THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Vergelijkbare documenten
THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

Farmacokinetiek in klinisch onderzoek. Dr. Floor van Rosse Apotheek Erasmus MC

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers Commissie Analyse & Toxicologie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Farmacokinetiek en dynamiek

Apotheek Ziekenhuis Rijnstate

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Geneesmiddel- en toxicologische bepalingen laboratorium Klinische Farmacie en Toxicologie MUMC+

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Aanpassen antibioticadoseringen tijdens continue veno veneuze

Doseeradviezen: zie SAP (klik op tekst onder uitslagen in kolom opmerkingen vakspecialist ) of laboratoriumapotheker telefoon:

Dosering van antibiotica tijdens dialyse. Anke Reuser AIOS Anesthesiologie

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ ARNHEM

Personalized medicine bij niertransplantatie. Dirk Jan Moes, Ziekenhuisapotheker Laboratorium TDM & Toxicologie Leids Universitair Medisch Centrum

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen

Albert Heijn Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING. A.CP. Mathot. In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken. hebben of in een diepe slaap geraken.

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Personalized medicine bij niertransplantatie. Dirk Jan Moes, Ziekenhuisapotheker Laboratorium TDM & Toxicologie Leids Universitair Medisch Centrum

Optimization of pediatric haematopoietic stem cell transplant outcomes through the application of pharmacokinetics and supportive care Dupuis, Lee

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

Personalized medicine bij niertransplantatie. Dirk Jan Moes, Ziekenhuisapotheker Laboratorium TDM & Toxicologie Leids Universitair Medisch Centrum

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

Assortiment laboratorium apotheek

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Neoral 25 mg, capsules Neoral 100 mg, capsules. ciclosporine

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Pharmacokinetics of Antifungal Medication in the ICU-population

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Neoral 100 mg/ml, drank. ciclosporine

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

Medicatie, diabetes en verminderde nierfunctie. Lieke Mitrov-Winkelmolen Ziekenhuisapotheker


Drank: dl-a-tocoferol, alcohol, propyleenglycol, maïsolie-mono-di-triglyceriden, polyoxyl-40- gehydrogeneerde ricinusolie.

Colchicine Mylan 0,5 mg, tabletten bevatten per tablet 0,5 mg colchicine. Voor hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Vancomycine 4 g elastomeerpomp, 120 ml

PARACETAMOL TEVA 500 MG OVAAL tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 19 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Informatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs)

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Meropenem 2 g medicatiecassette 100 ml (ZI )

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Een doodgewone schimmelinfectie? Géke Kamphof Senior verpleegkundige Hematologie Beenmergtransplantatie LUMC

Nederlandse samenvatting

Lage ciclosporinespiegel na kort rifampicinegebruik

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

Paracetamol Mylan 1000 mg RVG april 2018

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK)

Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 66a, tweede lid, en 68, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet,

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Paracetamol Teva 1 g tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Elke tablet bevat 1g paracetamol.

4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)

MDMA-doden bij het NFI. Dr. Klaas Lusthof Forensisch Toxicoloog NFI

MESALAZINE EC 500 PCH maagsapresistente tabletten

Risico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

Vragen en antwoorden: reden van voorschrijven en uitwisselen laboratoriumwaarden

DARO Retard capsules dextromethorfan 29,5 mg, capsules met gereguleerde afgifte

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Assortiment laboratorium apotheek

Generieke geneesmiddelen: identiek aan merkgeneesmiddelen of toch anders?

Medicinale behandeling van SOA s. Linda Vas Dias Apotheker Regioapotheek IJsselland IJsselland Ziekenhuis 29 mei 2018

Deel IB: SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT C033-ADR Page 1 of 6

Assortiment laboratorium apotheek

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Antabus dispergetten bevatten per bruistablet 200 mg of 400 mg disulfiram.

Geneesmiddeleninteracties en ROTS

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Piperacilline 6 g / Tazobactam 0,75 g medicatiecassette, 100 ml (ZI )

FOLIUMZUUR TEVA 0,5 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 februari : productinformatie Bladzijde : 1

4. KLINISCHE GEGEVENS

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

dat lage maximum concentraties (piekspiegels) van pyrazinamide, rifampicine en isoniazide leidden tot resistentie-ontwikkeling van de bacterie.

Voorwaarden. Wordt er geloot? Nee. Bij dit onderzoek speelt loting geen rol.

Midazolam spiegels. MDO IC Voordracht. Sander Wout AIOS Anesthesiologie 5 januari 2018

Fesoterodine G04BD11, december 2017

Biotransformatie en toxiciteit van

Sandoz B.V. Page 1/6 Paracetamol Sandoz 1000 mg V4 RVG Samenvatting van de Productkenmerken Augustus 2018

Tablet Witte, capsulevormige tabletten met 500 op de ene kant en glad aan de andere kant (17,5 mm x 7,3 mm)

HOOFDSTUK 6. Samenvatting, discussie en toekomstperspectieven

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bij voorkeur wordt de behandelperiode beperkt to 12 tot 16 weken. Bij hardnekkige huidziekten kan de termijn verlengd worden tot maximaal 2 jaar.

