Zorg door de oefentherapeut

Vergelijkbare documenten
Zorg door de fysiotherapeut

Zorg door de oefentherapeut Cesar/Mensendieck

Zorg door de fysiotherapeut

Zorg door de logopedist

Zorg door de oefentherapeut Cesar/Mensendieck

Zorg door de logopedist Jaarcijfers 2017

Zorg door de Oefentherapeut Jaarcijfers 2017 en trendcijfers

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Fysiotherapie

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Oefentherapie Cesar/Mensendieck

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Zorg door de fysiotherapeut

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Zorg door de fysiotherapeut

Zorg door de Fysiotherapeut Jaarcijfers 2017 en trendcijfers

Meerjarencijfers Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2009 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Oefentherapie Cesar/Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2008 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2008 en trendcijfers Oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2008 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2009 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Verantwoording wijziging in analyses basisrapportage. Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Verantwoording wijziging in analyses basisrapportage. fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2006 Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Fysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 en trendcijfers Oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Patiënten die rechtstreeks bij de fysiotherapeut komen behalen vaker de behandeldoelen.

Zorg door de diëtist R A P P O R T NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN. Jacqueline Tol, Ilse Swinkels, Lando Koppes. December 2014 KALENDERJAAR

Jaarcijfers 2005 Oefentherapie Mensendieck Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2005 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Logopedische zorg in kaart gebracht: jaarcijfers 2012 en trendcijfers

Zorg door de diëtist R A P P O R T NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN. Lisa Verberne Lando Koppes. Juni 2016 KALENDERJAAR

Steeds meer patiënten komen zonder verwijsbrief bij de fysiotherapeut Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, januari 2009

Trendcijfers Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Zorg door de diëtist R A P P O R T NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN. Lisa Verberne Robert Verheij. Juli 2017 KALENDERJAAR

Jaarcijfers 2005 Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Zorg door de diëtist 2017 Jaarcijfers 2017 en trendcijfers

Hoe uiten klachten waarmee patiënten bij de fysiotherapeut komen zich? Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, 2011

Jaarboek LiPZ 2004 Deel 2. Beroepsgroep oefentherapie Cesar

Fysiotherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode Achtergrond

Zorg door de diëtist R A P P O R T NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN. Lisa Verberne Lando Koppes. Juli 2015 KALENDERJAAR

Jaarboek LiPZ 2004 Deel 1. Beroepsgroep fysiotherapie

Al voor invoering van directe toegang diëtetiek ging één op de zeven cliënten op eigen initiatief naar de vrijgevestigde diëtist

Trendcijfers Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Vier behandeluren niet voor alle groepen cliënten toereikend: Resultaten LiPZ-registratie 2006 en 2007 door vrijgevestigde diëtisten.

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Diëtetiek

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

De patiënt met de verwijzing lage rugpijn zonder uitstraling in de praktijk voor oefentherapie-mensendieck

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Jaarboek LiPZ 2002 Deel 1: beroepsgroep fysiotherapie. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E. van den Ende

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering

Jaarcijfers 2006 & Vrijgevestigde diëtisten. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

Verzekeringsvoorwaarden 2011 inzake oefentherapie Cesar/Mensendieck, voor zover relevant

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

)DFWVKHHW- +HWDDQGHHOYDQFKURQLVFKH]RUJLQGHH[WUDPXUDOHI\VLRWKHUDSLH

Jaarboek LiPZ 2002 Deel 3: beroepsgroep oefentherapie-mensendieck. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E.

-DDUERHN/L3= 'HHOEHURHSVJURHSRHIHQWKHUDSLH&HVDU. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E. van den Ende

Inhoud zorg algemeen U hebt recht op (vergoeding van de kosten van) fysiotherapie zoals fysiotherapeuten plegen te bieden.

Ontwikkeling leerlingaantallen

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

Hoofdstuk 1 NIVEL Zorgregistraties (voorheen LiPZ) instellen en gebruiken

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Inventarisatie mono- en multidisciplinaire samenwerkingsverbanden in de eerste lijn: een eerste verkenning. R.J. Kenens H. Hofhuis L.

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

Incura Handleiding NIVEL Zorgregistraties - Kwaliteitsuitvraag voor de Logopedie

Directe toegang fysiotherapie: de keus is aan de patiënt.

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Diëtetiek

De behandeling van cliënten met diabetes mellitus door vrijgevestigde diëtisten

'HSDWLsQWPHWGHYHUZLM]LQJODJHUXJSLMQ]RQGHUXLWVWUDOLQJ LQGHSUDNWLMNYRRURHIHQWKHUDSLH&HVDU

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Jaarboek LiPZ Deel 3: beroepsgroep oefentherapie-mensendieck. R. Wimmers I. Swinkels I. Visser D. de Bakker E. van den Ende.

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari Hingstman, L. Kenens, R.J.

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Voorlopig governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

Jaarboek LiPZ Deel 1: beroepsgroep fysiotherapie. R. Wimmers I. Swinkels I. Visser D. de Bakker E. van den Ende.

Conclusies analyse op databestand van KEO Oefentherapie jaar 2016

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v

Jaarcijfers Diëtetiek

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor:

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Jaarboek LiPZ Deel 2: beroepsgroep oefentherapie Cesar. R. Wimmers I. Swinkels I. Visser D. de Bakker E. van den Ende.

