SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 242 van GRIET COPPÉ datum: 20 januari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Buitenlandse werkkrachten - Zorgsector Op mijn schriftelijke vraag nr. 108 van 13 november 2015 antwoordde de minister het volgende: Samen met de sector tracht VDAB ook meer jongeren en werkzoekenden te motiveren om voor een toekomst in de zorg te kiezen. Werkzoekenden kunnen met behoud van hun uitkering een opleiding tot verpleegkundige volgen via onder andere onderwijskwalificerende opleidingstrajecten. Werknemers in verzorgende functies krijgen studiefaciliteiten. Verpleegkundigen met een buitenlandse opleiding worden aangespoord om via een verkort opleidingstraject een bachelor in de verpleegkunde te halen. De instap van herintreders wordt begeleid en er worden verpleegkundigen gerekruteerd in het buitenland (bijvoorbeeld uit Nederland en Spanje). Deze initiatieven ressorteren effect. Zo ook is het aantal inschrijvingen voor opleidingen verpleegkunde structureel toegenomen. 1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit: a) Kan de minister cijfers bezorgen van herkomst (land) of nationaliteit van de buitenlandse werkkrachten? b) In welke zorgberoepen komen de buitenlandse werkkrachten terecht? Graag aantal per beroepsgroep (verzorgende, zorgkundige, verpleegkundige, arts, ). c) Hebben deze buitenlandse werkkrachten een NARIQ-procedure doorlopen? d) Welk percentage van de diploma s werd als onvoldoende beschouwd? Hoeveel buitenlandse werkkrachten in de zorgsector hebben dus een bijkomende opleiding gevolgd? e) Welke taal spreken deze buitenlandse werkkrachten op de werkvloer? Graag onderverdeling per beroepsgroep. f) In welke mate wordt ingezet op bijkomende taallessen Nederlands voor buitenlandse werkkrachten in de zorgsector? g) In welke mate is er bij de werkgevers in de social profit aandacht voor het goed huisvesten van de buitenlandse werkkrachten?
2. Zo de minister niet over gegevens met betrekking tot buitenlandse werkkrachten in de zorgsector beschikt, zal hij dan initiatieven nemen om meer cijfermateriaal hieromtrent te verzamelen? 3. Welke concrete initiatieven neemt de VDAB vandaag om buitenlandse verpleegkundigen te rekruteren en/of te begeleiden? Op welke landen zijn deze acties gericht? Wat is de eventuele looptijd van en het budget vrijgemaakt voor deze acties? Gebeurde er reeds een evaluatie van deze initiatieven, of wanneer wordt deze evaluatie gepland?
PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 242 van 20 januari 2016 van GRIET COPPÉ 1. a. Op basis van de Europese Enquête naar de arbeidskrachten hebben we globale gegevens over werknemers in de zorg die niet in België geboren zijn voor drie beroepsgroepen. Onderstaande tabel bevat deze gegevens. Niet al de werknemers van niet Belgische origine zijn echter het gevolg van arbeidsmigratie. Iemand die bv. als kind naar België is gekomen en via een opleiding in het Vlaamse onderwijs in de zorgsector terecht gekomen, zit immers mee in deze cijfers. geboren in België niet-geboren in België Beroepsgroep Totaal Artsen en specialisten op het gebied van gezondheidszorg 96.900 11.200 108.100 Verpleegkundigen 116.000 13.900 129.900 Verzorgend personeel 139.900 21.700 161.600 Het gaat hierbij om Belgische cijfers. Aparte cijfers voor het Vlaamse gewest zijn niet meer betrouwbaar tot op het niveau van de beroepsgroep. Voor alle zorgberoepen samen tellen we in Vlaanderen 17.300 werkkrachten die niet geboren zijn in België op een totaal van 251.000 werkkrachten (ofwel 6,9%). Dat is minder dan het Belgische cijfer (46.800 op 399.600 ofwel 11,7%). Voor een algemeen overzicht van de herkomst van de werknemers naar paritair comité en sectorgroep verwijs ik het parlementslid graag naar de Herkomstmonitor 2015, beschikbaar op http://www.werk.be/sites/default/files/herkomstmonitor_2015.pdf. Daaruit blijkt dat de social profit één van de sectorgroepen is die de hoogste aantallen werknemers met een buitenlandse herkomst tewerkstelde in 2013. b. Noch VDAB, noch het departement Werk en Sociale Economie beschikt over gedetailleerde statistische informatie naar beroepsgroep en herkomst. Er zijn geen beperkingen meer voor het rekruteren van werknemers uit andere lidstaten van de Europese Unie. Dit maakt echter dat er ook geen overzicht meer is van het aantal werknemers uit andere EU-lidstaten die in Vlaanderen komen werken voor specifieke beroepen zoals we dat in het verleden voor voornamelijk Oost-Europeanen hadden. In 2013, toen we dergelijk cijfer nog wel hadden voor Bulgaren en Roemenen, gingen 302 buitenlandse werkkrachten bij ons aan de slag in een verplegend of verzorgend beroep. Een verdere uitsplitsing naar beroep is niet mogelijk. Cijfers voor de aanwerving van werknemers van buiten de EU, konden binnen de termijn van deze parlementaire vraag niet opgeleverd worden. c. Als de houder van een buitenlands diploma toegang wenst tot een gereglementeerd zorgberoep (verpleegkunde, zorgkunde), afgeleverd door een erkende instelling van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (zoals Nederland en Spanje), is het niet nodig om een aanvraag in te dienen bij NARIC. Men kan rechtstreeks toegang tot het beroep aanvragen bij het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap.
