 (de hoorzitting bestond uit een openbaar deel en een "... niet openbaar deel. Van beide delen is een verslag gemaakt. Het verslag van het openbare deel van de hoorzitting is toegevoegd als bijlage. Het verslag van het niet-openbare deel is geheim en wordt alleen aan het college en de raadscommissie aangeboden) 3 juli 2017 Onderwerp Het bezwaarschrift van de heer S. van Alfen (hierna: bezwaarmaker). Het bezwaarschrift is gericht tegen het door het college van de burgemeester en wethouders, mede namens de raadscommissie, genomen besluit van 23 maart 2017, verzonden 23 maart 2017 (hierna: het bestreden besluit). Bij dit besluit heeft het college besloten, voor zover het college bevoegd is, de verstrekking van de door bezwaarmaker gevraagde informatie te weigeren. De raadscommissie heeft besloten de verstrekking van de door bezwaarmaker opgevraagde notulen (lees: besluitenlijst) te weigeren. Zowel het college als de raadscommissie hebben besloten de opgelegde geheimhouding niet op te heffen. Ontvankeliikheid Het bestreden besluit kan worden aangemerkt als een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bezwaarmaker kan als indiener van het verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) als belanghebbend worden aangemerkt. Het bezwaarschrift is gedateerd op 3 mei 2017 en is op 3 mei 2017 ontvangen, binnen de termijn van zes weken als bedoeld in artikel 6:7 van de Awb. Het bezwaarschrift is daarmee tijdig ontvangen. Voor het overige zijn de commissie geen feiten of omstandigheden gebleken die zich tegen de ontvankelijkheid van het bezwaar verzetten. De commissie adviseert dan ook om het bezwaarschrift ontvankelijk te verklaren. Gronden van bezwaar In het bezwaarschrift wordt door bezwaarmaker, kort samengevat, naar voren gebracht dat: hij zich niet kan vinden in het besluit om de door hem opgevraagde documenten in de zogenaamde Freule-zaak niet te verstrekken; naar zijn mening niet het college dient te beslissen over het al dan niet openbaar maken van het "memo Freule-Van Holland". Dit stuk is vermeld op de agenda van de raadscommissie van 13 december 2016. Om die reden dient de raadscommissie te besluiten over openbaarmaking en niet het college; er in de brief van 23 maart 2017 onder het kopje "besluiten" niet expliciet wordt verwezen naar dit memo; hij het niet eens is met de gronden waarop is besloten het memo en de besluitenlijst geheim te houden; juist wanneer het gaat om 'grote financiële belangen van de gemeente', de belastingbetaler er belang bij heeft om te weten hoe de gemeente handelt;

hij niet inziet waarom openbaarmaking van de stukken bepaalde mensen zou bevoordelen of benadelen; hij als onderzoeksjournalist belang heeft bij een zo volledig mogelijk overzicht van de Freule-zaak, ten behoeve van zijn boek over deze affaire. Bezwaarmaker verzoekt daarom om zijn bezwaren gegrond te verklaren en om alsnog de gevraagde stukken te verstrekken. Vaststaande feiten en omstandigheden Op 13 december 2016 heeft een openbare raadscommissievergadering plaatsgevonden.- Op~ de"' agenda van deze vergadering stond onder punt 4 (ingekomen stukken) onder meer aangegeven: 4.i Memo 1-reule - Van Holland (geheim). In de bezwaarfase heeft de bezwaarschriftencommissie het document "memo Freule-Van Holland" onder geheimhouding mogen Inzien, zodat zij na kon gaan of op dit document inderdaad geheimhouding rust. De commissie constateert dat dit het geval is en dat deze geheimhouding is opgelegd door het college op grond van artikel 55 juncto artikel 86 Gemeentewet. Uit het videoverslag en de notulen/besluiten van de openbare vergadering van de raadscommissie van 13 december 2016 maakt de commissie op dat het door bezwaarmaker verzochte memo, dat stond geagendeerd onder punt 4.i, naar mening van de raadscommissieleden geen bespreking behoefde. In de besluitenlijst/notulen staat aangegeven: "de ingekomen stukken worden, voor zover niet anders vermeld, voor kennisgeving aangenomen". Op dinsdag 17 mei 2016 heeft eveneens een raadscommissievergadering plaatsgevonden. Op de agenda van deze vergadering stond onderaan aangegeven dat na afloop van het openbare deel een besloten deel van de vergadering plaats zou vinden met als onderwerp "consultatie Freule"_ Van het besloten deel van de raadscommissievergadering van 17 mei 2016 zijn geheime notulen gemaakt. Van de vergadering is geen video of geluidsregistratie gemaakt. In de bezwaarfase heeft de bezwaarschriftencommissie deze notulen onder geheimhouding mogen inzien, zodat zij na kon gaan of op dit document inderdaad geheimhouding rust. Uit de verstrekte gegevens is het de commissie gebleken dat