In D&H: Steller: ir. J.A. Westhuis BMZ Telefoonnummer: 5957 SKK Afdeling: Strategie en Innovatie In AB: Portefeuillehouder: Poelmann

Vergelijkbare documenten
Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart

Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart

Westelijke Veenweiden

De grondverwerving is geregeld met de proefboerderij Zegveld voor zowel de omleiding als voor de naast gelegen grond.

Effectenmonitor 2012 Voortgangsrapportage 2011

Datum : 14 november 2006 Nummer PS : PS2006REG20 Dienst/sector : REG/RLU Commissie : REG Registratienummer : 2006REG00338i Portefeuillehouder : Lokker

: Provinciale Staten van Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland. Van : Stuurgroep Groene Hart Tel.:

GEWIJZIGD. 4a 0070/12 31 januari 2013 RZ RO David Moolenburgh Leo Hulst

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling!

Provinciale Staten van Noord-Holland

Toekomstbestendige veenweidepolder Lange Weide. Presentatie Nationale POP congres 23 november 2017

AGENDAPUNT 8 ONTWERP. Onderwerp: Grootonderhoudsplan Oevers 2013 tot 2018 Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

28. Ruggengraat voor natuur en recreatie (Natte As)

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Verslag Werksessies. Bijeenkomst Vliegende Start 19 juni 2013 Gouda Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman

Toekomstbestendige veenweidepolder Lange Weide

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen

Weth. Schreurs, E. van den Elshout, B. Visser, E. van Andel, J. Zwaneveld

Onderwerp: Financiering van oeverherstelwerk aan de primaire waterkering in IJsselstein (nabij het Klaphek)

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

INLEIDING. Onderwerp: Plan van Aanpak Brug Goejanverwelle, augustus 2013 Nummer:

weesie.h; baggen.i; lee.s; visser.m Advies: zend bijgevoegde rib aan de raad. Nee & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: S. Haverkamp Tel nr: Nummer: 17A.

1. Er mee in te stemmen om de Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 aan te vullen met een nieuw artikel 29a Borgtocht.

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

Titel / onderwerp: Flexibel Meerjaren Programma Rijn- en Veenstreek als toeristische trekpleister

Dialoog veehouderij Venray

HAMERSTUK AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Afkoop en herfinanciering landinrichtingsrente Lopikerwaard Nummer: Voorstel

Advies: Met terugwerkende kracht in te stemmen met bijgevoegde raadsinformatiebrief (reeds aan de raad verstuurd)

Onderwerp: Besluitvorming oevererosie - aanbod Rijkswaterstaat Nummer:

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: Voorstel

Poldergesprekken. 2 e avond 19 februari 2018

GEBIEDSOVEREENKOMST VEENWEIDEN Gouwe Wiericke

Stuurgroep Nieuw Hydepark

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Onderwerp: Zienswijze HWH 2.0 en reactiebrief evaluatierapport TAX-i Nummer:

* * ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud. Maatschappelijke opgaven Pact van West Friesland 19.

J.A.E. Landwehr 27 september 2018

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 30 augustus Vragen nr. 86

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

Datum : 26 april 2005 Nummer PS 2005ZCW04 Dienst/sector : R&G/RLU Commissie ZCW. Bijlage(n): diversen (zie blz. 7)

30. Groot Mijdrecht Noord

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Onderwerp: Krediet aanvraag vervanging puntbeluchting rwzi Leidsche Rijn Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

AGENDAPUNT 10 ONTWERP. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

erklaring van Altena

In het kader van de behandeling van dit voorstel merken wij nog het volgende op:

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Griffier van de Staten. Geleidebrief Kaderstellend. Statenvoorstel Toekomstvisie voor Zeeland in het jaar Naam voorstel SGR-21

bij de renovatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie De Meern te kiezen voor handhaving van het beluchtingssysteem met behulp van puntbeluchters.

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

Bijlage(n) - blauwe diensten. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 18 juni 2013 de

Programmabureau werkorganisatie Stuurgroep verenigt mooi én vitaal Groene Hart ruimte voor ontwikkeling (geen museum!), Groene Hart kwaliteit

Parafering besluit PFO Mid B - Geparafeerd door: Boer, G. de D&H Geparafeerd door: Boer, G. de

Uitvoeringsovereenkomst Krimpenerwaard

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

memo aan de gemeenteraad

8475 Geraadpleegd. E.vd Elshout,M. Six, C. v Dam, R. Smits

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Advies in reactie op visie bodemdaling ( ) Pagina 1

Nr Houten, 27 september 2011

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Voorstel. Aan algemeen bestuur 1 maart 2011

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geraadpleegd

AGENDAPUNT 7 ONTWERP. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder

Gecombineerde Commissie

Parafering besluit PFO Bom Geparafeerd D&H B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. Kruijssen, C.J.M.