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Domperidone EG 10 mg tabletten. Domperidone maleaat

Indicatie Urge-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie.

Fesoterodine G04BD11, april 2019

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

Tabletten. Bijna witte, ronde, platte tabletten met afgeronde kanten en een breukstreep aan één zijde.

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Sandimmune, concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie 50 mg/ml. ciclosporine

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

Inhoud van de Investigator s Brochure (IB)

Transcriptie:

Ciclosporine Geldt voor doelgroepen: volwassenen en Indicatiegebied Monstermateriaal Afnametijdstip Bewaarcondities ter voorkoming van afstoting na een allogene orgaantransplantatie of beenmergtransplantatie en bij autoimmuunziekten EDTA buis; bepaling in volbloed Meerdere mogelijkheden: C2: 2 uur na laatste inname van ciclosporine [1-4] dalspiegel, net voor de volgende gift (C0) korte curve 0, 2 en evt. 3 uur na laatste inname (voor AUC) [5;6] koelkast (2-8 C) Interpretatie C2 (sterk afhankelijk van transplantatiecentrum) Hart-long/levertransplantaties: 850-1400 μg/l 300-600 μg/l Niertransplantaties: >1500 μg/l 1200 μg/l 1000 μg/l 700-900 μg/l < 3 maanden [7] > 3 maanden [7] 1-3 maanden [1] 3-6 maanden [1] 6-12 maanden [1] > 1 jaar [1;8] C0 Hart-long/levertransplantaties: Niertransplantaties: Beenmergtransplantaties: Ziekte van Crohn: Nefrotisch syndroom: Toxiciteit, algemeen: 200-400 μg/l >150 μg/l 250-350 μg/l 100-200 μg/l 350-450 μg/l 250-350 μg/l 170-240 μg/l 200-400 μg/l [9] 100-200 μg/l [10] > 400 μg/l 1-2 maanden [11] > 2 maanden < 6 maanden [12;13] > 6 maanden [12;13] < 1 maand [12;13] 2-6 maanden [12;13] > 6 maanden [12;13] AUC schatting bij 2dd doseren, sterk afhankelijk van Tx centrum Niertransplantaties: AUC (0-4 uur) 5000 μg*hr/l 2000 μg*hr/l < 16 weken [14] > 16 weken [14] AUC (0-12 uur) 5400 μg*h/l 3250 μg*h/l < 6 weken > 6 weken Allogene stamceltransplantatie AUC (0-12 uur) 6000 ug*h/l [15] Inleiding Ciclosporine is een immunosuppressivum dat wordt gebruikt als profylaxe van afstoting van getransplanteerde organen (nier, lever, hart, hart-long, long, pancreas) en profylaxe en behandeling van graft versus host disease na allogene stamceltransplantatie, steroi d-resistent nefrotisch syndroom, ernstige therapieresistente colitis ulcerosa, ernstige actieve reumatoi de artritis ernstige psoriasis, ernstige therapieresistente atopische dermatitis en ernstig constitutioneel eczeem. Bloedspiegelbepalingen zijn noodzakelijk omdat ciclosporine een interindividueel sterk variabele absorptie en eliminatie heeft en vanwege het smalle therapeutische venster. De biologische beschikbaarheid van Neoral drank is minder variabel dan die van de capsules. Bij de keuze voor een generiek preparaat is het van belang om geen farmaceutische substitutie zonder

