Betreft: ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet steenmarters op basis van beheerplan

Vergelijkbare documenten
Betreft: ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet steenmarters op basis van beheerplan

Onderwerp: Ontheffing Wet natuurbescherming; schade en overlastbesrtrijding steenmarters

Flora- en Faunawet: ontheffingaanvraag artikel 74, lid 1a Flora- en faunawet

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

provinci renthe r (o592) 36 tt tj r (o592) 36 t7 77 tt,h,lt,ht,,lhtttttttilil Assen, 30 april 2015

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Tamboer Plaagdierbeheersing A. Tamboer Hoofdweg LV NIEUW VENNEP. Datum 29 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag jagen op begraafplaatsen

Wij bepalen voorts dat vervoer, bezit en handel zijn toegestaan, alsmede het deponeren in het veld van dieren of delen daarvan.

Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan JN SCHIEDAM. Geachte heer Van Blerck,

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Spreeuw

De R.-K. Parochie H. Augustinus p/a R.-K. Begraafplaats Buitenveldert A. Vink Fred Roeskestraat EE AMSTERDAM

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Smient

PC Hooft Groep B.V. Begraafplaats Westgaarde J. Steenbeek Kabelweg BB AMSTERDAM

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 22 februari 2017 tot en met 21 februari Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Natuurbeschermingswet 1998; verzoek gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. Beschikking

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking NBwet vergunning

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 18 november 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 24 februari 2015 tot en met 1 januari 2018.

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum ff75.06.toek augustus 2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 14 oktober 2016 tot en met 14 oktober Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Erasmus Medisch Centrum B.E.E. Martina Dr. Molewaterplein GEROTTERDAM

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. Beschikking

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

M.B.A. Knuvers Vicarisweg AC VARSSELDER. Datum 15 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet. Geachte mevrouw Knuvers,

Steenmarters. Aanpak van overlast. Gemeente Midden-Drenthe

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Sachem Europe BV Postbus 52 Zaltbommel Zaaknummer :

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Steenmarters. Aanpak van overlast. Gemeente Midden-Drenthe

Stichting SOS Dolfijn E. Everaarts Valkhof LL NIJKERK. Datum 29 juni 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Veldbiologische Werken J.C. Knotters Kastanjeberg KA ROOSENDAAL. Datum 16 december 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen 2 Beslissing Aanvraag

Onderwerp : ontheffing art. 68 Flora- en faunawet; nr. Frl

Jasja Dekker Dierecologie J. Dekker Enkhuizenstraat WZ ARNHEM. Datum 30 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Netwerk Groene Bureaus J.P.M. Burger Zeisterweg NL ODIJK. Datum 24 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 15 maart 2016 tot 1 juli Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Verder ben ik niet bevoegd om een beslissing te nemen op uw aanvraag voor de klapmuts, ringelrob en zadelrob.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Statenvoorstel nr. PS/2009/738

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 20 september 2016 tot en met 15 oktober 2017.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door:

Stichting RAVON de heer R. van Westrienen Toernooiveld 1, kamer A1-24 B 6525 ED NIJMEGEN. Geachte heer Van Westrienen,

Gemeente Stein R. Vluggen Stadhouderslaan KP STEIN. Datum 28 mei 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 15 maart 2016 tot 1 juli Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijk intrekking Nb-wet vergunning

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

NatuurInclusief J. Beijk Alexandrinalaan NN BORCULO. Datum 13 februari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gemeente Opmeer H.A.C. van Langen postbus ZK SPANBROEK. Datum 4 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

Archimedeslaan 6 Postbus AE Utrecht. Ontheffing van GS van Utrecht

Gemeente Overbetuwe G..W.E.M. Burgers Postbus AA ELST. Datum 2 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Gemeente Heerenveen H. Huisman Postbus BH HEERENVEEN. Datum 16 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Aanvraag. Ontheffing artikel 75 Flora- en faunawet. Waarom dit formulier? Uw gegevens. In te vullen door Dienst Regelingen.