Transcriptie:

COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE SKK ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Deelname aan stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart Nummer: 649494 In D&H: 02-07-2013 Steller: ir. J.A. Westhuis In Cie: BMZ Telefoonnummer: 5957 SKK Afdeling: Strategie en Innovatie In AB: Portefeuillehouder: Poelmann Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v. besluitvorming in D&H 2 juli 2013) ter consultering ter advisering In de vergadering van 2 juli 2013 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden besloten: 1. kennis te nemen van de deelname van de heer Poelmann aan de stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart; 2. het voorstel ter kennisneming toe te zenden aan de commissie SKK; 3. De portefeuillehouder en de secretaris te machtigen een aantal tekstuele wijzigingen aan te brengen. Voorts is afgesproken de directeur van het programmabureau Groene Hart uit te nodigen om tijdens de vergadering van de commissie SKK op 5 september a.s. zichzelf voor te stellen en evt. vragen te beantwoorden. Korte inhoudelijke omschrijving: Op 2 juli 2013 heeft het college kennisgenomen van de deelname van de heer Poelmann aan de stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart. INLEIDING De opgaven voor de overheden in het Groene Hart zijn taak- en grensoverschrijdend. Om die reden hebben de overheden elkaar eind 2011 opgezocht om op Groene Hart-niveau intensief samen te werken. Dit betreft drie provincies, vijf waterschappen en meer dan vijftig gemeenten. De gemeenten werden hierbij vertegenwoordigd door het Woerdens Beraad. De samenwerkingthema s zijn onder andere water, bodem, recreatie, toerisme en ruimtelijke ontwikkeling. Na een intensief voorbereidingsproces is dit voorjaar besloten om een netwerkorganisatie te vormen. Dit houdt in dat afhankelijk van de inhoud van een project de betrokken partijen (overheden, maar ook bedrijfsleven, onderwijs en/of belangengroepen) elkaar opzoeken om samen te werken Deze samenwerking valt onder de regie van de op 6 juni jongstleden opgerichte stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart. De taken van deze stuurgroep voor de komende drie jaar zijn: Het voeren van regie op de ontwikkeling van het Nationaal Landschap Groene Hart: uitzetten lange termijnkoers, bewaken van samenhang, ontwikkeling monitoren, dialoog met alle partijen onderhouden; Het initiëren, versterken en versnellen van concrete ontwikkelingen en projecten. De stuurgroep bestaat uit drie bestuurlijke duo s. Ieder duo bestaat uit een gedeputeerde en een bestuurder van waterschap of gemeente. Dit duo is trekker van een thema. Hieronder is per thema het bestuurlijke duo weergegeven: Water, bodem en gebruik: Han Weber en Patrick Poelmann Ontwikkelen met Groene Hart kwaliteit: Bart Krol en Christiaan van der Kamp 1 Kansen voor Recreatie en Toerisme: Jaap Bond en Kees van Velzen 2 Dit betekent dat het Woerdens Beraad geen deel uit maakt van de stuurgroep. Patrick Poelmann is uit de kring van Groene-Hart-waterschappen gevraagd om deel te nemen aan de stuurgroep. 1 De heer Van der Kamp is burgemeester van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. 2 De heer Van Velzen is wethouder in de gemeente Alphen aan den Rijn. 649494-1 -