Als het gaat over een buitenlands diploma verpleegkunde of zorgkunde dat behaald werd buiten de Europese Economische Ruimte en men wilt toegang tot een gereglementeerd zorgberoep, start men eerst een procedure voor de erkenning van het buitenlands diploma bij NARIC. Met de gelijkwaardigheidserkenning kan men vervolgens voor de beroepstoegang terecht bij het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap. Daarnaast zijn er ook buitenlandse zorgdiploma s behaald binnen de EER die geen toegang geven tot een gereglementeerd zorgberoep. Daarvoor start men best ook eerst een procedure bij NARIC. Wanneer iemand met een buitenlands diploma in de zorg wenst verder te studeren, kan men rechtstreeks bij de onderwijsinstelling terecht. De onderwijsinstellingen zijn autonoom bevoegd voor de toelating van studenten met een buitenlands diploma. Slechts een beperkt deel van de buitenlandse werkkrachten die in Vlaanderen in de zorg actief willen worden, passeren dus via NARIC. Voor meer informatie m.b.t. deze procedure verwijs ik het parlementslid graag naar mijn collega verantwoordelijk voor Onderwijs, mevrouw Hilde Crevits. d. Het bleek niet mogelijk om binnen de termijn van deze parlementaire vraag het exacte aantal aanvragen specifiek voor deze beroepen te becijferen, net zomin als het aantal als onvoldoende beschouwde diploma s. VDAB heeft geen zicht op welke bijkomende opleidingen buitenlandse werkkrachten volgen. Voor meer informatie hierover verwijs ik het parlementslid graag naar mijn collega verantwoordelijk voor Onderwijs, mevrouw Hilde Crevits. e. Meer dan voor de andere beroepen en sectoren waarvoor in het buitenland wordt gerekruteerd, ligt de focus vanaf de start op het Nederlands. Engels en Frans helpen tijdens de rekruteringsfase - maar de werkgevers hechten meer aan de vaktechnische competenties en oog voor zorg en mensen. Op de werkvloer wordt maximaal Nederlands gepraat. f. Aan de kennis van het Nederlands wordt vooraf gewerkt via opleiding in het land van herkomst of e-learning en heel intensief wanneer iemand hier aan de slag gaat. We hebben positieve ervaring met formules waarbij 4 dagen per week gewerkt wordt en één dag per week heel intensief aan het Nederlands wordt gewerkt door private opleidingsverstrekkers. Harde cijfers heeft VDAB hierover niet. g. Hetzelfde geldt voor huisvesting. VDAB wijst er op dat hier aan gewerkt moet worden. Het is aan de werkgever om hier effectief voor te zorgen. We merken dat doorgaans eerst een tijdelijk onderkomen wordt gezocht voor enkele weken, waarna dan een definitieve huisvesting volgt. Er bestaat een markt aan gespecialiseerde relocation kantoren maar die worden vooral voor zeer hoge profielen en door commerciële bedrijven ingeschakeld, minder door binnen de zorgsector. 2. VDAB heeft heel wat cijfers over deze materie maar niet al deze cijfers zijn onmiddellijk beschikbaar. Er zijn momenteel geen plannen om extra cijfers te verzamelen. Het Departement Werk en Sociale Economie voorziet in een uitgebreide opvolging van de werknemers van buitenlandse herkomst, die een kansengroep vormen in het kader van het Decreet van de Vlaamse Raad van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt (EAD-decreet). Deze opvolging geschiedt via de Herkomstmonitor. 3. VDAB stelt vast dat vooral in de woonzorgcentra de vraag naar verpleegkundigen nog groot en moeilijk in te vullen is. Af en toe organiseert VDAB acties om in het
buitenland te rekruteren. De meest recente actie was deelname aan een jobbeurs in oktober 2015 te Milaan. Dit leverde voor één werkgever 4 aanwervingen op. Tot en met 2014 betaalde Europa de kosten voor dergelijke acties terug. Vandaag betalen de werkgevers en VDAB de kosten zelf. Het gaat echter om kleinschalige acties zonder hoge kostprijs. Formele evaluaties van deze internationale rekruteringsacties zijn er niet en staan ook niet gepland. Informeel wordt de samenwerking wel continu geëvalueerd, doorgaans in de marge van een rekruteringsactie in het buitenland. Ook wordt dan besproken of het aanbod aan kandidaten in de partnerlanden voldoende groot blijft. Onze belangrijkste partnerlanden zijn Italië, Polen, Portugal en Spanje.