Werken met een Author-project

Werken met een Author-project cumlaude Author versie 6.2

Een woord vooraf Wij stellen je terugkoppeling zeer op prijs. Heb je vragen en opmerkingen over cumlaude Author en de documentatie? Neem dan contact op met Three Ships Support. Disclaimer Three Ships enterprises werkt volgens vaste procedures om ervoor te zorgen dat de informatie in deze documentatie correct en actueel is. Three Ships enterprises kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke onvolkomenheden in dit document of voor ongewenste resultaten en/of schade die voortkomt uit het gebruik van de informatie die dit document biedt. Neem bij twijfel altijd contact op met Three Ships Support. Contactgegevens Three Ships Support Telefoon: +31 (0)10 285 99 66 E-mail: support@threeships.nl Ticket indienen: http://support.threeships.nl PUBLICATIEDATUM VERSIENR AANPASSING 8 november 2017 1.0 Eerste gepubliceerde versie THREE SHIPS ENTERPRISES BV, 8-NOV-17 Wil je deze documentatie extern verspreiden, aanpassen voor intern gebruik, of anderszins dupliceren? Neem dan eerst even contact met ons op. ii

Inhoud EEN WOORD VOORAF... II INHOUD... III NOTATIE... VI 1 INLEIDING... 7 2 DE MENU S EN KNOPPEN... 8 2.1 Menu s en knoppen... 8 2.2 Menuopties tonen... 11 2.3 Author-project in Digibord-modus bekijken... 13 3 PAGINA S GEBRUIKEN EN NAVIGEREN... 14 3.1 In- en uitzoomen op het Author-project... 14 3.2 Author-project op volledige scherm tonen... 15 3.3 1 of 2 pagina s op het scherm tonen... 15 3.4 Naar een volgende of vorige pagina bladeren... 16 3.5 Naar een specifieke pagina gaan... 16 3.6 Terug- en vooruitnavigeren... 17 3.7 Pagina s met bladwijzers markeren en navigeren via bladwijzers... 18 3.8 Wisselen tussen Author-projecten (alleen in het contentplatform)... 19 3.9 Author-projecten naast elkaar bekijken (alleen in het contentplatform)... 20 3.10 Toevoegingenoverzicht bekijken... 21 3.11 Zoeken in het Author-project... 23 3.12 Teksttoelichting bekijken... 24 3.13 Tekst kopiëren... 25 3.14 Paginalink kopiëren... 26 3.15 Pagina( s) afdrukken... 26 3.16 Tekst laten voorlezen... 27 3.17 Presentatie bekijken... 28 3.18 Werken met een quiz... 29 4 AANTEKENINGEN OPSLAAN, OPENEN EN VERWIJDEREN... 32 4.1 Aantekeningen opslaan... 32 4.2 Opslaan van aantekeningen uit- of weer aanzetten... 33 4.3 Aantekeningen tonen of verbergen... 34 4.4 Nieuwe aantekeningenset toevoegen... 34 4.5 Andere aantekeningen openen... 35 iii

4.6 Aantekeningen verwijderen... 35 5 AANTEKENINGEN MAKEN IN EEN AUTHOR-PROJECT... 37 5.1 Kladblok openen... 37 5.2 Tekenen met het potlood... 38 5.3 Markeren met de markeerstift... 38 5.4 Tekst markeren met de tekstmarkeerstift... 39 5.5 Tekst toevoegen en wijzigen... 39 5.6 Vorm toevoegen... 40 5.7 Lijn trekken met de geodriehoek... 40 5.8 Lijn trekken met de liniaal... 41 5.9 (Gedeeltelijke) cirkel tekenen met de passer... 42 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen... 43 5.11 Wijzigingen in aantekeningen ongedaan maken of opnieuw toevoegen... 44 6 BIJLAGEN IN AANTEKENINGEN OPNEMEN EN BIJLAGEN BEHEREN... 45 6.1 Bijlage toevoegen... 45 6.2 Bijlagen beheren... 48 7 AANTEKENINGEN AANPASSEN... 50 7.1 Aantekeningen tijdelijk verschuiven... 50 7.2 Aantekeningen verplaatsen... 50 7.3 Vorm aanpassen... 51 7.4 Aantekeningen wissen... 54 8 AANTEKENINGEN EXPORTEREN EN IMPORTEREN... 55 8.1 Aantekeningen exporteren... 55 8.2 Aantekeningen importeren... 55 9 AANTEKENINGEN UITWISSELEN (ALLEEN IN HET CONTENTPLATFORM)... 56 9.1 Code van aantekeningen invoeren... 56 9.2 Gedeelde aantekeningen tonen of verbergen... 57 9.3 Uitwisselen van aantekenen ongedaan maken... 58 10 ANTWOORDEN TONEN EN VERBERGEN IN EEN AUTHOR-PROJECT... 59 10.1 Antwoorden selecteren om te tonen... 59 10.2 Antwoorden regel voor regel tonen... 60 10.3 Alle antwoorden tonen... 61 10.4 Alle antwoorden verbergen... 62 11 ANTWOORDEN DELEN (ALLEEN IN HET CONTENTPLATFORM)... 63 iv

11.1 Pagina s met antwoorden aan nieuwe code koppelen... 63 11.2 Pagina s met antwoorden aan bestaande code toevoegen... 64 11.3 Code verwijderen... 65 12 GEDEELDE ANTWOORDEN BEKIJKEN (ALLEEN IN HET CONTENTPLATFORM)... 67 12.1 Code van antwoorden invoeren... 67 12.2 Antwoorden tonen of verbergen... 68 13 POP-UP OPENEN VANUIT EEN AUTHOR-PROJECT... 69 13.1 Pop-up openen... 69 13.2 Pop-up verplaatsen... 71 13.3 Pop-up vergroten of verkleinen... 71 13.4 Pop-up vergroten naar volledige browservenster... 71 13.5 In- of uitzoomen op een pop-up... 72 13.6 Pop-up sluiten... 72 BIJLAGE: AFWIJKINGEN IN FUNCTIONALITEIT PER TYPE APPARAAT OF APP... 73 v

Notatie In dit document gebruiken we de volgende symbolen en tekstopmaak: Verwijst naar een andere locatie in dit document waar je gedetailleerde informatie vindt over het onderwerp. Geeft een belangrijk gebruiksaspect of andere bijzonderheid aan. Geeft een tip. Vetgedrukte tekst Geeft vaste programmaonderdelen aan, zoals velden, tabbladen en menuopties. Bijvoorbeeld: Om te zoeken in het Author-project, klik je rechtsboven op de knop Zoeken. vi

Hoofdstuk: Inleiding 1 Inleiding Dit document geeft instructies voor het werken met een Author-project en is bedoeld voor leerlingen/studenten, leerkrachten/docenten en andere gebruikers die Authorproject-content gebruiken. In een Author-project zijn menu s en een aantal losse knoppen aanwezig waarmee je allerlei acties in het Author-project kunt uitvoeren. De menuopties, knoppen en de werking ervan kan verschillen, afhankelijk van het type apparaat waarop het Authorproject wordt gebruikt, (desktop of mobiel apparaat - ipad, Android-tablet, Androidmobiele telefoon,...) of het type app (rechtstreekse link naar het Author-project, de webapp of nativeapp). Dit document beschrijft de menu s en knoppen voor alle mogelijkheden, en geeft instructies voor de acties die je hiermee kunt uitvoeren. Verder behandelt het document het openen van pop-ups vanuit het Author-project, die verschijnen als op aanklikbare onderdelen wordt geklikt. Het document gaat uit van het gebruik van een Author-project op een desktop en vermeldt eventuele afwijkingen voor een type apparaat of app als tips. Voor een volledig overzicht van de afwijkingen in functionaliteit, zie de bijlage in deze handleiding. Omwille van de duidelijkheid wordt in deze handleiding gesproken van klikken. Voor een mobiel apparaat kun je hier tikken lezen. 7

Hoofdstuk: De menu s en knoppen 2 De menu s en knoppen In een Author-project wordt aan de boven- en onderkant een menubalk getoond met daarin de beschikbare menu s en knoppen. Op een mobiel apparaat (m.u.v. Microsoft Surface-tablets) zijn de menubalken standaard verborgen. Ze kunnen worden getoond door op het Author-project te tikken. 2.1 Menu s en knoppen De menubalken kunnen de volgende menu s en knoppen bevatten (v.l.n.r. en v.b.n.b.): toevoegingenoverzichtsknop voorleesknop Deze knop wordt alleen getoond als het Author-project tekst bevat die kan worden voorgelezen. antwoordenmenu (rechts) met de standaard of laatstgekozen antwoordoptie (links) 8