Voor het thema Water, bodem en gebruik en de algemene waterschapsonderwerpen neemt Patrick Poelmann deel aan de stuurgroep. Hiervoor zal hij inbreng vragen van de vijf Groene-Hart-waterschappen. Dit zijn naast De Stichtse Rijnlanden de volgende waterschappen: Amstel, Gooi en Vecht, Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Rivierenland. De Stichtse Rijnlanden coördineert het gezamenlijk optrekken van deze waterschappen. Onder andere door middel van het organiseren van afstemmingsbijeenkomsten met de portefeuillehouders (voorafgaand aan de stuurgroep). Voor De Stichtse Rijnlanden wordt hiervoor ook Jan Kromwijk uitgenodigd, omdat hij het veenweidegebied in zijn portefeuille heeft. Indien het Veenweide Innovatiecentrum (VIC) op de agenda staat wordt daarnaast ook Hollands Noorderkwartier uitgenodigd. Bij de algemene waterschapsonderwerpen in de stuurgroep kan naast het VIC gedacht worden aan het afstemmen van beleid en het afstemmen van de investeringen. Waterschappen zijn namelijk één van de grootste investeerders in het Groene Hart. De drie gekozen (kern)projecten voor het thema Water, bodem en gebruik zijn Ruimte voor innovatie, Toekomstverkenning Bodemdalingsgevoelig Gebied en Sturen met Water. Het project Ruimte voor innovatie richt zich op het versnellen van procedures en het verkrijgen van ontheffingen om innovaties op de proefboerderij in Zegveld (versneld) mogelijk te maken. Het doel van het project Toekomstperspectief Bodemdalingsgevoelig Gebied is te komen tot passend beleid ten aanzien van de gevolgen van bodemdaling voor de veenweiden. Dit beleid moet gebaseerd zijn op langetermijntoekomstbeelden (met maatschappelijke kosten-batenanalyses) en moet toekomstperspectief bieden voor agrariërs en bewoners tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten. Het laatste project heet Sturen met water en heeft als doel om via grondwaterbeheer verschillende maatschappelijke en bedrijfsdoelen te optimaliseren. Op 19 juni jongstleden zijn deze projecten in een bijeenkomst met bestuurders besproken. De opbrengst van deze bijeenkomst wordt meegenomen in de verdere uitwerking van de projecten. Onder regie van het programmabureau Groene Hart werkten de drie Groene-Hart-provincies al samen met de waterschappen, gemeenten en maatschappelijke organisaties aan de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma 2007 2013 en het programma Westelijke Veenweiden 2010 2015. Om zicht te houden op de uitvoering monitort het programmabureau Groene Hart jaarlijks de stand van zaken van de uitvoering en besteding van middelen en worden 2-jaarlijks de effecten gemonitord. In bijlage 1 is een samenvatting opgenomen van de Effectenmonitor 2012 en de Voortgangsrapportage 2011 (DM 618095). In bijlage 2 is hiervan het hoofdrapport opgenomen (DM 618093). Deze rapportages hebben tot doel om op hoofdlijnen (en niet op detailniveau) een beeld te geven van de voortgang en de effecten van de vastgestelde programma s. Van de in totaal zeventien projecten liggen er zeven niet op schema wat betreft de uitvoering van de fysieke maatregelen. De vertraging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de bezuinigingen op het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en door tijdrovende procedures en processen. De bezuinigingen op het ILG en de Nota Ruimte middelen spelen ook bij de verdere uitvoering een belangrijke rol. Gezien voorgaande is het niet verwonderlijk dat de effectmonitor water, natuur en bodemdaling als aandachtspunten benoemd. Vanwege de bezuinigingen zou het goed zijn als de geformuleerde ambities daarop aangepast worden. Als achtergrondinformatie is het interessant om te weten dat in 2012 de Wageningen UR vanwege een ander beleid de proefboerderij in Zegveld in de verkoop heeft gezet. Dat heeft geleid tot het initiatief van een aankoopgroep bestaande uit ondernemers en bedrijven om te proberen de boerderij te kopen. De stand van zaken is dat het bedrijfsplan is afgerond, er gezocht wordt naar uitbreiding van de aankoopgroep en dat onderhandeld wordt over de financiering en over het aankoopbedrag. ARGUMENTEN Deelname van de heer Poelmann aan de stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart heeft meerwaarde, omdat: 1. Water een zeer belangrijk thema is bij de invulling van de taken van de stuurgroep Zowel voor de regietaak op de ontwikkeling van het Nationaal Landschap het Groene Hart, als voor het initiëren, versterken en versnellen van concrete ontwikkelingen en projecten is water een zeer belangrijk thema. Neem bijvoorbeeld het onderwerp bodemdaling. De snelheid van de bodemdaling in het veenweidegebied is sterk afhankelijk van de benodigde drooglegging voor een functie in een bepaald gebied. 649494-2 -

