CHEMIE & BIOTECH. Concurrentiestrijd aangaan door strategische samenwerkingen. Extra verdieping Food Innovations



Vergelijkbare documenten
Topsectoren. Hoe & Waarom

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

ZUIDWEST-NEDERLAND DE NATIONALE KOPLOPER (OP WEG NAAR DE BIOBASED DELTA) Biobased Business Cases

De Biobased Economy in de Zuidvleugel

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

ENERGY INNOVATION PARK Alkmaar - Nederland

Duurzaamheid: speerpunt voor industrie en onderwijs

Innovatie in de Hoeksche Waard. Projectleider Biobased Economy Hoeksche Waard Henk Groeneveld

Chemelot groeit naar meest concurrerende en duurzame site van West-Europa. Chemie- en materialencomplex Chemelot ontvouwt ambitieuze toekomstvisie

Manifest Circulair Onderwijs

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Werken bij Havenbedrijf Amsterdam

Manifest Circulair Onderwijs

Symposium Groene chemie in de delta

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Visie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september Maarten van Gils

Het creëren van een innovatieklimaat

The Netherlands of

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

De Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie

Economische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen:

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Biomethanol. Resultaten en bevindingen van project. Datum September 2010 Status Definitief. BioMCN, e.a. in opdracht van Agentschap NL

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Nieuwsbrief Energie april 2013

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy

Subsidies Biobased Economy

Doel Doel van het programma VvW:

Wilt u uw producten en processen slimmer, veiliger en efficiënter maken?

ENERGY INNOVATION PARK Alkmaar - Nederland

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

Innoveren in de topsectoren chemie en energie. InnovatieLink biedt MKB ers praktische oplossingen en ondersteuning

Verpakken in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017

FLEVO CAMPUS. Feeding the City

WAAROM? MAKEN EN ONDERWIJS EEN INITIATIEF OM HET MAAKONDERWIJS DE PLEK TE GEVEN DIE HET VERDIENT.

Energizing the city: Almere energy axis

1 VERPAKKEN IN EEN CIRCULAIRE Copyright 2017 ECONOMIE KIDV door de VNV en het KIDV

Smart Industries, Smart Connections Leo Esselman, Financieel directeur NLR, Kernteamlid cluster maakindustrie Amsterdam Economic Board Innovatie

KvK dienstverlening topsectoren

Sterker, Slimmer, Schoner

Sámen werken aan. Voor gemeenten en MKB. erduurzaming

ENERGY INNOVATION PARK Alkmaar - Nederland

Green Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid

Smart Industry. KvK Ondernemerspanel onderzoek

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development

Tuinbouw zoekt Chemie voor Puur Plantaardig

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Biobased economy in het Groene Hart

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma. Kunststof & Rubber in de Ondergrondse Infrastructuur

Masterclass Duurzaam ondernemen: Businessplan Biobased Economy Zuidwest-Nederland

F reader. Het nieuwe ondernemen. is gewoon durven te veranderen!

Samen halen we alles eruit

Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer

Allereerst natuurlijk de beste wensen voor 2013.

Innovatiethema s. Pagina! 1 van! 5

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

DPI Value Centre Innovatie in Polymeren

Amsterdamse haven en innovatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Green Chemistry Campus (hele) korte introductie

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

De juiste partners voor uw innovaties

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Logistics Community Brabant

Masterclass Duurzaam Ondernemen

Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30

Biobased Economy als onderdeel van een duurzame samenleving

Debat Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland. Goes, 22 januari 2009 Conclusies en aanbevelingen CE Delft

Samen investeren! Samenvatting bestuursakkoord Gemeente Emmen. betrokken leefbaar duurzaam bereikbaar sociaal ondernemend

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

ZUIDOOST-NEDERLAND: DÉ EUROPESE OPEN INNOVATIEREGIO

Dames en heren, 1 DVHN, 9 september 2015.

Samenvatting. economy.

Procestechniek BOL opleidingen. Markiezaat College, het échte werk

Circulaire Economie. Jacqueline Cramer Member Amsterdam Economic Board, oud minister van VROM en hoogleraar duurzaamheid

VERKENNING van de BioBased Economy

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Industriebeleid vertalen naar MKB-metaal

Reference case Atlas Copco. Atlas Copco gebruikt Vodafone M2M om wereldwijd de klantondersteuning te verbeteren. Vodafone Power to you

Reactie visiedocument: Duurzame bio-economie 2030

Innovatieagenda Melkveehouderij

Praktische opdracht ANW Biobased economy keuzekaart

TKI - Topconsortium Kennis en Innovatie EnerGO - Energie in de Gebouwde Omgeving

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

NL.IN.BUSINESS Mondiale uitdagingen, Nederlandse oplossingen

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Helmonds Energieconvenant

De Transitie naar een Circulaire Economie in Flevoland: Kansen voor People, Planet en Profit. Jacqueline Cramer Ambassadeur Circulaire Economie

Transcriptie:

DIT IS EEN UITGAVE VERSPREID MET HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE REDACTIE VAN HET FINANCIEELE DAGBLAD HEEFT GEEN BETROKKENHEID BIJ DEZE PRODUCTIE. NR. 1 / MAART 2014 SCAN DE QR-CODE EN LEES MEER OP WWW.CHEMIEBIOTECH.NL CHEMIE & BIOTECH featuring RONDETAFEL Gerard van Harten, Jan Willem Toering en Jaap Brouwer over de toekomst van chemie IDEALE OMSTANDIGHEDEN Veel potentie voor chemie op Nederlandse bodem Concurrentiestrijd aangaan door strategische samenwerkingen DUURZAAM EN INNOVATIEF Toepassing biotechnologie in de Agro & Food sector Extra verdieping Food Innovations Chemie: Onze Chemie, ons leven, Jouw onze toekomst meer meer weten? weten? www.toekomstchemie.nl www.vnci.nl

2 MAART 2014 VOORWOORD De Nederlandse chemiesector is sterk en innovatief. Door toenemende internationale concurrentie groeit echter de behoefte naar een gunstiger vestigingsklimaat, zegt Willem Vaessen, Director Chemical Value Chain bij Deloitte. Kansen chemie en biotechniek vragen om strategische samenwerking Willem Vaessen Director Chemical Value Chain Deloitte Willem Vaessen werkte als industrial engineer voor Ciba Specialty Chemicals in Zwitserland. Sinds 2009 is hij Director bij Deloitte voor de Chemical Value Chain. Hij werkt als adviseur en programmamanager voor grote projecten in de chemiesector en is nauw betrokken bij de Chemical Think Tanks die Deloitte regelmatig organiseert. In de industrie, bij investeerders en bij de politiek heeft de chemie een goede naam, maar het algemeen belang van de chemie wordt stevig onderschat door het publiek. De sector zorgt voor een grote hoeveelheid directe en indirecte banen. Kijk bijvoorbeeld ook naar de centrale rol die chemie in de maakindustrie speelt. Een duurzame toekomst is zonder de chemie niet denkbaar, daar ben ik erg enthousiast over. Maar we moeten ook rekening houden met de keerzijde. In het verleden zijn er incidenten geweest die voor een negatieve lading hebben gezorgd. Die lading moeten we als sector wegnemen. Niet alleen ontwikkelingen in biotechnologie kunnen daarbij helpen. We moeten ook meer laten zien hoe efficiënt de reguliere chemie is. De industrie zelf moet meer van de waarde gaan pakken die het in de keten genereerd en ervoor zorgen dat nog meer jonge mensen Chemie en Biotechnologie gaan studeren. Concurrentiepositie De betrokkenheid van de overheid is groot. Bij het onderzoek naar de schaliegasrevolutie in de VS nam ze de tijd om met de industrie serieus naar de consequenties te kijken. Dat is positief, maar de overheid zit met een dilemma. Het ministerie van Economische Zaken ziet het belang van de chemische industrie in, maar schept niet de juiste voorwaarden om de sector naar een hoger plan te brengen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de hoge energiekosten in ons land. De chemie is een energie-intensieve sector, waardoor het voor veel concerns niet aantrekkelijk is om hun productie in Nederland neer te zetten. De overheid haalt zelf echter inkomsten uit energie, waardoor de situatie niet gauw zal veranderen. Dat verzwakt de concurrentiepositie van Nederland. De concurrentie uit het Midden- Oosten en de Verenigde Staten neemt toe. Om daar tegenwicht aan te blijven geven, dienen we strategisch samen te werken. Dat kan alleen als er goede voorwaarden worden geboden; een aantrekkelijk stelsel van fiscale voordelen, subsidies en gunstige energieprijzen. Dat maakt het makkelijker investeerders met durfkapitaal aan te trekken. Innovatie Zoals gezegd ben ik enthousiast over de toekomst van de chemie en de rol die Nederland daarin kan spelen. Op het vlak van Advanced Materials voor bijvoorbeeld de bouw, defensie en automotive doen we het redelijk goed. De combinatie van kennis van agro en chemie die wij hebben, biedt verdere kansen voor innovatie in een aantal segmenten. Hier speelt biotechniek een toenemende rol. De centrale vraag is hoe landbouw en chemie het beste kunnen samenwerken in de keten. We moeten bedrijven met Intellectual Property (IP) op verschillende vlakken samenbrengen om tot innovatieve toepassingen te komen. En bovenal zorgen dat deze toepassingen naar de markt worden gebracht. Belangrijk daarbij is een deel van de productie in eigen land te kunnen houden, want daarmee houd je de innovatie ook in eigen land. Innovatie die niet alleen in het materiaal zelf zit, maar ook in het applicatieproces en het businessmodel er omheen. NIELS ACHTEREEKTE MEER CHEMIE & BIOTECH? SCAN DE QR-CODE EN GA NAAR WWW.CHEMIEBIOTECH.NL TIP VAN DE REDACTIE Veredelen voor meer duurzaamheid en voedselzekerheid De topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen wil in 2020 wereldmarktleider zijn in duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen. De sector is hard op weg om dat doel te bereiken. P12 Colofon: Uitgave van Mediaplanet Herengracht 174 1016 BR Amsterdam Project Managers: Guido Duijzers, Melvin van den Mosselaar, Joséphine Figee Business Developers: Anko Steenbeek, Micky Jongen Head of Content & Production: Stella van der Werf Designer: Imre Engbers Managing Director: Marc Reineman Gedistribueerd: Het Financieele Dagblad, maart 2014 Drukkerij: Drukkerij Noordholland Mediaplanet contact informatie: Telefoon: 020-7077000 Fax: 020-7077099 Een tip voor de redactie? Mail dan naar: facebook.com/mediaplanetnl @MediaplanetNL @mediaplanetnl Dit is een bijlage bij Het Financieele Dagblad. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van het Financieele Dagblad. Copyright Mediaplanet Publishing House Volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding: Mediaplanet Publishing House. ON DARK BACKGROUND ON DARK BACKGROU ON DARK BACKGROU Chemelot. Investeren in de toekomst. Focus op samenwerking Het belang van de chemische industrie voor de economie is groot, zowel voor Nederland als wereldwijd. Chemelot (Sittard-Geleen) is een multi-usersite met vele ondernemingen en processen. Wij stellen sitebewoners in staat concurrerend te werken door de juiste randvoorwaarden te scheppen. Richting toekomst staan we voor een grote uitdaging. Door goede samenwerking, afstemming van activiteiten en zoeken naar optimale oplossingen op het gebied van energie, duurzaamheid en innovatie versterken we de synergie op de site en daarmee investeren we in de toekomst. De groeimotor van de Limburgse economie De omvang en de diversiteit aan bedrijven, maakt Chemelot tot een belangrijke groeimotor van de Limburgse economie. De partijen verantwoordelijk voor ontwikkeling van Chemelot, Sitech Services en Chemelot Campus, zien het als hun opdracht deze positie te waarborgen en te versterken. Dit vereist een goede samenwerking met de vele bedrijven op Chemelot, met kennisinstituten en met lokale gemeenten en de Provincie Limburg. Kennis en faciliteiten delen, succes vermenigvuldigen Chemelot als geheel is onderscheidend. Starters én multinationals ontplooien hier hun activiteiten. Van het eerste idee tot de ontwikkeling van het proces in laboratoria en pilot plants, tot de uiteindelijke productie. Alles grijpt in elkaar en komt hier samen. Dit schept mogelijkheden voor waardecreatie en totaaloplossingen. Belangrijke bouwstenen voor een duurzame siteontwikkeling. Interesse, meer informatie of contact? Chemelot Campus: www.chemelot.nl Chemelot Site: www.sitech.nl