Hoofdstuk: De menu s en knoppen De knoppen zijn alleen actief als er antwoorden op de pagina beschikbaar zijn. zoekknop bladwijzerknop het menu Meer Dit menu wordt alleen getoond als er te weinig ruimte is voor de knoppen op de onderste menubalk en toont de knoppen waarvoor geen plaats is. navigatieknoppen inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers-knop uit- en inzoomknoppen, met het inzoompercentage Deze knoppen zijn niet beschikbaar op een 9

Hoofdstuk: De menu s en knoppen mobiel apparaat. Het in- en uitzoomen gaat hier middels pinchen. afdrukknop s Deze knop is alleen beschikbaar als deze aanstaat voor jouw organisatie. In het contentplatform: De knop is alleen beschikbaar in een Author-project waarvoor een licentie vereist is, en waarvoor in de licentie-instellingen is ingesteld dat de content kan worden afgedrukt. 1 of 2 pagina s-knop s Alleen zichtbaar in een Author-project dat twee pagina s op een scherm toont. Hiermee kan één pagina worden getoond (volledig zichtbaar of over de volle breedte) in plaats van twee. Deze knop is niet beschikbaar op een mobiel apparaat. Een mobiel apparaat toont in staande positie altijd één pagina (volledig zichtbaar) en in liggende positie altijd twee pagina s. Digibordmodus-knop Deze knop is niet beschikbaar op een mobiel apparaat. 10

Hoofdstuk: De menu s en knoppen volledig scherm-knop Deze knop is niet beschikbaar op een mobiel apparaat. aantekeningenweergaveknop of / aantekeningenbeheermenu s Óf de witte óf een gekleurde knop wordt getoond, afhankelijk van de instelling voor jouw organisatie. Bij een gekleurde knop: welke kleur er wordt getoond, hangt af van of de optie Aantekeningen opslaan in het aantekeningenbeheermenu uit (rode knop) of aanstaat (groene knop). aantekeningenmenu 2.2 Menuopties tonen Door op een menu te klikken worden de menuopties getoond. Klik nogmaals om het menu weer te sluiten. De tabellen hierna tonen van elk menu (bovenste tabelrij) de menuopties (onderste tabelrij). Afhankelijk van de instelling bij jouw organisatie, kun je voor een menu de alternatieve configuratie zien. De blauwe knop Klaar in de standaardconfiguratie wordt pas getoond bij het maken of wijzigen van aantekeningen. 11

Hoofdstuk: De menu s en knoppen Standaardconfiguratie: Alternatieve configuratie: / 12

Hoofdstuk: De menu s en knoppen In het Toevoegingenoverzicht en Inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers worden de opties als tabbladen getoond. 2.3 Author-project in Digibord-modus bekijken In Digibord-modus staan alle menu s en knoppen op de onderste menubalk. Op een mobiel apparaat is de Digibord-modus niet beschikbaar. 1. Om de Digibord-modus aan te zetten, klik linksonder op Digibord-modus: 2. Om de Digibord-modus weer uit te zetten, klik op: 13

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 3 Pagina s gebruiken en navigeren In een Author-project kun je in- en uitzoomen op pagina s en eventueel wisselen tussen 2 pagina s en twee weergaven van 1 pagina. Navigeren door een Author-project kan via de navigatieknoppen, bladwijzers of het toevoegingoverzicht. Met bladwijzers kun je bovendien pagina s die je aandacht nodig hebben markeren, en via het toevoegingenoverzicht kun je alle toevoegingen in het Author-project bekijken. Navigeren via het navigatiemenu is vooral van belang als het Author-project geen navigatiemogelijkheden heeft. Instructies voor deze en nog andere gebruiksmogelijkheden vind je in dit hoofdstuk. 3.1 In- en uitzoomen op het Author-project Het in- en uitzoomen op een mobiel apparaat gaat middels pinchen. 1. Om in te zoomen, klik je op Inzoomen: Klik herhaaldelijk om telkens verder in te zoomen. Het inzoompercentage staat tussen de in- en uitzoomknoppen vermeld. 2. Schuif de pagina eventueel opzij om een bepaald gedeelte beter zichtbaar te maken. Klik hiervoor op de pagina en sleep deze opzij. Bij het maken van aantekeningen op een pagina terwijl op de pagina is ingezoomd, kan de pagina niet meer worden verschoven. Om dit weer 14

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren te kunnen, moet je de aantekeningenmodus afsluiten met de knop Klaar: of (Welke knop wordt getoond, hangt af de instellingen van je organisatie.) 3. Om weer uit te zoomen, klik je op Uitzoomen: Uitzoomen kan maximaal tot de normale grootte (100%). Op een desktop kan hiernaast worden in- en uitgezoomd met Ctrl+muiswiel en kan met Ctrl+0 weer worden uitgezoomd naar 100%. 3.2 Author-project op volledige scherm tonen Op een mobiel apparaat is deze functionaliteit niet beschikbaar. 1. Klik op de knop Volledig scherm: Het Author-project wordt op het volledige beeldscherm getoond. 2. Druk op de Esc-toets om weer terug te keren naar het normale scherm. 3.3 1 of 2 pagina s op het scherm tonen In een Author-project dat 2 pagina s op het scherm toont, kan ook worden gekozen om 1 pagina te tonen die volledig zichtbaar is, of 1 pagina die over de volle breedte wordt getoond (leesmodus). 15

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 1. Klik op de knop 1 pagina/2 pagina s tonen: Er wordt 1 pagina getoond, volledig zichtbaar en met horizontaal scrollen. Op een mobiel apparaat is deze knop niet beschikbaar. Een mobiel apparaat toont in staande positie altijd 1 pagina (volledig zichtbaar, met horizontaal scrollen) en in liggende positie altijd 2 pagina s (met horizontaal scrollen). 2. Klik nogmaals voor 1 pagina over de volle breedte met verticaal scrollen (leesmodus). 3. Klik nogmaals om weer 2 pagina s te tonen, met horizontaal scrollen. 3.4 Naar een volgende of vorige pagina bladeren 1. Om naar een volgende pagina te bladeren, klik je in de navigatieknoppen op Volgende pagina: 2. Om naar een vorige pagina te bladeren, klik je op Vorige pagina: s Op een desktop kan hiernaast met het muiswiel en de toetsen Page Up en Page Down door pagina s worden gebladerd. Op een mobiel apparaat kan hiernaast door pagina s worden gebladerd door horizontaal te swipen. 3.5 Naar een specifieke pagina gaan 1. Typ het paginanummer in het nummerveld in de navigatieknoppen: 2. Druk op Enter. 16

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren De opgevraagde pagina wordt getoond. 3. Hierna kun je ook via de geschiedenis navigeren. Klik op de knop Inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers: Selecteer het tabblad Geschiedenis, en klik op de paginalink. s De geschiedenis wordt alleen gevuld met pagina s waarnaar is gesprongen (via het nummerveld, de knop Inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers, een inhoudsopgave, of links naar een andere pagina in het huidige of een ander Author-project). Als de pagina s geen namen hebben, toont de geschiedenis paginanummers. Je kunt de geschiedenis opschonen door pagina s te verwijderen met de verwijderknop achter een pagina: Het tabblad Inhoudsopgave wordt alleen getoond als het Authorproject een inhoudsopgave bevat. 4. In Author-projecten met een inhoudsopgave kun je ook via de inhoudsopgave navigeren: selecteer in het venster Inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers, het tabblad Inhoudsopgave, en klik op de gewenste paragraaf. Op een mobiel apparaat is het hiernaast mogelijk om naar de vorige of volgende pagina te gaan door horizontaal te swipen. 3.6 Terug- en vooruitnavigeren Je kunt terug- en vooruitnavigeren naar alle eerder geselecteerde pagina s (zelfde werking als de terug- en vooruitknoppen van de browser). 17

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren Terug- en vooruitnavigeren kan naar pagina s waarnaar is gebladerd (via de bladerknoppen) én gesprongen (via het nummerveld, de knop Inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers, een inhoudsopgave, of links naar een andere pagina in het huidige of een ander Author-project). Dit i.t.t. het tabblad Geschiedenis dat alleen pagina s toont waarnaar is gesprongen (zie paragraaf 3.5). 1. Om terug te navigeren, klik je in de navigatieknoppen op Terug: De knop werkt pas na selectie van een pagina via bladeren of springen. 2. Om naar een vorige pagina te bladeren, klik je op Vooruit: De knop werkt pas nadat je bent teruggenavigeerd. 3.7 Pagina s met bladwijzers markeren en navigeren via bladwijzers 1. Om een bladwijzer aan te zetten, ga je naar de pagina en klik je rechtsboven op Bladwijzer aan-/uitzetten: 2. Om de bladwijzer weer uit te zetten, klik je nogmaals op de knop (nu blauwgekleurd): 3. Je kunt ook navigeren via bladwijzers. Klik linksonder op de knop Inhoudsopgave, geschiedenis en bladwijzers: 18