1.1 Ook in de toekomst het noodzakelijk is dat het waterbeheer in het veenweidegebied tegen acceptabele kosten uitgevoerd kan worden De bodemdaling in het veenweidegebied kan verstrekkende gevolgen hebben. Deze bodemdaling gaat gepaard met toenemende maatschappelijke kosten, waaronder toenemende kosten voor waterbeheer en infrastructuur. Waterschappen krijgen te maken met hogere kosten voor beheer en onderhoud, bijvoorbeeld voor het ophogen en verbreden van de waterkeringen. Daarnaast leidt de oxidatie van veen tot waterkwaliteitsproblemen en versnippering van het peilbeheer. De waterkwaliteitsproblemen hangen met name samen met de emissies van nutriënten. Het oplossen van deze problemen leidt ook tot extra kosten. Het is belangrijk dat deze kosten acceptabel blijven. 1.2 Water een belangrijk onderdeel is en moet blijven van de kwaliteit van het Groene Hart In het Groene Hart zijn land en water nauw verweven. Bij de ontstaansgeschiedenis van het huidige landschap speelt water een belangrijke rol. Dit heeft geleid tot een landschap waarin sloten, kanalen en plassen een onmisbaar onderdeel vormen van de huidige kwaliteit. Bij de verdere ontwikkeling van dat landschap moet daar aandacht voor blijven bestaan. 2 Afstemming van de investeringen in het Groene Hart nodig is De waterschappen zijn samen met de provincies de grootste investeerders in het Groene Hart. De waterschappen investeren bijvoorbeeld in het kader van de watergebiedsplannen en het groot onderhoud fors in het Groene Hart. De provincies doen dat bijvoorbeeld met de Nota Ruimte-projecten. Het is belangrijk dat deze investeringen goed op elkaar afgestemd worden en blijven. De stuurgroep is daarvoor een ideaal platform. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN In het waterbeheerplan 2010 2015, Water voorop!, is voor het veenweidegebied de volgende uitvoeringsstrategie opgenomen: Het vertragen van de bodemdaling en het voorkomen van ongelijkmatige bodemdaling in het veenweidegebied zijn noodzakelijk om het waterbeheer op termijn uitvoerbaar en betaalbaar te houden en de veiligheid in het gebied ook blijvend te kunnen garanderen. Het belang van het waterschap daarbij is groot en rechtvaardigt een sterke inzet op deze problematiek. Door deelname aan de stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart wordt ook invulling gegeven aan deze uitvoeringsstrategie. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Aan voorliggend collegevoorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Wel wordt de huidige beschikbare capaciteit voor het Groene Hart gecontinueerd. Dit is inclusief de capaciteit die De Stichtse Rijnlanden nodig heeft voor het uitvoeren van een coördinerende taak voor de samenwerking tussen de Groene-Hart-waterschappen. Het komende half jaar worden de Groene-Hart-projecten verder uitgewerkt. Waarschijnlijk wordt voor een aantal projecten een financiële bijdrage van de waterschappen gevraagd. Nadat duidelijk is wat de voorgestelde inbreng van de waterschappen wordt, wordt het college gevraagd daarover een besluit te nemen. KANTTEKENINGEN Waterschappen betalen alleen mee aan projecten die voor hen meerwaarde hebben Het meebetalen aan Groene-Hart-activiteiten ligt bij een aantal waterschappen gevoelig. Hun zorg is dat er meebetaald wordt aan activiteiten die niet (duidelijk) iets opleveren voor de waterschappen. Dit wordt ondervangen door bij de verdere uitwerking alleen mee te betalen aan projecten die voor de waterschappen meerwaarde hebben. De samenwerking op Groene-Hart-niveau kan geen ontwikkelingen van bovenaf opleggen Om projecten van de grond te krijgen en om resultaat te boeken kunnen ontwikkelingen niet van bovenaf opgelegd worden. Om die reden wordt ook gebruik gemaakt van de initiatieven van onderaf. Dat geldt met name voor projecten waar al energie op zit. Een voorbeeld hiervan is het project Ruimte voor Innovatie. Samen met agrariërs heeft het VIC ideeën uitgewerkt om innovaties op de proefboerderij in Zegveld uit te 649494-3 -

testen. Om dit binnen afzienbare tijd te kunnen uitvoeren is daarom het project Ruimte voor innovatie bedacht. UITVOERING Per project is een planning opgesteld. Die planning wordt de komende jaren uitgevoerd. COMMUNICATIE Komende maanden wordt een communicatieplan opgesteld in nauw overleg met De Stichtse Rijnlanden. BIJLAGE(N) nee ja, namelijk 1. Samenvatting Effectenmonitor 2012 en Voortgangsrapportage 2011 (DM 618095); 2. Hoofdrapport Effectenmonitor 2012 en Voortgangsrapportage 2011 (DM 618093). (niet meegestuurd) Deze bijlage ligt ter inzage op kamer B2.09. Daarnaast kan deze bijlage worden opgevraagd bij bestuurszaken. TER INZAGE nee ja, namelijk 649494-4 -