4 MAART 2014 WWW.CHEMIEBIOTECH.NL RONDETAFEL Op weg naar een circulaire economie is de maatschappij toe aan een systeemverandering. Biotechniek draagt hier sterk aan bij. Wat volgens verschillende prominenten uit de chemische industrie niet betekent dat we afscheid hoeven nemen van reguliere chemie. Biotechniek werkt het beste als aanvulling op bestaande chemische techniek FOTO: MONA VAN DEN BERG Biotechniek als fenomeen kan de suggestie wekken dat het op zichzelf staat en zich afzet tegen de reguliere chemie, maar volgens Gerard van Harten, Boegbeeld van de Topsector Chemie, is het juist een onderdeel ervan. Het is een andere methode waarop moleculen benaderd worden. Per methode moet gekeken worden hoe duurzaam deze is. Zo kan organische synthese (chemie) groen zijn en zijn producten die uit groene grondstoffen zijn opgebouwd niet per definitie natuurlijk afbreekbaar en goed voor het milieu. Mede om die reden moeten we biotechniek dan ook zien als één van de oplossingen voor maatschappelijke problemen, naast technieken op basis van fossiele stoffen. Één aspect is volgens Jaap Brouwer, Wetenschappelijk Directeur Leids Instituut voor de Chemie, in ieder geval overduidelijk. Het is zonde dat we aardgas en olie verbranden. Die bronnen moeten we juist gebruiken om nieuwe moleculen te maken. Dat kunnen we in Nederland heel goed en heel efficiënt. We dienen dan ook niet te streven naar een maatschappij zonder fossiele bronnen, maar moeten zorgen dat deze bronnen optimaal worden gebruikt. Temeer doordat de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toenemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire economie, waarin afval niet meer bestaat. Of zoals chemici zeggen: iedere molecuul weer terug in het systeem wordt gezet. Bezuinigingen niet per definitie slecht Om tot toepassingen voor de circulaire economie te komen, pleiten beide heren voor voldoende fundamenteel onderzoek. De budgetten hiervoor nemen echter af. Een van de redenen hiervoor zijn de teruglopende aardgasbaten. De kwaliteit van onderzoek is volgens de tafelheren echter de kern van het succes van de Nederlandse chemiesector. Arbeid is elders veel goedkoper, dus moeten wij slimmer zijn, verklaart Brouwer. En wie eenmaal een goede status heeft, trekt de juiste mensen en instellingen aan. Dat maakt het zaak om zeer kritisch te bekijken waar het beschikbare geld aan wordt besteed. Het Sectorplan Natuur- en Scheikunde geeft hier houvast bij. Van Harten: We willen meer marktgericht zijn, maar er moet altijd ruimte blijven voor grensverleggend onderzoek. Terugkijkend in de historie zie je dat belangrijke uitvindingen bij toeval werden ontdekt bij onderzoek naar chemische reacties. Brouwer: Bezuinigingen zijn niet per definitie slecht. Met minder geld ga je gericht te werk. Het sectorplan helpt daarbij. We moeten zorgen dat de beste mensen het meeste geld krijgen en niet iedereen een beetje. Willen we werkelijk een kenniseconomie zijn, dan moeten we het poldermodel een beetje loslaten en duidelijke keuzes maken. Ketensamenwerking Op de vraag of het bedrijfsleven niet in het gat dient te springen, reageert Jan-Willem Toering, Directeur KNCV, de beroepsvereniging voor chemici, nuchter. Het contact met het bedrijfsleven is goed in ons land, maar bedrijven moeten door het economisch klimaat meer dan voorheen terug naar hun kernactiviteiten. Evenals Van Harten ziet hij heil in de win-winsituatie van open innovatie en samenwerking, waarin ook overheid en kennisinstellingen een belangrijke rol spelen. De chemie vindt zichzelf steeds opnieuw uit en dit kunnen we versnellen door ketensamenwerking, aldus Van Harten. Brouwer haalt daarop het voorbeeld aan van grootbedrijven die zakelijk gezien risicovolle moleculen ontwikkelen met behulp van universiteiten. Voor universiteiten zijn de faciliteiten vaak onbetaalbaar en het bedrijfsleven zet haar mensen graag in op de meer zekere projecten. Een mogelijke nieuwe oplos- Chemiecluster Drenthe Europees topspeler STARTBIJEENKOMST TOEKENNING COCI-STATUS V.l.n.r. Klaas-Wybo van der Hoek (vice-voorzitter Stenden Hogeschool), Daan Borjeson (communicatie Green PAC), Gerard van Harten (Topsector Chemie) Het lijkt een goed bewaard geheim: de chemische industrie in Zuidoost Drenthe is een Europese topspeler in innovatieve vezelchemie. Dat concludeerde de Stockholm School of Economics al in 2011. De regio timmert dan ook stevig aan de weg en investeert in de ontwikkeling van groene chemie. Ketensamenwerking is het toverwoord. De drie-eenheid vezels, composieten en biobased kunststoffen bepalen de focus. Groene chemie, nieuwe producten De chemie, food, farma en agrosector varen wel bij de Drentse aanpak. Nieuwe biobased tuinbouwplastics bijvoorbeeld, leveren composteerbaar opbindgaren voor tomaten en komkommers, en een volledig afbreekbaar folie voor de lelieteelt. Dat klinkt klein, maar levert een grote milieuwinst én arbeidsefficiëncy. Indrukwekkend is de ontwikkeling van een nieuw medicijn tegen hartfalen. Een topstuk is de biocomposietenbrug voor de dierentuin in Emmen, veel sterker en lichter dan de bestaande. Binnenkort te belopen bij de drukbezochte savannen. Internationale bedrijven Het brandpunt van de groene chemieactiviteit is het Emmtec-terrein in Emmen. Hier zijn global players als DSM, Teijin en Bonar gevestigd, samen met vindingrijke MKB-ers. Dit voormalig AKZO-terrein bundelt laboratoria, pilot-, demo- en productie- plants op één locatie. Ook is er ruimte voor tijdelijke bedrijfsactiviteiten. COCI De Drentse agribusiness- en (glas)tuinbouwsector zit bijna letterlijk om de hoek en levert de ondernemers op het Emmtec-terrein biogrondstoffen. Dat leidt tot verbindingen waarbij 1 + 1 véél is, zeker door de versterking met kennisinstellingen op locatie. Ook de overheden zijn actief betrokken. Zo is de Drentse groene driehoek ontstaan. Eind 2013 leverde dat de COCI-status op. In Emmen hebben ze een lange historie op het gebied van chemie. Hun praktische insteek van het HBO en MBO is uitermate geschikt voor toegepaste expertise op dit vlak, vertelt Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie. De COCI-status is voor Green PAC. Daarin trekt Stenden PRE, een samenwerkingsverband in de groene chemiesector, samen met bedrijven en kennisinstellingen op in marktgericht onderzoek, productontwikkeling én onderwijs. Het Centre of Expertise Smart Polymeric Materials en het op te starten Centrum voor Innovatief Vakmanschap versterken die toekomstgerichte koers.

MAART 2014 5 VISIE Chemie als één van de motoren van onze economie sing voor financiële krapte, zijn volgens Van Harten venture capitalists. Aangezien ook banken weinig lust hebben om in relatief risicovolle ontwikkelingen te investeren, groeit de behoefte aan durfkapitaal. Het aanbod ervan wil echter nog niet vlotten. Provincies laten wel ontwikkelingen zien met nieuwe revolving funds, maar een infrastructuur zoals die er in de VS is, ontbreekt. Brouwers stemt in. Investeerders in de VS weten dat niet ieder project een succes zal worden, maar investeren in wetenschap waarin ze vertrouwen hebben. Hier kwamen weinig mensen op af, de keren dat we pitchavonden hielden. V.L.N.R. JAAP BROUWER, JAN WILLEM TOERING, GERARD VAN HARTEN Gebrek aan goede docenten Het grootste aandachtspunt van de drie heren is Nederland aantrekkelijk houden op wereldniveau. Het eerder genoemde kwalitatief hoogstaande bedrijfsleven en het onderzoek dat daarvoor nodig is, zijn van grote invloed op elkaar. Maar eigenlijk moeten we nog een stap terug, zegt Toering. We merken dat er een schrijnend tekort is aan goed opgeleide scheikundedocenten in het voorgezet onderwijs, waardoor het onderwijsniveau te laag is. Een situatie die Brouwer zeker herkent. De kennis van nieuwe studenten moet flink bijgespijkerd worden. Ik zie het als een plicht om dat te veranderen. We streven ernaar om promovendi voor de klas te krijgen. Die krijgen daar een extra jaar voor. Goed opgeleide docenten, die met overtuiging voor de klas staan, blijken verschil te maken. Tijdens de Chemie Olympiade voor scholieren, horen we steevast dat ze mee zijn gaan doen omdat ze een enthousiaste docent hebben, aldus Van Harten. Brouwer merkt op academisch niveau wel vooruitgang. Onder andere doordat biotechniek en reguliere chemie steeds dichter bij elkaar komen. De samenwerking tussen zijn instituut en Universiteit Delft ziet hij als goed voorbeeld. Er wordt steeds meer gewerkt in multidisciplinaire teams, waarbij business skills evengoed belangrijk zijn. Maar dat moet in een opleiding niet te vroeg samenkomen, nuanceert hij. Een chemicus moet in de eerste plaats goed zijn in z n vak. Daarna kan er aandacht zijn voor overige competenties. NIELS ACHTEREEKTE Colette Alma is algemeen directeur van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), de belangenorganisatie waarvan de meeste Nederlandse chemische bedrijven lid zijn. Wat ziet zij voor haar bedrijfstak als de belangrijkste prioriteiten voor de komende jaren? Chemie maakt als bedrijfstak een lastige periode door. De concurrentie neemt op wereldschaal toe en zowel grondstoffen als energie zijn in Europa duurder dan in andere regio s in deze wereld. Daarom zetten we vol in op de ontwikkeling van maatregelen en middelen om concurrerend te kunnen blijven opereren. Innovatie en het benutten van de kansen van biobased grondstoffen is één van de opties. Daar zit op langere termijn zeker toekomst in. De Topsector Chemie zorgt ervoor dat dit gecoördineerd en naar de behoefte van de industrie plaatsvindt. We hebben ook een intensieve verbinding met de foodsector. Denk aan vitamines, waaraan chemie een duidelijke bijdrage levert. Binnen de chemie speelt ook verduurzaming een zwaarwegende rol. We dragen heel nadrukkelijk bij aan het produceren van lichte materialen voor bijvoorbeeld de luchtvaart- en auto-industrie. Daarmee zorgen we ervoor dat er minder energie nodig is om de eindproducten te gebruiken. Ook zelfhelende coatings in de verfindustrie zijn een mooi voorbeeld. En we produceren in toenemende mate sterke materialen, die langer worden gebruikt en minder vaak hoeven te worden vervangen. Een andere belangwekkende ontwikkeling is het realiseren van de circulaire economie. We ontwerpen steeds meer producten die uiteindelijk geschikt zijn voor recycling. Daarin speelt de samenwerking van wetenschap en onderwijs ook een belangrijke rol. Die coöperatie is goed zichtbaar binnen de Topsector Chemie. Het stelt ons als industrie in staat om heel gericht en snel het proces te doorlopen van fundamentele wetenschap tot toepassing in concrete producten. Als het om innovatie gaat, is de eigen verduurzaming ook heel belangrijk. Daarom gaan we bij onze productieprocessen steeds zorgvuldiger om met grondstoffen en energie. Al deze ontwikkelingen dragen bij aan het bereiken van ons ultieme doel: de toekomst van de chemische industrie veiligstellen als één van de motoren van onze economie, die ook oplossingen kan bieden voor de grote uitdagingen van de toekomst. GEERT STRUIKSMA Slimmer met subsidies Voor veel ondernemers is subsidie een vies woord. Logisch, want innovatieve bedrijven kunnen prima op eigen benen staan. Toch kunnen ook gezonde ondernemingen hun voordeel doen met subsidies. Dat wil zeggen: als ze de subsidieaanvraag en de administratie slim aanpakken. SUBtracers helpt bedrijven daarbij. Daardoor zijn bedrijven veel minder tijd kwijt aan het subsidietraject en is de subsidieopbrengst maximaal. De adviseurs van SUBtracers hebben ons geholpen met het slimmer inrichten van onze subsidieaanvraag, vertelt Peter de Rooij van Zandvliet Vleeswaren. Recent ontwikkelde de onderneming uit Delft innovatieve hersluitbare verpakkingen waarmee het terrein wint in de supermarktschappen. Met behulp van SUBtracers hebben we zowel de subsidieopbrengst als de administratie voor dat innovatietraject weten te optimaliseren c.q. te perfectioneren. Dankzij hun uitstekende begeleiding zijn we onlangs met vlag en wimpel door een controle van de RVO gekomen. Ook Techmedic International, dat tele-monitoringproducten maakt voor de zorg, is enthousiast over de samenwerking met SUBtracers. CEO Rutger Brest van Kempen: SUBtracers pakt subsidieaanvragen slim aan, waardoor deze ook voor andere (internationale) aanvragen bruikbaar zijn. Ook de administratie richten ze efficiënt in. Zo kunnen verschillende subsidietrajecten makkelijk worden toegevoegd. Al met al levert hun inzet ons veel meer op en scheelt het ons bovendien zeeën van tijd. SUBtracers international subsidy consultants 4 tips bij subsidieaanvragen 1. Scheid het kaf van het koren. Het barst van de subsidies, maar slechts enkele zijn interessant. Zorg dat je de beste subsidies tijdig op de radar hebt. 2. Organiseer subsidieaanvragen en -administratie modulair, zodat je geen dubbel werk hoeft te doen voor fiscale regelingen en regionale, nationale en Europese subsidies. 3. Benader subsidies zakelijk. Check daarom elke subsidieaanvraag op de potentiële opbrengst, de slagingskans en de tijdsbesteding voor de aanvraag en de administratie. 4. Schakel een goede subsidieadviseur in. Ook al wordt reeds gebruik gemaakt van een adviesbureau, in 70% van de gevallen kan SUBtracers het subsidiebeleid van bedrijven optimaliseren: meer opbrengst, minder risico en een lagere tijdsbesteding. SUBtracers is een subsidie-adviesbureau. Wij maken subsidies simpel. Zowel start-ups als beursgenoteerde bedrijven behoren tot onze klanten. www.subtracers.com

