Onteigening in de gemeente Helmond VROM

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Onteigening in de gemeente Bunschoten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Leeuwarden VROM

Aanwijzing van gronden ter onteigening in de gemeente Beesel

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Venlo VROM

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Hilversum VROM

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Onteigening in de gemeente Arnhem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

STAATSCOURANT BEKENDMAKING VERVALLEN VOORKEURSRECHT PLANGEBIED BRANDEVOORT II. Nr oktober 2017

Onteigening in de gemeente Oisterwijk VROM

Onteigening in de gemeente Utrecht

Onteigening in de gemeente Harderwijk

Onteigening in de gemeente Groesbeek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Doetinchem

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Denekamp

Onteigening in de gemeente Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Onteigening in de gemeente Eindhoven VROM

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Onteigening in de gemeente Houten

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Onteigening in de gemeente Lopik VW

Onteigening in de gemeente Lingewaard

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

Raad V (gewijzigd ) Onderwerp: Vestiging voorkeursrecht plangebied Ten noordoosten van de Kasteeldreef / Bosscheweg in Drunen

Onteigening in de gemeente Schiedam

Onteigening in de gemeente Nijmegen VROM

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Onteigening in de gemeente Amsterdam VROM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvoorstel. Onderwerp:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Barendrecht

Onteigening in de gemeente Venlo (Tegelen)

Heerhugowaard Stad van kansen

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW

Voorstel. (2003) nummer 103

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Wijziging van de onteigeningswet

Onteigening in de gemeente De Bilt

Onteigening in de gemeente Amsterdam VROM

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Deurne VROM

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING

ontwerpvoorstel aan de raad

"Administratieve herziening Hoogspanningsleiding"

Onteigening in de gemeente s-gravenhage

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onteigening ten name van de provincie Zuid-Holland


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onteigening in de gemeente Schijndel

ONTEIGENINGSPLAN ZUIDELIJKE OMLEGGING OUDENBOSCH LIJST VAN TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN VERZOEKENDE INSTANTIE: PROVINCIE NOORD BRABANT

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013

Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TOELICHTING. Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat GB Breda info@c5s.nl

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Transcriptie:

Onteigening in de gemeente Helmond VROM «Onteigeningswet» Percelen begrepen in het bestemmingsplan Brandevoort I Besluit van 20 augustus 1999 no. 99.003818 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad van Helmond van 2 maart 1999 tot onteigening als bedoeld in Titel IV van de onteigeningswet. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 15 juli 1999 no. MJZ99191445, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken, en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directoraat-Generaal Openbaar Bestuur. Gelezen de brief van burgemeester en wethouders van Helmond van 3 maart 1999, kenmerk SO/GZ/TB/LB/99.35.6685. Gelet op Titel IV van de onteigeningswet, Titel V van de Gemeentewet en Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad van State gehoord (advies van 5 augustus 1999 no. W08.99/.0361/V). Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 augustus 1999 no. MJZ99202128, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken. Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van Helmond van 2 maart 1999 tot onteigening ingevolge artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen en perceelsgedeelten. Overwegingen Ingevolge voornoemd artikel 77 van de onteigeningswet kan, zonder voorafgaande verklaring bij de wet dat het algemeen nut onteigening vordert, onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen percelen en perceelsgedeelten zijn begrepen in het bestemmingsplan Brandevoort I van de gemeente Helmond. Blijkens het raadsbesluit tot onteigening wenst de gemeente Helmond de daarin bedoelde gronden in eigendom te verkrijgen ter uitvoering van het zojuist genoemde bestemmingsplan. In verband met het feit, dat ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening het bestemmingsplan Brandevoort I nog niet onherroepelijk was goedgekeurd, is in het raadsbesluit onder meer bepaald, dat: a. ter uitvoering van het besluit geen dagvaardingen als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet zullen worden uitgebracht, voordat en voor zover onherroepelijk is beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan Brandevoort I ten aanzien van de in het besluit bedoelde percelen respectievelijk perceelsgedeelten en b. het besluit vervalt, indien en voor zover aan voormeld bestemmingsplan in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden ten aanzien van de in het besluit bedoelde percelen respectievelijk perceelsgedeelten. De in het onteigeningsplan begrepen gronden zijn in het bestemmingsplan Brandevoort I aangewezen voor Bedrijfsdoeleinden, Woondoeleinden, Verkeersdoeleinden, Ondergrondse gastransportleiding (dubbelbestemming), Spoorzone, Woongebied, Bovengrondse hoogspanningsleiding (dubbelbestemming) en Groendoeleinden, natuurontwikkeling. Het betreft hier globale bestemmingen, welke door burgemeester en wethouders van Helmond niet nader overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening behoeven te worden uitgewerkt. De door de gemeente Helmond ter plaatse voorgestane wijze van planuitvoering strekt tot de realisering van een woonwijk (Brandevoort) in het kader van de VINEX-taakstelling. Naast de ontwikkeling van de woonwijk is de gemeente Helmond voornemens in het noordelijk plangedeelte een circa 6 hectare groot bedrijventerrein te realiseren. De eerste fase van de realisering van bedoelde wijk bestaat uit het bouwen van ongeveer 3000 woningen met bijbehorende voorzieningen zoals winkels, scholen en dergelijke alsmede het aanleggen van infrastructuur. In het kader van genoemde VINEX-taakstelling dienen de te realiseren 3000 woningen te worden gerealiseerd voor het jaar 2005. De gemeente Helmond streeft ernaar ook het bedrijventerrein in deze periode te ontwikkelen. In de wijze van planuitvoering is onder meer inzicht verschaft door middel van overlegging van de bij voornoemd bestemmingsplan behorende kaart, de voorschriften met de daarin opgenomen beschrijving in hoofdlijnen alsmede de toelichting. Van de stukken, welke bij de tervisieleggingen, bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 80, tweede lid, en 84 van de onteigeningswet, ter inzage zijn gelegd maakte onder meer deel uit een verkavelingstekening. Voorts heeft de gemeente Helmond in het kader van het onderzoek de brochure Planfilosofie Brandevoort, ieder huis een eigen gezicht alsmede het Masterplan Brandevoort overgelegd. Het raadsbesluit tot onteigening heeft overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet met ingang van 4 maart 1999 gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegen op de secretarie van de gemeente Helmond. Gedurende deze termijn zijn tegen het raadsbesluit bij Ons schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door: a. mr A.J. Borg te Amsterdam namens het echtpaar G.M.M. van den Heuvel te Helmond, b. mr M.T.C.A. Smets te Waalre namens J.H.J.M. Roefs en H.F.P.M. Roefs, beiden te Helmond, c. mr M.T.C.A. Smets te Waalre namens J.H.J.M. Roefs en A.M. Roefs- Coopmans, beiden te Helmond alsmede namens H.F.P.M. Roefs te Helmond en d. M.H.J.J. Davits te Venray. Aan artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet, inhoudende dat degenen, die tijdig ingevolge het derde lid van artikel 84 van die wet bedenkingen naar voren hebben gebracht, door Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 1