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren Selecteer het tabblad Bladwijzers, en klik op de pagina waarnaar je wilt gaan: Het tabblad Inhoudsopgave wordt alleen getoond als het Authorproject een inhoudsopgave bevat. 3.8 Wisselen tussen Author-projecten (alleen in het contentplatform) Heb je toegang tot meerdere Author-projecten (via een of meer licenties) en open je deze na elkaar, dan worden ze op aparte tabbladen in het afspeelvenster geopend. Dit maakt het mogelijk om tussen de Author-projecten te wisselen. s Het wisselen via tabbladen is alleen mogelijk in Author-projecten die je vanuit de webapp of nativeapp opent. In een Author-project dat via een rechtstreekse link wordt opgestart is het wisselen niet mogelijk. Het openen op aparte tabbladen is een instelling per app. Het kan zijn dat de instelling uitstaat voor de app die jij gebruikt. 19

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 1. Klik op een Author-project om dit te openen. 2. Klik op de knop Terug (linksboven) en open nog een Author-project. De Author-projecten worden op aparte tabbladen geopend, naast een eventueel al geopend Author-project. Er worden maximaal 3 Author-projecten tegelijk geopend. Bij een extra Author-project wordt het eerste automatisch gesloten. 3. Klik op de tabbladen om tussen de Author-projecten te wisselen. Het sluiten van een extra Author-project kan met het kruisje rechts bovenaan het tabblad. 3.9 Author-projecten naast elkaar bekijken (alleen in het contentplatform) Het is mogelijk om twee Author-projecten die tegelijk zijn geopend naast elkaar te bekijken. Verwijzing Zie de vorige paragraaf voor instructies voor het openen van meerdere Author-projecten. Het naast elkaar bekijken van Author-projecten is alleen mogelijk vanuit de webapp of nativeapp. Op een mobiel apparaat en in een Author-project dat via een rechtstreekse link is opgestart is het naast elkaar bekijken niet mogelijk. 1. Klik op de knop Scherm opdelen (verschijnt als er meerdere Author-projecten tegelijk zijn geopend): 20

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 2. In elk schermdeel zie je alle geopende Author-projecten en menuopties, en kun je een Author-project selecteren en daarin werken. Een Author-project op basis van een pdf-bestand wordt bij het opdelen van het scherm in leesmodus getoond (zie ook par. 3.3). 3.10 Toevoegingenoverzicht bekijken Je kunt een overzicht van alle toevoegingen in het Author-project bekijken, namelijk: aantekeningen die je hebt gemaakt (uit de geopende set - ongeacht of ze wel of niet worden getoond) media-elementen en andere verrijkingen in het Author-project (filmfragmenten, afbeeldingen, bijlagen, enz., toegevoegd door de auteur van het project) aantekeningen en antwoorden die andere gebruikers, zoals je leerkracht/docent, met je hebben gedeeld (d.w.z. aantekeningen uit de geopende set - ongeacht of ze wel of niet worden getoond, en alle toegevoegde antwoorden). 1. Open het toevoegingenoverzicht: Je ziet alle toevoegingen: 2. Om alleen bepaalde toevoegingen te bekijken, klik je op het betreffende tabblad. Klik op Mijn aantekeningen voor je eigen aantekeningen: 21

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren Klik op Media voor alle media en andere verrijkingen in het Author-project: Het kan zijn dat het tabblad Media bij jouw organisatie niet wordt getoond. Klik op Gedeelde toevoegingen voor aantekeningen van andere gebruikers en antwoorden: Het tabblad Gedeelde toevoegingen wordt alleen getoond als je rechten hebt om aantekeningen van andere gebruikers en antwoorden te bekijken door codes in te voeren. 3. Om de toevoegingen anders te ordenen, kun je een ander filter kiezen: De toevoegingen worden hierbij respectievelijk per pagina, alfabetisch op titel en per type geordend. Door bij het filter Locatie op een paginakopje te klikken, kun je direct naar de pagina gaan. 4. Om een toevoeging te bekijken vanuit de geselecteerde pagina, klik je op de naam van de toevoeging: 22

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren Bij antwoorden ga je dan naar de pagina met de toevoeging. 5. Om naar de pagina met de toevoeging te gaan, klik je boven de toevoeging op de paginanaam. 3.11 Zoeken in het Author-project Met de zoekfunctie kun je binnen het hele Author-project naar tekst zoeken. Er wordt alleen in pdf-tekst en in elementen van het type kop, tekstblok, tekst met kader en vraagtitel gezocht. 1. Klik rechtsboven op de knop Zoeken. 2. Typ (de beginletters van) het woord of stuk tekst waarnaar je wilt zoeken. 3. Klik eventueel op Enter. Voor het zoeken naar 1 of 2 tekens moet op Enter worden gedrukt. Vanaf 3 tekens start het zoeken automatisch. De zoekresultaten verschijnen. s Met de schuifbalk, en op een desktop ook met het muiswiel, kun je door de zoekresultaten heen scrollen. Klik bij veel zoekresultaten op Meer tonen voor de volgende zoekresultaten. Per resultaat wordt het paginanummer en het tekstdeel waarin de zoekterm voorkomt, getoond. De resultaten zijn geordend op paginanummer, beginnend met de geselecteerde pagina. 23

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 4. Klik op een zoekresultaat om naar de pagina met de tekst te gaan. In de tekst is de zoekterm groen gemarkeerd. 5. Klik hierna in de zoekfunctie op of om naar een vorige of volgende gevonden tekst te gaan. s Door in het zoekveld te klikken, worden de zoekresultaten weer getoond. De zoekfunctie kan worden verborgen door nogmaals op de zoekknop te klikken. Hierbij blijven de zoekterm en zoekresultaten bewaard. Klik in de zoekfunctie op om de zoekterm en zoekresultaten te wissen. 3.12 Teksttoelichting bekijken Voor tekst kan een toelichting beschikbaar zijn (in dat geval is de tekst geel gemarkeerd). Teksttoelichting komt alleen voor in een Author-project op basis van een pdfbestand (woordenlijst). 1. Om de toelichting te bekijken: klik op de gele markering. Er verschijnt een venster met uitleg over de tekst. 2. Klik op de afspeelknop, indien beschikbaar, om een video of geluidsfragment af te spelen. 3. Sluit de toelichting weer met het kruisje in de rechterbovenhoek. 24

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 3.13 Tekst kopiëren Het is mogelijk om tekst in tekstelementen te kopiëren, voor gebruik op een andere locatie. 1. Open het aantekeningenmenu (standaard geopend): 2. Klik op de knop Tekst kopiëren: s Het kan zijn dat de knop bij jouw organisatie niet wordt getoond. Het is dan niet mogelijk tekst te kopiëren. Na selectie blijft de knop geselecteerd tot je hem uitzet, een andere menuoptie kiest, of op de knop Klaar klikt (zie stap 7). De cursor verandert in een tekstcursor. 3. Ga naar de pagina met de tekst en selecteer deze. Er verschijnt een venster met daarin de tekst. Je kunt alleen tekst uit het Author-project kopiëren, en niet uit je aantekeningen. 4. Klik op de tekst om deze te selecteren, en druk op Ctrl-c. 5. Sluit het venster met het kruisje in de rechterbovenhoek. 6. Plak de tekst op de plek waar je deze wilt gebruiken (bijvoorbeeld in tekstaantekeningen in het Author-project of in een document op je computer). 7. Kopieer nog meer tekst of, als je klaar bent, klik op Klaar: of (Welke knop wordt getoond, hangt af de instellingen van je organisatie.) De aantekeningenmodus wordt afgesloten. 25