Huygensweg 26 5482 TG Schijndel www.maris-projects.nl Greentech Park Brabant: van groen naar poen! Klaar voor de groene Golf? In de gemeente Boxtel is een consortium van partijen aan de slag gegaan om een plek te creëren waar kennis en ervaringen op Greentech gebied worden doorontwikkeld. Een plek waar ondernemers concepten voor het verwaarden van groene stromen, zoals biomassa en GFT, kunnen testen voor ze de markt op kunnen. Het Greentech Park Brabant is gestart! Het Greentech Park Brabant is in opbouw. Bedrijven die groene reststromen willen omzetten in grondstof of energie, kunnen hun product daar testen, zodat deze vervolgens in de markt gezet kunnen worden. Vanuit het onderwijs kunnen studenten van Helicon (MBO) en HAS (HBO) bedrijven praktisch, vaardig en creatief helpen met conceptontwikkeling. Zo wordt een nieuwe generatie jongeren opgeleid die enthousiast is over de mogelijkheden van groene economie. De verbinding tussen ondernemers, onderwijs en overheid vormt een perfecte basis voor de opkomende biobased economy. Een brug tussen theorie en praktijk! Binnen het midden- en kleinbedrijf is grote behoefte aan slimme testlocaties waar Greentech concepten opgezet en getest kunnen worden. Dit om een brug te slaan tussen elementair wetenschappelijk onderzoek en toegepast onderzoek, waar het bedrijfsleven direct voordeel van heeft. Het Greentech Park Brabant voorziet in deze behoefte. Zij wil een bijdrage leveren aan het maximaal verwaarden van reststromen tot energie en halffabricaten voor de biobased Industries, de tak van chemie die gebruik maakt van bioproducten als olievervanger. Door in te zetten op kleinschalige pilots en toegepast onderzoek, wordt de transitie naar meerwaarde uit groen afval toegankelijk en tastbaar! Een unieke kans om in te stappen, doet u mee? In Boxtel ontspringt iets moois Duurzaamheid is al jaren een belangrijk onderwerp in het beleid van de gemeente Boxtel, de vestigingsplaats van Greentech Park Brabant. Duurzaam wonen, werken en leven is het devies in Boxtel, waar ooit De Kleine Aarde als centrum voor duurzame ontwikkeling ontstaan is. Boxtel wil samen met bedrijven, onderwijs en inwoners energieneutraal worden in 2040, waarbij het gebruik van fossiele brandstoffen wordt teruggedrongen. Om dat te kunnen bereiken moeten we op zoek naar alternatieven. Gemeente Boxtel is op zoek naar alternatieven en daarom in de regio Noordoost-Brabant dé kartrekker op het gebied van duurzaamheid. In de regio zijn veel bedrijven en instanties actief op het terrein van biobased economy en verwaarding van reststromen. Boxtel wil de (regionale) Greentech ontwikkelingen stimuleren en ondersteunen samen met bedrijfsleven en onderwijs. Als we daarbij kennis en kunde kunnen bundelen en clusteren, boeken we samen betere resultaten! Burgemeester Mark Buijs van gemeente Boxtel over Greentech: Om verder te komen en een plaats te behouden als innovatieland moeten we ontwikkelingen als Greentech Park Brabant maximaal onder steunen. Maar wel vanuit de rol die de overheid past: faciliteren. We gaan ervoor! GREENTECH PARK BRABANT Zero-Energy costs for rural communities PARTNERS Voor meer informatie, ga naar: www.greentechcampusbrabant.nl of neem direct contact op met de projectleider Greentech Park Brabant Daan Arkesteijn, via: dar@boxtel.nl of (0411) 655 224. Ondernemen en investeren in BioBased Economy op dé economische hotspot van Nederland? Op Schiphol Trade Park kan het! Groei en innovatie in regio Emmen Koploper in groene chemie Groene chemie heeft de toekomst. In Emmen en omgeving is de concentratie van specialisten en bedrijven op dit gebied ongekend. Hier brengen we toegepast onderzoek in de praktijk. We ontwikkelen nieuwe producten in de biochemie en verbeterde producten voor de food- en farma-industrie. De toepassing van natuurlijke producten, zoals plantextracten, zorgt voor wereldwijde innovaties. Duurzame vezels op basis van biomassa ontwikkelen zich in razend tempo. Het aantal toepassingen is onbegrensd, van wegwerpbeker tot vliegtuigonderdelen. Grote spelers als Teijin Aramid, DSM Engineering Plastics, Fokker, Bonar, Forbo Novilon en Ruma Rubber, maar ook tal van mkb-bedrijven zijn actief in de regio. Emmen huisvest koplopers op het gebied van biobased producten, zoals Applied Polymer Innovations Emmen, Machinefabriek Emmen en Cumapol. www.schipholtradepark.nl/expo Onze regio is de ideale vestigingsplaats voor bedrijven: Emmen ligt aan de A37/E233, de snelste verbinding van de Randstad naar Duitsland en Scandinavië. Internationaal georiënteerde bedrijven profiteren optimaal van Dryport Emmen-Coevorden, het overslagpunt tussen weg, water en spoor. Meer weten over deze kansrijke regio? Kijk op www.emmen.nl/ondernemen.

MAART 2014 7 INSPIRATIE Nederland biedt ideale omstandigheden voor chemiebedrijven Is Nederland concurrerend genoeg en lukt het ons om interessante internationale chemiebedrijven naar Nederland te halen? Het NFIA spant zich namens de overheid in om ons land als ideale vestigingsplaats te promoten. De cijfers tonen aan dat dit prima lukt. Nederland herbergt nu 19 van s werelds top 25 grootste chemische bedrijven als Lyondell- Basell, Sabic, Teijin en Dow, net als een aantal wereldklasse R&Dinstituten voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Jeroen Nijland, commissaris van NFIA, vertelt over Nederland als ideale vestigingsplek voor grote internationale spelers, ook voor chemiebedrijven. Metropool Amsterdam Biobased expocenter, kennisplatform en ambachtelijke academie Rotterdam-Leiden-Delft Medical Delta Foodvalley Chemie tussen kennis, bedrijven en overheid Zuid-Oost Drenthe Emmtec-terrein met COCI-status Deventer Koploper in cleantech Delfzijl Productie van 15% van alle chemische producten NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken en werkt daarnaast ook in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De organisatie helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. Dit gebeurt onder meer door buitenlandse investeerders snel van vertrouwelijke en gratis ondersteuning, informatie en advies te voorzien en hen directe toegang te bieden tot een uitgebreid netwerk van zakelijke partners en overheidsinstanties. Biopark Terneuzen Samenwerkingsknooppunt tussen Vlaanderen en Nederland Greentech Campus Boxtel Online kennisbank over Greentech Chemelot Innovatief industrieterrein Welke voordelen biedt Nederland ten opzichte van andere landen? Onze geografische ligging is ideaal. Met de zeehavens in Rotterdam en Amsterdam en Schiphol als grote luchthaven zijn wij de poort tot het achterland van Europa. We fungeren ook als prima uitvalsbasis voor het bedienen van de markten in Oost-Europa (en verder) het Midden-Oosten en Afrika. Een internationale oriëntatie en openheid voor buitenlandse investeringen is stevig geworteld in onze cultuur. Tel daar het gunstige fiscale klimaat bij op, onze open innovatie aanpak en goed georganiseerde publiek-private partnerschappen, dan kun je als buitenlands bedrijf niet anders concluderen dat het in Nederland goed vestigen is. Onze hoog opgeleide, flexibele en gemotiveerde arbeidskrachten zijn ook een pre. Weten bedrijven uit de chemie en biotechnologie Nederland te vinden? Als je als bedrijf wilt profiteren van de sterke track-record in het vinden van duurzame oplossingen in de fijnchemie, high-performance materialen en industriële biotechnologie ben je in Nederland altijd op de juiste plek. Op veel plekken speelt de sterke binding tussen bedrijfsleven en wetenschap een belangrijke rol. Daardoor is het relatief eenvoudig om van idee tot werkend en rendabel eindproduct te komen. In die bijzondere vertaalslag zijn wij heel goed. Kijk maar naar de volgende initiatieven. Aantrekkelijke gebieden in Nederland voor de chemie & biotechnologie sector De haven van Rotterdam heeft de ambitie een knooppunt voor wereldwijde biobased kennis te worden. Op Maasvlakte 2 wordt een biobased cluster ontwikkeld. Naast schaalvoordelen kunnen bedrijven hier optimaal profiteren van elkaars aanwezigheid. Het restproduct van de één kan weer de grondstof zijn voor de ander. De regio Zuid-Oost Drenthe is een sterke ontwikkelregio voor de sectoren (vezel)chemie, (glas)tuinbouw en agribusiness. De nationaal toegekende status als knooppunt voor open innovatie in de chemiesector (COCI, Centre for Chemical Innovation) bevestigt dit. Met deze status wordt het mogelijk om toegepast onderzoek te doen en (startende) ondernemers de kans te bieden om hun hoogwaardige biobased producten op te schalen naar grootschalige productie. Chemelot in Zuid-Limburg is een innovatief industrieterrein waar veel organisaties zijn gevestigd: van basischemie tot fijnchemie. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze staan ervoor open om in samenwerking met en met behulp van andere bedrijven continu te innoveren op het gebied van producten en toepassingen. Ook het Zeeuwse Terneuzen herbergt mooie initiatieven. Biopark Terneuzen vertegenwoordigt een nieuwe manier van denken in de creatie van agroindustriële duurzaamheid. In Bio- Base Europe werken Vlaanderen en Nederland samen in een state of the art onderzoeks- en trainingscentrum om zo de economische groei, innovatie capaciteit en duurzame ontwikkeling in de regio te versnellen. De aanwezigheid van Dow in Terneuzen is ook heel belangrijk. In het noorden van ons land speelt Delfzijl een belangrijke rol. De chemische industrie neemt hier 15 procent van alle chemische producten die in Nederland worden geproduceerd voor haar rekening. Binnen de chemische industrie in Europa is Delfzijl één van de kernlocaties en de basis voor enkele essentiële industrieën. Andere initiatieven vinden we bijvoorbeeld in Boxtel, met Greentech park en Greentech campus. Een prachtige proeftuin waar ook zeker weer geïnteresseerde buitenlandse spelers op af zullen komen. Het open innovatiecentrum Green PAC in Noord- Oost Nederland is ook interessant. In een businessgedreven omgeving wordt hier gewerkt aan (groene) kunststoffen, vezels en composieten. Nog een mooi voorbeeld vinden we rond Schiphol. Op Schiphol Trade Park is het BioBased Economy cluster gevestigd. Daar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een innovatief en logistiek bedrijventerrein met een volledig duurzame kringloop waar de grondstof cellulose wordt geteeld en verwerkt tot producten. GEERT STRUIKSMA