Factsheet 24 november 2010 LO

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v

Transcriptie:

NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN R A P P O R T Zorg door de oefentherapeut Jaarcijfers 2013 en trendcijfers 2009-2013 Di-Janne Barten Lisa Verberne Lando Koppes Juni 2015 KALENDERJAAR 2013

N I V E L Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Otterstraat 118-124 Postbus 1568 3500 BN Utrecht Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729 www.nivel.nl 2

Disclaimer Wij doen ons best om onze onderzoeksresultaten zo begrijpelijk mogelijk te presenteren. De onderzochte materie is echter complex. Wij staan in voor de juistheid van onze cijfers, maar wij kunnen geen verantwoording aanvaarden voor conclusies die derden op deze cijfers baseren. Wij zijn daarnaast continue bezig met het verbeteren van ons onderzoek. Een voorbeeld is het verbeteren van de methodologie of het toevoegen van gegevens van praktijken die op een later moment zijn binnengekomen. Hierdoor kunnen veranderingen optreden in de cijfers. Bij het gebruik van cijfers is het daarom van belang om bij de verwijzing altijd aan te geven van welk rapport de gegevens afkomstig zijn. 3

Inhoud Inhoud 4 Voorwoord 5 Kernpunten 6 Introductie 7 Verantwoording 8 Patiëntkenmerken 11 Geslacht en leeftijd 11 Omvang zorggebruik 12 Aantal consulten per kalenderjaar 13 Behandelduur per kalenderjaar 14 Aanmelding 15 Wijze van toegang 15 Soort verwijzer 16 Eerdere zorg 18 Conclusie screening directe toegang 19 Gezondheidsproblemen 20 Top 10 klachten (ICPC) 20 Chronische lijst 23 Duur van de klacht 24 Recidiviteit 25 Ontstaanswijze 26 Meetwaarden 28 Meetinstrument 28 Top-5 meetinstrumenten 29 Behandeling 30 Prestatiecodes 30 Evaluatie 31 Reden einde zorg 31 Resultaat behandeling 31 Referenties 33 4

Voorwoord NIVEL Zorgregistraties eerste lijn verzamelt continue gegevens over gezondheid en zorg in de eerste lijn. Resultaten worden gepresenteerd op de website www.nivel.nl/zorgregistraties. Deze website geeft onder andere antwoord op de vraag welke gezondheidsproblemen in Nederland voorkomen, welke zorg wordt verleend en wat de kwaliteit van deze zorg is. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn wordt uitgevoerd door het NIVEL met financiering van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een uitgebreide beschrijving van het project vindt u op onze website. Het rapport dat voor u ligt bevat een selectie van de gegevens gepubliceerd op de website, namelijk de tabellen over de zorg voor patiënten door de oefentherapeut Cesar/Mensendieck in het kalenderjaar 2013. Trendcijfers worden (indien beschikbaar) gegeven over de periode 2009-2013. Voor cijfers over andere disciplines, cijfers over multidisciplinaire zorg en cijfers over specifieke aandoeningen verwijzen we u naar de website. Het is ook mogelijk een specifieke gegevensaanvraag te doen. Wij danken de deelnemende zorgverleners voor hun inzet en het aanleveren van gegevens. 5

Kernpunten Dit rapport bevat cijfers over gezondheid en reguliere, oefentherapeutische zorg van 2983 patiënten, behandeld door 43 oefentherapeuten Cesar Mensendieck in 31 oefentherapiepraktijken. Van de patiënten die in 2013 behandeld werden bij de oefentherapeut was 73% vrouw en de gemiddelde leeftijd van de patiënten was 42 jaar. De mediaan van het aantal behandelingen per kalenderjaar ligt op 7 behandelingen. 25% van de patiënten komt op eigen initiatief bij de oefentherapeut. In 2013 was Lage rugpijn zonder uitstraling (18%) het meest voorkomende gezondheidsprobleem van patiënten bij de oefentherapeut. Bij 28% van de patiënten is in 2013 een meetinstrument gebruikt tijdens de behandeling. Tussen 2009 en 2013 is een toename te zien in zittingen bij de patiënt thuis, screenings en intakes. In 2013 had 60% van de patiënten de behandeldoelen volledig bereikt bij beëindiging van de behandeling. 6

Introductie Oefentherapie Cesar en oefentherapie Mensendieck zijn paramedische disciplines. Ze richten zich op het voorkomen of behandelen van klachten, ontstaan door een incorrecte houding of beweging en eventueel veroorzaakt door een bepaalde afwijking of ziekte (zie ook de website van de VvOCM). Tijdens de behandeling staan het verbeteren van de houding en een goede kwaliteit van bewegen centraal. Er wordt gekeken wat de patiënt in zijn dagelijks leven doet, zodat de houding ook praktisch bruikbaar is. Er wordt weinig tot geen apparatuur gebruikt, zodat de patiënt zelf zijn klachten onder controle kan houden. Oefentherapeut Mensendieck en Cesar zijn beschermde titels. Alleen zorgverleners die de HBO-studie Oefentherapie Mensendieck of Oefentherapie Cesar hebben afgerond mogen deze titel gebruiken. Doel van het rapport Dit rapport geeft inzicht in de populatie die de oefentherapeut bezoekt, het zorgproces, de zorginhoud en de zorgevaluatie. Vraagstellingen 1. Wat zijn kenmerken van patiënten die worden behandeld? 2. Op welke wijze komen patiënten bij de oefentherapeut? 3. Wat is het zorggebruik van patiënten bij de oefentherapeut? 4. Wat is er bekend over het gezondheidsprobleem van de patiënt in termen van diagnoses en meetgegevens? 5. Wat zijn de algemene doelen van de behandeling en welke verrichtingen worden er uitgevoerd? 6. Wat is het resultaat van de behandeling? 7