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 3.14 Paginalink kopiëren Om een pagina aan andere gebruikers te tonen, kun je een link naar de pagina kopiëren. 1. Ga naar de pagina waarvan je de link wilt kopiëren. 2. Open het aantekeningenbeheermenu: of / 3. Klik op de knop Link naar deze pagina kopiëren: Er verschijnt een venster waarin de link wordt getoond. 4. Klik op de link om deze te selecteren, en druk op Ctrl-c. 5. Klik op OK om het venster te sluiten. Je kunt de link nu bijvoorbeeld toesturen aan gebruikers aan wie je de pagina wilt laten zien. Let op! De pagina kan alleen worden bekeken door gebruikers die toegang hebben tot het Author-project. 3.15 Pagina( s) afdrukken Je kunt de pagina( s) die je op het scherm ziet, of alle pagina s van het Author-project afdrukken. Welke mogelijkheid je hebt, hangt af van hoe dit bij jouw organisatie is ingesteld. Het kan zijn dat de afdruk vanwege auteursrechtbeperkingen bij jouw organisatie van lage kwaliteit is. 1. Ga naar de pagina( s). 2. Klik op de knop Huidige pagina afdrukken / Alle pagina s afdrukken: Van de pagina( s) wordt een pdf-bestand gegenereerd en gedownload. 26

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren s Mogelijk wordt de knop bij jouw organisatie niet getoond. Je kunt dan geen pagina s afdrukken. In het contentplatform: De knop wordt alleen getoond in Authorprojecten waarvoor een licentie vereist is. Als je de knop daar niet ziet, is voor de content niet ingesteld dat deze kan worden afgedrukt. Als een venster of het gegenereerde pdf-bestand niet wordt getoond vanwege een pop-up- of downloadblokkering, stel dan in dat pop-up s of downloaden (tijdelijk) worden toegestaan voor deze site. Raadpleeg hiervoor eventueel de instructies van je browser. 3. Open het pdf-bestand en druk het vervolgens af. 3.16 Tekst laten voorlezen Het is mogelijk tekst te laten voorlezen, mits voorlezen is ingesteld voor de tekst. Als de voorleesknop actief is (rechts bovenaan de pagina) bevat de pagina tekst die kan worden voorgelezen: 1. Klik op de knop Voorlezen: De tekst wordt voorgelezen. Tijdens het voorlezen wordt de voorgelezen zin onderstreept en het voorgelezen woord gemarkeerd weergegeven. 27

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 2. Klik eventueel op een andere plek in de tekst om vanaf daar verder te gaan. 3. Wil je het voorlezen pauzeren, klik dan op de knop: Met de volgende knop kun je het voorlezen weer starten: 4. Om het voorlezen te stoppen, klik je op de knop: 3.17 Presentatie bekijken Een Author-project kan ook worden weergegeven als presentatie. Een presentatie heeft geen menu s en knoppen (m.u.v. bladerknoppen), evenmin is het maken van aantekeningen mogelijk. 1. Om vooruit te bladeren, klik op: 2. Om terug te bladeren, klik op: 28

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren 3.18 Werken met een quiz Een Author-project kan ook een quiz zijn die je kunt maken. Een quiz heeft alleen quizspecifieke knoppen (o.a. voor navigatie, tips, en het afronden van de quiz). 1. Lees eventueel eerst de introductie en beantwoord daarna de vragen. Met het bedieningspaneel (onderaan) kun je de quiz bedienen. s Het bedieningspaneel is altijd zichtbaar, ook op een mobiel apparaat. Voor informatie over het gebruik van de quiz, klik je in het bedieningspaneel op: 2. Je kunt naar een vraag navigeren door op het vraagnummer te klikken: of op Volgende pagina of Vorige pagina: s Op een desktop kan hiernaast met de toetsen Page Up en Page Down, de pijltjestoetsen en het muiswiel door de vragen worden gebladerd. 29

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren Op een mobiel apparaat kan hiernaast worden gebladerd door horizontaal te swipen. 3. Een quiz kan de volgende vraagtypen bevatten: meerkeuzevraag met 1 goed antwoord (vink het juiste rondje aan) meerkeuzevraag met 1 of meer goede antwoorden (vink de juiste vakjes aan) ja/nee-vraag (vink het juiste rondje aan) tekstvraag met exact antwoord (typ het juiste antwoord) vrije-invoervraag (typ het antwoord) aanwijsvraag (klik op de juiste plek op de afbeelding) invulvraag (geef de juiste antwoorden via de invulvelden en/of keuzelijsten) sleepvraag (sleep de afbeeldingen naar de juiste plek op de hoofdafbeelding) Bij een vraag kan extra informatie worden getoond in de vorm van een afbeelding, filmpje, link, enzovoort. Klik op een media-element om dit af te spelen of een link om deze te openen. 4. Voor een hint bij een vraag (mits beschikbaar), klik je op: of (afhankelijk van het type quiz) Let op! Er kan een maximum zijn aan het aantal keer dat een hint kan worden bekeken. 5. Na het beantwoorden van een vraag kun je je antwoord controleren met: of (afhankelijk van het type quiz) Een goed antwoord wordt groen gemarkeerd, een fout antwoord rood: 30

Hoofdstuk: Pagina s gebruiken en navigeren Een vrije-invoervraag wordt niet automatisch gecontroleerd, maar later handmatig nagekeken. 6. Links onder de toets kun je zien hoeveel vragen van het totaal je al hebt gemaakt: 7. En aan de vraagmarkering zie je welke vragen je nog moet maken: (gemaakt) (mee bezig) (nog niet gemaakt) 8. Ben je klaar met de quiz, klik dan op Ik ben klaar. Je ziet nu je resultaat. En eventueel kun je de quiz opnieuw proberen. Klik hiervoor op: of (afhankelijk van het type quiz) 31

Hoofdstuk: Aantekeningen opslaan, openen en verwijderen 4 Aantekeningen opslaan, openen en verwijderen Bij een Author-project kun je aantekeningen bewaren, eventueel met bijlagen. Bij het bekijken van het Author-project worden je aantekeningen automatisch geopend. Je kunt vervolgens kiezen of je ze wilt tonen of niet. Wil je verschillende aantekeningen gebruiken, dan kun je extra aantekeningensets toevoegen. Je kunt dan kiezen welke set je wilt openen. Bij het bekijken van het Authorproject wordt de laatstgekozen set automatisch geopend. De menuopties voor het toevoegen van extra aantekeningensets, en het openen en verwijderen van aantekeningen vind je in het aantekeningenbeheermenu: of / Het opslaan van aantekeningen kan met een knop die beschikbaar komt bij het maken of wijzigen van aantekeningen. Eventueel kun je het opslaan van aantekeningen uitzetten. s Aantekeningen kunnen direct in het Author-project worden gemaakt, of op een apart kladblok (mits beschikbaar). Deze aantekeningen worden in dezelfde aantekeningenset opgeslagen. Voor de opslag van aantekeningen is een beperkte schijfruimte beschikbaar. Per gebruiker is dit standaard maximaal 5 MB, ongeacht het aantal Author-projecten waarbij de gebruiker aantekeningen bewaart. Hierbij wordt geen rekening gehouden met bijlagen; daarvoor geldt een aparte limiet (zie hoofdstuk 6 Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren). Let op: Jouw organisatie kan een andere limiet gebruiken. 4.1 Aantekeningen opslaan Bij het maken of wijzigen van aantekeningen, komt er een knop beschikbaar waarmee je je aantekeningen kunt opslaan. Hiernaast worden aantekeningen na een bepaalde tijd automatisch opgeslagen (ongeveer elke minuut), en worden ze opgeslagen als je naar een andere pagina gaat. 32

Hoofdstuk: Aantekeningen opslaan, openen en verwijderen Let op! Als het opslaan van aantekeningen uitstaat worden er geen aantekeningen opgeslagen. Dit is geval als het aantekeningenbeheermenu rood is (zie paragraaf 4.2). Ben je klaar met het maken of wijzigen van aantekeningen, klik dan op de knop Klaar: of (Welke knop je ziet, hangt af de instellingen van je organisatie.) Je aantekeningen worden opgeslagen. s Wil je je aantekeningen in een andere set opslaan, open deze dan eerst voordat je aantekeningen maakt, anders worden ze in de huidige set opgeslagen (zie paragraaf 4.5 voor het openen van een andere aantekeningenset). De knop Klaar komt beschikbaar bij het klikken op een knop in het aantekeningenmenu, met uitzondering van de knop Kladblok. Met de knop Klaar wordt bovendien de aantekeningenmodus afgesloten. Het afsluiten van de aantekeningenmodus is nodig als je bij het maken van aantekeningen op de pagina bent ingezoomd en je de pagina wilt kunnen verschuiven. 4.2 Opslaan van aantekeningen uit- of weer aanzetten Wil je dat aantekeningen alleen beschikbaar zijn zolang je in een Author-project werkt, maar niet worden bewaard bij het afsluiten ervan, zet het opslaan van aantekeningen dan uit. Je kunt het opslaan daarna op elk moment weer aanzetten. Deze actie is niet mogelijk als het aantekeningenbeheermenu de volgende knop heeft (organisatie-instelling): 33