vervolgcontrole toe te passen vanwege de mogelijk klinisch relevante onderlinge verschillen in biologische beschikbaarheid en afgifte eigenschappen. Doseringsrichtlijnen Oraal [16] voorkoming afstoting orgaantransplantaat aanvangsdosis (1-2 weken), volwassenen en onderhoudsdosering, volwassenen en 10-15 mg/kg lich. gewicht in 2 doses 2-6 mg/kg lich. gewicht in 2 doses voorkoming afstotingsreactie na beenmergtransplantaties en profylaxe graft versus host disease aanvangsdosis (3-6 maanden), volwassenen en 12,5-15 mg/kg lich. gewicht in 2 doses 3,5 mg/kg lich. gewicht tweemaal daags (15) onderhoudsdosering volwassenen en geleidelijk verlagen en stopzetten Intraveneus [16] voorkoming afstoting orgaantransplantaat aanvangsdosis (1-2 weken), volwassenen en onderhoudsdosering, volwassenen en 3,3-5 mg/kg lich. gewicht continu 1-3 mg/kg lich. gewicht continu voorkoming afstotingsreactie na beenmergtransplantaties en profylaxe graft versus host disease aanvangsdosis (2 weken), volwassenen en onderhoudsdosering, volwassenen en 3-5 mg/kg lich. gewicht continu 3-5 mg/kg lich gewicht tweemaal daags [17] oraal Spiegelafname Een spiegel kan worden afgenomen net voor de volgende gift (dalspiegel, C0) of twee uur na de gift (C2). Er zijn verschillende limited sampling strategiee n mogelijk om de AUC van ciclosporine te schatten. Afname van en korte curve (0, 2 en eventueel 3 uur na de gift) in combinatie met Bayesiaanse individualisering met een gevalideerd farmacokinetisch model is voldoende voor een nauwkeurige schatting van de AUC van het doseringsinterval (superieur aan C2 of C0 monitoring). Interpretatie resultaten In het algemeen zijn ciclosporine concentraties in volbloed bijna het dubbele van die in het serum. [18] Immunoassays meten significant hogere ciclosporine waarden dan HPLC/UPLC methoden (met name voor C0) door kruisreactie met metabolieten. Dit is tevens afhankelijk van de tijd na transplantatie. [18;19] De hierboven genoemde referentiewaarden zijn tot stand gekomen met verschillende bepalingsmethoden: immunoassays (FPIA, enzym en RIA) [1;7;9;11;12;14;17], HPLC [12;20] en soms niet beschreven [10]. Bij wijziging van methode moeten de consequenties voor de referentiewaarden in acht worden genomen. Achtergrondinformatie Ciclosporine wordt uitgebreid gemetaboliseerd, door hydroxylering en demethylering, in de lever

via het cytochroom P-450 enzym systeem, voornamelijk door het CYP3A isoenzym. Veel minder uitgebreid wordt het gemetaboliseerd in het maagdarmkanaal en de nier, tot maar liefst 30 metabolieten die zijn gevonden in de gal, feces, bloed en urine. De farmacologische en toxische activiteiten van de metabolieten van ciclosporine zijn aanzienlijk minder dan van ciclosporine zelf. Ciclosporine wordt voornamelijk uitgescheiden via de gal, bijna helemaal als verschillende metabolieten. Slechts 6% van de dosis wordt uitgescheiden via de urine, waarvan 0,1% in onveranderde vorm. [16;21-23] Toxiciteit Een overdosering in de toxisch range valt te herkennen aan de volgende kenmerken: hepatotoxiciteit, nefrotoxiciteit, misselijkheid, braken en tremor. [16] Ciclosporine wordt niet door dialyse of actieve kool verwijderd. Eliminatie kan alleen plaatsvinden door niet- specifieke maatregelen, waaronder maagspoeling. Ook kan het gedurende de eerste paar uur na inname van belang zijn de patie nt te laten braken. Toxiciteit bij chronisch gebruik: m.n. leverfunctiestoornis, nierfunctiestoornis, hirsutisme, tandvlees- hyperplasie en het ontstaan van lymfomen. Interacties De belangrijkste interacties zijn: De plasmaconcentratie en daarmee de toxiciteit kan verhoogd worden door middelen die CYP3A4 remmen: azitromycine, claritromycine, danazol, delavirdine, diltiazem, erytromycine, fluconazol, geslachtshormonen, ketoconazol, imatinib, itraconazol, proteaseremmers, verapamil en voriconazol. De plasmaconcentratie kan worden verlaagd door enzyminductoren: carbamazepine, efavirenz, fenobarbital en andere barbituraten, fenytoi ne, nevirapine, octreotide, oxcabarzepine, rifabutine, rifampicine, en mogelijk door hypericumpreparaat. Ook orlistat en clindamycine kunnen de ciclosporinespiegel verlagen. De nefrotoxiciteit kan worden versterkt door aminoglycosiden, (val)aciclovir, amfotericine B, chinolonen, co-trimoxazol, melfalan, NSAID's, salicylaten, vancomycine en cefalosporines. Methotrexaat en ciclosporine kunnen elkaars toxiciteit versterken. Het risico op myopathie door statines is verhoogd bij gelijktijdig gebruik van ciclosporine. Verder zijn de volgende interacties gemeld: Geneesmiddelen die de concentratie van ciclosporine kunnen verhogen: colchicine, metronidazol, miconazol intraveneus, allopurinol, amiodaron, amlodipine, chloroquine, doxycyline, methylprednisolon, nicardipine en propafenon.(14) Farmacokinetische parameters F % CL V (l/kg) T1/2 (uur) % Tmax (l/kg/uur) eiwitbinding (uur) Volwassenen 10-50% 0,1-0,3 2,9 4,5 6-20 90-98 1 6 Populatiemodellen Vd (l/kg) Kelm K12 K21 F Ka Literatuur NierTx 0,491±0,135 0,559± 0,045 0,567±0,215 0,149±0,114 0,5 (vast) 0,741± 0,273 [5]* NierTx, kind 7 j 3,2±1,4 0,26 ± 0,08 0,083 0,013 1 (vast) 1,9 [24] NierTx, kind > 7 j 3,2±1,4 0,21 ± 0,08 0,083 0,013 1 (vast) 1,9 [24] Allogene stamcel Tx 0,36±0,36 0,75±0,83 1,5±1,2 0,31±0,18 0,62±0,22 0,43±0,38 [6] * Vigerend model in LUMC en AMC.