8 MAART 2014 WWW.CHEMIEBIOTECH.NL INNOVATIE SABIC behoort als petrochemisch bedrijf tot de top van de wereld. Het hoofdkantoor is gevestigd in Saoedi Arabië, het Europese hoofdkantoor zetelt in Sittard. In Nederland bevinden zich ook een productielocatie in Geleen (Chemelot) en een vestiging in Bergen op Zoom. Publiek-private samenwerking essentieel voor innovatie binnen chemie Er werken 2.000 mensen, wereldwijd zijn dit er ruim 40.000. Frank Kuijpers is General Manager Technology Europe, US & Developed Economies bij SABIC. Hij is een groot pleitbezorger van de publiek-private samenwerking op het gebied van innovatie binnen de chemie. Wat voor bedrijf is SABIC? Wij maken grondstoffen voor de productie van verschillende kunststofeindproducten. Deze grondstoffen maken we van koolwaterstoffen die we uit geraffineerde aardolie halen. Een tak van sport waarin de technische ontwikkelingen snel gaan en waarin we graag samenwerken met andere partijen. Bijvoorbeeld op het gebied van innovatie. Wat is het belang van innovatie? Als chemiebedrijf moeten we voortdurend in beweging zijn, zorgen voor vernieuwingen. Dat doen we om in te spelen op ontwikkelingen in de samenleving niet alleen in Nederland, maar wereldwijd en simpelweg Frank Kuijpers Manager Technology Europe, US & Developed Economies SABIC omdat onze klanten er om vragen. De innovaties zijn zeer divers. Duurzaamheid is daarin heel belangrijk. We voeren dat door op verschillende niveaus. Allereerst investeren we voortdurend in besparende maatregelen in onze productieprocessen, bijvoorbeeld als het gaat om het gebruik van water en energie. Ook onze afvalstromen proberen we tot een minimum te beperken. Daar hangen ook grote investeringen in het beperken van onze milieuemissie mee samen. Een tweede heel belangrijke investering in innovatie heeft betrekking op onze producten. Welke oplossingen dragen wij aan om een duurzame samenleving te creëren? In Nederland focussen we daarbij op twee businesses: polymeren en innovative plastics (polyolefine en engineering plastics). Wij maken bijvoorbeeld smart materials voor heel specifieke toepassingen. Denk aan medische apparatuur, elektronica en de auto-industrie. Maar ook lichtgewicht materialen voor bijvoorbeeld verpakkingen, auto-industrie en luchtvaartindustrie. We investeren ook veel in alternatieve energievormen, waarbij onze materialen worden toegepast. Op welke manier werken jullie samen en met wie? Voor ons is publiek-private samenwerking belangrijk. Het biedt voordelen om in de non-competitieve fase van innovatie ondernemingen en de wetenschap te verbinden. Het bedrijfsleven is actief in de markt en in direct contact met de oplossingen, producten en toepassingen. De bedrijven geven de richting aan, maar kunnen dit niet alleen. Wij vinden het partnerschap met wetenschappelijke instituten cruciaal, want zij dragen bij op het gebied van onderzoek. Op dit moment werken wij samen met instituten als ETH Zürich, MIT, Cambridge en Fraunhofer. GEERT STRUIKSMA FOTO: BYSABIC Toekomst duurzaa Om te komen tot een circulair systeem in de kunststofindustrie is een andere verdeling in grondstofgebruik nodig. Hoe zet de sector zich hiervoor in? We bespreken het met Aafko Schanssema, Directeur van Vereniging Kunststofverpakkingen (VMK). Kunststof is in drie stromen op te delen: kunststof uit fossiele bronnen (aardolie en gas), kunststof uit hernieuwbare bronnen (biobased) en recyclaat (hergebruikafval). In de lineaire economie waarin we leven, heeft kunststof uit fossiele bronnen de overhand. Vanuit de sector wordt echter gewerkt om biobased kunststof en afval meer ruimte te geven in het streven naar een circulaire economie. Schanssema: Innovatief gebruik van recyclaat en biobased kunststof zijn de stip op de horizon. De weg er naartoe bepalen we nu samen met de keten. De directeur is realistisch over de stand van zaken. Hoewel er stappen zijn gezet in het recyclen van plastic, wordt een erg groot gedeelte nog verbrand of afgedankt. Ter nuance geeft hij wel aan dat er zuinig met bronnen wordt omgegaan. Kunststofproductie is erg efficiënt. De producten doen het goed in de gebruiksfase. Samenwerken aan innovatie loont De dempers voor machines met draaiende onderdelen zijn van rubber gemaakt. Dat rubber slijt hard. Met ons onderzoek naar zelfhelend rubber pakken we dit probleem aan. Daarmee helpen wij direct de industrie, vertelt Jacques Joosten, Managing Director van DPI (Dutch Polymer Institute). De vraag komt van bedrijven. Wij matchen deze vraag wereldwijd aan top universiteiten die daarbij passend onderzoek doen, of dit nu gaat om chemisch, natuurkundig of werktuigbouwkundig onderzoek. In het belang van de gezochte oplossing werken meerdere partijen met elkaar samen, ook bedrijven die elkaars concurrenten zijn. Dit is bij uitstek een voorbeeld van onderzoek dat in samenwerking met de gouden driehoek van bedrijven, universiteiten en overheid tot stand komt. Bedrijven zijn bepalend voor de richting van het onderzoek, universiteiten voeren het onderzoek uit. De voortgang van het onderzoek wordt voortdurend bewaakt. De kwaliteit van het onderzoek wordt getoetst. Vooraf is bij goed resultaat industriële impact gegarandeerd, een droom wordt waar gemaakt. Zo n selfhealing rubber komt straks ook ter beschikking van andere bedrijven, denk dan ook aan het MKB. Self healing rubber is nu nog een maakbare droom. Het gaat om risicovol langere termijn onderzoek, dat in theorie mogelijk moet zijn. De kosten voor het onderzoek worden gedeeld door de industriële partners (o.a. Teijin Aramid, SKF, Arkema), de betrokken universiteiten (o.a. de TU Delft) en de overheid. Op het gebied van polymeren hoogwaardige kunststoffen heeft Nederland een sleutelpositie. Bedrijven en universiteiten uit de hele wereld sluiten zich aan bij onderzoek dat vanuit DPI wordt gedaan, en ook bij innovaties die samen met DPI Value Centre worden gedaan. Zo versterken wij de concurrentiepositie van de BV Nederland en stimuleren wij een gunstig vestigingsklimaat van de R&D van de betrokken chemische, biobased en verwerkende industrie. DPI is een publiek privaat samenwerkingsverband tussen ruim 80 bedrijven en kennisinstellingen en het ministerie van Economische Zaken. DPI is in 1997 opgericht. Er werken circa 200 onderzoekers actief aan DPI projecten. DPI (Dutch Polymer Institute), Eindhoven www.polymers.nl Polyplast Keurmerk staat voor kwaliteit! Branchevereniging Polyplast hanteert een keurmerk om kwaliteit binnen de branche te garanderen. De leden bewerken kunststof halffabricaten tot installaties met tanks en leidingwerk. De producten moeten aan hoge eisen voldoen i.v.m. de chemische stoffen die in de tanks worden opgeslagen en via de leidingen getransporteerd. Het keurmerk toetst op diverse aspecten rond veiligheid en kwaliteit, in productieproces, eindproduct en montage. Denk aan ISO 9001 integrale kwaliteitsborging), VCA-2008 (veiligheid bij montage op locatie) en DVS 2212 / NEN 7200 (kwaliteit in laswerk). Op www.polyplast.nl ziet u wie het Keurmerk bezitten. Seminar Op de site leest u ook meer over het seminar op 4 september 2014, inzake de nieuwste innovaties en toepassingen in de branche.

MAART 2014 9 m kunststof krijgt vorm CHEMELOT Ketenakkoord ondertekend De weg naar de circulaire economie kent volgens Schanssema enkele barrières door de huidige stand van de markt voor biobased kunststof. Bedrijven hebben de angst om de eerste te zijn, maar de belangrijkste remmende factor zijn de hoge kosten. De materialen staan aan het begin van het ontwikkeltraject, de efficiëntieslag is nog niet gemaakt en er is nog geen sprake van schaalvoordeel. Om te zorgen voor een versnelling van het geheel, is vorig jaar november het ketenakkoord ondertekend. Buiten het bedrijfsleven hebben ook universiteiten, groene NGO s, de havenbedrijven en de overheid zich eraan gecommitteerd. De strekking ervan reikt verder dan de biobased economie, zo maakt ook zwerfvuil op zee er onderdeel van uit. Het is een ideaal platform om initiatieven op te zetten, licht Schanssema toe. Zo richten we ons naast stimulering van biobased en de inzet van meer recyclaat ook op chemische recycling; het opwerken van plastic afval naar een olieproduct. De manier waarop doelen behaald worden, wordt momenteel vastgesteld. Duidelijk is volgens de directeur wel dat de ambities groot zijn. De kunststof-industrie wil bijvoorbeeld 25 procent biobased werken in 2030. Als we uitgaan van autonome groei dan wordt dat zo n drie tot vijf procent, dus is ingrijpen noodzakelijk. Hierover wordt momenteel beleid ontwikkeld, wat zorgvuldige afstemming vergt met alle betrokkenen. Gedacht wordt aan demonstratieprojecten, legt Schanssema uit. En ook aan een greendeal om belemmeringen weg te nemen, zoals het opnemen van duurzaam inkopen. Evenals fiscale voordelen, vergelijkbaar met de BPM van voertuigen, als een tijdelijk stimuleringsinstrument. SIETSE HERREMA Biobased Economy: duurzaam cross-sectoraal innoveren Het Kabinet heeft negen topsectoren aangewezen waarin Nederland wereldwijd sterk is. Binnen de topsectoren heeft de chemie het thema biobased geadopteerd. Stichting Topconsortium voor Kennis en Innovatie Biobased Economy (TKI-BBE) voert het cross-sectorale innovatiecontract Biobased Economy uit. Kees de Gooijer is voorzitter van de directie TKI Biobased Economy. We willen de komende jaren toewerken naar herkenbare producten in de schappen. Op de vraag hoe hij Biobased Economy in één woord zou willen omschrijven, antwoord Kees de Gooijer: Verduurzamen. Ik vind het belangrijk om te inspireren en te motiveren. We moeten bruggen bouwen. Niet alleen tussen de verschillende topsectoren, maar ook richting het bedrijfsleven. Het cross-sectorale innovatiecontract biedt een mooi vertrekpunt. In totaal hebben meer dan 100 bedrijven zich aan dit contract gecommitteerd. Wat is het belangrijkste uitgangspunt voor de Biobased Economy? Wij zetten ons in om op korte termijn te komen tot een efficiëntere inzet van biomassa voor energie en materialen. Biomassa heeft twee belangrijke voordelen ten opzichte van fossiele grondstoffen: biomassa is hernieuwbaar, er is dus geen sprake van uitputting en biomassa wordt door de korte koolstofcyclus als CO2-neutraal gezien. Daarbij is biomassa de enige vervanger van fossiele grondstoffen voor toepassingen waarbij koolstof onmisbaar is, zoals bij diverse chemicaliën en materialen. Op langere termijn willen we fundamentele doorbraken realiseren in de energie- en chemiesector. Wij denken bijvoorbeeld dat het mogelijk is om in de toekomst solar fuels te maken. Voor het zover is, kan er ook nu al veel worden bereikt. Kijk naar de pilots op het gebied van reststromen, bijvoorbeeld het opwekken van biogas uit de verwerking van mest van allerlei oorsprong. Daar kunnen we veel van verwachten. Net als van andere spannende ontwikkelingen als het winnen van pyrolyse-olie uit houtresten, het winnen van eiwitten uit plantaardige resten en het produceren van biokool. Wat is de aanpak van TKI Biobased Economy? Biobased Economy timmert behoorlijk aan de weg binnen de Topsectorenaanpak. We zijn sterk gelieerd aan de topsectoren Chemie en Energie. Inmiddels hebben we ook verbinding gemaakt met Agri&Food, Tuinbouw, Life Sciences en Logistiek. Met elkaar streven we ernaar om Nederland concurrerender te maken. We willen de Nederlandse bedrijven op basis van hun kennispositie en innovatief vermogen een voorsprongpositie geven op anderen. Daarmee leggen we een stevig fundament voor de kennisintensieve Nederlandse Biobased Economy. Dit beleid mondde onlangs uit in ondertekening van het Innovatiecontract. Daarmee kunnen we nog nadrukkelijker naar rendabele kansen zoeken. Ook omdat we zo langzamerhand meer resultaten willen laten zien. Samen kunnen we voor producten in de winkelschappen zorgen die een goede waardepropositie hebben en herkenbaar zijn voor de consument. GEERT STRUIKSMA Havenbedrijf Amsterdam: Partner in biotechnologie en chemie De Amsterdamse haven staat bekend als energie haven. Logisch, want tachtig procent van de activiteiten betreft de overslag van energiegrondstoffen. Hoewel minerale brandstoffen de komende decennia belangrijk blijven, is de haven ook een actieve speler in de nieuwe markten van biofuels, biomassa, groengas en restwarmte. In de transitie naar hernieuwbare energie zet Havenbedrijf Amsterdam sterk in op de biobased economy. Wij zijn actief deelnemer in het project Biobased Connections van de Amsterdam Economic Board. Hierin ontwikkelen we zogenaamde proeftuinen voor het slim uitwisselen van rest stromen voor grondstof- en energieproductie, vaak in combinatie met innovatieve biotechnologie. Zo wint Waternet fosfaat uit urine in rioolwater, wat ICL Fertilizers weer kan benutten voor kunstmest productie. Orgaworld, Biodiesel Amsterdam, NOBA en Rotie werken samen in een Greenmillsconcept om frituurvet en ander organisch afval om te zetten in bio diesel, groene stroom en warmte, waarmee we duizenden woningen verwarmen. Biodiesel Amsterdam zal in 2014 de productie van bio diesel verdubbelen tot 300.000 ton en 50.000 ton farmaceutische glycerine. Daarmee is Greenmills één van de grootste biodieselfabrieken in Europa. Met Waternet en AEB Amsterdam onderzoeken we momenteel het omzetten van biogas uit rioolwaterslib in bio-lng. Amsterdamse hernieuwbare energie biedt ook extra mogelijkheden voor de chemische sector in de regio. We werken nauw samen met Innovation Lab Chemistry Amsterdam, waarmee we de verbinding maken tussen de haven, chemische productiebedrijven, wetenschap, spin-offs en start-ups. Daar komt bij dat Europa steeds meer chemische Meer weten? Bezoek onze website: www.portofamsterdam.nl producten importeert uit opkomende economieën zoals India, waaronder veel biochemische producten. De Amsterdamse haven is de logische plek voor biobased chemie: er is ruimte, energie, samenwerking en unieke (kennis)- infrastructuur. Foto: Greenmills