Verantwoording Omvang gegevensverzameling In 2013 zijn er in het kader van NIVEL Zorgregistraties eerste lijn gegevens verzameld over 2983 patiënten die zijn behandeld door 43 oefentherapeuten verspreid over 31 praktijken (figuur 1). Figuur 1 Geografische spreiding aantal deelnemende oefentherapiepraktijken NIVEL Zorgregistraties, 2013* * meer betekent meer deelnemende oefentherapiepraktijken in een regio (ongewogen voor de landelijke spreiding) Representativiteit De representativiteit van de deelnemende oefentherapiepraktijken en oefentherapeuten is bepaald door een vergelijking te maken met gegevens van de landelijke geregistreerde eerstelijns oefentherapiepraktijken en oefentherapeuten zoals bekend in het Algemeen GegevensBeheer (AGB) register van 2014. Wanneer we globaal kijken naar de verdeling van de deelnemende oefentherapiepraktijken van NIVEL Zorgregistraties over vier regio s, dan is dit vergelijkbaar met de landelijke verdeling van oefentherapiepraktijken. Het percentage vrouwelijke oefentherapeuten was 98%, iets hoger dan het landelijke percentage van 91%. De gemiddelde leeftijd van de oefentherapeuten lag, net als het landelijk gemiddelde, op 43 jaar. 8

Vergelijking aandeel oefentherapiepraktijken NIVEL Zorgregistraties en aandeel oefentherapiepraktijken landelijk, naar regio, 2013 NIVEL Zorgregistraties Landelijk Aantal oefentherapiepraktijken** n=31 % n=1570 % p-waarde Regio* 0,56 Noord 4 12,9 120 7,6 Oost 6 19,4 353 22,5 Zuid 7 22,6 269 17,1 West 14 45,2 828 52,7 *Regio-indeling: Noord (Drenthe, Friesland, Groningen), Oost (Gelderland, Overijssel, Flevoland), Zuid (Noord-Brabant, Limburg), West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland) **Van oefentherapiepraktijken met meerdere vestigingen zijn alleen de gegevens van de hoofdlocatie meegenomen. Vergelijking geslachtsverdeling en gemiddelde leeftijd van oefentherapeuten NIVEL Zorgregistraties en oefentherapeuten landelijk, 2013 NIVEL Zorgregistraties Landelijk Aantal oefentherapeuten n=43 n=1843 p-waarde Man (%) 2 9 Vrouw (%) 98 91 0,15 Leeftijd (gem.) 43,5 43,1 0,81 Inhoud gegevensverzameling De gegevens die in 2013 voor NIVEL Zorgregistraties eerste lijn zijn verzameld, zijn gegevens die iedere oefentherapeut Cesar/Mensendieck vastlegt voor de reguliere administratie en welke nodig zijn voor declaratie aangevuld met gegevens uit de richtlijnen voor verslaglegging. Op de website vindt u de specificatie van de gegevensverzameling voor iedere deelnemende discipline aan NIVEL Zorgregistraties. Wijze van gegevensverzameling Een deelnemende zorgverlener registreert patiëntgegevens en zorginhoudelijke gegevens in de reguliere praktijksoftware. Periodiek wordt handmatig of automatisch een extractie van deze gegevens gemaakt. Alléén gegevens behorende bij patiënten die géén bezwaar hebben gemaakt tegen gebruik van hun gegevens worden hierbij meegenomen. Vóórdat een extractiebestand naar het NIVEL verzonden wordt, converteert software van een Trusted Third Party (ZorgTTP) patiënt-identificerende gegevens naar een pseudoniem. Dit wordt gedaan om de privacy van patiënten te kunnen waarborgen in het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Meer informatie over privacy is te vinden in het Privacyreglement van NIVEL Zorgregistraties. 9

Kwaliteitscontrole Kwaliteitscontrole vindt plaats op verschillende niveaus, te weten op het niveau van de praktijk, op het niveau van de patiënt en op het niveau van de behandelepisode. Er wordt gecontroleerd op verdubbelingen van data, op niet-interpreteerbare waarden in velden en op de continuïteit van gegevensaanleveringen in de tijd. Gegevens over de omvang van de behandeling behorend bij behandelepisodes die niet vanaf de start tot en met het einde van de episode zijn aangeleverd, worden buiten beschouwing gelaten. Als gevolg van missende gegevens binnen een behandelepisode kan immers geen betrouwbare uitspraak gedaan worden over de omvang van de geleverde zorg. De gegevens over de periode 2009-2012 zijn verzameld binnen de voorloper van NIVEL Zorgregistraties (de Landelijke informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ)) en zijn op vergelijkbare wijze gecontroleerd op kwaliteit. Vanwege de overgang van LiPZ naar NIVEL Zorgregistraties is de inhoud van de gegevensverzameling op een aantal punten gewijzigd. Sommige onderdelen in de gegevensverzameling van NIVEL Zorgregistraties zijn afkomstig uit andere velden in het softwarepakket dan binnen LiPZ het geval was. Ook zijn er sinds 2013 (kleine) veranderingen aangebracht in de berekeningen van de cijfers. Deze nieuwe manier van berekenen is met terugwerkende kracht ook toegepast op de cijfers van voorgaande jaren (2009-2012). Hierdoor kunnen de cijfers van 2009-2012 afwijken van de cijfers zoals gepresenteerd in het voorgaande rapport. 1 Ook zijn sommige tabellen komen te vervallen en zijn andere tabellen nieuw ten opzichte van voorgaande jaren. Verder moet opgemerkt worden dat de noemers per tabel kunnen verschillen. Dit kan komen doordat niet alle velden in alle softwarepakketten aanwezig zijn, doordat velden niet zijn ingevuld door de therapeut, of omdat het een selectie van de patiëntenpopulatie betreft. 10