Effectenmonitor 2012 Voortgangsrapportage 2011 Groene Hart en Westelijke Veenweiden Samenvatting 31 januari 2013

2. Inleiding Het Groene Hart met zijn veenweiden, open water, steden en dorpen is een prachtig gebied van nationale, zelfs internationale, allure. Niet voor niets is het één van onze 20 Nationale Landschappen. Door zijn ligging tussen de steden van de Randstad levert het Groene Hart een belangrijke bijdrage aan het woon- en vestigingsklimaat in West-Nederland. Het veenweidengebied Laag Holland kent eenzelfde hoge landschappelijke kwaliteit en heeft ook de status van Nationaal Landschap. In het Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013 en het Programma Westelijke Veenweiden 2010-2015 staan concrete projecten om het gebied te beschermen, te verfraaien en vitaal te houden. De programma s zijn opgesteld door de drie Groene Hart provincies en worden uitgevoerd in nauw overleg en directe samenwerking met de gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties. De uitvoering vindt plaats onder regie van het Programmabureau Groene Hart. Om zicht te houden op de voortgang van de projecten monitort het Programmabureau Groene Hart jaarlijks de stand van zaken in de uitvoering en besteding van middelen. Elk jaar wordt hier een rapportage van opgesteld. De eerste rapportage is uitgebracht in 2008 over het jaar 2007. Om ook zicht te houden op de effecten van de inzet en op de ontwikkeling van het gebied wordt eens per twee jaar een effectenmonitor opgesteld. Met deze effectenmonitor is het mogelijk om aan te geven hoe het gaat met de doelen voor het Groene Hart aan de hand van een aantal kernindicatoren. De eerste effectenmonitor rapporteert over het jaar 2009 en geeft daarmee de nulmeting voor het Groene Hart. De voortgangs- en de effectenmonitor zijn voor alle betrokkenen een waardevolle bron van informatie die gebruikt wordt om de bestaande aanpak bij te sturen en de toekomstige aanpak vorm te geven. Om de gebruikswaarde van de beide onderdelen van de monitor te versterken worden deze nu voor de eerste maal in één geïntegreerde rapportage aangeboden. Deze samenvatting bevat een beschrijving op hoofdlijnen van de resultaten van de effectenmonitor 2012 en de voortgangsrapportage 2011 en een geïntegreerde analyse met conclusies. De complete resultaten van de voortgang- en effectenmonitoring zijn verwoord in het hoofdrapport dat is te vinden op de website www.groene-hart.nl. Leeswijzer Deze samenvatting bestaat uit drie onderdelen. Eerst worden de resultaten van de effectenmonitor 2012 gepresenteerd, vervolgens de resultaten van de voortgangsrapportage 2011. Dit document wordt afgesloten met een geïntegreerde analyse van de uitkomsten van de beide monitors.

3. Effectenmonitor 2012 Bij de effectenmonitor wordt aan de hand van kernindicatoren gekeken hoe het Groene Hart en de Westelijke Veenweiden zich ontwikkelen. De nulmeting van de effectenmonitor is uitgevoerd in 2009. In het onderstaande wordt aangegeven hoe het Groene Hart zich op de verschillende indicatoren heeft ontwikkeld sinds 2009. Sommige indicatoren komen vaker dan één maal aan de orde omdat deze op verschillende aspecten zijn beoordeeld. Was goed en blijft goed Was goed is verbeterd Recreatie Wonen Leefbaarheid Verrommeling Bestedingen in verblijfsrecreatie zijn van 2005 tot 2008 toegenomen en vertonen ook van 2008 tot 2011 een stijging. De bouw van woningen blijft binnen de kaders van het criterium migratiesaldo nul. Zowel in 2009 als in 2011 blijft het saldo van gerealiseerde en geplande woningen ruim onder het gemiddelde maximum van 3.570 woningen per jaar. Er was in 2009 ruimte voor 2.612 woningen en in 2011 voor 828 woningen. De leefbaarheid scoorde positief in 2009 en scoort nog steeds goed Er is geen toename van nieuwe grote elementen die het landschap aantasten zoals windmolens. Verrommeling Landbouw Recreatie De aanpak van de verrommeling is verbeterd. 75% van de bouwactiviteiten wordt gerealiseerd onder het regime van een beeldkwaliteitsplan of landschapsvisie. In 2009 was dat 69%. Er zijn meer landbouwbedrijven met verbredingsactiviteiten dan in 2009. Dat aandeel is gestegen van 31% naar 40%. In het Groene Hart brede project Recreatief Routenetwerk zijn in 2009 belangrijke knelpunten benoemd die de ontwikkeling van een samenhangend routenetwerk belemmeren. Daarbij is ook een planning opgesteld om de knelpunten aan te pakken. De uitvoering ligt op schema. Er zijn 23 knelpunten aangepakt sinds 2009. In totaal zijn er nu 98 van de 145 knelpunten aangepakt. Beleving De bekendheid van het Groene Hart neemt toe en de website www.groenehart.nl wordt steeds beter bezocht. (360.000 unieke bezoekers in 2012).