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen, is voldaan. Allereerst overwegen Wij het volgende Bij het ter zake ingestelde onderzoek is gebleken, dat de gemeente Helmond niet langer prijs stelt op onteigening van de mede ter onteigening aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, nos. 2011 (ged.), 2012, 2110, 2207 (ged.), 2212, 2229 (ged.), 2244 (ged.), 2245, 2387, 2407 (ged.), 2408 (ged.), 2417 (ged.), 2424 en 2425. In verband hiermee wordt aan het raadsbesluit tot onteigening, voor zover het deze gronden betreft, wegens het ontbreken van de noodzaak de goedkeuring onthouden. De bedenkingen van de reclamanten onder b. hebben betrekking op het zojuist genoemde perceel kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, no. 2011 (ged.). De bedenkingen van de reclamanten onder c. hebben betrekking op de zojuist genoemde percelen kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, nos. 2229 (ged.) en 2417 (ged.). Op de bedenkingen van de reclamanten onder b. en onder c. behoeft thans niet te worden ingegaan, aangezien aan het raadsbesluit tot onteigening, voorzover het onder meer deze gronden betreft, de goedkeuring wordt onthouden. Met betrekking tot het mede ter onteigening aangewezen perceel met grondplannummer 17 kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, no. 2248 (ged.), is uit de overgelegde stukken gebleken, dat de tenaamstelling als bedoeld in de artikelen 80, tweede lid, onder 2, sub b., en 83, eerste lid, onder 3,van de onteigeningswet niet in overeenstemming is met de kadastrale registratie. Te dezen is derhalve niet voldaan aan het vereiste van de artikelen 80 en 83 van de onteigeningswet, zodat het raadsbesluit tot onteigening, voor zover het deze grond betreft, (reeds hierom) niet voor goedkeuring in aanmerking komt. Overwegingen ten aanzien van de naar voren gebrachte bedenkingen De reclamanten onder a., rechthebbenden op het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, no. 2377, voeren onder andere aan dat er geen sprake is geweest van het voeren van onderhandelingen waarbij de gemeente op minnelijke wijze heeft getracht de onderhavige grond in eigendom te verkrijgen. Slechts eenmaal heeft volgens de reclamanten een vertegenwoordiger van het bureau dat namens de gemeente Helmond onderhandelde zich onaangekondigd op hun adres vervoegd. Hierbij zou de mededeling zijn gedaan dat de gemeente hun grond wenst te kopen en is tevens een algemene grondprijs genoemd. Op een telefonisch verzoek van de reclamanten om tot een afspraak te komen op een voor hun en de mede-eigenaar geschikt moment is tot op heden niet gereageerd. De reclamanten zien deze handelwijze van of namens de gemeente niet als het doen van of uitnodigen tot onderhandelingen. In dit kader wijzen de reclamanten er voorts op dat, anders dan de gemeente bij de behandeling van de zienswijzen heeft gesteld, er geenszins sprake is van onenigheid tussen de eigenaren onderling waardoor de onderhandelingen stroef zouden verlopen. Ten aanzien van de vorenaangehaalde bedenkingen inzake het beweerdelijk gevoerde minnelijk overleg overwegen Wij dat in het algemeen niet eerder tot onteigening behoort te worden overgegaan, dan nadat een redelijke doch vruchteloos gebleken poging is ondernomen om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. Aan deze eis is naar Ons oordeel genoegzaam voldaan indien voor de eerste tervisielegging van het onteigeningsplan met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving een aanvang is gemaakt en ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening voldoende aannemelijk is dat die onderhandelingen vooralsnog niet tot het gewenste resultaat zullen leiden. Voorts zijn Wij van oordeel, dat het wel wenselijk doch niet strikt noodzakelijk is, dat ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening reeds een formeel bod moet zijn uitgebracht. Voldoende is dat sprake is geweest van een redelijke doch vruchteloos gebleken poging om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. Bij de onderhandelingen dienaangaande kan, ook zonder dat een formeel bod is uitgebracht, genoegzaam komen vast te staan dat minnelijke verwerving vooralsnog niet tot de mogelijkheden behoort. Alsdan kan een gemeente teneinde op een redelijk tijdstip tot uitvoering van het desbetreffende bestemmingsplan te kunnen overgaan in beginsel tot onteigening besluiten. Uit het ter zake ingestelde onderzoek is naar voren gekomen dat de reclamanten het feitelijk gebruik uitoefenen over het betrokken perceel. De mede-eigenaar H.B.M. van den Heuvel werkt niet mee in het bedrijf van de reclamanten onder a.. De gemeente is, zo blijkt uit voornoemd onderzoek, op de hoogte van vorenomschreven situatie. Voorts heeft de gemeente slechts met de mede-eigenaar H.B.M. van den Heuvel en diens adviseur enkele gesprekken gevoerd in het kader van de minnelijke verwerving van de onderhavige grond. Gelet echter op het feit dat de reclamanten onder a. het meeste belang hebben bij het door de gemeente Helmond ter onteigening aangewezen perceel zijn Wij van oordeel dat de gemeente zeker ook serieuze pogingen had moeten ondernemen om met de reclamanten onder a. tot overeenstemming te komen om de onderhavige grond op minnelijke wijze te verwerven. Nu van dit laatste niet is gebleken dient omwille van de rechtsbescherming van de justitiabelen en een zorgvuldige besluitvorming inzake onteigening, aan het raadsbesluit tot onteigening, voor zover het betrekking heeft op voornoemd perceel, de goedkeuring te worden onthouden. In verband met het vorenstaande behoeft op de overige bedenkingen van de reclamanten onder a. thans niet nader te worden ingegaan. De reclamant onder d., rechthebbende op het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, no. 2419 (ged.), voert in zijn geschrift met bedenkingen aan dat er door de gemeente Helmond geen serieuze onderhandelingen zijn gevoerd om zijn grond op minnelijke wijze te verkrijgen. Zo zou de gemeente niet zijn ingegaan op de door hem aangedragen alternatieven. Ook is geen schriftelijk bod uitgebracht en is er geen taxatierapport opgesteld door een terzake deskundige. De gemeente Helmond neemt naar zijn mening een machtspositie in. Ten aanzien van deze bedenkingen verwijzen Wij vooreerst naar hetgeen in het algemeen is overwogen bij de bedenkingen van de reclamanten onder a. inzake het minnelijk overleg. In het bijzonder overwegen Wij dat uit het ter zake ingestelde onderzoek is Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 2