Patiëntkenmerken Wat valt op? Cijfers 2013 73% van de patiënten bij de oefentherapeut is vrouw. De gemiddelde leeftijd van patiënten is 42 jaar. Trendcijfers Er is een toename te zien in de gemiddelde leeftijd van patiënten, van 39 jaar in 2009 naar 42 jaar in 2013. Geslacht en leeftijd In 2013 bestond de patiëntenpopulatie van de oefentherapeut voor 73% uit vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten die in 2013 een oefentherapeut bezochten is 42 jaar. De geslachtsverdeling lijkt de afgelopen jaren niet veel veranderd te zijn. In de afgelopen jaren is een toename te zien in de gemiddelde leeftijd van patiënten bij de oefentherapeut, van 39 jaar in 2009 naar 42 jaar in 2013. Geslacht en leeftijd van de patiënt behandeld door de oefentherapeut, 2009-2013 Gender and age of patients treated by the exercise therapist, 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Geslacht Mannen 28,5 27,2 28,4 28,1 26,9 Vrouwen 71,5 72,8 71,6 71,9 73,1 0-4 jaar 0,1 0,1 0,1 0,3 0,2 5-17 jaar 20,3 18,9 18,8 18,9 16,6 18-44 jaar 41,5 43,1 42,0 41,1 39,2 Leeftijd 45-64 jaar 26,2 26,0 26,3 25,4 25,7 65-74 jaar 7,1 7,3 7,7 7,8 9,8 75-84 jaar 4,2 3,8 4,2 5,4 6,7 >=85 jaar 0,7 0,8 0,8 1,2 1,9 Gemiddelde leeftijd 39,2 39,1 39,3 41,0 42,3 Totaal aantal patiënten 6.017 6.026 5.748 4.210 2.983 11

Omvang zorggebruik Wat valt op? Cijfers 2013 De mediaan van het aantal behandelingen per kalenderjaar ligt op 7 behandelingen. De mediaan van de behandelduur per kalenderjaar ligt op 9,2 weken. Nadere uitleg Voor het berekenen van de behandelomvang wordt zowel voor het aantal zittingen als voor de behandelduur, gekeken naar de behandelomvang per kalenderjaar. Voor de berekening per kalenderjaar wordt dat gedeelte uit een behandelepisode geselecteerd dat in een specifiek kalenderjaar gegeven is. Om een indicatie te geven van het aantal zittingen per patiënt kunnen zowel het gemiddelde als de mediaan worden weergegeven. De mediaan is de middelste waarde wanneer de gegevens in orde van grootte worden gesorteerd. Het voordeel van de mediaan ten opzichte van het gemiddelde is dat deze veel minder wordt beïnvloed door extreme waarden. Het gemiddelde aantal consulten wordt sterk omhoog getrokken door een kleine groep patiënten die veelvuldig behandeld wordt, terwijl de mediaan door deze groep nauwelijks wordt beïnvloed. 12

Aantal consulten per kalenderjaar In 2013 werd bij minder dan 1% van de patiënten alleen een screening uitgevoerd. Van alle patiënten die in behandeling waren in 2013 kreeg 3% meer dan 24 behandelingen. In de jaren 2009-2012 lag dit rond de 5%. De mediaan van het aantal behandelingen is sinds 2009 hetzelfde gebleven, namelijk 7 behandelingen. Aantal behandelingen reguliere oefentherapie per kalenderjaar van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Number of exercise therapy treatment sessions per calendar year (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Alleen screening 0,1 0,3 0,5 0,7 0,5 1-3 behandelingen 22,5 22,9 21,1 20,0 18,9 4-6 behandelingen 23,4 22,7 24,9 23,4 26,1 7-9 behandelingen 20,9 20,8 20,1 21,4 22,3 10-12 behandelingen 12,3 12,6 12,1 12,9 14,0 13-18 behandelingen 11,9 11,5 11,6 12,1 10,6 19-24 behandelingen 4,2 4,3 4,4 5,2 4,5 >24 behandelingen 4,7 4,9 5,3 4,3 3,2 100% 100% 100% 100% 100% Gemiddelde aantal behandelingen per kalenderjaar Standaarddeviatie aantal behandelingen per kalenderjaar Mediaan aantal behandelingen per kalenderjaar 9,0 9,1 9,5 9,2 8,7 8,6 8,6 10,3 8,5 7,1 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 Totaal aantal patiënten 4.804 5.008 3.858 2.267 1.712 13

Behandelduur per kalenderjaar In 2013 werd ongeveer een derde van de patiënten maximaal 6 weken per kalenderjaar behandeld, waarvan 0,5% alleen bij oefentherapeut is geweest voor screening. De mediaan van de behandelduur per kalenderjaar lag in 2013 op 9,2 weken. Dit is iets lager dan voorgaande jaren, toen lag de mediaan rond de 10 weken. In 2013 is, in vergelijking met voorgaande jaren, een afname te zien in het aandeel behandelingen dat tussen de 9 en 12 maanden duurde en is het aandeel behandelingen dat tussen de 6 en 9 maanden toegenomen. Duur behandelepisode per kalenderjaar van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Duration of the exercise therapy treatment period per calendar year (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Alleen screening 0,1 0,3 0,5 0,7 0,5 Tot en met 1 week 9,8 9,3 8,5 8,8 8,1 1-4 weken 12,5 14,2 13,0 14,4 15,6 4-6 weken 8,9 8,6 9,7 9,9 9,6 6 weken - 3 maanden 26,7 25,6 26,5 26,1 27,6 3-6 maanden 22,1 22,5 21,3 20,3 21,8 6-9 maanden 9,0 8,6 8,3 7,7 10,2 9-12 maanden 10,8 11,0 12,2 12,2 6,7 Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Gemiddelde duur behandeling per kalenderjaar Standaarddeviatie duur behandeling per kalenderjaar 15,1 15,1 15,4 15,0 13,6 14,1 14,3 14,6 14,6 12,9 Mediaan duur behandeling per kalenderjaar 10,4 10,4 10,1 10,0 9,2 Totaal aantal patiënten 4.808 5.033 3.888 2.274 1.712 14