Hoofdstuk: Aantekeningen opslaan, openen en verwijderen 1. Open het aantekeningenbeheermenu: of 2. Klik op Bewaaropties, of 3. En daarna op de switchknop: (aantekeningen worden hiermee niet opgeslagen; de beheerknop wordt rood) (aantekeningen worden hiermee opgeslagen; de beheerknop wordt groen) 4.3 Aantekeningen tonen of verbergen Je kunt geopende aantekeningen tonen of verbergen in het Author-project. 1. Klik op de knop Aantekeningen tonen/verbergen: 2. Klik achter Mijn aantekeningen op de switchknop: (aantekeningen zijn hiermee verborgen) (aantekeningen zijn hiermee zichtbaar) Verwijzing Zie ook paragraaf 9.2 Gedeelde aantekeningen tonen of verbergen. 4.4 Nieuwe aantekeningenset toevoegen 1. Klik in het aantekeningenbeheermenu op Nieuwe aantekeningen toevoegen: 2. Typ de naam van de nieuwe set in het venster en klik op Opslaan. 34

Hoofdstuk: Aantekeningen opslaan, openen en verwijderen. 4.5 Andere aantekeningen openen 1. Klik in het aantekeningenbeheermenu op Aantekeningen openen: De knop is alleen actief als je meerdere aantekeningensets hebt. Verwijzing Paragraaf 4.4 beschrijft het toevoegen van aantekeningensets. 2. Klik op de naam van de aantekeningenset die je wilt openen. 4.6 Aantekeningen verwijderen Verwijzing Deze paragraaf beschrijft het verwijderen van alle aantekeningen uit een aantekeningenset en het verwijderen van aantekeningensets. Zie paragraaf 7.4 Aantekeningen wissen voor het verwijderen van losse aantekeningen uit een geopende aantekeningenset. 35

Hoofdstuk: Aantekeningen opslaan, openen en verwijderen 1. Klik in het aantekeningenbeheermenu op de knop Aantekeningen verwijderen: De knop is alleen actief als je een keer aantekeningen hebt gemaakt. 2. Bij gebruik van één aantekeningenset, verschijnt direct het volgende venster: Klik op Ja om alle aantekeningen uit de set te verwijderen. 3. Gebruik je extra aantekeningensets, dan verschijnt een venster met alle sets: Klik op de naam van de set die je wilt verwijderen, gevolgd door Ja. Als de set openstaat worden alleen de aantekeningen verwijderd, anders de hele set. s Wil je van de openstaande set, de set verwijderen (i.p.v. alleen de aantekeningen), sluit de set dan eerst door een andere te openen (zie paragraaf 4.5). De laatste set kun je niet verwijderen (er blijft er altijd 1 bestaan). 36

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project 5 Aantekeningen maken in een Author-project Het is mogelijk aantekeningen te maken in een Author-project. Dit kan direct in het Author-project, of op een apart kladblok (mits beschikbaar). Je maakt aantekeningen vanuit het aantekeningenmenu: Bij het maken van aantekeningen komt de knop Klaar beschikbaar waarmee je de aantekeningen kunt opslaan: of Wijzigingen in je aantekeningen kun je ongedaan maken of weer opnieuw toevoegen. Welke klaar-knop wordt getoond, hangt af de instellingen van je organisatie. Verwijzing Zie voor instructies voor het opslaan van aantekeningen paragraaf 4.1 Aantekeningen opslaan. In aantekeningen kunnen bijlagen worden opgenomen, zie paragraaf 6.1 Bijlage toevoegen. 5.1 Kladblok openen Als het kladblok bij jouw organisatie niet beschikbaar is, kun je als alternatief ook kladpagina s toevoegen (zie paragraaf 6.1 Bijlage toevoegen). 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Kladblok: Je kunt nu aantekeningen op het kladblok maken. 2. Klik nogmaals op de knop om weer terug te keren naar het Author-project. 37

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project 5.2 Tekenen met het potlood 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Potlood: 2. Wijzig eventueel de kleur, dikte of het lijntype voor de aantekeningen. Verwijzing Zie paragraaf 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen. 3. Teken op het Author-project. 5.3 Markeren met de markeerstift Verwijzing Voor het markeren van tekst, kun je de tekstmarkeerstift gebruiken, zie paragraaf 5.4 Tekst markeren met de tekstmarkeerstift. 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Markeerstift: 2. Wijzig eventueel de kleur, dikte of het lijntype voor de markering. Verwijzing Zie paragraaf 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen. 3. Markeer het gewenste onderdeel door eroverheen te slepen. 38

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project 5.4 Tekst markeren met de tekstmarkeerstift 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Tekstmarkeerstift: 2. Wijzig eventueel de kleur voor de markering. Verwijzing Zie paragraaf 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen. 3. Markeer de gewenste tekst door eroverheen te slepen. s Je kunt alleen tekst in het Author-project markeren, en niet in je aantekeningen. Door meerdere malen over de tekst te slepen wordt de markering donkerder. 5.5 Tekst toevoegen en wijzigen 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Tekst: 2. Wijzig eventueel de kleur en dikte voor de aantekeningen. Verwijzing Zie paragraaf 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen. 3. Klik in het Author-project en typ de tekst. s De grootte van het tekstvak past zich automatisch aan de getypte tekst aan; er verschijnt geen schuifbalk. Klik eventueel op een andere plek om nog een tekstvak toe te voegen. Dit kan zolang de tekstknop is geselecteerd. 39

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project 4. Om toegevoegde tekst te wijzigen: zorg ervoor dat de knop Tekst geselecteerd is en klik op de tekst die gewijzigd moet worden. 5.6 Vorm toevoegen 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de vorm: De bovenste rij vormen zijn niet transparant, de onderste wel. 2. Wijzig eventueel de kleur, dikte of het lijntype voor de aantekeningen. Verwijzing Zie paragraaf 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen. 3. Teken de vorm in het Author-project. 5.7 Lijn trekken met de geodriehoek 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Geodriehoek: De geodriehoek wordt in het Author-project getoond. 2. Klik midden op de geodriehoek en sleep de geodriehoek naar de gewenste plek. 3. Klik in de buurt van een hoek of korte zijde van de geodriehoek en draai de geodriehoek in de gewenste hoek. 40

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project In het midden van de geodriehoek wordt het aantal graden van de hoek getoond. 4. Om een lijn te trekken: klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Potlood of Markeerstift: of Verwijzing Zie paragraaf 5.2 Tekenen met het potlood en 5.3 Markeren met de markeerstift voor het gebruik ervan. 5. Trek een lijn langs de geodriehoek. 6. Om de geodriehoek weer te verwijderen: klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Geodriehoek: 5.8 Lijn trekken met de liniaal 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Liniaal: De liniaal wordt in het Author-project getoond. 2. Klik midden op de liniaal en sleep de liniaal naar de gewenste plek. 41

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project 3. Klik op het ronde handvat bij de pijl omhoog en de pijl omlaag, en draai de liniaal in de gewenste hoek. Het handvat toont het aantal graden van de hoek. 4. Klik op het ronde handvat bij de pijl naar links en rechts, en sleep de liniaal naar de gewenste lengte. 5. Om een lijn te trekken: klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Potlood of Markeerstift: of Verwijzing Zie paragraaf 5.2 Tekenen met het potlood en 5.3 Markeren met de markeerstift voor het gebruik ervan. 6. Trek een lijn langs de liniaal. 7. Om de liniaal weer te verwijderen: klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Liniaal: 5.9 (Gedeeltelijke) cirkel tekenen met de passer 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Passer: De passer wordt in het Author-project getoond. 42

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project 2. Klik midden op de passer (zwarte stuk) en sleep de pin naar de gewenste plek. 3. Klik op het rechterbeen en sleep de potloodstift naar de plek waar je wilt starten. s Tussen de passerbenen zie je de ingestelde afstand en hoek. Met de min en plus kan de afstand per stap worden ingesteld. 4. Wijzig eventueel de kleur, dikte of het lijntype voor de cirkel. Verwijzing Zie paragraaf 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen. 5. Klik in het Author-project (waar je het potloodje ziet; d.w.z. niet op de passer) en teken de cirkel. De cirkel wordt automatisch met het potlood getekend. 6. Om de passer weer te verwijderen: klik in het aantekeningenmenu eerst op: en daarna op de knop Passer: 5.10 Kleur, dikte en lijntype van aantekeningen instellen 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Kleur, dikte en lijntype: 43