gebleken dat sedert oktober 1997 diverse malen overleg is gevoerd tussen de gemeente en de reclamant onder d. inzake de verwerving van de onderhavige grond. Meerdere malen heeft de gemeente op mondelinge wijze een bod op bedoelde grond uitgebracht, hetgeen door de reclamant niet is aanvaard. Anders dan de reclamant meent, behoeft een formeel bod niet ten alle tijde op schriftelijke wijze te worden gedaan. Nu ten tijde van het nemen van het raadsbesluit voldoende aannemelijk was, dat minnelijke verwerving vooralsnog niet tot de mogelijkheden behoort heeft de gemeenteraad teneinde op een redelijk tijdstip tot de uitvoering van het onderwerpelijke bestemmingsplan te kunnen overgaan in beginsel tot onteigening van het desbetreffende perceelsgedeelte kunnen besluiten. Wellicht zal het minnelijk overleg, dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, alsnog tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. De reclamant onder d. is voorts van mening dat de gemeente Helmond misbruik van haar bevoegdheden heeft gemaakt door in het onteigeningsdossier een gewijzigde bestemmingsplankaart op te nemen die, zoals in zijn bij de gemeente naar voren gebrachte zienswijzen wordt verwoord, niet op de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven wijze is gepubliceerd. Op bedoelde bestemmingsplankaart, zo stelt de reclamant, is de bestemming Woondoeleinden gewijzigd in de bestemming School en voorzieningen. Voor wat betreft de bestemming Woondoeleinden kan er volgens de reclamant echter geen noodzaak bestaan tot onteigening aangezien het onderhavige perceelsgedeelte, zoals ook in de naar voren gebrachte zienswijzen staat verwoord, reeds een erf is dat onder deze bestemming valt. Voor wat betreft de bestemming School en voorzieningen is de reclamant van mening dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de school daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. De reclamant stelt dit van het eigen voorlichtingscentrum van de gemeente te hebben vernomen. Overigens is het, aldus de reclamant, niet ongewoon dat particulieren onderwijsinstellingen beheren om welke reden eveneens geen noodzaak tot onteigening kan bestaan. De gemeente geeft overigens niet aan, zo vervolgt de reclamant, wat onder voorzieningen dient te worden verstaan. Onduidelijk blijft of de gemeente hier voorzieningen bedoelt die aan de school zijn gekoppeld of dat dit ook willekeurige derde bestemmingen kunnen zijn. Voor wat betreft dit laatste meent de reclamant dat wellicht de huidige eigenaren dergelijke bestemmingen kunnen realiseren zodat ook hierin geen noodzaak tot onteigening kan worden gevonden. Ten aanzien van vorenaangehaalde bedenkingen overwegen Wij dat, anders dan de reclamant stelt, de bestemming Woondoeleinden niet is gewijzigd in de bestemming School en voorzieningen. De grond van de reclamant is ook niet, anders dan wordt gesteld, aangewezen voor de bestemming Woondoeleinden. Blijkens de plankaart behorende bij het bestemmingsplan Brandevoort I heeft de onderwerpelijke grond van de reclamant de bestemmingen Woongebied en Verkeersdoeleinden. Gronden, aangewezen voor Woongebied zijn, zo blijkt uit artikel 5 van de voorschriften behorende bij het meergenoemde bestemmingsplan onder andere bestemd voor maatschappelijke doeleinden in de vorm van bebouwingen en voorzieningen ten dienste van openbare, sociale, culturele, medische en onderwijsdoeleinden. Gelet hierop kan niet worden gesteld dat op grond met de bestemming Woongebied geen school met bijbehorende voorzieningen kan worden gerealiseerd. Zoals hiervoor overwogen is de bestemming Woongebied een globale bestemming, welke door burgemeester en wethouders van Helmond niet nader overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening behoeft te worden uitgewerkt. Ten einde inzicht te verschaffen in de door de gemeente ter plaatse voorgestane wijze van planuitvoering heeft, zoals hiervoor overwogen, mede ter visie gelegen een verkavelingstekening. Uit deze verkavelingstekening blijkt dat de gemeente ter plaatse van de te onteigenen grond van de reclamant de functie school en voorzieningen heeft gelegd. Uit het ter zake ingestelde onderzoek blijkt voorts dat de gemeente aldaar een basisschool alsmede een peuterspeelzaal wenst te realiseren met daarbijbehorende speelen parkeervoorzieningen. Uit bedoeld onderzoek blijkt tevens dat een architect reeds bezig is met het ontwerpen van tekeningen en dat de start van de bouw is gepland in december 1999. Voor zover de reclamant te kennen heeft gegeven zelf tot verwezenlijking van het bestemmingsplan te willen overgaan, overwegen Wij dat de reclamant op geen enkele wijze duidelijkheid heeft verschaft op welke wijze hij aan het onderhavige bestemmingsplan voor wat betreft de bestemming Woongebied in de vorm van school en voorzieningen uitvoering wenst te geven. Het zelf verwezenlijken van het bestemmingsplan achten Wij in casu niet aan de orde, te minder nu de reclamant slechts mede-eigenaar is van de betrokken grond en ook niet over voldoende grond beschikt benodigd voor een school. De reclamant onder d. voert vervolgens aan dat hem belet is te spreken op een zogenaamde hoorzitting in het kader van het behandelen van het onteigeningsplan. Uit de overgelegde stukken blijkt dat het onderhavige raadsbesluit tot onteigening met inachtneming van de terzake geldende wettelijke bepalingen is genomen. De wet kent verder geen verplichting tot het houden van een hoorzitting terzake van bij de gemeente tegen een onteigeningsplan naar voren gebrachte zienswijzen. Overigens blijkt uit de overgelegde stukken, met name bijlage nummer 58 van de notulen van de gemeenteraad van Helmond van 19 januari 1999, dat op 18 januari 1999 een hoorzitting in het kader van de onteigeningsprocedure heeft plaatsgevonden en dat geen van de belanghebbenden gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid de zienswijzen tegen het onteigeningsplan nader mondeling toe te lichten. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat de reclamant overeenkomstig het tweede lid van artikel 86 van de onteigeningswet door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid is gesteld zich omtrent zijn bedenkingen te doen horen, kan in deze bedenking geen aanleiding worden gevonden aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring te onthouden. De reclamant onder d. stelt tenslotte, dat de gemeente een eigen interpretatie van de bestemmingsplankaart hanteert. Ook de in 2 e instantie ter inzage gelegde kaart is volgens hem een subjectieve uitleg van de gemeente waar- Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 3

