Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren. Een trainer maakt afspraken met zijn spelers, binnen en buiten de lijnen. Deze afspraken staan in het teken van het - met plezier beter leren - voetballen. Omdat een trainer daarbij met meerdere spelers te maken heeft, moeten er afspraken worden gemaakt over hoe ze dat als team gaan doen. Op welke manier verloopt de samenwerking als ze de bal hebben en op welke manier als ze de bal niet hebben. Dus: hoe gaan ze verdedigen en hoe gaan ze aanvallen? Voor het gemak noemen we dit de 'voetbalafspraken'. Als trainer speel je een belangrijke rol in het leerproces van spelers. De spelers willen winnen en jij wilt dat ook, maar dan wel met als uitgangspunt dat alle spelers met plezier beter leren voetballen. Met andere woorden: beter leren aanvallen en beter leren verdedigen. Daarnaast zijn er afspraken die minder gericht zijn op het voetballen, maar wel voorwaardelijk zijn om te kunnen presteren. Daarbij kun je denken aan afspraken over: op tijd komen, afmelden etc., maar ook omgangsregels. Bijvoorbeeld hoe spreken we met elkaar; niet schelden etc. Zo zijn er nog meer voorbeelden te bedenken. We hebben het dan onder andere over zaken als: - 'het leerklimaat': klimaat waarin je jezelf kunt zijn en waar fouten maken mag etc.; - 'het groepsproces': sfeer van onderling vertrouwen, bereidheid tot samenwerken, denken en handelen vanuit teambelang etc.; - 'conflicten' bij het niet nakomen van afspraken: ongewenst gedrag omzetten in gewenst gedrag door het geven van feedback, sancties etc. Als je afspraken maakt met spelers is het goed dat je dat samen doet. Het is niet moeilijk om een lijst met regels te maken. We noemen het echter niet voor niks afspraken. Dingen afspreken doe je met elkaar. Het zijn afspraken die noodzakelijk zijn om het doel, leren voetballen en het winnen van wedstrijden, te bereiken. Daarom vindt iedereen het ook zinvol om te doen. Het betrekken van spelers bij het maken van een lijst van afspraken, zorgt dat ze zich ook aan de afspraken houden. Natuurlijk zijn er ook momenten dat afspraken niet worden nagekomen. Als dat afspraken zijn over de manier van voetballen - de 'voetbalafspraken' - dan kun je daar natuurlijk op trainen. Gaat het over andere zaken, als bijvoorbeeld: het met respect omgaan met de scheidsrechter, dan moet de trainer nadenken over de gevolgen van het niet nakomen van de afspraak. Wordt de speler dan gewisseld of misschien zelfs geschorst (door de club)? Of is een goed gesprek met de speler voldoende? De leeftijd van een speler heeft invloed op de manier waarop je afspraken maakt en welke afspraken je maakt. Als je de 'voetbalafspraken' onder de loep neemt, is het duidelijk dat die anders zijn voor bijvoorbeeld E-pupillen dan B-junioren. De manier waarop je afspraken maakt en wie je daarbij betrekt, heeft ook te maken met de leeftijd van de spelers. Vanuit het voorbeeld kan je B-junioren meer aanspreken op het nakomen van afspraken dan E-pupillen. E-pupillen zijn met betrekking tot een aantal zaken, als bijvoorbeeld: het op tijd komen en afmelden, afhankelijk van hun ouders. Daarom is het goed om ouders op de hoogte stellen van en/of te betrekken bij het maken van afspraken. Bij het niet nakomen van afspraken worden dan óók de ouders daarover geïnformeerd en/of op aangesproken. 44
Afspraken zijn geen zaken die voor nu en altijd gelden. De 'voetbalafspraken', maar ook de andere afspraken zullen regelmatig worden bijgesteld of aangepast. Op basis van je ervaringen tijdens trainingen en wedstrijden met spelers en ouders is het goed om eerder gemaakte afspraken regelmatig te evalueren. Natuurlijk zijn er ook momenten dat regels niet worden nagekomen. Als dat richtlijnen zijn over de manier van voetballen dan kun je daar natuurlijk op trainen. Gaat het over andere zaken, als bijvoorbeeld: het met respect omgaan met de scheidsrechter, dan moet de trainer nadenken over de gevolgen van het niet nakomen van de regel. Wordt de speler dan gewisseld, misschien zelfs geschorst (door de club)? Of is een goed gesprek met de speler voldoende? Het volgende richt zich op de houding en vaardigheden van de trainer die van invloed zijn op de omgang met kinderen. Een positieve (grond)houding ligt aan de basis van een goede omgang met kinderen. Hierbij gaat het om positieve aandacht in woord en gebaar. Geef daarbij alle kinderen ook exclusieve aandacht waardoor ze zich niemand uitgesloten bijzonder en gewaardeerd voelen. Daarnaast zijn effectieve vaardigheden in het omgaan met spelers: structureren, stimuleren, negeren en isoleren Het structureren van gedrag betekent dat er bepaalde regels en routines bestaan waarvoor regelmatig aandacht wordt gevraagd en waarover uitleg wordt gegeven. Bij het gedeeltelijk of niet nakomen wordt direct gereageerd. Voor een aantal regels bestaat een zekere onderhandelingsruimte. Als een kind begrijpt waarom bepaalde regels er zijn en zich hierbij betrokken voelt, zal de kans groter zijn dat het zich daar aan houdt. Regels zijn bijvoorbeeld: iedereen komt op tijd, als je niet komt trainen dan geef je dat door. Routines zijn bijvoorbeeld: voordat de training start krijgen de spelers eerst 5 minuten om zelf iets te doen (of dat nu iets met de bal