10 MAART 2014 WWW.CHEMIEBIOTECH.NL VISIE Nanotechnologie speelt een grote rol in ons dagelijks leven, bijvoorbeeld als toepassingen in elke mobiele telefoon. Continu onderzoek zorgt voor vele innovaties in verschillende sectoren. Miriam Luizink is zakelijk directeur aan het MESA+, instituut voor nanotechnologie van de Universiteit Twente en zij vertelt meer over de wondere wereld van nanotechnologie. Futuristische toepassingen van nanotechnologie dichtbij Nederland is koploper van de wereld betreffende nanotechnologie en omdat het multidisciplinair is, biedt het ook voor de toekomst enorme kansen. Nanotechnologie is ontstaan uit natuuren scheikunde, een zoektocht naar steeds kleinere afmetingen. Inmiddels hebben biologie en medische wetenschappen aangehaakt. Nanostructuren zijn zo klein dat ze bestaan uit slechts enkele atomen en moleculen, waardoor deze op elkaar gestapeld kunnen worden. Dat stapelen met atomen en moleculen zorgt voor vele vernieuwende toepassingen. Laboratorium in één pil Luizink geeft een voorbeeld. In de medische wereld wordt darmkanker nu opgespoord door bloedonderzoek. We werken nu echter aan een nanopil die in een veel vroeger stadium sneller en veel uitgebreider ziektes kan opsporen. De pil bevat elektronica, nanodraadjes en een pompje dat vloeistof naar binnen zuigt. Via een ingebouwd zendertje stuurt de pil de informatie direct door naar de huisarts. Het klinkt als science fiction, maar Luizink is ervan overtuigd dat een dergelijke pil binnen vijf jaar gebruikt kan worden. Het wordt een normaal formaat pil, die vol zit met nanotechnologie en de ontwikkeling is in volle gang. Want de pil moet natuurlijk afbreekbaar worden en geen duizenden euro s gaan kosten. Door dergelijke pillen te maken, zijn ziekten veel sneller op te sporen wat de kans op genezing natuurlijk veel groter maakt. Een volgende stap in het onderzoek is een ziekte niet alleen opsporen, maar ook direct gericht behandelen. Bijvoorbeeld bij kanker: een nanopil spoort een tumor op en geeft direct gericht medicatie af, zonder omliggend weefsel en organen te raken. Nieuwe materialen Met nanotechnologie kunnen nieuwe materialen worden gemaakt door het stapelen van moleculen. Bijvoorbeeld: glas is doorzichtig, maar geleidt niet. Koper is ondoorzichtig, maar geleidt goed. We kunnen atomen bouwen met de gezamenlijke eigenschappen zodat er een materiaal ontstaat dat én doorzichtig is én goed geleidt. Dit zou bijvoorbeeld toegepast kunnen worden in zonnecellen. Ook de foodsector profiteert van nanotechnologie. Door het bestuderen van voedingsmiddelen, willen we ontdekken waarom voedsel veroudert en hoe we dit tegen kunnen gaan. Er is een apparaat in de maak gebaseerd op nanotechnologie dat kan ruiken of iemand tuberculose heeft, zoiets kan ook in een melkpak geïntegreerd worden om te meten of de melk nog te drinken is. Nanotechnologie biedt ongekende mogelijkheden. De overheid en het bedrijfsleven investeren fors in de onderzoeken. De innovaties die daaruit voortkomen, bieden kansen aan tal van spin-off bedrijven. Zonder investeringen en participatie van overheid en bedrijfsleven zou Nederland de toppositie kwijtraken. CORRY DAALHOF ONTDEK HOE NANO DE WERELD GAAT VERANDEREN Gratis college Nanotechnologie door Dave Blank. Woensdag 16 april. Universiteit Twente. DENK KLEIN DAVE BLANK NANO-PIONEER #getconnected Aanmelden en livestream op: twente.com/nano

MAART 2014 11 Lokale vlasproductie voor duurzame lijnolieverf VAN VLAS OP HET VELD NAAR EEN NATUURLIJKE VERF. OP DE FOTO S IS HET PROCES IN KAART GEBRACHT. Steeds meer opdrachtgevers in de bouw stellen duurzaamheidseisen aan materialen. Verf is daarop geen uitzondering. Het Enschedese schilder- en vastgoedonderhoudsbedrijf Gebr. van der Geest besloot daarom haar eigen natuurlijke verf te ontwikkelen. Het groeide uit tot een duurzame productieketen dicht bij huis, die tot interessante spin-offs kan leiden. Begin 2010 raakte Gebr. van der Geest via AgentschapNL betrokken bij de duurzame inkoopcriteria van de overheid. Om zaken te blijven doen met de overheid verduurzaamde het bedrijf haar organisatie, maar er bleef één belangrijk punt over: de verf. We zijn terug gaan kijken naar de tijd voor de chemische revolutie rond 1950, zegt directeur Bas van der Geest. In die tijd werd gebruikgemaakt van natuurlijke grondstoffen, waarbij vooral het lijnzaad van de vlasplant opviel. Zo n drie en een half jaar geleden richtte hij Rolsma Advanced Biobased Paints op met een eigen R&D-afdeling om een moderne variant te maken van lijnzaadverf. Er was een verbetering in de receptuur nodig om de verf minstens zo goed te laten presteren als de gebruikelijke chemische varianten. Zo droogt het natuurlijke materiaal minder snel van zichzelf. We hebben verschillende natuurlijke oliën gemixt, die het droogproces versnellen, zoals olie van de Chinese Tung noot. Begin dit jaar is de verf op de markt gebracht, maar Rolsma blijft verder ontwikkelen. Van der Geest wijst onder andere op het gebruik van een residu van biobrandstof als basis voor nieuwe verf en het gebruik van pure, natuurlijke zetmeel. Zelf vlas verbouwen De ontwikkelingen van Rolsma vallen binnen de Green Deal voor biobased bouw, waardoor de overheid regels kan versoepelen om het ontwikkelproces te versnellen. Het bood uitkomst voor de grondstoffen. De lijnolie die het grootste deel uitmaakt van de verf, haalde Rolsma aanvankelijk uit Canada, maar volgens Van der Geest moest dat ook dichter bij huis kunnen. We zijn gevestigd in een ruimtelijke omgeving, dus zijn we met de gemeente om tafel gegaan om te overleggen of er plek was. Met als resultaat dat we nu op drie hectare grond vlas verbouwen met behulp van de Landbouw ROC in Raalte. Het gebruik van vlas biedt volgens Van der Geest meer voordelen dan alleen het maken van de verf. Zo worden de stengels ook gebruikt in biocomposiet en is de isolerende waarde groot. Hij ziet dan ook nieuwe samenwerkingen voor zich, waar hij voor 2010 nooit op was gekomen. Zeker aangezien de grond in Nederland erg geschikt is om vlas op te verbouwen. Wat ook weer voordelen met zich meebrengt. Je hoeft het niet te bespuiten en verschillende akkerkruiden groeien er tussendoor, wat de biodiversiteit vergroot. Landschap Overijssel stelt haar grond dan ook graag beschikbaar. Dit kan een hele nieuwe industrie worden. NIELS ACHTEREEKTE Bouw eerste pyrolysefabriek Hengelo: duurzame energievoorziening zorgt voor versterking regionale economie Op het terrein van AkzoNobel in Hengelo is Empyro BV begonnen met de bouw van de eerste pyrolysefabriek, waarin vanaf eind dit jaar duurzame olie uit biomassa (hout) zal worden gemaakt. De jaarlijkse productie zal het aardgasverbruik van 8.000 huishoudens kunnen vervangen en ruim 20.000 ton CO2-uitstoot besparen. De realisatie is een sterk regionaal gedreven project, dat extra kansen in het buitenland doet vermoeden. Het pyrolyseproces is oorspronkelijk bedacht aan de Universiteit Twente en de afgelopen twintig jaar verder ontwikkeld door BTG in Enschede. Empyro BV is opgericht door BTG Bio- Liquids BV (leverancier technologie) en Tree Power (investeerder) om de technologie op commerciële schaal toe te passen. Deze investering is een zeer belangrijke bouwsteen voor de biobased economy, waarin bio-energie, biobrandstoffen en biomaterialen hand in hand gaan, stelt René Venendaal, CEO van BTG. Hij kan rekenen op de steun van Minister Kamp van Economische Zaken. De start van de bouw van deze innovatieve pyrolysefabriek laat zien wat er mogelijk is als bedrijven, kennisinstellingen en overheden nauw samenwerken, laat deze weten. Mede dankzij de financiële steun van Rijk en Provincie verzilvert het MKB hier de kansen om onze economie op innovatieve wijze te versterken en te verduurzamen. Dat levert veel banen op voor de regio, draagt bij aan de ontwikkeling van duurzame biobrandstoffen en levert een belangrijke bijdrage aan een schonere energieproductie. FrieslandCampina in Borculo heeft een langjarig afnamecontract getekend voor de te produceren olie. Zij zal hiermee jaarlijks zo n tien miljoen kubieke meter aardgas vervangen en de CO2-uitstoot van haar locatie met vijftien procent verminderen. Versterking provinciale economie Met het ontwerpen en bouwen van Empyro is een investering van negentien miljoen euro gemoeid. Zo n 40 procent van dat bedrag komt uit innovatiesubsidies. Behalve de Europese Commissie, het Ministerie van Economische Zaken en de provincie Overijssel, dragen ook het Energiefonds Overijssel en een private investeerder uit Enschede bij aan de financiering. Deze investering van Energiefonds Overijssel is de eerste in een reeks van investeringen in bioenergie die ik voorzie voor de komende jaren, stelt Gedeputeerde Theo Rietkerk. Volgens hem is het een concrete stimulering van de regionale werkgelegenheid en een versterking van de economie in Overijssel. Het vermoeden leeft ook dat het Hengelose project internationale navolging krijgt. Gerhard Muggen, managing director van BTG BioLiquids: We zien ook grote kansen voor uitrol van deze technologie in het buitenland. Dankzij de steun van de provincie Overijssel, onze overheid, en de EU krijgen onze Nederlandse bedrijven en toeleveranciers straks de kans om op deze markten aan te haken. NIELS ACHTEREEKTE Booking.com en Thuisbezorgd.nl groot geworden door Twentse incubatie Het zijn namen die niet meer weg te denken zijn in Nederland en zelfs ver buiten onze landsgrenzen. Booking.com en Thuisbezorgd.nl zijn beide succesverhalen uit het Twentse ondernemersklimaat. Booking.com begon als kleine start-up in Enschede en groeide uit tot het grootste ICT bedrijf buiten de VS met 120 kantoren wereldwijd. De boekingssite is er inmiddels in 42 talen en registreert meer dan 500.000 reserveringen per dag. Ook de roots van Thuisbezorgd.nl liggen in het Oosten; de populaire bezorgservice werd opgericht door Jitse Groen tijdens zijn studie Bedrijfsinformatietechnologie aan de Universiteit Twente. Het zijn niet de enige voorbeelden van innovatieve ideeën die in Twente geboren zijn. Met haar traditie in business incubation is de regio al jarenlang een broedplaats voor tal van spin-offs en startups. Veel eerste stappen werden gezet in de collegezalen van Saxion Hogescholen en Universiteit Twente. De oudste business incubator van Nederland, BTC Twente, werd in 1982 opgericht in Enschede. Het complex vormt sindsdien een centrum voor kennisintensieve bedrijven en organisaties, gespecialiseerd in hightech of hoogwaardige zakelijke dienstverlening. De jonge ondernemers krijgen naast bedrijfsruimte toegang tot een netwerk van deskundigen die hen adviseren en coachen bij het ontwikkelen van hun bedrijf. Meer dan 700 start-ups en spin-offs zijn begonnen bij BTC en 80% van hen bestaat nog altijd. Een aantal is werkzaam tot ver over de Nederlandse grenzen, zoals het bedrijf Xsens dat met haar motion tracking suits grote Hollywood producties van special effects voorziet. Ook Norit X-Flow is als onderdeel van Pentair betrokken bij waterzuiveringsprojecten over de hele wereld. Sinds april 2013 heeft Twente er een nieuwe incubator bij, The Gallery. Dit is een plek waar innovatie en ondernemerschap samenkomen: het biedt jonge ondernemers een stimulerende omgeving waar ideeën kunnen uitgroeien tot vernieuwende producten en plannen. Het gebouw bevindt zich op de grootste innovatiecampus en het beste bedrijventerrein van Nederland, Kennispark Twente, en vormt daardoor een ontmoetingspunt voor kennisinstituten, bedrijven en ondernemers. The Gallery wordt op 2 april officieel geopend door Koning Willem-Alexander. Twente, de regio waar jonge ondernemers zich ontwikkelen tot wereldspelers. Get Connected via Twente.com