Koningin Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren S. van Horck Nieuwezijds Voorburgwal RK AMSTERDAM

Staatsbosbeheer Divisie Ontwikkeling en Beheer S. Thijsen Smallepad MG AMERSFOORT

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Transcriptie:

Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Gemeente Kampen de heer H.J. Bartelink Postbus 5009 8260 GA KAMPEN Inlichtingen bij hr. A.G. van der Wal telefoon 038 499 76 96 fax 038 425 75 00 AG.vd.Wal@overijssel.nl Projectnummer Betreft: ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet steenmarters op basis van beheerplan Datum 06.02.2013 Kenmerk 2013/0033139 Pagina 1 Uw brief Uw kenmerk Geachte heer Bartelink, Op 13 maart 2012 hebben wij uw Steenmarterbeheerplan ontvangen. 1 Op 25 oktober 2012 heeft u ons via de email een aanvulling op uw Steenmarterbeheerplan het gestuurd. 2 Op 6 december 2012 hebben wij uw aanvraag om ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet ontvangen. 3 De ontheffing is aangevraagd voor het vangen van steenmarters in en om gebouwen binnen de bebouwde kom van de gemeente Kampen met gebruikmaking van een vangkooi/kastval ter voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of bijhorende roerende zaken. Uw Steenmarterbeheerplan dateert van december 2011. U wilt een ontheffing voor de duur van vijf jaar, van 2013 tot en met 2018. Hieronder leest u ons besluit op de aanvraag, en onze toelichting op dit besluit. Op de besluitvorming zijn de bepalingen van hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Besluit Wij verlenen hierbij ontheffing aan de gemeente Kampen: van de verbodsbepalingen in artikel 9, 10, 11, 13, 14 van de Flora- en faunawet; van de verbodsbepaling artikel 72 lid 4 van de Flora- en faunawet juncto artikel 5 lid 1 sub e en sub f van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, en artikel 72 lid 5, van de Floraen faunawet. Voor het verstoren en vangen van steenmarters in gebouwen met gebruikmaking van een vangkooi/kastval en vervolgens vervoeren en uitzetten, ter voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of bijhorende roerende zaken, binnen de bebouwde kom van de gemeente Kampen (zie bijlage I). De ontheffing geldt tot 1 januari 2018. 1 Ons kenmerk: 2012/0211302 2 Ons kenmerk: 2012/0273808 3 Ons kenmerk: 2012/0283050 Bijlagen 2 Datum verzending

