Rotterdam, 7 april 2015. 15bb2212 Aan: de gemeenteraad Onderwerp: Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan "Startmotor". Gevraagd besluit: Samenvattend stellen wij u voor: 1. Het bestemmingsplan "Startmotor" ongewijzigd vast te stellen; 2. geen exploitatieplan ex artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening vast te stellen, om redenen genoemd onder het hoofdstuk "financiële consequenties". Waarom dit voorstel?/waarom nu voorgelegd? Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 14 november 2014 tot en met 27 december 2014 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn er geen zienswijzen ingekomen. Uw raad moet het bestemmingsplan op grond van art. 3.1 Wet ruimtelijke ordening vaststellen. Relatie met het coalitieakkoord/collegewerkprogramma/eerder aangenomen moties en gedane toezeggingen: Niet van toepassing. Toelichting: Aanleiding In 2000 is gestart met de ontwikkeling Inspiratis I. Deze ontwikkeling bestond uit een kantoorgebouw van circa 18.500 m^ bvo met een ruime parkeervoorziening. Met de ontwikkeling van een kantoorgebouw op de locatie Inspiratis II is in 2006 gestart. Hiertoe is in 2007 een vrijstellingsprocedure doorlopen. Door verandering in het economische tij is in 2012 het besluit genomen tot herontwikkeling van Inspiratis II. Gebaseerd op de bouwenveloppe van de kantoorhuisvesting voor Inspiratis II wordt nu het jongerenhuisvestingsconcept "De Startmotor" voorgestaan. Het bestemmingsplan maakt een gebouw mogelijk van 13 bouwlagen ten behoeve van 550 units voor jongeren, studenten en jong werkenden en ondersteunende voorzieningen. Portefeuillehouder: R. Schneider raadsstuk "Dit vult griffie later in" pagina 1
Daarnaast maakt het bestemmingsplan een parkeerkelder mogelijk met 135 parkeerplaatsen. Op het dak van het gebouw zijn groen-, sport en recreatiemogelijkheden voorzien. Deze ontwikkeling past niet binnen het vigerend bestemmingsplan Vreewijk. Plangebied De bouwplanlocatie ligt in het Motorstraatgebied in de wijk Vreewijk en wordt begrensd door de Dynamostraat, de Batterijstraat, de Tandwielstraat en de bebouwing van fase I. Stedenbouwkundige randvoorwaarden Dit bestemmingsplan wijkt zowel qua bouwhoogte als qua functie af van de "Stedenbouwkundige Randvoorwaarden Motorstraatgebied" (vastgesteld door het toenmalige college d.d. 12 januari 2010) die op deze locatie van toepassing zijn. Dit bestemmingsplan maakt een maximale bouwhoogte mogelijk van 42 meter. De extra bouwhoogte (en daarmee de afwijking ten opzichte van de Stedenbouwkundige randvoorwaarden) is noodzakelijk omdat deze ontwikkeling anders financieel niet haalbaar is. Deze ontwikkeling is een kans om in het gebied levendigheid te brengen en kan een aanvulling zijn op het huidige woningaanbod voor jongeren. De ontwikkellocatie is nu een desolaat aandoend gebouw dat niet past binnen de ambities om van dit gebied een aantrekkelijke onderwijs- en zorgcampus te maken als onderdeel van het Hart van Zuid. Wanneer deze ontwikkeling niet doorgaat zal dat voorlopig zo blijven. De kansen voor alternatieve ontwikkelingen is onderzocht en lijken niet groot. Er is een anterieure overeenkomst gesloten waarin de voorwaarden zijn opgenomen dat er geen concessies zullen worden gedaan aan de belangrijkste positieve aspecten van het gebouwontwerp en borging van het beheer is geregeld middels een beheerplan. Gezien het belang van deze ontwikkeling in het Motorstraatgebied is het op grond van bovenstaande afwegingen acceptabel om in het bestemmingsplan "Startmotor" af te wijken van de Stedenbouwkundige Randvoorwaarden Motorstraatgebied. Externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid levert geen belemmeringen op voor de beoogde ontwikkelingen. Ontwerpbestemmingsplan Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 14 november 2014 tot en met 27 december 2014 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn er geen zienswijzen ingekomen. Financiële en juridische consequenties/aspecten: De gronden van het plangebied zijn momenteel in eigendom van de initiatiefnemer die een anterieure overeenkomst heeft gesloten met de gemeente Rotterdam. De kosten die samenhangen met de realisering van het project (inclusief eventuele planschadetoekenningen ten gevolge van of samenhangend met het project en kosten voor de planologische procedure) komen geheel ten laste van het project De ontwikkeling kent voor de gemeente geen financiële risico's. Het bijbehorende ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Portefeuillehouder: R. Schneider raadsstuk "Dit vult griffie later in" pagina 2 Steller: mr. Y.H. Akkulak, 010-4896379
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, De burgerrtee^er, Bijlage(n): Bestemmingsplan "Startmotor" Verbeelding bestemmingsplan "Startmotor" Portefeuillehouder: R. Schneider raadsstuk "Dit vult griffie later in" pagina 3
Ontwerpbesluit: De Raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 april 2015 (raadsvoorstel nr. BS15/142); gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening; besluit: 1. Het bestemmingsplan "Startmotor", NL.IMRO.0599.BP2088Startmotor met bijbehorende ondergrond in elektronische en papieren vorm vast te stellen, conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 2. Geen exploitatieplan vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van "Dit vult griffie later in" De griffier, De voorzitter. Portefeuillehouder: R. Schneider raadsstuk "Dit vult griffie later in" pagina 4
De Raad van de gemeente Rotterdam, GEMEENT^AAÕ Vergader! 12. 2 3 APR. 20í5 ^Conform Besloten J gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 april 2015 (raadsvoorstel nr. BS15/142); gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening; besluit: 1. Het bestemmingsplan "Startmotor", NL.!MRO.0599.BP2088Startmotor met bijbehorende ondergrond in elektronische en papieren vorm vast te stellen, conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 2. Geen exploitatieplan vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 april 2015. - ^ Jĵe^voorziţļej, -5 7 i Kt' Portefeuillehouder: R. Schneider Steller: mr. Y.H. Akkulak, 010-4896379 raadsvergadering van: raadsstuk 15bb2930 23-04-2015 pagina 4