12 MAART 2014 WWW.CHEMIEBIOTECH.NL FOOD INNOVATION Veredelen voor meer duurzaamheid en voedselzekerheid De topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen wil in 2020 wereldmarktleider zijn in duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen. De sector is hard op weg om dat doel te bereiken. We kunnen in Nederland op een kleine oppervlakte veel verbouwen op een duurzame manier, met weinig gebruik van bestrijdingsmiddelen, water en reststoffen, vertelt Jan Willem Breukink van de Incotec Group. Als lid van het Topteam Tuinbouw brengt hij advies uit over ambities, en speerpunten voor de lange en korte termijn. In Nederland kunnen we bijvoorbeeld tachtig kilo tomaten telen per m2. In andere landen is dat vaak maar acht kilo en dan wordt ook nog eens tien keer zoveel water gebruikt. Koploper in innovatie In vrijwel elk land staat voedselzekerheid en voedselveiligheid hoog op de agenda. Dit komt door de groeiende wereldbevolking, het afnemend areaal aan goede landbouwgrond en de strengere eisen omtrent het milieu en de veiligheid van producten. Breukink: In de hele wereld is vraag naar innovatieve groenterassen en het biedt geweldige kansen voor Nederland als we dat goed aanpakken. Dat betekent samen optrekken en onze kennis en kunde goed verkopen. Groente veredelen doen Nederlandse zaadbedrijven voor de wereldmarkt. De veredelingsbedrijven zijn met hun R&D Jan Willem Breukink Lid Topteam Tuinbouw In de hele wereld is vraag naar innovatieve groenterassen en het biedt geweldige kansen voor Nederland als we dat goed aanpakken." en productie actief op 90 locaties in 45 landen in alle werelddelen en klimaatzones. Onderzoek en ontwikkeling is de sleutel tot duurzaamheid en voedselzekerheid. Innovatie in resistentie en productiviteit van rassen zorgt voor hogere productie van hoogwaardige groenten met als resultaat verduurzaming van de wereldtuinbouw. De Nederlandse veredelingssector is koploper op het gebied van innovatie en besteedt jaarlijks gemiddeld zo n zestien procent van de omzet aan innovatie. Maatwerk leveren Internationaal kennis uitrollen, betekent volgens Breukink niet dat je een concept wereldwijd kunt uitrollen. Elk land is anders en verdient maatwerk. De te ontwikkelen groenterassen moeten aansluiten bij de lokale marktvraag en klimatologische omstandigheden. Ook andere factoren hebben grote invloed op de wereldwijde groenteteelt. In India vormt bijvoorbeeld de gebrekkige infrastructuur het grootste probleem. De gewassen kunnen daardoor niet met de juiste kwaliteit geleverd worden. China heeft wel een goede infrastructuur, maar loopt achter in teelttechnische kennis. Soms is het nodig dat bedrijven technologie inbrengen die helemaal niet hoogstaand is, maar in dat gebied al voor enorme verbeteringen zorgt. Breukink: Uiteindelijk moet de teler ter plaatse er beter van worden en die technologie leren gebruiken. Hierbij is een belangrijk onderdeel dat wij telers, naast kwalitatieve groentezaden, kennis geven en opleiden. Meer bekendheid in eigen land Nederland loopt in de wereld voorop op gebieden als veredeling en high tech kassenteelt, maar de kracht van de tuinbouw- en uitgangsmaterialensector is in eigen land nog relatief onbekend. En dat terwijl met name de veredelingssector een sterke branche is met een goed toekomstperspectief en veel werkgelegenheid. Breukink: In het buitenland wordt alom voor ons geapplaudisseerd, maar hier nog niet. Onze Seed Valley is echt uniek in de wereld. Veel Nederlanders hebben nog nooit gehoord van het cluster van zaadbedrijven in de hele kop van Noord-Holland, terwijl de veredelingssector van groot belang is voor de Nederlandse economie en export. Wel 86 procent van de zaden wordt geëxporteerd en de gemiddelde omzetgroei voor 2014 zal ongeveer zeven procent bedragen. Breukink: Iedereen weet dat de Nederlandse baggerindustrie tot de wereldtop behoort. Als sector gaan we voor hetzelfde, want we hebben echt goud in handen. Biotechnologie in de tuinbouw Breukink: Biotechnologie, liever gezegd genomics, is sterk geïntegreerd in onze tuinbouw. Dit betekent dat we heel nauwkeurig weten hoe genen de kwaliteit van de zaden en het gewas beïnvloeden. Rond dit thema heeft de tuinbouw een krachtig cluster gevormd tussen de zaadindustrie en de kennisinstellingen. We werken bijvoorbeeld aan tal van projecten om gewassen beter bestand te maken tegen ziekten. Om te voldoen aan de toenemende vraag naar voedselzekerheid zullen deze ontwikkelingen op het gebied van genomics steeds sneller gaan en wereldwijd steeds belangrijker worden. NIENKE HOEK Investeren in innovatie betekent vooral ook investeren in mensen Groenteveredelingsbedrijf Enza Zaden uit Enkhuizen investeert jaarlijks meer dan zestig miljoen euro in innovatie. Voor het internationaal opererende familiebedrijf is het ontwikkelen van structurele en duurzame oplossingen voor gezonde voeding topprioriteit. De wereldspeler op het gebied van groenteveredeling heeft research- & developmentstations, commerciële vestigingen en zaadproductiestations in alle delen van de wereld en realiseert een omzetgroei van gemiddeld acht procent per jaar. Gedreven en innovatief Wij hebben als doel om, waar ook ter wereld, mensen toegang te verschaffen tot gezonde en gevarieerde groenten, zegt Jaap Mazereeuw, Managing Director van Enza Zaden en binnen het bedrijf de derde generatie in lijn. We richten ons bij de ontwikkeling van nieuwe groenterassen sterk op smaak, productiviteit en resistentie tegen ziekten. Met als beoogd resultaat hogere productie van hoogwaardige groenten, minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en verduurzaming van de wereldtuinbouw. Samenwerken voor nieuwe inzichten Een nieuw groenteras ontwikkelen betekent acht tot twaalf jaar intensief onderzoek. Dit vraagt om grote investeringen die het bedrijf uit eigen middelen betaalt. Mazereeuw: We veredelen op de traditionele manier in combinatie met moderne en uiterst geavanceerde technologieën. Hierdoor maken we het veredelingsproces efficiënter en versnellen we het aanzienlijk. Er bestaan in andere hightech sectoren vele innovatieve bedrijven met vernieuwende technologie, zoals beeldanalyse en robotisering, die ook binnen ons bedrijf zijn toe te passen. We zoeken daarom bewust de samenwerking met dergelijke bedrijven om tot nieuwe inzichten en ontwikkelingen te komen. Honderd nieuwe vacatures per jaar Investeren in nieuwe producten en technologieën betekent vooral ook investeren in mensen, zegt Mazereeuw. Onze medewerkers krijgen veel verantwoordelijkheden en hebben volop de ruimte om zich te ontwikkelen. Op onze Enza Academy volgen medewerkers op maat gemaakte opleidingen die we met gerenommeerde universiteiten hebben ontwikkeld en werken we samen met professoren van de Franse business school Insead. Gekwalificeerde mensen Het bedrijf heeft wereldwijd ruim 1500 medewerkers in dienst en jaarlijks zo n honderd vacatures. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om onderzoekers, bio-informatici, veredelaars met management skills, internationale functies in sales en productiemanagers. Enza Zaden is dan ook continu op zoek naar gekwalificeerde mensen, maar legt hierbij de lat hoog. Ondernemende kandidaten met de juiste persoonlijke instelling, die verantwoordelijkheid willen nemen en een kei zijn in samenwerken zijn bij Enza Zaden van harte welkom, aldus Mazereeuw.