op deze notulen het woord "geheim" is aangegeven en dat is aangegeven dat de raadscommissie unaniem heeft besloten om in beslotenheid te vergaderen en dat unaniem is besloten tot het opleggen van geheimhouding op het verhandelde. In het verleden werd in de jurisprudentie aangenomen dat een Wob-verzoek dat betrekking had op documenten waarop geheimhouding in de zin van de Gemeentewet was opgelegd, diende te worden afgewezen indien de verzoeker geen eigen belang had bij de betreffende de documenten. Alleen een belanghebbende kon met succes een verzoek indienen tot het opheffen van geheimhouding bij het bestuursorgaan dat de geheimhouding had opgelegd. De geheimhoudingsbepalingen van de Gemeentewet vormen op grond van jurisprudentie een uitputtende regeling inzake openbaarmaking en geheimhouding die als bijzondere regeling voorrang heeft boven de Wob, waardoor de opgelegde geheimhouding prevaleert boven de verzochte openbaarmaking. Sinds 23 november 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State echter gekozen voor een andere lijn in de jurisprudentie (ECLl:NL:RVS:2016:3140), waardoor Web-verzoeken die zien op stukken waarop geheimhouding op grond van de Gemeentewet is opgelegd, voortaan tevens moeten worden gezien als een verzoek om opheffing van deze geheimhouding. Op 27 januari 2017 heeft bezwaarmaker een Web-verzoek ingediend bij de gemeente Veenendaal. Hierbij heeft hij verzocht om de volgende documenten: 2

3 a. Memo Freule - Van Holland (geheim). Dit document staat vermeld in de agenda van de raadscommissie van 13 december 2016. Indien dit memo besproken is, dan wil bezwaarmaker daarvan ook het verslag, de notulen en/of de video/geluidsregistratie ontvangen. b. Het verslag, de notulen en/of de video/geluidsregistratie van het besloten deel van de raadscommissievergadering van dinsdag 17 mei 20161, waarin het onderwerp "consultatie Freule" is besproken. Door bezwaarmaker is aangegeven dat hij deze informatie nodig heeft voor zijn onderzoek naar de Freule-zaak waarover hij in 2016 een boek heeft gepubliceerd. Het verzoek is in behandeling genomen door het college. Het college heeft geconstateerd dat het verzoek zag op de hierboven aangehaalde documenten en dat daarop geheimhouding in de zin van (artikelen 55 en 86 van) de Gemeentewet rust. Gelet op de nieuwe lijn in de jurisprudentie en het feit dat op een deel van de documenten een door de raadscommissie opgelegde geheimhouding rust, heeft het college besloten om het verzoek tevens door te zenden aan de raadscommissie, zodat deze kon beslissen over de vraag of zij bereid was de geheimhouding op te heffen. Het college heeft in dit verband tevens een memo opgesteld aan de raadscommissie (memo van 7 maart 2017). In deze memo wordt de raadscommissie voorgesteld om te bepalen dat: a) de geheimhouding op de notulen (lees: besluitenlijst) van het besloten deel van de raadscommissie van 17 mei 2016 niet wordt opgeheven; b) de afhandeling van het besluit onder a) wordt gemandateerd aan het college van B&W. zodat het Wob-verzoek in één keer richting indiener kan worden afgehandeld. Dit memo is door de raadscommissie besproken in haar (openbare) vergadering van 22 maart 2017, Uit het videoverslag en de besluitenlijst/notulen van deze vergadering komt naar voren dat de raadscommissie bij meerderheid met het memo van het college heeft ingestemd. Nadat de raadscommissie met het voorstel van het college had ingestemd, is op 23 maart 2017 aan bezwaarmaker de beslissing van zowel het college als de raadscommissie toegezonden. Door het college is aangegeven dat zijzelf bevoegd is gebleven om te besluiten over het al dan niet opheffen van de door haar opgelegde geheimhouding, omdat de documenten niet zijn overgelegd aan de gemeenteraad. Ten aanzien van de besluitenlijst/notulen van de raadscommissie is aangegeven dat de raadscommissie het orgaan is dat bevoegd is te beslissen over de opheffing van de geheimhouding. In de motivering van het besluit wordt onder meer verwezen naar de hierboven aangehaalde jurisprudentie en gesteld dat daarom de door de bestuursorganen opgelegde geheimhouding is heroverwogen. Daarbij is aan de hand van de weigeringsgronden in de Wob nagegaan om welke reden geheimhouding was opgelegd en of deze geheimhouding nog steeds in stand dient te blijven. Vervolgens wordt aangegeven dat zowel het college als de raadscommissie hebben besloten deze geheimhouding niet op te heffen. De reden om de geheimhouding niet op te heffen is gelegen in de in de Wob genoemde weigeringsgronden "economische of financiële belangen van de gemeente" (artikel 10 lid 2 aanhef en onder b Wob), "eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer" (artikel 10 lid 2 aanhef en onder e Wob) en "het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden" (artikel 10 lid 2 aanhef en onder g Wob). Nu door beide bestuursorganen is besloten dat de geheimhouding niet wordt opgeheven, hebben het college en de raadscommissie moeten besluiten het Web-verzoek te 1 Bezwaarmaker spreekt in zijn verzoek feitelijk over een raadsvergadering, maar de vergadering van 17 mei 2016 betrof een raadscommissievergadering