Aanmelding Wat valt op? Cijfers 2013 25% van de patiënten komt op eigen initiatief bij de oefentherapeut. 59% van de verwezen patiënten, komt via een verwijzing van de huisarts. Bij 94% van de patiënten die een screening hebben ondergaan was de conclusie pluis. Trendcijfers Tussen 2009 en 2013 is het aandeel patiënten met de huisarts als verwijzer afgenomen en het aandeel patiënten met een medisch specialist als verwijzer toegenomen. Wijze van toegang In 2013 kwam 25% van de patiënten op eigen initiatief bij de oefentherapeut en kwam 75% via een verwijzer. Het aandeel patiënten dat op eigen initiatief bij de oefentherapeut komt is tussen 2009 en 2012 elk jaar gestegen, van 19% in 2009 naar 29% in 2012. In 2013 is dit percentage weer gedaald. Bij de fysiotherapie is het aandeel patiënten dat op eigen initiatief is gekomen in 2013 wel toegenomen ten opzichte van 2012 en was een kleine afname te zien tussen 2010 en 2011. 2 Maar over het algemeen is bij zowel de oefentherapie als de fysiotherapie tussen 2009 en 2013 een geleidelijke toename te zien in het percentage patiënten dat op eigen initiatief komt. Wijze van toegang van patiënten naar de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Mode of access to the exercise therapist (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Verwijzer 81,1 76,2 73,8 71,0 75,1 Eigen initiatief 18,9 23,8 26,2 29,0 24,9 Totaal aantal patiënten 6.017 6.026 5.748 4.207 2.982 15

Wijze van toegang van patiënten naar de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Mode of access to the exercise therapist (% patients), 2009-2013 Soort verwijzer In 2013 kwam 59% van de verwezen patiënten, via een verwijzing van de huisarts en 41% via een verwijzing van de medisch specialist (waarvan 11% via de neuroloog). Tussen 2009 en 2013 is het aandeel patiënten met de huisarts als verwijzer afgenomen en het aandeel patiënten met een medisch specialist als verwijzer toegenomen. Soort verwijzer van patiënten die op verwijzing bij de oefentherapeut zijn gekomen (% patiënten), 2009-2013 Type of physician referring patients to the exercise therapist (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Huisarts 71,9 71,9 68,0 59,8 58,5 Medisch specialist 27,9 28,1 32,0 40,2 41,5 Totaal aantal patiënten 4.791 4.474 4.150 2.920 2.194 16

Soort verwijzer van patiënten die op verwijzing bij de oefentherapeut zijn gekomen (% patiënten), 2009-2013 Type of physician referring patients to the exercise therapist (% patients), 2009-2013 Soort verwijzer van patiënten die op verwijzing bij de oefentherapeut zijn gekomen (% patiënten), 2009-2013 Type of physician referring patients to the exercise therapist (% patients), 2009-2013 17

Eerdere zorg Van de behandelde patiënten in 2013 had 53% al eerder fysiotherapie en/of oefentherapie gehad gedurende de twee jaar voorafgaand aan de behandeling. Dit percentage is hoger dan voorgaande jaren. Eerder zorggebruik voor dezelfde of andere aandoeningen voorafgaand aan de behandeling door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Previous use of health care by a physiotherapist and/or an exercise therapist for similar or different complaints (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Niet eerder fysiotherapie/oefentherapie 48,1 49,5 48,7 52,9 46,7 Eerder fysiotherapie/oefentherapie 51,9 50,5 51,3 47,1 53,3 Totaal aantal patiënten 2.889 3.177 3.158 2.161 212 Eerder zorggebruik voor dezelfde of andere aandoeningen voorafgaand aan de behandeling door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Previous use of health care by a physiotherapist and/or an exercise therapist for similar or different complaints (% patients), 2009-2013 18

Conclusie screening directe toegang De patiënten die op eigen initiatief bij de oefentherapeut komen ondergaan een screening door de oefentherapeut. Tijdens de screening wordt door middel van gerichte vragen binnen een beperkte tijd (circa 10 minuten) vastgesteld of de patiënt met zijn klachten aan het juiste adres is bij de oefentherapeut. Wanneer de klacht/hulpvraag niet geïndiceerd is voor oefentherapie (conclusie niet-pluis') wordt de patiënt geadviseerd contact op te nemen met de (huis)arts. Wanneer de oefentherapeut tot de conclusie pluis' komt, informeert hij de patiënt over de mogelijkheid om, zonder tussenkomst van een arts, door te gaan met het diagnostisch oefentherapeutisch proces. In 2013 was de conclusie voor 94% van de patiënten die een screening hebben ondergaan pluis. Conclusie screening directe toegang van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2013 Screening result in case of self-referral to the exercise therapist (% patients), 2013 2013 Pluis 93,9 Niet pluis 6,1 Totaal aantal patiënten 148 19