Literatuur 1. Citterio F. Evolution of the therapeutic drug monitoring of cyclosporine. 2004. 2. Johnston A. Monitoring cyclosporin in blood: between-assay differences at trough and 2 hours post-dose (C2). 2003. 3. Midtvedt K. Therapeutic drug monitoring of cyclosporine. 2004. 4. Oellerich M. Two-hour cyclosporine concentration determination: an appropriate tool to monitor neoral therapy? 2002. 5. Cremers SC. A compartmental pharmacokinetic model of cyclosporin and its predictive performance after Bayesian estimation in kidney and simultaneous pancreas-kidney transplant recipients. 2003. 6. Wilhelm AJ. Population pharmacokinetics of ciclosporin in haematopoietic allogeneic stem cell transplantation with emphasis on limited sampling strategy. 2012. 7. Cantarovich M, Barkun J, Giannetti N, Cecere R, Besner JG, Tchervenkov J. History of C2 monitoring in heart and liver transplant patients treated with cyclosporine microemulsion. Transplant.Proc. 2004; 36: 442S-447S. 8. Di Paolo S., Teutonico A, Infante B et al. Experience with cyclosporine: approaching the therapeutic window for C2 levels in maintenance kidney transplant recipients. Transplant.Proc. 2004; 36: 434S-436S. 9. Latteri M, Angeloni G, Silveri NG, Manna R, Gasbarrini G, Navarra P. Pharmacokinetics of cyclosporin microemulsion in patients with inflammatory bowel disease. Clin.Pharmacokinet. 2001; 40: 473-483. 10. Nephrotic syndrome. Uptodateonline.com. 2014. 10-10-2014. 11. Diciolla F, Scolletta S, Berti L et al. C2 and C0 values for monitoring cyclosporine therapy in stable heart transplant recipients. Transplantation Proceedings 2005; 37: 1355-1359. 12. Andrews DJ. Cyclosporin: revisions in monitoring guidelines and review of current analytical methods. 2002. 13. Keown PA. New concepts in cyclosporine monitoring. 2002. 14. Uchida K, Tominaga Y, Haba T et al. Clinical success of Neoral absorption profile. Transplant.Proc. 2004; 36: 461S-464S. 15. Oshima K. Decreased incidence of acute graft-versus-host disease by continuous infusion of cyclosporine with a higher target blood level. 2008. 16. Ciclosporine. Kennisbank KNMP. 2014. 10-10-2014.

17. Ogawa N, Kanda Y, Matsubara M et al. Increased incidence of acute graft-versus-host disease with the continuous infusion of cyclosporine A compared to twice-daily infusion. Bone Marrow Transplant. 2004; 33: 549-552. 18. Dotti G. Pharmacokinetic study of the new cyclosporine-a formulation (Neoral) in adult allogeneic bone marrow transplant recipients. 2001. 19. Hamwi A. Cyclosporine metabolism in patients after kidney, bone marrow, heart-lung, and liver transplantation in the early and late posttransplant periods. 2000. 20. Jacobson PA, Ng J, Green KG, Rogosheske J, Brundage R. Posttransplant day significantly influences pharmacokinetics of cyclosporine after hematopoietic stem cell transplantation. Biol.Blood Marrow Transplant. 2003; 9: 304-311. 21. Christians U. Cyclosporine metabolite pattern in blood from patients with acute GVHD after BMT. 1993. 22. Fahr A. Cyclosporin clinical pharmacokinetics. 1993. 23. Koseki N. Simultaneous quantitative determination of cyclosporine A and its three main metabolites (AM1, AM4N and AM9) in human blood by liquid chromatography/mass spectrometry using a rapid sample processing method. 2006. 24. Hooymans CDM, Crawford JM, van Rossum R et al. Ontwikkeling van een populatiefarmacokinetisch model voor ciclosporine bij met een niertransplantaat. PW Wetenschappelijk Platform 2008; 2: 90-93. Colofon Aan de herziening (2015) van deze richtlijn hebben meegewerkt: T.E. van der Linden, M. Kuijvenhoven, H.J.M. van Kan en A.J. Wilhelm. Onder auspicie n van de Commissie Analyse & Toxicologie van de, februari 2015.