4. Vervolg Effectenmonitor 2012 Was goed, is minder goed Algemene aandachtspunten Landschap Landbouw 27% van het Groene Hart was in 2009 gedefinieerd als zeer open gebied. Deze openheid is met 1,6% afgenomen. Economische vitaliteit landbouw: het aantal bedrijven neemt af, wat ongeveer gelijk opgaat met de landelijke trend. Die afname betreft vooral de middelgrote veehouderijbedrijven. Daarbij is de totale economische omvang van de sector in het Groene Hart en Westelijke Veenweiden afgenomen, waar op landelijk niveau nog een duidelijke toename te zien is. Bodemdaling Natuur Natuur In 2009 was voor een areaal van 2.840 hectare veenweidengebied de aanleg van bodemdaling remmende onderwaterdrainage gepland. In 2011 was hiervan slechts 12 hectare gerealiseerd. Door bezuinigingen is er minder natuur verworven en ingericht ten behoeve van de ecologische hoofdstructuur (EHS) dan gepland. Het aantal hectaren verworven grond is toegenomen met 493 hectare en het aantal hectare ingerichte grond met 255 hectare. De hoeveelheid weidevogels neemt licht af ten opzichte van eerdere metingen. Deze daling was al gaande in 2009. Water Kader Richtlijn Water-doelen werden in 2009 niet behaald. In 2011 is verbetering zichtbaar, maar de doelen zijn nog niet gerealiseerd.

5. Voortgangsrapportage 2011 In deze samenvatting worden de volgende drie onderdelen van de Voortgangsrapportage belicht: De Groene Hart gebieds-icoonprojecten en de gebiedsprojecten in de Westelijke Veenweiden De Groene Hart brede projecten De financiën Icoon- en veenweidenprojecten De projecten zijn beoordeeld op drie aspecten: voortgang, draagvlak en vooruitblik. Het onderstaande schema bevat een overzicht van de score van de zeventien projecten op deze aspecten. Op basis van de score van de projecten kunnen de volgende conclusies worden getrokken. Voortgang - Van de in totaal zeventien projecten liggen er zeven niet op schema wat betreft de uitvoering van fysieke maatregelen. De vertraging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de bezuinigingen op het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en door tijdrovende procedures en processen. Dat heeft bij de meeste gebiedsprojecten in 2011 geleid tot een heroriëntatie op de ambitie, passend bij de nieuwe financiële situatie. Het project De Groene Ruggengraat is gestopt als gevolg van de bezuinigingen en de heroverweging van robuuste verbindingszones door het Rijk. Draagvlak - Het draagvlak is voor negen van de zeventien projecten goed. Daarbij is gekeken naar draagvlak onder gebruikers van het gebied maar ook onder de medewerkers van de betrokken organisaties. In zes gebieden is het draagvlak niet optimaal. De belangrijkste knelpunten zijn onvoldoende draagvlak bij bewoners voor de voorgestelde maatregelen en discussie over de doelen van het project bij de betrokken organisaties. Vooruitblik - Volgens medewerkers van de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de realisatie van de projecten liggen er voor elf van de zeventien projecten knelpunten in het verschiet. De genoemde knelpunten hebben betrekking op de bezuinigingen; niet alleen op het ILG maar inmiddels ook op de Nota Ruimte middelen. Stagnatie van de economie en de woningmarkt, langlopende procedures en gebrek aan draagvlak zijn andere mogelijke bedreigingen voor de voortgang van projecten die worden genoemd. Bij drie van de zeventien projecten worden juist expliciet nieuwe kansen benoemd, zoals groei in het ondernemerschap, meer samenwerking en nieuwe financieringsbronnen. Schema: Groene Hart gebieds-icoonprojecten / Projecten Westelijke Veenweide Project Voortgang Draagvlak Vooruitblik Icoon Westelijke Veenweiden Groene Uitweg Venster Bodegraven-Woerden Schelluinen West Krimpenerwaard Groot Mijdrecht Noord (GMN) Groene Ruggengraat Oude Rijnzone De Venen Zegveld Noord Gouwe-Wiericke Kalverpolder Zeevang Maarssenveen / Westbroek Groot Wilnis / Vinkeveen Zegveld / Portengen Nieuwkoopse Plassen / Bodegraven Westzaan Groen = wenselijke toestand / op schema Oranje = knelpunten Grijs = project gestopt Wit = geen gegevens beschikbaar