Aan de ontheffing verbinden wij de volgende voorschriften: 1. De gemeente is als ontheffinghouder verantwoordelijk voor het gebruik van de ontheffing en de naleving van de voorschriften waaronder zij is verleend. De verantwoordelijkheid van de gemeente laat onverlet dat de ontheffinggebruiker strafrechtelijk kan worden vervolgd bij overtreding van deze ontheffing. 2. De gemeente mag de in deze ontheffing genoemde handelingen middels een machtiging uit laten voeren door vaste medewerkers van de gemeente Kampen, mist deze medewerkers gecertificeerd zijn in de bestrijding van steenmarters door de Stichting Vakopleiding Ongediertebestrijding of een vergelijkbare opleiding. 3. De gemeente mag de in deze ontheffing genoemde handelingen middels een machtiging uit laten voeren door derden, mist deze derden gecertificeerd zijn in de bestrijding van steenmarters door de Stichting Vakopleiding Ongediertebestrijding of een vergelijkbare opleiding. 4. De gebruiker van de ontheffing is verplicht een kopie van de door de gemeente gewaarmerkte ontheffing, en de machtiging van de gemeente voor het gebruik van de ontheffing bij zich te houden. 5. Van deze ontheffing kan slechts gebruik worden gemaakt in gebouwen of in de nabijheid van gebouwen, binnen de bebouwde kom van de gemeente Kampen (zie bijlage I). 6. Van deze ontheffing kan slechts gebruik worden gemaakt indien er sprake is van belangrijke schade of overlast, zoals omschreven in de overweging van dit besluit. 7. Voor het vangen van de Steenmarter mag alleen een kastval of vangkooi gebruikt worden waarin het dier levend gevangen kan worden. 8. Voor het vangen moet in de directe omgeving van de vangplaats (binnen 100 meter) een alternatieve nestgelegenheid, zoals beschreven in uw Steenmarterbeheerplan, gerealiseerd zijn. 9. De gevangen Steenmarter moet in de directe omgeving (binnen 100 meter) van de vangplaats vrij gelaten worden. 10. Voor en direct na het vangen moeten preventieve maatregelen in, aan en om het betreffende gebouw getroffen worden, die uitsluiten dat de Steenmarter nogmaals het gebouw kan binnenkomen. 11. Voor het vangen van de Steenmarter moet dit aan een toezichthouder van de provincie Overijssel gemeld worden. De toezichthouder kan dan ter plekke constateren of voldaan is aan de vereisten zoals gesteld in voorschriften 2 t/m 10 van deze ontheffing 12. De kastvallen of vangkooien worden minstens eenmaal daags gecontroleerd. 13. Gevangen steenmarters dienen zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 1 uur, na de constatering van de vangst vrij gelaten te worden. 14. Een Steenmarter met een nest met hulpbehoevende jongen mag niet gevangen worden.

15. Er kan slechts gebruik gemaakt worden van de ontheffing indien het vangen minimaal 48 uur van te voren gemeld wordt bij het meldpunt van provincie Overijssel (E-mail: meldpunt@overijssel.nl; telefoonnummer: 038 425 24 23). Aangeven dient te worden: de locatie c.q. het adres, en wie gebruik gaat maken van de ontheffing (naam + telefoonnummer). 18. De ontheffinghouder (de gemeente) dient jaarlijks (uiterlijk op 15 september) schriftelijk opgave te doen (provincie Overijssel t.a.v. afdeling Publieke Dienstverlening, het team vergunningen) van hetgeen met behulp van deze ontheffing is gevangen (aantal, locaties en data). 19. Ongewenste bijvangsten zoals Boommarter, Bunzing of Egel dienen onmiddellijk in de directe omgeving vrijgelaten te worden. Overige opmerkingen Van de ontheffing mag slechts gebruik worden gemaakt met toestemming van de eigenaren voor het betreden van de gronden. Deze ontheffing kan op grond van de criteria genoemd in artikel 80 van de Flora- en faunawet worden ingetrokken. Advies Faunafonds Op 29 januari 2013 hebben wij het advies van het bestuur van het Faunafonds op onze conceptontheffing ontvangen. 4 Het bestuur van het Faunafonds is van mening dat de ontheffing verleend kan worden. Overweging Wij hebben de aanvraag getoetst aan de Flora- en faunawet en onze Nota beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel. Wettelijk kader en beleid 1. De Flora- en faunawet biedt een passieve bescherming van dier- en plantensoorten. 2. Deze bescherming komt tot uitdrukking in een algemeen landelijk verbodstelsel. Op grond van de wet is het verboden beschermde inheemse diersoorten: te doden, verwonden, vangen, bemachtigen of met het oog daarop opsporen (art. 9). dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. (art. 10) nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. (art. 11) beschermde inheemse diersoort te vervoeren en onder zich te hebben. (art. 13) dieren in de vrije natuur uit te zetten. (art. 14) De Steenmarter (Martes foina) wordt aangemerkt als een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4 van de Wet. Ten aanzien van beheer en schadebestrijding zijn in de wet uitzonderingsbepalingen opgenomen. Beheer en schadebestrijding 4 ons kenmerknummer: 2013/0029078