Gezondheidsproblemen Wat valt op? Cijfers 2013 18% van de patiënten komt voor het gezondheidsprobleem Lage rugpijn zonder uitstraling bij oefentherapeut. 17% van de patiënten heeft een aandoening die voorkomt op de chronische lijst. 69% van de patiënten komt met een nieuw gezondheidsprobleem bij de oefentherapeut. 20% van de patiënten wordt behandeld voor een gezondheidsprobleem dat acuut is ontstaan. Trendcijfers Het percentage patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst is de afgelopen jaren afgenomen, van 8% in 2009 naar 5% in 2013. Tussen 2009 en 2013 is het aandeel patiënten dat met een nieuw gezondheidsprobleem bij de oefentherapeut kwam iets gestegen en het aandeel patiënten dat met een recidiverend gezondheidsprobleem kwam iets gedaald. Top 10 klachten (ICPC) De gezondheidsproblemen waarmee patiënten bij de oefentherapeut komen zijn gecodeerd volgens de International Classification of Primary Care (ICPC). 3 In 2013 was Lage rugpijn zonder uitstraling (18%) het meest voorkomende gezondheidsprobleem van patiënten bij de oefentherapeut, gevolgd door Syndroom cervicale wervelkolom (14%) en Rug symptomen/klachten (13%). In de jaren daarvoor waren Lage rugpijn zonder uitstraling en Rug symptomen/klachten de twee meest voorkomende gezondheidsproblemen. Het aandeel patiënten dat voor deze twee aandoeningen behandeld werd lag tussen 2009 en 2013 rond de 15% per gezondheidsprobleem. In 2013 lag het aandeel patiënten dat behandeld werd voor het gezondheidsprobleem Syndroom cervicale wervelkolom hoger (14%) dan in voorgaande jaren (rond de 8%). 20

Top 10 gezondheidsproblemen (ICPC) van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Top 10 of health problems (ICPC) of patients treated by the exerise therapist (% patients), 2009-2013 Oefentherapie 2013 (N=457) % 1 L03 Lage-rugpijn zonder uitstraling [ex L86] 18.4 2 L83 Syndroom cervicale wervelkolom 13.6 3 L02 Rug symptomen/klachten 12.5 4 L86 Lage-rugpijn met uitstraling 9.2 5 L01 Nek symptomen/klachten [ex N01] 9.0 6 L85 Verworven afwijking wervelkolom 9.0 7 L84 Artrose/spondylose wervelkolom 6.6 8 L13 Heup symptomen/klachten 5.3 9 L08 Schouder symptomen/klachten 4.8 10 A97 O.a. graag behandeling en ontspanningsoefeningen 3.3 % in top 10 91.5 Oefentherapie 2012 (N=3092) % 1 L03 Lage-rugpijn zonder uitstraling [ex L86] 15.4 2 L02 Rug symptomen/klachten 14.3 3 L85 Verworven afwijking wervelkolom 9.5 4 L01 Nek symptomen/klachten [ex N01] 8.9 5 L83 Syndroom cervicale wervelkolom 8.3 6 L86 Lage-rugpijn met uitstraling 7.1 7 A97 O.a. graag behandeling en ontspanningsoefeningen 4.8 8 L08 Schouder symptomen/klachten 4.6 9 R98 Hyperventilatie 3.5 10 L84 Artrose/spondylose wervelkolom 3.4 % in top 10 79.8 21

Oefentherapie 2011 (N=4677) % 1 L03 Lage-rugpijn zonder uitstraling [ex L86] 15.6 2 L02 Rug symptomen/klachten 14.5 3 L01 Nek symptomen/klachten [ex N01] 10.1 4 L85 Verworven afwijking wervelkolom 9.3 5 L83 Syndroom cervicale wervelkolom 7.5 6 L86 Lage-rugpijn met uitstraling 6.5 7 A97 O.a. graag behandeling en ontspanningsoefeningen 4.2 8 L08 Schouder symptomen/klachten 4.1 9 L84 Artrose/spondylose wervelkolom 3.9 10 R98 Hyperventilatie 3.7 % in top 10 79.3 Oefentherapie 2010 (N=4934) % 1 L03 Lage-rugpijn zonder uitstraling [ex L86] 15.2 2 L02 Rug symptomen/klachten 14.9 3 L85 Verworven afwijking wervelkolom 10.6 4 L01 Nek symptomen/klachten [ex N01] 9.9 5 L86 Lage-rugpijn met uitstraling 7.5 6 L83 Syndroom cervicale wervelkolom 7.1 7 L84 Artrose/spondylose wervelkolom 4.2 8 R98 Hyperventilatie 4.0 9 L08 Schouder symptomen/klachten 3.8 10 A97 O.a. graag behandeling en ontspanningsoefeningen 3.6 % in top 10 80.8 22

Oefentherapie 2009 (N=4881) % 1 L02 Rug symptomen/klachten 15.6 2 L03 Lage-rugpijn zonder uitstraling [ex L86] 15.6 3 L85 Verworven afwijking wervelkolom 11.7 4 L01 Nek symptomen/klachten [ex N01] 9.2 5 L86 Lage-rugpijn met uitstraling 7.5 6 L83 Syndroom cervicale wervelkolom 6.5 7 L08 Schouder symptomen/klachten 4.4 8 A97 O.a. graag behandeling en ontspanningsoefeningen 4.4 9 R98 Hyperventilatie 3.7 10 L84 Artrose/spondylose wervelkolom 3.6 % in top 10 82.1 Chronische lijst In 2013 kwam 5% van de patiënten bij de oefentherapeut met een aandoening die voorkomt op de lijst met aandoeningen die chronische of intermitterende therapie behoeven (verder aangeduid met chronische lijst ). 4 Dit percentage is de afgelopen jaren afgenomen, van 8% in 2009 naar 5% in 2013. Aandeel patiënten behandeld door de oefentherapeut, naar type aandoening, 2009-2013 Percentage of patients, treated by an exercise therapist, with a chronic diagnosis, 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Aandoening op chronische lijst 8,0 7,8 7,0 5,6 4,8 Aandoening niet op chronische lijst 92,0 92,2 93,0 94,4 95,2 Totaal aantal patiënten 6.004 5.944 5.568 4.179 2.939 23