6. Groene Hart brede projecten Het onderstaande schema bevat een overzicht van de Groene Hart brede projecten die zijn beoordeeld met daarbij de score van deze projecten op de criteria voortgang, draagvlak en vooruitblik. De projecten liggen op schema. Ten aanzien van het draagvlak doen zich de volgende knelpunten voor: Het kost moeite om financiële steun te vinden voor Merk & Marketing bij gemeenten en bedrijven*. Het kost moeite om steun te vinden bij gemeenten voor de verbreding van de stuurgroep. Medewerkers en bestuurders van gemeenten zijn onvoldoende betrokken bij de resultaten van het project Ruimtelijke Kwaliteit. Deze knelpunten werken ook door in de vooruitblik. * Ontwikkelingen in de tweede helft van 2012 op dit gebied laten zien dat het draagvlak voor samenwerking op het gebied van Merk & Marketing sterk verbeterd is. Schema: Groene Hart brede projecten Project Voortgang Draagvlak Vooruitblik Ruimtelijke Kwaliteit Merk & Marketing Effectenmonitoring/Voorgangrapportage Kennis en Innovatieprogramma Westelijk Veenweiden Communicatie Verbreding stuurgroep Waterrecreatie Groen = wenselijke toestand / op schema Oranje = knelpunten Wit = geen gegevens beschikbaar Financiën Ten behoeve van de voortgangsrapportage is een indicatief beeld opgesteld van de bestedingen. Dit beeld is gebaseerd op de financiële administratie van de ILG projecten. Het beeld is onder andere indicatief omdat niet alle Groene Hart projecten ILG-projecten zijn. ILG geld is ingezet voor projecten op het gebied van: landbouw, natuur, landschap, recreatie, leefbaarheid en veenweiden. Belangrijkste conclusie ten aanzien van de financiën is dat de absolute bestedingen per jaar flink afnemen. In 2008 werd nog 250 miljoen euro uitgegeven aan ILG-projecten in het Groene Hart. In 2010 was dit gedaald tot 120 miljoen en in 2011 tot 44 miljoen. Deze terugloop wordt veroorzaakt door bezuinigingen op Rijksbudgetten en door vertraging bij de planvorming en uitvoering van meerdere projecten. Overigens zijn de bezuinigingen een belangrijke oorzaak van vertraging in projecten; teruglopende budgetten vragen om heroverwering van de oorspronkelijke plannen. Door bezuinigingen en vertraging zal uiteindelijk naar verwachting niet meer dan 50% van het voor de periode 2008-2013 geraamde bedrag besteed worden.