mee hij het niet eens is. De gemeente zou volgens de reclamant mondeling hebben toegezegd de plankaart aan te passen, maar heeft dit nagelaten. Uit het onderzoek is gebleken, dat de plankaart die bij het onteigeningsplan ter inzage heeft gelegen exact gelijk is aan de bij door de raad op 13 mei 1997 vastgestelde bestemmingsplan Brandevoort I behorende kaart. In het kader van het horen ingevolge artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet heeft de reclamant gesteld, dat dit bezwaar betrekking heeft op de grootte van de huiskavel. Volgens de reclamant is de huiskavel (het gedeelte van het perceel dat niet ter onteigening is aangewezen) thans wel goed aangegeven op de tekeningen. Daarentegen is de reclamant van mening, dat een snipper (in de bewoordingen van de reclamant een lijn ) van de te onteigen grond in de bestemming Woondoeleinden is gelegen en niet in de bestemming Woongebied. Bij de beoordeling van de grondtekening en de plankaart is gebleken dat anders dan de reclamant verondersteld bedoelde snipper wel degelijk binnen de bestemming Woongebied is gelegen. Blijkens de meergenoemde verkavelingstekening wenst de gemeente deze snipper grond te verwerven ten einde te kunnen overgaan tot de realisering van een voetpad en een zijtuin ten behoeve van de achter de huiskavel van de reclamant geprojecteerde woningen. Gelet op het vorenstaande zijn Wij van oordeel dat de bedenkingen van de reclamant onder d. er niet toe leiden, dat aan het onderwerpelijke raadsbesluit geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden. Overige overwegingen Zoals in het vorenstaande reeds is overwogen wordt ten aanzien van de percelen kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, nos. 2011 (ged.), 2012, 2110, 2207 (ged.), 2212, 2229 (ged.), 2244 (ged.), 2245, 2248 (ged.), 2377, 2387, 2407 (ged.), 2408 (ged.), 2417 (ged.), 2424 en 2425, de goedkeuring aan het raadsbesluit tot onteigening onthouden. De verwerving van de overige in het onteigeningsplan begrepen gronden moet in het belang van de volkshuisvesting en een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Helmond worden geacht. Er bestaan ook overigens te dien aanzien geen termen aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring te onthouden. Beslissing Wij hebben goedgevonden en verstaan: vorengenoemd besluit van de raad van Helmond goed te keuren, behoudens voor zover het strekt tot onteigening van de percelen kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, nos. 2011 (ged.), 2012, 2110, 2207 (ged.), 2212, 2229 (ged.), 2244 (ged.), 2245, 2248 (ged.), 2377, 2387, 2407 (ged.), 2408 (ged.), 2417 (ged.), 2424 en 2425, aan welk deel van het raadsbesluit de goedkeuring wordt onthouden. Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met het raadsbesluit in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State. s-gravenhage, 20 augustus 1999 Beatrix. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.P. Pronk. Raadsbesluit I Bijlage nr. 58 De raad der gemeente Helmond; overwegende: dat bij raadsbesluit van 13 mei 1997 is vastgesteld het bestemmingsplan Brandevoort I, goedgekeurd door GS dd. 18 december 1997, nummer 179895; dat de gemeente ten behoeve van de uitvoering van een deel van voornoemd bestemmingsplan moet kunnen beschikken over de percelen, kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie U, nummers (zie bijlage); dat met de desbetreffende eigenaren/ eigenaar (nog) geen overeenstemming is verkregen over de minnelijke aankoop van deze percelen, of dat wel overeenstemming met de eigenaar/ eigenaren is verkregen, doch de notariële akte nog niet is gepasseerd; dat ingevolge artikel 80 van de Onteigeningswet het 1 e Onteigeningsplan Brandevoort (herziening) met ingang van 10 december 1998, gedurende vier weken ter inzage heeft gelegen bij de balie van de Dienst Stadsontwikkeling en bij Bureau Voorlichting, zulks evenwel met dien verstande dat voornoemd plan van 24 december 1998 tot en met 3 januari 1999 ter inzage heeft gelegen bij de Openbare Bibliotheek Centrale; dat hiervan tevoren kennisgeving is gedaan door publicatie in het huisaan-huisblad Traverse dd. 9 december 1998, en het dagblad Eindhovens Dagblad dd. 9 december 1998, waarbij is gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; dat binnen de wettelijke termijn tegen onderhavig onteigeningsplan 11 zienswijzen zijn ingediend; dat een zienswijze aanleiding heeft gegeven om het onteigeningsplan aan te passen, te weten de zienswijze van de heer H.F.P.M. Roefs en mevrouw M. Roefs-van Rijsingen (met betrekking tot de grootte van het te onteigenen perceel); gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 januari 1999, bijlage nr. 58, waarin de zienswijzen inhoudelijk worden weergegeven en becommentarieerd; dat met het voorstel wordt ingestemd; dat de overwegingen van burgemeester en wethouders, opgenomen in bijlage nr. 58 dienen te worden beschouwd als onderdeel van dit besluit; gelet op artikel 77, eerste lid, sub 1, van de Onteigeningswet; Besluit: 1. de tegen het onteigeningsplan ingediende zienswijze van de heer H.F.P.M. Roefs en mevrouw M. Roefs-van Rijsingen voor wat betreft de grootte van het te onteigenen perceel gegrond en de overige ingediende zienwijzen ongegrond te verklaren; 2. ten behoeve van de uitvoering van een deel van bestemmingsplan Brandevoort I, ten name van de gemeente Helmond en in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en de volkshuisvesting te onteigenen de percelen die op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondtekening zijn aangegeven en in de mede bij dit besluit behorende lijst van te onteigenen percelen respectievelijk perceelsgedeelten zijn vermeld; 3. te bepalen dat: a. ter uitvoering van het besluit geen dagvaardingen als bedoeld in artikel 18 van de Onteigeningswet zullen worden uitgebracht, voordat en voor zover Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 4