Aandeel patiënten behandeld door de oefentherapeut, naar type aandoening, 2009-2013 Percentage of patients, treated by an exercise therapist, with a chronic diagnosis, 2009-2013 Duur van de klacht Van de patiënten die in 2013 werden behandeld bij de oefentherapeut is 11% binnen een maand na het ontstaan van het gezondheidsprobleem naar de oefentherapeut gegaan. Dit percentage lag de afgelopen vijf jaar tussen de 10 en 12%. In 2013 speelde het gezondheidsprobleem bij 60% van de patiënten langer dan een half jaar voordat de behandeling bij de oefentherapeut gestart werd. Dit percentage lag iets hoger dan in voorgaande jaren. Duur van het gezondheidsprobleem bij aanvang van de behandeling door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Duration of complaints prior to exercise therapy treatment (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 <1 maand 10,4 12,3 12,4 11,9 10,7 1-3 maanden 14,7 15,6 15,3 15,8 14,0 3-6 maanden 16,3 15,8 15,1 15,0 15,8 >6 maanden 58,6 56,3 57,2 57,3 59,6 Totaal aantal patiënten 4.955 4.919 4.866 3.614 2.520 24

Duur van het gezondheidsprobleem bij aanvang van de behandeling door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Duration of complaints prior to exercise therapy treatment (% patients), 2009-2013 Recidiviteit Een klacht wordt als recidief gezien als deze optreedt na een klachtenvrije periode van tenminste vier weken en ten hoogste twee jaar. In 2013 kwam 69% van de patiënten met een nieuw gezondheidsprobleem bij de oefentherapeut en 26% met een recidiverend gezondheidsprobleem. Tussen 2009 en 2013 is het aandeel patiënten dat met een nieuw gezondheidsprobleem bij de oefentherapeut kwam iets gestegen en het aandeel patiënten dat met een recidiverend gezondheidsprobleem kwam iets gedaald. Recidivering gezondheidsprobleem van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Recurrence rate in patients treated by the exercise therapist (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Ja 31,1 31,2 30,4 28,6 25,9 Nee 64,8 64,8 66,5 69,1 69,4 Onduidelijk 4,1 4,0 3,1 2,4 4,7 Totaal aantal patiënten 5.048 5.050 4.977 3.662 2.514 25

Recidivering gezondheidsprobleem van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Recurrence rate of health problem in patients treated by the exercise therapist (% patients), 2009-2013 Ontstaanswijze In 2013 werd 78% van de patiënten bij de oefentherapeut behandeld voor een gezondheidsprobleem dat geleidelijk is ontstaan. Een vijfde van de patiënten werd behandeld voor een gezondheidsprobleem dat acuut is ontstaan en 2% van de patiënten werd behandeld voor een aangeboren gezondheidsprobleem. In 2013 lag het percentage patiënten dat met een acuut gezondheidsprobleem bij de oefentherapeut kwam iets hoger (20%) dan in voorgaande jaren (tussen de 15 en 17%). Daarentegen lag het percentage patiënten dat met een gezondheidsprobleem kwam dat geleidelijk is ontstaan in 2013 iets lager (78%) dan in voorgaande jaren (rond de 82%). Ontstaanswijze gezondheidsprobleem van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Origin of health problem in patients treated by the exercise therapist (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Aangeboren 2,5 2,5 2,2 2,0 2,1 Acuut 16,0 16,1 15,2 17,0 19,8 Geleidelijk 81,5 81,4 82,6 81,1 78,1 Totaal aantal patiënten 3.589 4.219 4.275 3.299 1.658 26

Ontstaanswijze gezondheidsprobleem van patiënten behandeld door de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Origin of health problem in patients treated by the exercise therapist (% patients), 2009-2013 27

Meetwaarden Wat valt op? Cijfers 2013 Bij 28% van de patiënten is een meetinstrument gebruikt tijdens de behandeling. De Patiënt Specifieke Klachten Lijst is het meest gebruikte meetinstrument. Meetinstrument In 2013 is bij 28% van de patiënten een meetinstrument gebruikt tijdens de behandeling. Er zijn tussen de 1 en 4 meetinstrumenten gebruikt per patiënt, met een gemiddeld aantal meetherhalingen van 1,8. Vóór 2013 werden geen gegevens over meetinstrumenten verzameld door NIVEL Zorgregistraties. Gebruik van meetinstrumenten tijdens een behandeling bij de oefentherapeut (% patiënten), 2013 Use of measurement tools during treatment by the exercise therapist (% patiënten), 2013 2013 Nee 72,5 Ja 27,5 Totaal aantal patiënten 1.311 Gebruik van meetinstrumenten tijdens een behandeling bij de oefentherapeut, 2013 Use of measurement tools during treatment by the exercise therapist, 2013 2013 Gemiddelde aantal meetherhalingen 1,8 Minimum aantal meetherhalingen 1,0 Maximum aantal meetherhalingen 10,0 Gemiddelde aantal meetinstrumenten 1,4 Minimum aantal meetinstrumenten 1,0 Maximum aantal meetinstrumenten 4,0 28