is, stoeien of tikkertje spelen). Dit geeft de trainer ook tijd om de organisatie klaar te zetten. Daarna is er aandacht voor de trainer die kort ( plaatje, praatje, daadje ) uitlegt wat de bedoeling is van de trainingsvorm. Een ander voorbeeld is dat trainingen altijd bestaan uit oefenvorm, partijtje, oefenvorm en weer een partijtje. Het is wel van belang om duidelijk te zijn over het verschil tussen opgelegde en afgesproken regels. Voorbeelden van opgelegde regels zijn: niet schelden op elkaar en/of op de tegenstander en niet vechten. Er zijn dus regels waarover niet wordt onderhandeld. Erover praten en het waarom van de regel uitleggen, is wel van belang. Te samen structureren regels en routines het leven op de club, binnen het voetballen en scheppen ze betrouwbaarheid. Je weet wat je van elkaar kunt en mag verwachten en waarop je elkaar mag aanspreken. 45
Een tweede vaardigheid is stimuleren. Dat is de vaardigheid in het opmerken, aandacht geven en versterken - door beloning of uiting - van gewenst (voetbal)gedrag door een kind. Waarom is stimuleren zo belangrijk? Elk gedrag dat positieve gevolgen heeft, heeft de neiging ook vaker te worden vertoond (door psychologen vastgesteld.). Dus als een speler een goede keuze maakt tijdens het trainingspartijtje dan zal het bevestigen van deze keuze ertoe leiden dat hij het ook in de wedstrijd zal proberen. Bevestigen en belonen door complimenten zorgen ervoor dat spelers meer vertrouwen hebben in eigen kunnen en meer durven. Dit geldt ook voor gedrag als: opletten, aandacht geven aan de trainer en willen samenwerken (dus niet kunnen, maar willen). De keerzijde is dat negatief gedrag dat voor aandacht zorgt ook de neiging heeft vaker te worden vertoond. Het spiegelbeeld van stimuleren is negeren. Zoals het van belang is om gewenst gedrag zoveel mogelijk te stimuleren, zo is het ook van belang om ongewenst gedrag zoveel mogelijk te negeren, tenzij het een overtreding is van een vastgestelde regel of routine (zie bij structureren). Werkt dat niet en blijft het kind ongewenst gedrag vertonen of is het gedrag risicovol dan is er de mogelijkheid van het isoleren van het kind en slechts bij hoge uitzondering straffen. Geen aandacht aan ongewenst gedrag schenken is in eerste instantie het meest effectief. In ieder geval vrijwel altijd effectiever dan straffen. Want straffen is aandacht geven zij het negatieve aandacht, maar dan toch aandacht. En aandacht, positief of negatief, versterkt vaak gedrag. Een manier van isoleren is een time out of een gedragspauze inlassen. 46
3.1 Begeleiding van team en (individuele) spelers Opdracht Overleg en maak afspraken met de spelers, de (technisch) jeugdcoördinator en de ouders over de begeleiding en evalueer deze. Soort opdracht Ontwikkeling Doel Je leert: - na te denken over het maken van teamafspraken en de begeleiding van jeugdspelers (waaronder: trainingsbezoek, omgaan met blessures, wissels, omgang met elkaar, rol ouders etc.) - het voorbereiden en houden van een bijeenkomst met het team en/of de ouders - de afspraken en de begeleiding te evalueren en verbeterpunten voor het eigen handelen te formuleren. Waar voer je de Bij eigen team en/of de individuele stage. opdracht uit? Hoe voer je de Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd: opdracht uit? - nadenken over welke afspraken moeten worden gemaakt in relatie tot de gestelde doelen voor het seizoen - overleg met (Technisch) Jeugdcoördinator of - commissie over het maken van afspraken met spelers en ouders in het bijzonder en begeleiding van jeugdspelers in het algemeen - voorbereiden en houden van een teambijeenkomst waar het maken van afspraken centraal staan - volgen van het nakomen van de afspraken - evalueren van afspraken en begeleiding Wat moet de opdracht opleveren? Criteria Resultaat - zelfreflectie In het product wordt het volgende beschreven: 1. doelstelling(en) voor het seizoen; 2. korte opsomming van afspraken binnen en buiten de lijnen (gericht op het realiseren van de doelstelling); 3. beschrijving van de manier waarop de afspraken zijn gemaakt en met wie welke afspraken zijn gemaakt; 4. wat kenmerkend is voor jouw manier van begeleiden van spelers; 5. evaluatie van de gemaakte afspraken (geef ook voorbeelden van afspraken die niet zijn/ worden nagekomen en hoe je deze conflicten hebt opgelost); 6. wat je geleerd hebt van eerdere ervaringen en deze opdracht m.b.t. jouw rol als het gaat om afspraken, conflicten en begeleiding (beschrijven verbeterpunten en hoe je die wilt gaan verbeteren) Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH 47
Ondersteuning De praktijkbegeleider - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist omtrent bijeenkomst met spelers en/of ouders omtrent te maken afspraken en begeleiding van spelers. Toelichting De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten; - geeft feedback op de begeleiding. Bijeenkomst 6, 7, 8 en 9 (het begeleiden van jeugdspelers komt als vanzelfsprekend teug bij het geven van trainingen en het coachen van wedstrijden) Cursusmateriaal Leerstof UEFA C YOUTH: 'Conflicthantering', 'Grondregels van het teambuildingsproces' Inleveren Bijeenkomst 18 Afronding Bevat feedback van de praktijkbegeleider en akkoord door de docent. 48