onherroepelijk is beslist over de goedkeuring van voormeld bestemmingsplan ten aanzien van de onder 2 bedoelde percelen respectievelijk perceelsgedeelten; b. het besluit vervalt, indien en voor zover aan voormelde bestemmingsplan in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden ten aanzien van de onder 2 bedoelde percelen respectievelijk perceelsgedeelten. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 2 maart 1999. De raad voornoemd, De voorzitter. De secretaris. Lijst van te onteigenen percelen t.b.v. 1 e onteigeningsplan Brandevoort Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend gemeente Helmond grond- onteigenen plan grootte Als Ter grootte Sectie en Ten name van van nummer ha a ca ha a ca 1 0 68 43 bouwland 1 65 40 U 2277 1/1 Eigendom: ENGELEN JACOBUS HENRICUS JOHANNES, GEB. 07-03-1955, BUITEN ELKE GEMEENSCHAP VAN GOEDE- REN GEHUWD MET MARIA JOHANNA ANDREAS MANDERS. VOORKEURSRECHT GEMEENTEN GEDEEL- TELIJK. 2 1 81 53 BOERDERIJ STAL 7 53 12 U 2320 1/1 Eigendom: SCHUUR ERF ENGELEN BOUWLAND JACOBUS HENRICUS JOHANNES, WEILAND GEB. 07-03-1955, BUITEN ELKE GEMEENSCHAP VAN GOEDE- REN GEHUWD MET MARIA JOHANNA ANDREAS MANDERS. VOORKEURSRECHT GEMEENTEN GEDEEL- TELIJK. 3 1 67 72 BOUWLAND 3 86 00 U 2278 1/1 Eigendom: ENGELEN MARIA JOHANNA CATHARINA, GEB. 20-05-1956, WONENDE TE MIERLO. REN GEHUWD MET HUBERTUS FRANCIS- CUS JANSSEN. Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 5