Hoofdstuk: Aantekeningen maken in een Author-project Afhankelijk van welke tool actief is en welke kleur en dikte eerder geselecteerd zijn, wordt er een andere knop getoond, bijvoorbeeld:,. 2. Klik op het lijntype en de kleur en dikte die je wilt gebruiken: of het lijntype en de kleur (alleen bij selectie van de tekstmarkeerstift): Het lijntype is alleen van toepassing bij het maken van aantekeningen met het potlood, de markeerstift, vorm, geodriehoek, liniaal en passer. 3. Hierna kun je de tool kiezen waarmee je aantekeningen maakt (als je dat nog niet had gedaan). 5.11 Wijzigingen in aantekeningen ongedaan maken of opnieuw toevoegen 1. Ongedaan maken: klik in het aantekeningenmenu een of meer keer op. 2. Opnieuw toevoegen: klik in het aantekeningenmenu een of meer keer op. 44

Hoofdstuk: Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren 6 Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren In aantekeningen kunnen bijlagen worden opgenomen. Gaat dit om bestanden die je uploadt, dan blijven ze bij het Author-project in een bijlagenarchief beschikbaar en kun je ze in elke aantekeningenset gebruiken. Je voegt bijlagen toe en opent het bijlagenarchief vanuit het aantekeningenmenu: Tijdens het toevoegen komt de knop Klaar beschikbaar waarmee je de aantekeningen kunt opslaan: of s Welke knop wordt getoond, hangt af de instellingen van je organisatie. Wijzigingen in je aantekeningen, inclusief bijlagen, kun je ongedaan maken of weer opnieuw toevoegen (zie paragraaf 5.11). Voor de opslag van bijlagen kan een limiet zijn ingesteld, afhankelijk van de instellingen van je organisatie. Gebruikelijk is een limiet van maximaal 50 MB per gebruiker, ongeacht het aantal Author-projecten waarbij de gebruiker bijlagen heeft opgeslagen. Verwijzing Zie voor instructies voor het opslaan van aantekeningen paragraaf 4.1 Aantekeningen opslaan. 6.1 Bijlage toevoegen 1. Klik in het aantekeningenmenu eerst op Bijlagen: en daarna op het bijlagetype: 45

Hoofdstuk: Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren s Je kunt achtereenvolgens de volgende typen toevoegen: afbeelding, geluidsfragment, filmfragment, webpagina, document, tekst, kladpagina en YouTube-filmfragment. Met de laatste knop voeg je geen bijlage toe, maar kun je het bijlagenarchief openen (zie paragraaf 6.2 Bijlagen beheren). 2. Klik in het Author-project op de plek waar je de bijlage wilt toevoegen en volg de instructies voor het bijlagetype: Bij tekst: Typ de tekst in het venster. Bij een afbeelding, geluidsfragment, filmfragment en document: Er verschijnt een venster met eventueel eerder toegevoegde bijlagen van het gekozen type en een link om een nieuwe bijlage toe te kunnen voegen. Het venster van een afbeelding, met twee eerder toegevoegde bijlagen: 46

Hoofdstuk: Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren Selecteer een bestaande bijlage, of voeg een nieuwe toe door op <Selecteer nieuw bestand> te klikken, het bestand te selecteren en op Open te klikken. In de nativeapp op een desktop en mobiel worden bij een afbeelding, in plaats van <Selecteer nieuw bestand>, de knoppen Camera en Fotogalerie getoond: Via Fotogalerie kun je een foto uit de fotogalerie selecteren en die toevoegen: klik op Fotogalerie, selecteer de foto, klik op Selecteren (de foto wordt toegevoegd aan het bijlagenarchief), en klik op OK (de foto wordt toegevoegd in het Author-project). Via camera kun je direct een foto maken en die toevoegen: klik op Camera, klik op de ontspanknop, kies Use Photo, kies Selecteren (de foto wordt toegevoegd aan het bijlagenarchief), en klik op OK (de foto wordt toegevoegd in het Author-project). Bij een webpagina: typ of plak het internetadres van de te tonen website in het veld URL; Vink In nieuw venster openen aan om de webpagina in een ander venster dan het Author-projectvenster te tonen. Bij een YouTube-filmfragment: typ of plak het internetadres van de te tonen YouTube-video in het veld URL. s Klik op YouTube openen om naar de YouTube-site te gaan en daar het internetadres van een YouTube-video te kopiëren. Het is ook mogelijk het internetadres op te geven van een video die niet op YouTube staat. Vink In nieuw venster openen aan om de video in een ander venster dan het Author-projectvenster te tonen. 47

Hoofdstuk: Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren Bij een kladpagina: Voeg eventueel een bijschrift toe en klik op OK. Er wordt een aparte pagina geopend. Kies eventueel een achtergrond voor de pagina door op de gewenste knop in de balk onderaan de pagina te klikken (zie afbeelding), en maak aantekeningen met de opties uit het aantekeningenmenu. Je kunt de volgende achtergronden kiezen (v.l.n.r.): blanco, muziekpapier, kleine ruitjes, lijnen, millimeterpapier, grafiek, grote ruiten, schrijfpapier. Met het kruisje rechts in de balk sluit je de pagina weer af en keer je terug naar je Author-project. 3. Voeg eventueel een bijschrift toe, en klik op OK. De bijlage wordt toegevoegd. Een bijschrift wordt rechts van de bijlage getoond: 6.2 Bijlagen beheren 1. Klik in het aantekeningenmenu op Bijlagen: en daarna op de knop Bijlagenarchief beheren: 48

Hoofdstuk: Bijlagen in aantekeningen opnemen en bijlagen beheren Het bijlagenarchief wordt geopend: 2. Om alleen bijlagen van een bepaald type te zien: vink onderaan het venster de overige bijlagentypen uit. 3. Om een bijlage te verwijderen: selecteer de bijlage en klik op Verwijderen, gevolgd door Ja. 4. Sluit het venster met het kruisje in de rechterbovenhoek. 49

Hoofdstuk: Aantekeningen aanpassen 7 Aantekeningen aanpassen Aantekeningen (en bijlagen in aantekeningen) kunnen tijdelijk opzij worden geschoven of geheel worden verplaatst, bijvoorbeeld om onderliggende tekst zichtbaar te maken. Daarnaast kun je van bepaalde typen aantekeningen de vorm aanpassen (vergroten, roteren, enz.) en daarbij ook de afmetingen bekijken (breedte, hoek, enz.). Wil je getoonde aantekeningen verwijderen, dan kun je ze wissen. Je past aantekeningen aan vanuit het aantekeningenmenu: Bij het aanpassen komt de knop Klaar beschikbaar waarmee je de aantekeningen kunt opslaan: of (Welke knop je ziet, hangt af de instellingen van je organisatie.) Verwijzing Zie voor instructies voor het opslaan van aantekeningen paragraaf 4.1 Aantekeningen opslaan. 7.1 Aantekeningen tijdelijk verschuiven 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Verplaatsen en aanpassen: 2. Klik op een plek naast de aantekeningen, terwijl je de muis ingedrukt houdt. 3. Sleep de aantekeningen weg (er verschijnt een onderbroken lijn). Als je loslaat komen de aantekeningen weer op de oorspronkelijke plek te staan. 7.2 Aantekeningen verplaatsen 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Verplaatsen en aanpassen: 2. Klik op de aantekening die je wilt verplaatsen. 50

Hoofdstuk: Aantekeningen aanpassen Bij aantekeningen gemaakt met het potlood, de markeerstift, een vorm uit het vormmenu en de passer worden de handvaten nu blauw. 3. Sleep de aantekening naar de gewenste plek en laat los. 7.3 Vorm aanpassen Het aanpassen van de vorm is mogelijk voor aantekeningen gemaakt met het potlood, de markeerstift, alle vormen uit het vormmenu, en de passer. 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Verplaatsen en aanpassen: 2. Klik op de aantekening. Je ziet de afmeting(en), een informatieknop en handvaten voor het aanpassen van de vorm. Verwijzing Zie de tabel na de laatste stap voor de kenmerken per aantekeningtype. 3. Om de afmeting(en) te verbergen of daarna weer te tonen: klik op. 4. Om te roteren: klik op het groene handvat (er verschijnt een wit kruis met pijlen) en draai de aantekening. Tijdens het draaien wordt de hoek in graden getoond. s Bij een lijn of pijl: roteren kan door op een wit handvat te klikken (er verschijnt een dubbele pijl). Bij een (gedeeltelijke) cirkel met de passer: roteren is niet mogelijk. 51