In de artikelen 65, 67 en 68 van de wet zijn drie instrumenten opgenomen die in verband met beheer en schadebestrijding de mogelijkheid bieden om inbreuk te maken op de in de desbetreffende artikelen opgesomde verbodsbepalingen. In de artikelen 72 tot en met 74a van de wet zijn vervolgens nadere bepalingen opgenomen die bij beheer en schadebestrijding in acht moeten worden genomen Artikel 68 van de Flora- en faunawet biedt de mogelijkheid om voor specifieke aangewezen belangen, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat, en er geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding gedaan wordt, om af te wijken van artikelen 9 tot en met 15, 15a, 15b, tweede lid in samenhang met het eerste lid, 16, 17, 18, 53, eerste lid, onderdelen c en d, 72, vijfde lid, en 74 van de Flora- en faunawet. Artikel 68 lid 1e juncto artikel 4a geeft als specifiek belang waarvoor ontheffing verleend kan worden: de voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of zich daarin of daarbij bevindende roerende zaken Een ontheffing kan verleend worden indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat voldoende preventieve maatregelen genomen zijn en dat het effect van deze preventieve maatregelen onvoldoende is, en dat de gunstige instandhouding van een soort niet in gevaar wordt gebracht. Volgens de Flora- en faunawet worden ontheffingen ex artikel 68 van de wet in principe verleend aan een Faunabeheereenheid op basis van een goedgekeurd Faunabeheerplan (Art 68 lid 4 ). Echter in artikel 68 lid 6 staat dat in afwijking ook aan een ander dan de Faunabeheereenheid een ontheffing verleend kan worden. Daarvoor worden drie gronden genoemd: 1. Indien de noodzaak ontbreekt voor een faunabeheerplan gelet op de soort dan wel de aard of omvang van te verrichten handelingen, of; 2. Indien de noodzaak ontbreekt dat de te verrichten handelingen worden verricht door tussenkomst van een faunabeheereenheid, of; 3. Indien het gebied waar de handelingen worden verricht niet is gelegen in een gebied waarover zich de zorg van een faunabeheereenheid uitstrekt De handeling betreft het incidenteel vangen en weer vrijlaten van een enkele Steenmarter. Dit gebeurt in een gebied binnen de bebouwde kom van de gemeente. Door de kleinschaligheid van de handeling is er geen noodzaak dat de ontheffing verleend wordt aan een Faunabeheereenheid op basis van een goedgekeurd Faunabeheerplan, maar kan de ontheffing verleend worden aan de gemeente mede op basis van het Steenmarterbeheerplan. Provinciaal beleid De Nota beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel (vastgesteld op 22 april 2008) is eveneens van toepassing bij de beoordeling van de ontheffingsaanvraag. 5 In deze nota staat op bladzijde 22: de provincie heeft hierbij het voornemen zich te beperken tot ontheffingen voor het wegvangen van dieren, in combinatie met preventieve maatregelen door de eigenaar of gebruiker van de gebouwen: eigenaren/ gebruikers moeten schade/overlast zelf voorkomen (indien deze schade of overlast voor hen niet 5 Nota Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel van april 2008; bladzijde 22