MAART 2014 13 Een optimale smaakbeleving blijft de belangrijkste succesfactor FOTO S: ENZA ZADEN Het contractonderzoeksbedrijf NIZO food research werkt in opdracht van de internationale voedingsmiddelenindustrie en verbetert voedingsmiddelen op het gebied van smaak, textuur, darmgezondheid en voedingsveiligheid en optimaliseert productieprocessen. Welke trends ontwaren zij in de voedingsmiddelenindustrie? E-nummers, additieven, werden zo n veertig jaar geleden volop ingezet om producten lekkerder, stabieler of veiliger te maken. Inmiddels willen producenten in toenemende mate een clean label voeren, omdat de consument kritischer is geworden en allerlei toevoegingen niet langer accepteert, vertelt Fred van de Velde, groepsleider Protein and Ingredient Functionality bij NIZO. Dat betekent uitsluitend gebruik van natuurlijke ingrediënten die consumenten kennen. Het gebruik van natuurlijke ingrediënten mag echter niet ten koste gaan van de huidige kwaliteit van producten, zoals smaak, gemak en houdbaarheid. De houdbaarheid proberen we te bewerkstelligen door het productieproces anders in te richten. Bijvoorbeeld door te zorgen voor minder besmetting tijdens het maakproces, of door het slim gebruiken van aanwezige ingrediënten zodat een product niet gaat scheiden vóór houdbaarheidsdatum. Eiwitten Duurzaamheid is in de voedingsmiddelenindustrie een belangrijk thema, daarom ontwerpen ze bij NIZO producten die met minder energie geproduceerd kunnen worden. Van de Velde: Tevens zijn we bezig om naast dierlijke eiwitten ook plantaardige eiwitten, zoals soja en erwt, en eiwitten uit nieuwe bronnen te ontwikkelen om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar eiwit. De eiwitten proberen we steeds vaker te halen uit de reststromen van andere productieketens. Van sojabonen gebruikten we eerst alleen de olie en werd het restproduct gebruikt als veevoer. Inmiddels halen we daar ook eiwitten uit voor levensmiddelen. Voor het verwaarden van rest- of bijproducten hebben onderzoekers van NIZO onder andere een techniek ontwikkeld om een veel voorkomend eiwit in planten (RuBisCo) geschikt te maken voor toepassing in voedingsmiddelen, zonder dat het aan waardevolle voedingskundige eigenschappen hoeft in te leveren. Juiste combinatie Consumenten eisen in toenemende mate producten die gezonder, natuurlijker, duurzamer en langer houdbaar zijn, maar willen geen concessies doen aan de beleving: als de textuur, smaak of geur niet klopt, heeft een voedingsmiddel geen kans van slagen. Daarom werkt Fred van de Velde, zelf expert op het gebied van textuur, veel samen met Peter de Kok, bij NIZO werkzaam als Principal Scientist Flavour en verantwoordelijk voor de wetenschappelijke kwaliteit van het aroma- en smaakonderzoek. De Kok: De combinatie van de juiste textuur en smaak, maakt dat je écht een smaakbeleving kunt creëren die zout is terwijl het zoutgehalte is verlaagd of een romige smaak tot stand kunt brengen, terwijl het product geen vet bevat. Smaakoptimalisatie Zoutbeleving wordt niet alleen door zout bepaald volgens De Kok. Er zijn aroma s die de zoutbeleving kunnen versterken waardoor er minder zout in hoeft. Voor een grote vleesproducent hebben we de smaakbeleving van bacon onderzocht. Toen de aromaverbindingen die bij bacon aan de zoutbeleving bijdragen, waren ontrafeld, zijn we gaan onderzoeken welke andere vleessoorten dezelfde verbindingen hebben. We hebben dus vlees gebruikt om de smaak van vlees te optimaliseren terwijl er aanzienlijk minder zout in zit. Er zijn dus geen vreemde stoffen aan het product toegevoegd om de smaak te behouden. NIZO heeft vetvrij ijs ontwikkeld met magere melk als basis. Van de Velde: Vet maakt dat ijs romig van smaak wordt en heeft dus een dominante functie. Daarnaast stabiliseert vet de luchtbellen. Haal je het vet uit een product dan zal het minder stabiel worden. Dus moest er een manier bedacht worden om de natuurlijke functionaliteit van melkeiwit in ijs optimaal te benutten, zodat eiwit de rol van vet overneemt. Het ijs is tijdens een beurs door 500 bezoekers alom als romig gekwalificeerd. Het zal niet lang duren voordat de eerste producenten het vetvrije ijs in de markt zetten. Zo werkt het onderzoeksbedrijf aan tal van kwaliteitsverbeteringen van voedingsmiddelen voor de voedingsmiddelenindustrie. NIENKE HOEK Samen werken aan het commercieel benutten van plantenstoffen Het creëren van een doorbraak in de commerciële benutting van plantenstoffen. Dat is een belangrijke doelstelling van het Kenniscentrum Plantenstoffen. Volgens directeur Leon Mur moet dit leiden tot nieuwe, uitgebreidere verdienmodellen, gebaseerd op een duurzame productie. Hoe slaan jullie als kenniscentrum de brug naar de praktijk? Dat doen we door vraag en aanbod actief bij elkaar te brengen. We brengen kennis in kaart aan de aanbodkant. Wat heeft de tuinbouw te bieden bij haar rol in de biobased economy? Aan de andere kant kijken we naar de concrete vragen vanuit de industrie. In welke markten is vraag naar natuurlijke grondstoffen en hoe kan de tuinbouwsector daar als leverancier van plantenstoffen aan voldoen? Door die werelden bij elkaar te brengen, ontstaan concrete mogelijkheden, die steeds vaker uitmonden in concrete producttoepassingen en samenwerkingsverbanden. Welke meerwaarde biedt de Nederlandse tuinbouw? De tuinbouw spant zich in voor een betere benutting van de zijstromen. Daarmee streven we naar een duurzamere keten. Een mooi voorbeeld waar wij ook nauw bij betrokken waren is de realisatie van de biobased verpakking van tomatenstengelvezels. Het blijkt echter lastig om vanuit de zijstromen tot nieuwe verdienmodellen te komen. De totale biomassa is te gering voor grootschalige toepassingen. Voor de tuinbouwsector liggen de grootste kansen bij de ontwikkeling van nieuwe, actieve inhoudsstoffen, waar een duidelijke vraag naar is, bijvoorbeeld nieuwe antibiotica of gewasbeschermingsmiddelen. Maar ook teelten die naar de kas worden verplaatst, zoals Digitalisteelt en de teelt van Vanille en Indigo. Hierbij speelt de toenemende vraag naar hoge kwaliteit een rol. Met welke interessante projecten zijn jullie bezig? We realiseren op het Leiden Bio Science Park het Business en Innovation Centre Natural Products. We brengen diverse bedrijven bij elkaar, die zich op allerlei terreinen specifiek bezighouden met inhoudsstoffen. Denk aan meten, extraheren, research en toepassen. Daar bouwen we een bussiness development schil omheen. Innovaties die vanuit de kennisinstellingen komen, kunnen binnen dit center in de praktijk worden gebracht. Telers en de industrie vinden daar één loket voor al hun vragen en verzoeken. Dit moet de biobased activiteiten vanuit de Nederlandse tuinbouw een grote boost geven.

Nog meer voorsprong door samenwerking en innovatie Ingredients for Food Innovators, afgekort IFFI, dat is de netwerkorganisatie voor Nederlandse bedrijven die ingrediënten produceren voor de levensmiddelenindustrie. Loek Favre, in het dagelijks leven Chief Operating Officer van IOI Loders Croklaan, combineert deze functie met onder meer het voorzitterschap van IFFI. Hij is positief over de innovatiekracht van de sector. We moeten ons er wel van bewust zijn dat we hard moeten blijven werken aan onze positie. Daarin is het delen van kennis heel belangrijk. Kennisdeling gebeurt binnen IFFI onder meer via de reguliere bijeenkomsten. Loek Favre: Die organiseren we met inspirerende sprekers over actuele thema s. Nog meer toegevoegde waarde leveren we door het faciliteren van trainingen en cursussen. We zijn vorig jaar gestart met een serie masterclasses, waarin bijvoorbeeld industrial sales, innovatiemanagement en procestechnologie worden gedoceerd. De allerbelangrijkste rol van IFFI is dat het de leden motiveert tot open innovatie. Complementair aan elkaar Onze aangesloten bedrijven hebben verschillende productpakketten, vertelt Loek Favre. Ze vullen elkaar perfect aan. De bindende factor is een open geest voor nieuwe ideeën. Diverse thema s zijn actueel. Smaakcreatie is een wezenlijk onderdeel van nieuwe voedingsmiddelen, daarbij gaat het ook om de textuur. Daarnaast moet het voedingsmiddel nutritioneel in balans zijn. Een volgend belangrijk thema is het benutten van reststromen. Allereerst vanuit het oogpunt van duurzaamheid, maar ook kijkend naar waardecreatie. Voedselveiligheid en het verminderen van verspilling spelen ook een belangrijke rol, daarin hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Positief over de toekomst Loek Favre is positief over de innovatiekracht van de sector. Ik vind dat wij een unieke positie hebben. Biotechnologie speelt daarin voor een deel van de aangesloten bedrijven een rol. Belangrijker nog is de winst die we kunnen halen uit procestechnologie. Dat speelt voor alle bedrijven. Met optimale fysische processen kunnen we opbrengsten verhogen, productiekosten verminderen en nieuwe producten maken. Binnen IFFI kunnen we ook op dat terrein van elkaar profiteren. We moeten ons ervan bewust zijn dat we hard blijven werken aan onze positie. Daarin is het delen van kennis belangrijk. www.ingredientsforfoodinnovators.com Hans Westerbeek, Development Director Food Ingredients FrieslandCampina Gedreven door onze fascinatie voor melk werken wij hard aan baanbrekende innovaties in zuivel en zuivelingrediënten. Dit zijn vernieuwingen waardoor consumenten wereldwijd kunnen profiteren van de goede nutritionele eigenschappen van melk. Er is binnen FrieslandCampina veel kennis over melk en de producten die je ervan kunt maken; denk aan kindervoeding, zuivelproducten en medicinale voeding. Het gaat daarbij altijd om voedingswaarde en functionaliteit. Hoogwaardige eiwitten uit melk halen ten behoeve van kindervoeding of sportvoeding; daarin zijn we heel goed. Op wereldschaal zelfs een van de vooraanstaande bedrijven. We hanteren daarvoor meer en meer moderne scheidingstechnologieën zoals membraanprocessen. Dat stelt ons in staat om heel specifiek te werken. Binnen het IFFI netwerk gaat het vooral om het delen van kennis en kunde. Het netwerk zit complementair in elkaar. We delen bijvoorbeeld soms laboratoria. Deze samenwerking sluit perfect aan bij onze zoektocht naar professionals en bedrijven die onze innovatieprocessen kunnen ondersteunen en versnellen. Door kennisdeling ben je samen sterker Corbion maakt voedingsingrediënten en biochemicals. Het bedrijf is gegroeid uit CSM en heeft vestigingen over de hele wereld. Als het gaat om de productie van ingrediënten waarmee levensmiddelen veiliger en langer houdbaar worden, neemt Corbion wereldwijd een toppositie in. Innovatie speelt een belangrijke rol in de bedrijfsvoering. Bert de Vegt, Vice President Meat & Culinary en Ruud Peerbooms, Vice President Foods, vertellen er meer over. Wij zijn echt een Business-to- Business-bedrijf, vertelt Ruud Peerbooms. Daarom kennen de meeste consumenten ons niet. Toch eten of drinken ze iedere dag producten waar onze ingrediënten in zitten. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Verspilling tegengaan Om duidelijk te maken hoe belangrijk de voedingsmiddeleningrediënten van Corbion zijn, begint Bert de Vegt met het noemen van een aantal confronterende cijfers. In Nederland gooien we jaarlijks 2,5 miljard euro aan voedsel weg. Dat is ruim 150 per persoon. Ofwel zo n 50 kilo. Producenten, tussenhandel, horeca en supermarkten verspillen ook nog eens zo n 2 miljard. 45% van alle groente en fruit wordt verspild; 33% van alle graanproducten en 20% van al het vlees. Gigantische hoeveelheden, die wel worden geproduceerd, maar nooit worden genuttigd. Dan gaat niet alleen het voedsel zelf verloren, maar bijvoorbeeld ook het benodigde water en land om het te produceren. Als industrie hebben we het potentieel om voedselverspilling te elimineren, biotechnologietoepassingen kunnen voedsel veiliger maken en voedselverspilling terugdringen. Voedselveiligheid en verlengen van de houdbaarheid In het zorgen voor voedselveiligheid en het verlengen van de houdbaarheid is Corbion leidend, vervolgt Ruud Peerbooms. Onze natuurlijke producten dragen bij aan het terugdringen van voedselverspilling; maatschappelijk gezien dus zeer relevant. Houdbaarheid heeft voor een deel te maken met de perceptie van de consument over de versheid van het product. We zorgen met natuurlijke ingrediënten voor een langere houdbaarheid waarbij ook kleur, smaak, textuur en mondgevoel bewaard blijven. Daarnaast voorkomen onze ingrediënten de groei van ziekteverwekkende bacteriën en zorgen daarmee voor veiliger voedsel. De consument moet het voedsel ook kunnen vertrouwen. Innovaties belangrijk Bert de Vegt: Een recente innovatie van Corbion zorgt ervoor dat cakes en muffins langer houdbaar zijn en blijven smaken alsof ze net uit de oven komen. Daarnaast hebben we ook een lijn uitgebracht om zout en natrium in levensmiddelen, zoals vlees, brood, sauzen en dressings te kunnen verlagen. Groot voordeel is dat het toevoegen van onze producten een bijdrage levert aan de houdbaarheid en voedselveiligheid zonder dat dit ten koste gaat van de smaak. Als het gaat om vernieuwingen speelt IFFI volgens beide heren een belangrijke rol in de levensmiddelensector. IFFI verbindt spelers in de industrie. We delen kennis en laten de Nederlandse levensmiddelenindustrie verder groeien. Bepaalde thematieken zijn voor iedereen belangrijk. Wetgeving bijvoorbeeld, daarin kun je van elkaar leren. Maar het gaat in de eerste plaats om open innovatie. Dat doen we samen met klanten en toeleveranciers, maar ook met industriepartners. Door kennisdeling ben je samen sterker.