Hoofdstuk: Aantekeningen aanpassen 5. Om te vergroten, verkleinen (ook: verlengen, verkorten) of vervormen: klik op een wit handvat (er verschijnt een dubbele pijl) en sleep naar de gewenste grootte of vorm. s Bij een lijn of pijl: vervormen is niet van toepassing. Bij een driehoek: om te vervormen zonder de hoogte te veranderen, klik je op het rode handvat (er verschijnt een wit kruis met pijlen) en sleep naar rechts of links. Bij een (gedeeltelijke) cirkel met de passer: vergroten, verkleinen en vervormen is niet mogelijk. Kenmerken per aantekeningentype AANTEKENINGENTYPE DE AFMETINGEN TONEN: MOGELIJK MET HANDVATEN: Potlood en markeerstift: breedte en hoogte van de aantekening (in cm) vergroten, verkleinen, vervormen en roteren Lijn en pijl: lengte van de aantekening (in cm) verlengen, verkorten en roteren Ruit: lengte van elke zijde (in cm) en de grootte van elke hoek (in graden) vergroten, verkleinen, vervormen en roteren 52

Hoofdstuk: Aantekeningen aanpassen AANTEKENINGENTYPE DE AFMETINGEN TONEN: MOGELIJK MET HANDVATEN: Driehoek: lengte van elk zijde (in cm) en de grootte van elke hoek (in graden) vergroten, verkleinen, vervormen, vervormen zonder de hoogte te veranderen, en roteren Cirkel: hoogte en breedte van de aantekening (in cm) vergroten, verkleinen, vervormen, en roteren Vierkant/rechthoek: lengte van de betreffende zijde en de ertegenover liggende zijde (in cm) en de grootte van elke hoek (in graden) vergroten, verkleinen, vervormen en roteren (Gedeeltelijke) cirkel met de passer: hoek (in graden) en de straal (in cm) n.v.t. 53

Hoofdstuk: Aantekeningen aanpassen 7.4 Aantekeningen wissen Je kunt afzonderlijke aantekeningen die je op je scherm ziet wissen. Verwijzing Zie voor instructies voor het verwijderen van alle aantekeningen uit een aantekeningenset of van een aantekeningenset: paragraaf 4.6 Aantekeningen verwijderen. 1. Klik in het aantekeningenmenu op de knop Wissen: 2. Klik vervolgens op de aantekening. 54

Hoofdstuk: Aantekeningen exporteren en importeren 8 Aantekeningen exporteren en importeren Het is mogelijk om aantekeningensets van een Author-project te exporteren om ze bijvoorbeeld in een ander Author-project te importeren. De menuopties voor het exporteren en importeren vind je in het aantekeningenbeheermenu: of / 8.1 Aantekeningen exporteren 1. Klik in het aantekeningenbeheermenu op de knop Aantekeningen exporteren: De beschikbare aantekeningensets worden getoond. 2. Selecteer de set die je wilt exporteren. Afhankelijk van je browser(instellingen) verschijnt er een venster om je aantekeningen lokaal op te slaan of worden je aantekeningen direct gedownload. 8.2 Aantekeningen importeren 1. Klik in het aantekeningenbeheermenu op de knop Aantekeningen importeren: 2. Ga naar de lokale map met het aantekeningenbestand en open het bestand. De aantekeningenset wordt toegevoegd in het Author-project. Als er al een aantekeningenset bestaat met dezelfde naam, verschijnt de vraag of je de bestaande aantekeningenset wilt overschrijven. Kies: OK om de bestaande set te overschrijven of Cancel om geen aantekeningen te importeren. 55

Hoofdstuk: Aantekeningen uitwisselen (alleen in het contentplatform) 9 Aantekeningen uitwisselen (alleen in het contentplatform) Als leerling/student kun je aantekeningen van je leerkracht/docent in een Author-project bekijken (mits je voldoende rechten hebt), en tegelijkertijd kan de leerkracht/docent jouw gedeelde aantekeningen in dat project bekijken. Om dit mogelijk te maken, moet je de code van de groep invoeren waaraan je kunt deelnemen. Deze krijg je van je leerkracht/docent. Hierna kies je of je je huidige aantekeningen wilt delen of een nieuwe set wilt aanmaken om te delen. s Je kunt je aantekeningen in het Author-project uitwisselen met die van meerdere leerkrachten/docenten door per leerkracht/docent een aparte code (voor een aparte groep) in te voeren. Alle leerkracht/docentaantekeningen komen in één set te staan (Begeleidersaantekeningen). Van slechts één aantekeningenset van jezelf worden de aantekeningen gedeeld. 9.1 Code van aantekeningen invoeren 1. Ga naar het toevoegingenoverzicht: en selecteer het tabblad Gedeelde toevoegingen: Dit tabblad wordt alleen getoond als je codes mag invoeren. 2. Voer de code in die je hebt ontvangen. 56

Hoofdstuk: Aantekeningen uitwisselen (alleen in het contentplatform) 3. Klik op Opslaan. 4. Als je nog geen aantekeningen had gedeeld, verschijnt de volgende melding: Kies Ja als je de huidige aantekeningenset wilt delen, en Nee als je een nieuwe set wilt aanmaken en delen. 5. Je aantekeningen zijn nu beschikbaar voor je leerkracht of docent (klik in de melding hierover op OK). s Als leerling/student zie je na het invoeren van een code, bovenaan het Author-project een groene rand. Dit wil zeggen dat je deelneemt aan een groep en aantekeningen uitwisselt met je leerkracht/docent. De leerkracht/docent ziet een oranje rand in het Author-project, wat wil zeggen dat hij aantekeningen kan uitwisselen met de leerling/student. 9.2 Gedeelde aantekeningen tonen of verbergen Na het invoeren van een code worden de aantekeningen van je leerkracht/docent automatisch geopend. Je kunt kiezen of ze wilt tonen of verbergen in het Author-project. 1. Klik op de knop Aantekeningen tonen/verbergen: 2. Klik achter Begeleidersaantekeningen op de switchknop: (aantekeningen zijn hiermee verborgen) 57

Hoofdstuk: Aantekeningen uitwisselen (alleen in het contentplatform) (aantekeningen zijn hiermee zichtbaar) Klik achter Mijn aantekeningen om te wisselen tussen het wel en niet tonen van de eigen aantekeningenset. Begeleidersaantekeningen en eigen aantekeningen kunnen tegelijkertijd of apart worden getoond. 9.3 Uitwisselen van aantekenen ongedaan maken Verwijzing Je kunt het uitwisselen van aantekeningen niet zelf ongedaan maken. Neem hiervoor contact op met je leerkracht/docent. 58

Hoofdstuk: Antwoorden tonen en verbergen in een Author-project 10 Antwoorden tonen en verbergen in een Author-project Je kunt antwoorden die in een Author-project beschikbaar zijn, tonen of verbergen. De menuopties hiervoor vind je in het antwoordenmenu: s Links van het menu zie je de standaard of laatstgekozen antwoordoptie. Deze kan je ook direct selecteren in plaats van via het antwoordenmenu. Het antwoordenmenu is alleen actief op pagina s waarvoor antwoorden beschikbaar zijn. Om drie redenen kunnen er geen antwoorden zijn: o de pagina heeft geen antwoorden, o je hebt geen licentie waarmee je antwoorden mag bekijken, of o je hebt een licentie waarbij je een code moet invoeren om antwoorden te kunnen zien, maar nog geen code ingevoerd. 10.1 Antwoorden selecteren om te tonen 1. Klik in het antwoordenmenu op Antwoorden selecteren: De cursor verandert in een kruis. 2. Klik in een hoek van het gebied waarbinnen je antwoorden wilt zien, sleep naar de hoek schuin ertegenover en laat los. Het antwoord van de gebruiker (vóór het tonen van antwoorden): 59

Hoofdstuk: Antwoorden tonen en verbergen in een Author-project Nu met het juiste antwoord erachter (na het tonen van antwoorden): Op een mobiel apparaat wijs je een hoek aan en sleep je zonder je vinger los te laten. 3. Doe dit voor elk gebied waarvan je de antwoorden wilt zien. Dit kan in het hele Author-project zolang de knop Antwoorden selecteren is geselecteerd: 4. Ben je klaar met selecteren, zet de knop Antwoorden selecteren dan weer uit. 10.2 Antwoorden regel voor regel tonen Je kunt de antwoorden regel voor regel tonen op elke pagina in het Author-project. 1. Klik in het antwoordenmenu op Antwoorden regel voor regel tonen: 60