aanvaardbaar is). De provincie gaat er van uit dat bij het wegvangen van steenmarters sprake zal zijn van een planmatige aanpak, waarbij binnen het leefgebied van de betreffende dieren vervangende nestgelegenheden worden gecreëerd. Deze planmatige aanpak moet in samenspraak met of door de faunabeheereenheid (in het buitengebied) of de gemeente (voor binnen de bebouwde kom) worden vormgegeven; Gemeentelijk beleid Het Steenmarterbeheerplan van de gemeente Kampen dateert van december 2011, en een aanvulling op het beleidskader van 25 oktober 2012. 6 Op 27 november 2012 is door ons middels een brief 7 vastgesteld dat het beheerplan en de aanvulling voldoet aan een planmatige aanpak zoals beschreven in onze Nota beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel. Overweging De Steenmarter is een kleine tot middelgrote marterachtige, die vooral s nachts actief is. Steenmarters leven alleen of in een tijdelijk familieverband, waarbij er dan sprake is van een moertje met jongen. Het dier is een cultuurvolger wiens verspreidingsgebied zich in Nederland aan het uitbreiden is. Steenmarters zijn sterk territoriaal, waarbij de gemiddelde territoriumgrootte van mannetjes 78 ha en van vrouwtjes 34 ha is. Een hogere dichtheid komt bij vrouwtjes ook voor. Bij onderzoek in Borgharen bleek dat vrouwtjes een gemiddelde homerange hadden van 16,8 ha. Door deze territoriumdrift kan er nooit een steenmarterplaag ontstaan. Het gevolg van het sterven of wegvangen van een Steenmarter uit een territorium is dat deze snel weer bezet zal worden door een nieuwe Steenmarter. Tussen eind februari en eind april ligt de geboortetijd van steenmarters, en rond half juni verlaten de jongen, die dan vrijwel net zo groot als hun ouders zijn, de geboorteplek. 8 Op 13 maart 2012 heeft de gemeente Kampen ons haar Steenmarterbeheerplan aangeboden. In hoofdstuk 4 en 5 van het plan wordt beschreven dat in eerste instantie preventieve maatregelen aan het gebouw getroffen zullen worden om te voorkomen dat een Steenmarter binnen kan dringen. Daarnaast zal pas bij ernstige overlast en/of schade aan gebouwen, of zich daarin of daarbij bevindende roerende zaken, gebruik gemaakt worden van de ontheffing, voor het vangen en uitzetten van de Steenmarter. Het vangen gebeurt met behulp van een kastval en/of vangkooi door daarvoor opgeleide medewerkers. De Steenmarter wordt in zijn/haar eigen leefgebied, in de directe omgeving van de vangplaats, uitgezet. Voordat dit gedaan wordt moet een vervangende nest/verblijfsplaats gerealiseerd zijn. Uit onderzoek blijkt dat vrouwtjes steenmarters gemiddeld een territoriumgrootte kunnen hebben van 16,8 hectare. 9 Indien de Steenmarter binnen 100 meter van de vangplaats uitgezet wordt, is het aannemelijk dat dit nog in het leefgebied van de betreffende Steenmarter is. Deze generieke ontheffing wordt afgegeven op basis van de planmatige aanpak zoals beschreven door de gemeente Kampen in haar Steenmarterbeheerplan. Van deze ontheffing mag pas gebruik gemaakt worden, nadat er een melding bij de provincie Overijssel gedaan is. 6 Ons kenmerk: 2012/0283050 7 Ons kenmerk: 2012/0273808 8 Maanen van E., Samenleven met een vreemde snuiter in Deventer, juni 2008 9 Maanen van E., Samenleven met een vreemde snuiter in Deventer, juni 2008