4 weigeren. Deze commissie merkt op dat de raadscommissievergaderingen van 13 december 2016 en 22 maart 2017 openbaar waren en dat van deze vergaderingen videoverslagen en besluitenlijsten/notulen openbaar terug te vinden zijn via de website: https://veenendaal.raadsinformatie.nl/. Ook het memo van 7 maart 2017 is hier terug te vinden. Van toepassing zijnde wet- en regelgeving Zie bijlage, achteraan het advies. Overwealngén ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit Op grond van de artikelen 55 lid 1 van de Gemeentewet kan het college besluiten om geheimhouding op te leggen omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het college worden overgelegd. Op grond van artikel 86 lid 1 van de Gemeentewet kan een (raads)commissie in een besloten vergadering besluiten om geheimhouding op te leggen, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen, totdat het college dan wel de commissie haar opheft. Op grond van artikel 86 lid 2 van de Gemeentewet kan het college deze geheimhouding eveneens opleggen aan een commissie ten aanzien van stukken die hij aan deze commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. Deze geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd (in casu het college), dan wel de raad haar opheft. Aan het opleggen van een dergelijke geheim houding, dient steeds een belang zoals genoemd in artikel 10 van de Wob ten grondslag te liggen. Zoals de commissie hierboven onder het kopje "Vaststaande feiten en omstandigheden" heeft vastgesteld, is op de door bezwaarmaker op grond van de Wob verzochte documenten, voor zover deze daadwerkelijk bestaan, inderdaad geheimhouding opgelegd in de zin van de artikelen 55 en 86 van de Gemeentewet. Door het college is geheimhouding gelegd op het memo "Freule - Van Holland'', door de raadscommissie is geheimhouding opgelegd op de notulen van het besloten deel van de raadscommissievergadering van 17 mei 2016. Overige documenten waar bezwaarmaker naar vroeg, zijn niet bestaand en kunnen derhalve ook niet worden verstrekt. Ten aanzien van het opheffen van de geheimhouding die is opgelegd op de notulen van het besloten deel van de raadscommissievergadering van 17 mei 2016, is de raadscommissie het bevoegde bestuursorgaan om te besluiten tot opheffing van de geheimhouding. Gelet op het bepaalde in artikel 86 lid 2 is, in tegenstelling tot hetgeen bezwaarmaker van mening is, het college het bevoegde bestuursorgaan om te besluiten tot opheffing van de geheimhouding gelegd op het memo "Freule - Van Holland''. Het betoog van bezwaarmaker dat de raadscommissie over het opheffen van de geheimhouding zou moeten beslissen, treft dan ook geen doel. Nu vast staat dat geheimhouding is opgelegd en dat het college en de raadscommissie zich op het standpunt stellen dat deze geheimhouding niet kan worden opgeheven, ziet de commissie zich voor de vraag gesteld of er goede gronden waren om over te gaan tot het opleggen van de geheimhouding. Dit is slechts het geval indien bij het opleggen van de geheimhouding een belang zoals genoemd in artikel 10 van de Wob zich voordoet. Om te bezien of de raadscommissie en het college goede gronden hadden om over te gaan tot het opleggen van de geheimhouding, heeft de commissie zoals hierboven reeds is aangegeven inzage gehad in de geheime documenten. Hierbij heeft zij vastgesteld dat de belangen welke in de bestreden beschikking worden genoemd (de belangen genoemd in artikel 10 lid 2 sub b, een g van de Wob)