VOORKEURSRECHT GEMEENTEN GEDEEL- TELIJK. 4 0 66 15 HUIS TUIN 0 66 15 U 2424 BOUWLAND ERF KNOOPS ADRIANUS FRANCISCUS, GEB. 17-03-1962, ONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEHUWD MET HUBERTHA HENDRIKA ANTONIA RAAIJMAKERS. RAAIJMAKERS HUBERTHA HENDRIKA ANTONIA, GEB. 05-01-1963, ONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEHUWD MET ADRIANUS FRANCISCUS KNOOPS. BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GED. PL.). 5 1 57 05 HUIS SCHUUR ERF 1 57 05 U 2425 1/1 EIGENDOM: TUIN BOUWLAND KNOOPS FRANCISCUS WILHELMUS, GEB. 29-07-1929, IN ALGEHELE GEMEENTESCHAP VAN GOE- DEREN GEHUWD MET REGINA MARIA VAN GASTEL. BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GED. PL.). 6 0 67 51 WEILAND 6 48 90 U 2190 1/1 EIGENDOM: VAN DEURZEN JOHANNES ANTONIUS MARIA, GEB. 13-11- 1938, WONENDE TE NUENEN. IN ALGEHELE GEMEENTESCHAP VAN GOE- DEREN GEHUWD MET JOHANNA ADRIANA VAN ZEELAND. BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GED. PL.). VOORKEURSRECHT GEMEENTEN GEDEEL- TELIJK. 7 0 08 08 BOUWLAND 0 10 75 U 2208 1/1 EIGENDOM: VAN DEURZEN JOHANNES ANTONIUS MARIA, GEB. 13-11- 1938, WONENDE TE NUENEN. IN ALGEHELE GEMEENTESCHAP VAN GOE- DEREN GEHUWD MET JOHANNA ADRIANA VAN ZEELAND. Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 6