Een toezichthouder van de provincie Overijssel kan dan ter plekke constateren, dat aan de randvoorwaarden en belangen uit de Flora- en faunawet en de belangen van de Nota beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel voldaan worden. De randvoorwaarden uit de Wet staan in artikel 68. Van deze ontheffing kan pas gebruik gemaakt worden indien: 1. er geen ander bevredigende oplossing is dan het vangen van de Steenmarter; 2. er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige instandhouding van de soort. Ad 1. Het wegvangen van een Steenmarter is een uiterste maatregel om schade en belangrijke overlast te voorkomen. Ten eerste moet er daarom uitputtend gezocht zijn naar alternatieve maatregelen om de Steenmarter buiten het gebouw te krijgen en te houden. Dit houdt in dat in de ruimtes in het gebouw waar steenmarters verblijven, maatregelen getroffen moeten zijn die steenmarters verjagen (bv. een bewegingsmelder gecombineerd met een fluittoon). En ten tweede moeten, als de steenmarters uit het gebouw verjaagd zijn, alle mogelijk haalbare maatregelen getroffen zijn aan, in en om het gebouw, waardoor de Steenmarter niet meer binnen kan dringen. Ad 2. De Steenmarter mag niet gedood worden. De Steenmarter mag niet het risico lopen dat door het vangen en opnieuw vrijlaten toch nog sterft. Hierdoor is er namelijk een risico dat er afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding. Dit risico is uit te sluiten indien de Steenmarter met een kastval of vangkooi gevangen wordt, en vervolgens in de directe omgeving, in zijn eigen leefgebied, vrijgelaten wordt. Daarbij moet tevoren in het leefgebied van de betreffende Steenmarter een geschikte nestgelegenheid gecreëerd zijn (of al aanwezig zijn). De belangen waaronder Gedeputeerde Staten een ontheffing voor het vangen van de Steenmarter kunnen verlenen staan in artikel 68 lid 1e van de Flora- en faunawet juncto artikel 4 lid a van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren. Van deze ontheffing kan daarom pas gebruik gemaakt worden indien er: 1. schade aan gebouwen of daarin of daarbij bevindende roerende zaken, is; 2. belangrijke overlast is. Ad 1. Onder schade aan gebouwen en roerende zaken moet gedacht worden aan krabben en/of bijten aan voorwerpen van hout en kunststof. Of schade door vervuiling van ruimtes in gebouwen, of goederen in die gebouwen, door ophoping van prooiresten in combinatie met ontlasting. Ad 2. Bij belangrijke overlast moet gedacht worden aan overlast door ernstige geurhinder en/of geluidsoverlast door dieren in woningen. In de Nota beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel staan de volgende randvoorwaarden voor het vangen van steenmarters (van deze ontheffing kan pas gebruik gemaakt worden als aan beide randvoorwaarden voldaan is): 1. het vangen moet gebeuren in combinatie met preventieve maatregelen die getroffen moeten worden door de eigenaar of gebruiker van de gebouwen; 2. binnen het leefgebied van de Steenmarter moet een vervangende nestgelegenheid gecreëerd worden Ad. 1 Deze randvoorwaarden zijn hierboven beschreven.

Ad. 2 In de directe omgeving van de vanglocatie (binnen 100 meter) moet een vervangende nestgelegenheid gemaakt zijn, die voldoet aan de randvoorwaarden zoals beschreven in het Steenmarterbeheerplan van de Gemeente. Zoals in de Nota beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel geldt deze ontheffing op basis van het Steenmarterbeheerplan zoals vastgesteld door de gemeente Kampen alleen voor gebouwen binnen de bebouwde kom (zie bijlage I). Conclusie Wij zijn van mening dat de gevraagde ontheffing voor het vangen van steenmarters in en om gebouwen binnen de bebouwde kom van de gemeente Kampen met gebruikmaking van een vangkooi/kastval ter voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of bijhorende roerende zaken, verleend kan worden, omdat deze geen afbreuk doet aan de instandhouding van de Steenmarter en er geen alternatieve mogelijkheden dan het vangen met vangkooien of kastvallen zijn. Afschriften Afschriften van dit besluit worden verzonden aan het ministerie van EZ, aan de Stichting Faunabescherming te Amstelveen, de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, de Politie en naar het Faunafonds in Dordrecht. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Willem van der Galiën, teamleider Vergunningverlening

Bezwaar Binnen 6 weken ingaand op de dag na de datum van verzending van het bijgaand besluit, kunt u daartegen een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 499 9305). U kunt het bezwaarschrift desgewenst ook per fax verzenden. Het faxnummer van het Team Juridische Zaken is: 038-425 48 02. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u vinden op www.overijssel.nl/bezwaarschriften. Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de bezwaarschriftprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld. Indien onverwijlde spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzieningenrechter van de Sector Bestuursrecht Rechtbank Zwolle (telefoon 038 888 44 44). In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

BIJLAGE 1. BEBOUWDE KOM KAMPEN