volgens haar inderdaad aanwezig zijn. Wanneer de documenten openbaar zouden worden gemaakt, kan dit gevolgen hebben voor de economische of financiële belangen van de gemeente, voor de persoonlijke levenssfeer van de in de documenten genoemde persoon of personen en kan er mogelijk onevenredige bevoordeling of benadeling ontstaan voor bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. De commissie is van mening dat het college en de raadscommissie in redelijkheid tot het oordeel konden komen dat deze belangen zwaarder moesten wegen dan het algemene belang dat is gediend bij openbaarheid. De belangen die door bezwaarmaker in zijn bezwaarschrift zijn vermeld (openbaarheid ten behoeve van inzicht in het financieel handelen van de gemeente, openbaarheid ten behoeve van het goed kunnen functioneren van de journalistiek), maken dit niet anders. Naar mening van de bezwaarschriftencommissie hebben de raadscommissie en het college dan ook terecht besloten, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft, om de opgelegde geheimhouding niet op te heffen. Dit betekent dan tevens dat zij terecht hebben besloten om het Web-verzoek van bezwaarmaker af te wijzen. De commissie wijst ten slotte op het bepaalde in artikel 10:3 lid 3 Awb. Dit betekent dat de raadscommissie zelf de beslissing moet nemen op het bezwaar tegen het niet verstrekken van de notulen van het besloten deel van de raadscommissievergadering van 17 mei 2016 en die beslissing niet kan mandateren. Met andere woorden: beide bestuursorganen moeten zelf de beslissing op bezwaar nemen ten aanzien van de documenten waarop zijzelf geheimhouding hebben opgelegd. Conclusie en advies Samengevat is de commissie van mening dat het college en de raadscommissie, ieder voor zover het betreft hun eigen bevoegdheid, terecht hebben besloten om de op de verzochte documenten opgelegde geheimhouding niet op te heffen en het Web-verzoek af te wijzen. 5 De commissie adviseert daarom het bezwaarschrift ontvankelijk en ongegrond te verklaren en de bestreden besluiten te handhaven. De secretarissen, De voorzitter,,/. rf-j H. van Nijnanten & M.R. Groenewoud W.P. Adriaanse

6 Biilaqe met van toepassing ziinde wet~ en regelgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 10:3 1 Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. (...) 3 Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. Gemeentewet: Artikel 55 1 HRt r:n/lege kan np grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het college worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het college haar opheft. 2 Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de burgemeester of een commissie, Jen aanzien van de stukken die l:ij aan het college overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft. 3 Indien het college zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft. Artikel 86 Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering mat gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. 2 Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het collega en da burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. Da geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft. 3 Indien een commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht. wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft. Wet openbaarheid van bestuur Artikel 3 1 Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. (".) Artikel 10 1 Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van da Staat zou kunnen schaden; c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

7 d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2 Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1 a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3 Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 4 Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5 Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6 Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. 7 Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8 Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu.

VERSLAG VAN HET OPENBARE DEEL VAN DE HOORZITTING VAN DE ALGEMENE BEZWAARSCHRIFTENCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE VEENENDAAL Verslag van de op 12 juni 2017 gehouden hoorzitting als bedoeld in artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tijdem... ~... 0 hnorzittirir i~ het bezwaarschrift behandeld dat is ingediend door de heer S. van Alfen, wonende (verder: bezwaarmaker). Het bezwaar is gericht tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal (hierna: college), mede namens de raadscommissie van Veenendaal, van 23 maart 2017. Bij dat besluit hebben het college en de raadscommissie, in reactie op het Web-verzoek van bezwaarmaker, besloten de opgelegde geheimhouding-niet op te heffen en de door bezwaarmaker gevraagde informatie te weigeren. Aanwezig: Voorzitter: Leden: Secretarissen: Bezwaarmaker: Vertegenwoordigers namens het college en de raadscommissie: Toehoorder: de heer W.P. Adriaanse mevrouw L. de Keijzer-Krens de heer 1. Sewandono de heer M.R. Groenewoud de heer H. van Nijnanten de heer S. van Alfen de heer 8. Knieriem de heer J. Mulder de heer J. Rademaker (dagblad De Gelderlander) (korte vermelding van hetgeen over en weer is gezegd en ter zitting