Hoofdstuk: Antwoorden tonen en verbergen in een Author-project De knop blijft geselecteerd tot deze wordt uitgezet of een andere antwoordknop wordt geselecteerd: 2. Klik herhaaldelijk met de muis op het Author-project of druk herhaaldelijk op Page Down. Dit kan op elk pagina in het Author-project. Zo toont twee keer klikken de eerste twee regels met antwoorden: 3. Wil je geen antwoorden meer tonen, zet Antwoorden regel voor regel tonen dan weer uit. 10.3 Alle antwoorden tonen Je kunt alle antwoorden op elke pagina in het Author-project tonen. 1. Klik in het antwoordenmenu op Alle antwoorden op elke pagina tonen: De knop blijft geselecteerd tot deze wordt uitgezet of een andere antwoordknop wordt geselecteerd: Van elke pagina waarnaar je nu bladert, zie je de antwoorden. 61

Hoofdstuk: Antwoorden tonen en verbergen in een Author-project 2. Wil je geen antwoorden meer tonen, zet Alle antwoorden op elke pagina tonen dan weer uit. 10.4 Alle antwoorden verbergen Je kunt alle antwoorden in het hele Author-project verbergen. Klik in het antwoordenmenu op de knop Alle antwoorden verbergen: 62

Hoofdstuk: Antwoorden delen (alleen in het contentplatform) 11 Antwoorden delen (alleen in het contentplatform) Je kunt als leerkracht/docent antwoorden delen met leerlingen/studenten, mits je voldoende rechten hebt. Om antwoorden te delen, koppel je pagina s met antwoorden aan codes. Aan een code kunnen later nog weer extra pagina s met antwoorden worden toegevoegd. 11.1 Pagina s met antwoorden aan nieuwe code koppelen 1. Open het Author-project met de antwoorden. 2. Open het antwoordenmenu: en klik op de knop Antwoorden delen via code: Het onderstaande venster verschijnt: Het antwoordenmenu kan alleen worden geopend als het Authorproject antwoorden bevat. De knop voor het delen van antwoorden is alleen zichtbaar als je antwoorden mag delen door deze aan codes te koppelen. 3. Voer in het veld Code de code in. s Als er al codes bestaan, klik dan eerst op de link Nieuwe code voor een nieuwe code waar nog geen pagina s aan zijn gekoppeld. 63

Hoofdstuk: Antwoorden delen (alleen in het contentplatform) Je kunt de gegenereerde code gebruiken of zelf een code verzinnen. 4. Stel eventueel een einddatum in voor de code: typ de datum in het veld. Zonder einddatum kan de code onbeperkt worden gebruikt. 5. Geef eventueel pagina s op waarvan je de antwoorden wilt delen, anders worden alle pagina s gedeeld. Gebruik komma s om de pagina s te scheiden. Een reeks pagina s duid je aan met een streepje. Bijvoorbeeld: 5, 6, 10-12, 20 toont de antwoorden van de pagina s 5, 6, 10, 11, 12 en 20. 6. Klik op Code opslaan gevolgd door OK om de code aan te maken. 11.2 Pagina s met antwoorden aan bestaande code toevoegen 1. Open het Author-project met de antwoorden. 2. Open het antwoordenmenu: en klik op de knop Antwoorden delen via code: Het onderstaande venster verschijnt: 64

Hoofdstuk: Antwoorden delen (alleen in het contentplatform) Het antwoordenmenu kan alleen worden geopend als het Authorproject antwoorden bevat. De knop voor het delen van antwoorden is alleen zichtbaar als je antwoorden mag delen door deze aan codes te koppelen. 3. Selecteer in de keuzelijst onder Code de code waaraan je de antwoorden wilt toevoegen. Om de einddatum van de code te wijzigen: typ een andere datum in het datumveld. 4. Geef de pagina s op waarvan je de antwoorden wilt toevoegen. s Gebruik komma s om de pagina s te scheiden. Een reeks pagina s duid je aan met een streepje. Bijvoorbeeld: 5, 6, 10-12, 20 toont de antwoorden van de pagina s 5, 6, 10, 11, 12 en 20. Je kunt ook pagina s verwijderen. De leerling/student heeft dan na het opnieuw inloggen geen toegang meer tot de antwoorden van die pagina s. 5. Klik op Code opslaan gevolgd door OK om de code te wijzigen. Gebruikers die de code al hebben ingevoerd zien automatisch de extra antwoorden. 11.3 Code verwijderen Door een code te verwijderen, hebben gebruikers geen toegang meer tot de gekoppelde antwoorden (tenzij ze nog toegang hebben via een andere code). 1. Open het Author-project met de antwoorden. 2. Open het antwoordenmenu: 65

Hoofdstuk: Antwoorden delen (alleen in het contentplatform) en klik op de knop Antwoorden delen via code: 3. Selecteer in de keuzelijst onder Code, de te verwijderen code. 4. Klik op de link Verwijderen, gevolgd door Ja. 66

Hoofdstuk: Gedeelde antwoorden bekijken (alleen in het contentplatform) 12 Gedeelde antwoorden bekijken (alleen in het contentplatform) Je kunt als leerling/student antwoorden bekijken, mits je voldoende rechten hebt. Om dit te kunnen, moet je eerst de code van de antwoorden invoeren. Hierna kun je kiezen of je antwoorden wilt tonen of niet. 12.1 Code van antwoorden invoeren 1. Open het antwoordenmenu: en klik op de knop: Of ga voor het invoeren van codes rechtstreeks naar het toevoegingenoverzicht: en selecteer het tabblad Gedeelde toevoegingen: Dit tabblad wordt alleen getoond als je codes mag invoeren. 2. Voer de code in die je hebt ontvangen. 67

Hoofdstuk: Gedeelde antwoorden bekijken (alleen in het contentplatform) 3. Klik op Opslaan, gevolgd door OK. De antwoorden zijn nu beschikbaar in het Author-project. Op het tabblad Gedeelde toevoegingen zie je alle gedeelde antwoorden die beschikbaar zijn in het Author-project. 12.2 Antwoorden tonen of verbergen Antwoorden in een Author-project worden niet standaard getoond. Je moet aangeven of je ze wilt zien of niet. Dit kan met de menuopties uit het antwoordenmenu. Verwijzing Zie hoofdstuk 10 Antwoorden tonen en verbergen in een Author-project voor instructies voor het gebruik van het antwoordenmenu. 68

Hoofdstuk: Pop-up openen vanuit een Author-project 13 Pop-up openen vanuit een Author-project Een Author-project kan links, afbeeldingen of iconen bevatten waarop je kunt klikken en waarna vervolgens een apart venster ( pop-up ) wordt geopend met daarin een of meer gekoppelde elementen. Een gekoppeld element kan bijvoorbeeld een carrousel van afbeeldingen, een video of een internetpagina zijn. Dit hoofdstuk beschrijft enkele mogelijkheden van pop-ups (niet alle pop-ups hebben dezelfde mogelijkheden). s Op een desktop wordt bij onderdelen in een Author-project waarop je kunt klikken, een handje getoond zodra je erover beweegt. Pop-ups kunnen zowel in het Author-project als in de aantekeningen voorkomen. In plaats van een pop-up kan het klikken op een element ook bijvoorbeeld een browsertabblad, document of mailbericht openen. 13.1 Pop-up openen 1. Klik direct op het element. Voorbeeld 1: In het Author-project wordt een icoon aangeklikt: Er verschijnt een pop-up met een filmpje: 69

Hoofdstuk: Pop-up openen vanuit een Author-project Voorbeeld 2: In het Author-project wordt een icoon aangeklikt: Er verschijnt een pop-up met een filmpje, geluidsfragment en carrousel: 2. Of houd de muis boven een icoon en klik op een van de iconen die vervolgens verschijnt. Voorbeeld: De muis wordt boven een icoon gehouden: Het klikken op een onderliggend icoon toont een pop-up met tekst: Het dropdownmenu sluit automatisch na enkele seconden. 70

Hoofdstuk: Pop-up openen vanuit een Author-project 13.2 Pop-up verplaatsen 1. Klik op de bovenrand van de pop-up (met o.a. het icoon voor het sluiten van de pop-up). 2. Sleep de pop-up naar de nieuwe plaats. 13.3 Pop-up vergroten of verkleinen 1. Houd de muis boven de streepjes in de hoek rechtsonder (er verschijnt een dubbele pijl). 2. Sleep met de muis tot de pop-up de gewenste grootte heeft. 13.4 Pop-up vergroten naar volledige browservenster 1. Klik in de rechterbovenhoek van de pop-up op: 2. Om terug te gaan naar de vorige grootte klik op: 71