Top-5 meetinstrumenten Van de patiënten bij wie een meetinstrument gebruikt werd tijdens de behandeling in 2013, is de Patient Specifieke Klachten Lijst het meest gebruikt (bij 62% van de patiënten). De Visual Analogue Scale is bij een derde van de patiënten gebruikt en de PRAFAB en de Berg Balans Schaal bij respectievelijk 9 en 4% van de patiënten. Top 5 gebruikte meetinstrumenten door de oefentherapeut (% van patiënten bij wie een meetinstrument is ingezet), 2013 Top-5 used measurement tools by the exercise therapist (% of patients with one or more measurements), 2013 Oefentherapie 2013 (N=361) % 1 Patient Specifieke Klachten Lijst 62.0 2 Visual Analogue Scale 32.7 3 Quebec Back Pain Disability Scale 29.9 4 PRAFAB 9.1 5 Berg Balans Schaal 4.2 29

Behandeling Wat valt op? Cijfers 2013 83% van de zittingen reguliere oefentherapie wordt in de oefentherapiepraktijk gegeven. Trendcijfers Tussen 2009 en 2013 is een toename te zien in zittingen bij de patiënt thuis, screenings en intakes. Prestatiecodes Bij het declareren van een zitting oefentherapie wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende behandelvormen, zoals een reguliere behandeling in de praktijk, een behandeling bij de patiënt thuis of een behandeling in een instelling. Dit zijn de zogenoemde prestaties, vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). In 2013 werd 83% van de zittingen reguliere oefentherapie in de oefentherapiepraktijk gegeven. Dit percentage is in de afgelopen jaren afgenomen, met name tussen 2010 en 2011. Tussen 2009 en 2013 is een toename te zien in zittingen bij de patiënt thuis, screenings en intakes. Verdeling van zittingen reguliere oefentherapie naar prestatiecode, 2009-2013 Type of declaration by the exercise therapist (% sessions), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Reguliere zittingen op praktijk 93,5 92,0 83,7 85,1 82,6 Reguliere zittingen bij patient 4,4 4,4 5,6 8,2 9,3 Reguliere zittingen in instelling 0,0 0,0 0,0 0,1 0,2 Groepsbehandeling van 2-10 personen 1,0 1,6 6,3 1,0 0,6 Lange reguliere zittingen op praktijk 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Lange reguliere zittingen bij patient 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Lange reguliere zittingen in instelling 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Screeningen 0,2 0,3 0,9 1,2 1,5 Intakes 0,8 1,6 3,4 4,4 5,7 Overige prestatiecodes 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 Totaal aantal zittingen 52.567 52.120 50.693 33.695 24.171 30

Evaluatie Wat valt op? Cijfers 2013 Bij 73% van de patiënten is de behandeling beëindigd omdat de patiënt uitbehandeld was. 60% van de patiënten heeft de behandeldoelen volledig bereikt bij beëindiging van de behandeling. Trendcijfers Het aandeel behandelingen dat beëindigd is door staking van de patiënt is toegenomen tussen 2009 en 2013, van 11% in 2009 naar 17% in 2013. Reden einde zorg In 2013 werd bij 73% van de patiënten de behandeling beëindigd omdat de patiënt uitbehandeld was en bij 17% van de patiënten werd de behandeling gestaakt door de patiënt. Het aandeel behandelingen dat beëindigd is door staking van de patiënt is toegenomen tussen 2009 en 2013, van 11% in 2009 naar 17% in 2013. Reden voor beëindiging van de behandeling bij de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Reason for ending the treatment at the exercise therapist (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Patiënt uitbehandeld 77,0 75,3 74,4 72,2 72,5 Maximaal aantal vergoede zittingen bereikt 2,2 2,6 2,8 2,7 2,3 Gestaakt door patiënt 10,5 10,5 11,4 15,5 16,6 Gestaakt door verwijzer 0,7 0,6 0,6 0,7 0,4 Gestaakt door paramedicus 2,8 2,3 3,7 2,1 2,8 Anders 6,8 8,6 7,1 6,9 5,3 Totaal aantal patiënten 2.486 2.417 2.415 1.810 917 Resultaat behandeling Volgens de behandelend oefentherapeut had 60% van de patiënten de behandeldoelen volledig bereikt bij beëindiging van de behandeling. Een klein deel van de patiënten (9%) had de behandeldoelen niet bereikt bij beëindiging van de behandeling. In voorgaande jaren lag dit percentage iets lager, namelijk rond de 6%. 31

Mate waarin de behandeldoelen zijn bereikt bij beëindiging van de behandeling bij de oefentherapeut (% patiënten), 2009-2013 Result of treatment according to the exercise therapist (% patients), 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Behandeldoelen niet bereikt 4,9 5,6 6,0 6,6 8,9 Behandeldoelen gedeeltelijk bereikt 37,1 36,4 34,8 33,5 30,7 Behandeldoelen volledig bereikt 58,0 58,0 59,2 59,9 60,4 Totaal aantal patiënten 2.516 2.465 2.353 1.879 798 32

Referenties 1. Verberne LDM, Kooijman MK, Leemrijse CJ, Veenhof C, Swinkels ICS. Jaarcijfers 2012 en trendcijfers 2008-2012 oefentherapie Cesar/Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg/NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Utrecht 2013: NIVEL, http://www.nivel.nl/lipz 2. http://www.nivel.nl/nzr/wijze-van-toegang-1 3. Lamberts H, Wood M. ICPC. International Classification of Primary Care. Oxford: Oxford University Press, 1987. 4. http://wetten.overheid.nl/bwbr0018492/geldigheidsdatum_09-04-2015#bijlage1 33