is voorgevallen) De voorzitter opent de hoorzitting, stelt de leden van de commissie voor en geeft aan dat de commissie onafhankelijk en onpartijdig is en advies zal uitbrengen aan het college en de raadscommissie. Zij zullen hierop een besluit op bezwaar nemen. Vervolgens geeft hij aan dat het bezwaarschrift ziet op de weigering om de op een aantal stukken opgelegde geheimhouding op te heffen. De commissie heeft inzage gekregen in deze stukken, maar kan hierover in het openbaar niet over de inhoud van de stukken spreken of daarover vragen stellen, nu deze geheimhouding zich ook tot de commissie uitstrekt. De commissie heeft een aantal vragen over de inhoud van de stukken. Deze zal zij aansluitend in een besloten deel van deze hoorzitting aan de vertegenwoordigers stellen. Van dit besloten deel van de zitting wordt een geheim verslag gemaakt dat met het openbare advies en het verslag van het openbare deel van de hoorzitting aan het college en de raadscommissie wordt aangeboden. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de bezwaarmaker. Heeft hij behoefte om te reageren op het verweerschrift dat hij heeft ontvangen? Bezwaarmaker geeft aan dat hij het standpunt dat de gemeente inneemt voor zichzelf vindt spreken, maar hij is het hier niet mee eens. Naar zijn mening zou een Wob-verzoek niet nodig zijn geweest als de gemeente een aantal vrij simpele vragen had beantwoord. Hij stelt dat door de gemeente een aantal personen aansprakelijk zijn gesteld voor de schade die is voortgevloeid uit de Freule-affaire en dat de gemeente deze schade op hen probeert te verhalen. Vervolgens heeft de gemeente echter nooit gecommuniceerd over deze rechtszaken, zodat niet duidelijk is hoe de affaire is afgelopen en wat het college ermee heeft gedaan. Bezwaarmaker vraagt zich af of er schikkingen zijn getroffen. Het enige dat de gemeente tot nog toe steeds meldt is dat er geen uitspraken worden gedaan over lopende procedures, maar hoe lang houdt men dit vol? De zaak loopt inmiddels 15 jaar. Uit openbare stukken blijkt tegelijkertijd dat de gemeente nog altijd kosten maakt. Bezwaarmaker merkt op dat hij als journalist zijn werk op deze manier niet goed kan doen. Hij heeft een boek geschreven waarvan hij wellicht een tweede druk wil uitbrengen. Maar er zijn nog steeds veel losse eindjes. De voorzitter vraagt of de vertegenwoordigers hierop in het openbare deel een reactie kunnen geven.

2 De heer Knieriem verwijst voor de redenen waarom de informatie niet kan worden verstrekt er. de geheimhouding niet kan worden opgeheven naar het gestelde in het verweerschrift. Hij beseft dat dit voor het journalistieke werk frustrerend is, maar het is niet anders. De voorzitter vraagt bezwaarmaker wat hij bedoelt met de stelling in het bezwaarschrift dat hij een referentie mist "naar het memo in uw 'besluiten"'. De voorzitter constateert dat er in het bestreden besluit wel verwezen is naar het memo. Bezwaarmaker merkt op dat dit klopt, maar dat dit niet lijkt terug te komen onder het kopje 'besluiten' op de volgende bladzijde. De voorzitter merkt op dat hij het besluit aldus leest dat het college heeft geweigerd de gevraagde informatie te verstrekken en dat daaronder ook het menio wordt begrepen. De heer Knlerlem bevestigt deze lezing. Bezwaarmaker geeft aan dat het college meent dat zijzelf bevoegd is om de geheimhouding over het memo op te heffen. Maar in de agenda van de raadscommissie die hij als bijlage bij zijn Wob-verzoek had gevoegd, staat het memo opgevoerd als ingekomen stuk. Naar zijn mening is het dan ook de raadscommissie die moet besluiten over opheffing van de geheimhouding. De heer Knieriem verwijst naar het gestelde in het verweerschrift. Het memo is niet naar de gemeenteraad verzonden. Als het stuk niet naar de raad gaat, blijft het college bevoegd over de door haar opgelegde geheimhouding. De raadscommissie heeft hierin geen rol. Alleen als het stuk naar de raad gaat, is de raad het orgaan dat de geheimhouding kan bekrachtigen of opheffen. De heer Sewandono beseft dat de vertegenwoordigers gebonden zijn aan de geheimhouding, maar vraagt zich af In hoeverre zij In het openbare deel Iets kunnen vertellen over de gerechtelijke procedures. Zijn alle procedures beëindigd of is dit niet het geval? De heer Mulder merkt op dat hij alleen in algemene termen kan beantwoorden. Hij geeft te kennen dat niet alle procedures op hun eind zijn. De voorzitter beëindigt hiermee het openbare deel van de hoorzitting en bedankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng. De secretarissen, De voorzitter, ;;. - - H. van Nijnanten & M.R. Groenewoud W.P. Adriaanse