8 0 02 00 WEILAND 0 02 00 U 2377 VAN DEN HEUVEL GODEFRIDUS MARTINUS MARIA, GEB. 27-08-1960, VAN DEN HEUVEL HENDRIKUS BERNARDUS MARIA, GEB. 22-02-1968, 9 0 25 35 CULTUURGROND 1 00 00 U 2207 1/1 EIGENDOM: DIJSTELBLOEM JOHANNES HENDRIKUS FRANCISCUS, GEB. 25-04-1942, IN ALGEHELE GEMENSCHAP VAN GOEDE- REN GEHUWD MET MARIA HENRICA IRENE VAN DER LINDEN. 10 0 17 50 BOERDERIJ 0 40 00 U 2419 5/8 EIGENDOM: WEILAND ERF DAVITS LUCAS, GEB. 22-07-1920, WONENDE TE HELMOND. 1/8 EIGENDOM: DAVITS MARTINUS HENDRIKUS JOHANNES JOSEP- HUS, GEB. 22-03-1948, WONENDE TE VEN- RAY. GEHUWD MET JEANNETTE GERARDA COR- NELIA LODEVICUS SURING. 1/8 EIGENDOM: DAVITS JOHANNES MARIA JOSEPHUS EMANUEL, GEB. 24-12-1955, 1/8 EIGENDOM: DAVITS MARIE JOSE, GEB. 03-01-1958, WONENDE TE REUSEL. ONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEHUWD MET JOANNES LEONARDUS CORNELIUS HENRICA JANSEN. 11 0 85 58 BOERDERIJ 0 88 19 U 2417 ERF STALLEN JOHANNES HENRICUS JOSEPHUS MARIA, GEB. 24-03-1956, HENRICUS FRANCISCUS PETRUS MARIA, GEB. 28-07-1958,. Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 7

GEHUWD MET MARIAN VAN RYSINGEN. BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GEB. PL.). 12 1 29 43 HUIS STALLEN ERF 1 32 25 U 2407 JOHANNES HENRICUS JOSEPHUS MARIA, GEB. 24-03-1956, HENRICUS FRANCISCUS PETRUS MARIA, GEB. 28-07-1958, GEHUWD MET MARIAN VAN RYSINGEN. 13 0 10 17 BOUWTERREIN 0 28 35 U 2408 1/1 EIGENDOM: HENRICUS FRANCISCUS PETRUS MARIA, GEB. 28-07-1958, GEHUWD MET MARIAN VAN RYSINGEN. 14 0 05 02 HUIS TUIN ERF 0 12 75 U 2229 1/1 RECHT VAN (MEDE)GEBR. EN/OF (MEDE)BEW.: COOPMANS ANNA MARIA, GEB. 25-10-1925, WONEN- DE TE HELMOND. WEDUWE VAN JOHANNES ANTONIUS AANTEKENINGEN BIJ ZAKELIJK RECHT: EINDDATUM RECHT LEVENSLANG EN TEVENS EINDIGEND BIJ DEFINITIEF VERLA- TEN VAN HET PAND. 1/1 EIGENDOM BEL. MET RECHT VAN (MEDE)GEBR. EN/OF (MEDE)BEW.: JOHANNES HENRICUS JOSEPHUS MARIA, GEB. 24-03-1956, 15 0 54 30 HUIS TUIN 0 54 30 U 2245 1/1 EIGENDOM: SCHUUR VAN VLERKEN JOHANNES JOSEPHUS, GEB. 05-07-1930, REN GEHUWD MET ANNA JOHAN MARIA GERARD VAN MEEL. Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 8