MAART 2014 15 FOOD INNOVATION VRAAG & ANTWOORD Hans Tramper Hoogleraar Bioprocestechnologie Wageningen UR Het roer moet snel om Hoe ziet u de toekomst van moderne biotechnologie? OP DE FOTO Wetenschapper extraheert DNA uit Arabidopsis-plant om de moleculaire mechanismen van dit modelsysteem in kaart te brengen. Arabidopsis is het meest gebruikte modelplantje in genetisch onderzoek. BRON: WWW.VIB.BE Nederland Wereldspeler in Food In ons land zitten vele succesvolle en innovatieve bedrijven en hebben we een hoog aangeschreven kennisinfrastructuur. Rob van Leen is Chief Innovation Officer van DSM en het boegbeeld van de topsector Life Sciences en Health (LSH). Afgelopen jaar is hij door Accenture uitgeroepen tot Innovator of the Year vanwege de buitengewone bijdrage die hij heeft geleverd aan innovatie in Nederland. Hij gaat in op actuele ontwikkelingen rond Food. Van Leen begint met het benadrukken van de noodzaak om als bedrijven en overheid te blijven innoveren en verduurzamen. Dit is nodig om de uitdagingen aan te gaan en de kansen te benutten. Volgens hem is innovatie de sleutel naar de toekomst. Diverse mondiale trends zorgen ervoor dat het belang van de foodsector de komende jaren nog groter zal worden geeft Van Leen aan. In 2050 zullen negen miljard mensen gevoed moeten worden, die door de stijgende welvaart steeds meer zuivel, vis en vlees gaan consumeren. Hierdoor zal de vraag naar voedsel in de komende 40 jaar met ongeveer 65 procent toenemen, terwijl grondstoffen als water, grond en energie steeds schaarser worden. Dit vraagt om een enorme duurzaamheidsinspanning. Daarnaast zijn er grote uitdagingen op het gebied van gezondheid. Veel ontwikkelde landen vergrijzen. Dit geeft druk op betaalbaarheid van de gezondheidszorg en daarmee beschikbaarheid van zorg voor iedereen. Verder nemen de problemen met voedingsgerelateerde ziekten ten gevolge van overgewicht nog steeds wereldwijd toe. Zo is het percentage Nederlanders met overgewicht in de periode 1981-2009 toegenomen van 30 procent tot 47 procent. Tegelijkertijd is er in de wereld nog steeds op grote schaal sprake van ondervoeding. Zo leiden er bijvoorbeeld zo n twee miljard mensen aan hidden hunger, een chronisch gebrek aan vitaminen en mineralen. Grote kansen Van Leen stelt dat Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen hier grote kansen hebben. Voeding is belangrijk voor de gezondheid. Een gezond voedingspatroon heeft een grote impact op de verdere verhoging van de levensverwachting en levenskwaliteit van de bevolking en heeft de potentie om de kosten voor gezondheidszorg te verlagen. Als DSM spelen we hier met onze strategie Bright Science. Brighter Living ook actief op in. We werken aan innovaties op het gebied van Nutrition, Health en Materialen. Daarbij is het cruciaal om ook in tijden van crisis vast te houden aan het investeren in innovatie. Ook de Nederlands topsectoren LSH en Agri&Food hebben deze uitdagingen en kansen als uitgangspunt in hun agenda. Actief samenwerken De sector LSH beslaat het brede terrein van medische technologie, (bio) farmacie en regeneratieve geneeskunde die producten en oplossingen bieden die de kwaliteit van leven vergroten of zorgen voor een toegankelijke, betaalbare zorg. We besteden agenda daarbij specifiek aandacht aan het onderwerp (medische) voeding, bijvoorbeeld voor de behandeling van chronische aandoeningen. In de topsector Agri&Food wordt ingezet op een gezondere bevolking op een gezondere aarde. Daarbij ligt de focus onder andere op duurzaamheid (meer met minder) en voeding en gezondheid. Wij werken als sectoren actief samen om de benodigde kennis te genereren en tot innovatieve producten en oplossingen te komen. Zo werken we bijvoorbeeld samen in het Europese initiatief A Healthy Diet for a Healthy Life waar we als sectoren samen met NWO en ZonMW Europese kennisprogramma s bundelen voor meer maatschappelijke en economische waardecreatie. Hoe die toekomst eruit zal zien, is in de EU vooral een politieke kwestie. Genetische modificatie, de basis van de moderne biotechnologie, is het afgelopen decennium snel verder ontwikkeld en de precisie waarmee nieuwe genen in het erfelijke materiaal van cellen geplaatst kunnen worden, is inmiddels groot. Daardoor is de kans op ongewenste neveneffecten minimaal. In Europa is de wetgeving proces gebaseerd. Is er sprake van genetische modificatie, dan geldt een restrictieve wetgeving en moet er uitvoerig getest worden. Daardoor zijn genetisch gemodificeerde gewassen hier nauwelijks aanwezig. De betrokken grote Europese bedrijven zijn allemaal vertrokken, met name naar de VS waar niet het proces maar het product bepaalt of en in welke mate er getest moet worden. Door dat vertrek is veel kennis en bedrijvigheid verdwenen. Om alsnog de voordelen van genetische modificatie te kunnen benutten, moet het roer snel om. Welke ontwikkelingen zijn belangrijk voor de toekomst? Grote gewassen als soja, mais en katoen laten zien dat door genetische modificatie de teelt eenvoudiger kan worden. Door genetische modificatie kunnen ook gewassen ontwikkeld worden die onder lastige omstandigheden te verbouwen zijn, bijvoorbeeld op arme, zoute of koude gronden. Dat vergroot de mogelijkheden enorm. Sommige voedingsmiddelen kunnen ook gezonder gemaakt geworden. Gouden rijst is daar een goed voorbeeld van. Deze rijst beschikt over een relatief grote hoeveelheid pro-vitamine A, waardoor blindheid door een tekort ervan bij kinderen in derdewereldlanden voorkomen kan worden. Een nieuwe Nederlandse ontwikkeling maakt gebruik van modificatie met soorteigen genen, denk aan de phytoftera-resistente aardappel, die gemodificeerd is met resistentiegenen van wilde aardappelsoorten. Dit om het label genetische gemodificeerd te ontlopen. Waar liggen de kansen voor moderne biotechnologie? Genetisch gemodificeerde gewassen zijn belangrijk om de snel groeiende wereldbevolking blijvend van voldoende energie en gezond voedsel te voorzien. Zeker voor een exportland als Nederland is het belangrijk dat het politieke klimaat verandert om onze sterke mondiale concurrentiepositie te kunnen handhaven. Dat klimaat wordt nu in Europa voor een belangrijk deel bepaald door angst die er bij het publiek heerst voor genetisch gemodificeerde organismen. Ik zie het niet als mijn taak om mensen om te praten en plaats me niet boven mensen die alleen vertrouwen hebben in de natuur, maar het zou goed zijn als keuzes voortaan niet alleen gemaakt worden op basis van irreële angst. NIELS ACHTEREEKTE Hier uw bedrijf? Bel nu 14 033 Bereikbaar, duurzaam en flexibel ondernemen doe je in Nijkerk. Nijkerk is centraal gelegen en bereikbaar, direct aan A-28, bij de A-1 en aan de spoorlijn Amsterdam. Nijkerk maakt deel uit van Regio FoodValley en noemt zich Foodproducentrum binnen de Regio. Nijkerk biedt veel werkgelegenheid aan de Food-sector en heeft nog locaties beschikbaar om deze bedrijvigheid uit te breiden op de bedrijfsterreinen Arkerpoort en De Flier en multifunctioneel park Spoorkamp. De gemeente Nijkerk is u graag van dienst. Heeft u vragen over de mogelijkheden voor vestiging van uw bedrijf in Nijkerk, dan kunt u contact opnemen met onze bedrijfscontact functionaris Thea Kraaij. Zij maakt graag een afspraak met u. Gemeente Nijkerk - Kolkstraat 27 - Postbus 1000-3860 BA Nijkerk - www.nijkerk.eu - gemeente@nijkerk.eu

Biotech in FoodValley Ontwikkelingen in de biotechnologie gaan snel en drukken een stempel op de toekomst van de foodsector. Beschikbaarheid van kennis is van groot belang, maar vooral het snel kunnen toepassen van kennis is bepalend voor de innovatieve slagkracht van bedrijven. In de Food- Valley regio, met Wageningen UR als kennishart, zorgt de chemie tussen kennis, bedrijven en overheid voor groei. In acht jaar tijd zijn binnen de agro-foodsector in de FoodValley regio ruim 1600 nieuwe, directe arbeidsplaatsen gecreëerd. En dan hebben we het alleen nog maar over de projecten waar wij bij betrokken zijn, zegt Bernold Kemperink, sectormanager Investeringsbevordering Agro-Food van ontwikkelingsmaatschappij Oost NV. Kennisinstituten en researchbedrijven maken de regio aantrekkelijk. Het draait om de bereikbaarheid van de juiste mensen, kennis en expertise. Kemperink schetst een beeld van globalisering, een toenemend aantal nationaliteiten in de regio en steeds snellere technologische ontwikkelingen. De time to market neemt sterk af, benadrukt hij. Het wordt in de toekomst voor bedrijven nog belangrijker om de mensen en de faciliteiten op de juiste plek te hebben. Wageningen UR stelt via CAT-Agro- Food onderzoeksfaciliteiten beschikbaar aan bedrijven. Het ministerie van Economische Zaken, de provincie Gelderland en Wageningen UR investeerden als gezamenlijke initiatiefnemers de afgelopen 3 jaar zo n 9 miljoen euro. Voor bedrijven is het vaak te kostbaar om zelf te investeren in onderzoeksapparatuur en expertise, zegt Petra Caessens, manager CAT-AgroFood. Op het gebied van biotechnologie beschikt CAT-Agro- Food onder meer over faciliteiten voor Next Generation Sequencing, bioinformatica en massaspectometrie. Het mooie is dat bedrijven ook in aanraking komen met andere partijen en dat er nieuwe onderzoekssamenwerking ontstaat. Internationale meerwaarde Douwe de Boer, managing director van Genetwister Technologies onderschrijft het belang van deze investeringen. Er is een revolutie aan de gang. De mogelijkheden om genetische informatie ook daadwerkelijk te lezen zijn enorm. Het vergroot de snelheid waarmee gewassen kunnen worden verbeterd. Nederland speelt daar een belangrijke rol in. Genetwister legt zich sinds 2006 toe op merkergestuurde veredeling van zaden. Geavanceerde technologieën en tools op dit gebied geven de zaadveredelaars die klant zijn bij Genetwister een sneller resultaat. De Boer roemt de kennisinfrastructuur in de FoodValley regio. Door de aanwezige kennis en expertise kunnen we hier samenwerking realiseren, zegt hij. Genetwister participeert in projecten van Wageningen UR en in projecten van andere bedrijven in de regio. Dat het bedrijf geworteld is in de FoodValley regio heeft ook internationaal een meerwaarde, ervaart De Boer. Iedereen kent de regio, dat helpt in het beslechten van een drempel. Veel bedrijven willen met ons kennismaken. Kennis blijft nodig Waar Genetwister halffabrikaten produceert, leidt de toepassing van kennis bij Dutch Spices in Nijkerk tot een innovatief eindproduct voor voedselproducent en consument. Het bedrijf ontwikkelt en produceert allergeenvrije kruiden en specerijen die voldoen aan de wereldwijd geaccepteerde VITAL 2.0 norm en daarmee ook veilig zijn voor mensen met een voedselallergie. Allergeenvrij produceren doe je er niet zomaar bij, benadrukt Betty Groen, marketingadviseur van Dutch Spices. Het vereist veel kennis en dat begint al bij de inkoop van grondstoffen. Dutch Spices zocht samenwerking in de regio, onder meer met Allergenen Consultancy uit Scherpenzeel. Maar kennis blijft nodig, zegt Groen. Zo laten we ons wekelijks bijscholen. Daarnaast werkt het Nijkerkse bedrijf samen met de provincie Gelderland en Wageningen UR aan onderzoek op het gebied van diagnostiek en testen. Dutch Spices, in Nijkerk genomineerd als ondernemer van het jaar, opereert internationaal en dat maakt vestiging in de FoodValley regio van belang. Groen: De regio staat in Europa, maar ook in Azië bekend als vooruitstrevend. Die bekendheid schept vertrouwen. Kracht van samenwerking Dat biotechnologie kan bijdragen aan een betere voedselvoorziening bewijst ook de Wageningse onderneming Solynta, die een methode heeft ontwikkeld waarmee het kweken van nieuwe aardappelrassen enorm wordt versneld. Voor het onderzoek is samengewerkt met Wageningen UR. Hein Kruyt, CEO van Solynta: Wageningen UR is het mekka van de aardappelkennis. Juist die kruisbestuiving van kennis en faciliteiten op en rond de campus stimuleert innovaties. Dat trekt ook andere bedrijven aan. En waar we vanwege het klimaat met onze kassen beter af zijn dicht bij zee, vinden we toch de kracht van samenwerking in de Food- Valley regio belangrijker. Wij willen met onze mensen bij elkaar gevestigd zijn, in het centrum van de kennis. FoodValley is een belangrijke voedingsbodem voor de Nederlandse economie en een inspirerende kennisregio in Europa. Karakteristiek voor de regio is de toonaangevende innovatie en vakkennis op het gebied van agrifood, het aantrekkelijke vestigingsklimaat en de dynamische, groene woon- en leefomgeving. Wilt u meer weten over vestiging in de FoodValley regio? Bel dan met Arnoud Leerling van Regio FoodValley op 06 404 64 098 of Bernold Kemperink, OostNV, 06 288 76 089 en kijk op www.regiofoodvalley.nl