7. Geïntegreerde analyse De gecombineerde gegevens over de voortgang van maatregelen, gemeten effecten, draagvlak en financiën zijn onderworpen aan een analyse. Hieronder worden de belangrijkste conclusies weergegeven. Voortgang - De uitvoering van de fysieke maatregelen in de gebieden is vanaf 2007 langzaam op gang gekomen en is kwetsbaar voor bezuinigingen (va. 2010). Fysieke maatregelen kunnen immers pas worden uitgevoerd nadat integrale gebiedsprocessen met alle stakeholders zijn afgerond. Als een van de financieringsbronnen, zoals bijvoorbeeld de ILG-subsidie wegvalt, dan heeft dat grote gevolgen voor de uitvoering. Veel maatregelen worden immers bekostigd door middel van cofinanciering. Feitelijk moet het integrale gebiedsproces weer opnieuw doorlopen worden om op basis van de nieuwe budgeten tot herziene afspraken en prioriteiten te komen. Bovendien neemt het vertrouwen in het proces af als gemaakte afspraken niet nagekomen (kunnen) worden. Dit is wat in de meeste gebiedsprojecten speelt en geleid heeft tot vertraging in de uitvoering. hiervan is het instellen van flexibel peilbeheer. Ook het verwerven en inrichten van natte natuurgebieden levert een bijdrage aan het tegengaan van bodemdaling. In combinatie met de gebiedsprojecten Groene Hart en Westelijke Veen weiden, worden dit soort maatregelen toegepast op ruim 20.000 hectare. Deze inspanning heeft naar verwachting enige vermindering van bodemdaling als resultaat. Landbouw - Het grootste aantal agrarische bedrijven in het Groene Hart is middelgroot van omvang. Het aantal van dit type bedrijven loopt terug. Het is de vraag wat dit zegt over de economische vitaliteit van deze bedrijven en de landbouwsector in het Groene Hart. Het is nog onduidelijk wat de invloed is van deze afname Draagvlak - Uit de analyses van gebieden blijkt dat ondanks alle bezuinigingen er nog steeds animo is voor het Groene Hart en voor de meerderheid van de Groene Hart-projecten. Ook blijkt dat er nog steeds een toename is van de bekendheid van het Groene Hart en dat mensen vooral positieve associaties hebben bij het gebied. Het aanwezige draagvlak blijkt tevens uit het onderzoek Kracht van het Groene Hart, dat de Rabobank in oktober 2012 heeft gepubliceerd. Meer informatie over dit onderzoek vindt u op www.krachtvanhetgroenehart.nl. Landschappelijke kwaliteit en verrommeling - Uit de meting van 2009 en 2010 blijkt dat de situatie rondom landschappelijke kwaliteit en verrommeling stabiel is. De inzet van instrumenten zoals migratiesaldo nul, beeldkwaliteitsplannen, bouwen met Groene Hart kwaliteit en de ondersteuning door het Kwaliteitsteam Groene Hart dragen hieraan bij. Wel is de vraag in hoeverre afnemende economische druk door recessie, en stagnatie op de woningmarkt en krimp wellicht bepalender zijn geweest. Daarnaast is er weinig zicht op de mate van lokale verrommeling. Juist deze verrommeling kan veel hinder geven en beeldbepalend zijn voor het Groene Hart. De aanpak van lokale verrommeling is de verantwoordelijkheid van gemeenten. Water - De inzet van waterschappen in het kader van reguliere waterbeheersplannen kan bijdragen aan het tegengaan van bodemdaling. Een voorbeeld

8. op de Groene Hart kwaliteit. De landbouw speelt in het Groene Hart immers een sleutelrol voor de economische vitaliteit en vervult de rol als beheerder van het landschap en de natuur. Grote veranderingen in deze sector zijn dan ook snel merkbaar in het gebied. Natuur - De kwaliteit van de natuur in het Groene Hart is op peil gebleven. Als gevolg van de bezuiniging op het ILG is de hoeveelheid nieuw aan te leggen natuur flink afgenomen. Tot 2009 was in totaal 7.079 hectare verworven. In de periode van 2009 tot 2011 is in totaal 493 hectare verworven. Recreatie - In 2009 is het Groene Hart brede project Merk & Marketing gestart. Onderzoek naar de effecten van de marketing laat zien dat het Groene Hart als bestemming in populariteit toeneemt ten opzichte van andere gebieden. Dat geldt voor verblijfsrecreatie, maar ook voor dagjesmensen. De toegenomen populariteit van het Groene Hart is ook te merken aan de stijgende trend in het gebruik van de website www.groenehart. nl. De toegenomen bekendheid van het Groene Hart is waarschijnlijk niet de enige oorzaak van de stijging in de recreatiecijfers. Ook de verbetering van het aanbod, bijvoorbeeld in de vorm van samenhangende routenetwerken speelt een rol. Uitbreiding van de Stuurgroep Groene Hart In de periode 2007 tot 2013 hebben de drie Groene Hart provincies gezamenlijk programma s en projecten uitgevoerd in het Groene Hart. Dit is gebeurd onder aansturing van de Stuurgroep Groene Hart, met bestuurlijk vertegenwoordigers van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. De planning is om in de loop van 2013 de stuurgroep uit te breiden met vertegenwoordigers van waterschappen en gemeenten. De stuurgroep gaat dan verder als Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart. Op dit moment worden de samenwerkingsafspraken tussen de betrokken overheden op papier gezet. Meer informatie hierover vindt u op www.groene-hart.nl Colofon Het hoofdrapport en de samenvatting van de Effectenmonitor 2012 / Voortgangsrapportage 2011 zijn opgesteld door 3dTransition en Programmabureau Groene Hart in opdracht van de Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o.. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Programmabureau Groene Hart: secretariaatgroenehart@provincie-utrecht.nl 030-2582431 u kunt ook kijken op de website www.groene-hart.nl