16 1 01 78 HUIS ERF 1 10 80 U 2244 1/1 EIGENDOM: CULTUURGROND VAN VLERKEN JOHANNES JOSEPHUS, GEB. 05-07-1930, REN GEHUWD MET ANNA JOHAN MARIA GERARD VAN MEEL. 17 0 52 95 BOERDERIJ SERRE ± 0 62 30 U 2248 1/1 EIGENDOM BEL. MET RECHT VAN : BERGRUIMTE ERF GED. (MEDE) GEBR. EN/OF (MEDE) BEW.: TUIN VAN DEN EIJNDE JOHANNA WILHELMINA THEODORA ANTONIA, GEB. 12-04-1949, WONENDE TE VEGHEL. REN GEHUWD MET MARTINUS BERNAR- DUS GERARDUS VAN DE VEN. 1/1 RECHT VAN (MEDE) GEBR. EN/OF (MEDE) BEW.: 1: EEN ONBEKEND AANDEEL SMITS ANTONIA IDA HELENA, GEB. 10-07-1924, OVERLEDEN. IN LEVEN IN ALGEHELE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN GEHUWD MET HENDRIKUS THEODORUS VAN DEN EIJNDE. AANTEKENINGEN BIJ ZAKELIJK RECHT: EINDDATUM RECHT TOT OVERLIJDEN LANGSTLEVENDE OF METTERWOON VER- LATEN. 2: EEN ONBEKEND AANDEEL VAN DEN EIJNDE HENDRIKUS THEODORUS, GEB. 23-02- 1921, WEDUWNAAR VAN ANTONIA IDA HELENA SMITS. AANTEKENINGEN BIJ ZAKELIJK RECHT: EINDDATUM RECHT TOT OVERLIJDEN LANGSTLEVENDE OF METTERWOON VER- LATEN. 18 0 25 25 WEILAND 0 25 25 U 2387 Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 9

TIJSSEN MARTINUS PETRUS MARIA, GEB. 15-01- 1957, REN GEHUWD MET ANJA MARINA ALBER- DINA MARIA CORNELISSEN. CORNELISSEN ANJA MARINA ALBERDINA MARIA, GEB. 22-10-1959, REN GEHUWD MET MARTINUS PETRUS MARIA TIJSSEN. 19 0 27 25 SPORTVELD 0 54 50 U 2011 WEILAND JOHANNES HENRICUS JOSEPHUS MARIA, GEB. 24-03-1956, HENRICUS FRANCISCUS PETRUS MARIA, GEB. 28-07-1958, GEHUWD MET MARIAN VAN RYSINGEN. BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GEB. PL.). 20 0 02 50 BOS 0 02 50 U 2012 VERHOEVEN MARINUS JOHANNES, GEB. 20-11-1957, GEHUWD MET ANTONIA WILHELMINA VAN DE LAAR. VAN DE LAAR ANTONIA WILHELMINA, GEB. 30-08-1952, GEHUWD MET MARINUS JOHANNES VER- HEOVEN. BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GEB. PL.). 21 1 43 30 HOKKEN GARAGE 1 43 30 U 2212 1/1 EIGENDOM: BOUWLAND VAN GENNIP MARINUS JOHANNES, GEB. 13-10-1952, WONENDE TE VEGHEL. GEHUWD MET JOSEPHA CORNELIA HELE- NA MARIA KUIJPER. Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 10

22 0 97 00 HUIS ERF STAL 0 97 00 U 2210 1/1 EIGENDOM: TUIN GEMEENTE HELMOND. OPSLAGRUIMTE BP GEDEELTELIJK (ZAK. RECHT/GED. PL.). Behoort bij het raadsbesluit van 2 maart 1999 van de gemeente Helmond. Uit: Staatscourant 1999, nr. 184 / pag. 14 11