Het bestuur. Thema 5 Emancipatie. Les 5.1 Op wie stem jij?(nodig woordenboeken) WOORDVELD : het bestuur.

Vergelijkbare documenten
Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Verklarende woordenlijst

200 JAAR STATEN-GENERAAL

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Inhoud. Mijn leven. de democratie en ik

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Nieuwsbrief CliëntAanZet

Derde Kamer Handboek Politiek 2

Gemeenteraadsverkiezingen. Stem ook!

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Goed onderwijs Goede zorg Goed wonen

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Parlementsspel: *verkiezingsspecial*

VERKIEZINGEN EUROPEES PARLEMENT Donderdag 23 mei 2019 BEPAAL MEE WIE IN DE EUROPESE UNIE BESLISSINGEN GAAN NEMEN. Den Haag

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

HANDLEIDING Leerkracht

De betekenis van het VN-verdrag voor mensen met een beperking

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

De betekenis van het VN-verdrag voor mensen met een beperking

Handboek Politiek deel 2

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

NEDERLANDS INSTRUCTIE. Doelen. Instructie van de les

Leve de democratie? HAVO / VWO

Tweede Kamerverkiezingen. groep 7 en 8

DEMOCRATIE OF DICTATUUR?

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Deze handreiking is van:

Politiek in Nederland

Thema 2 Regelen. Les 2.1 Naar mijn vakantievriendin. Nodig: woordenboeken. Logeren

6,3. Werkstuk door een scholier 1730 woorden 11 oktober keer beoordeeld

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Handboek Politiek 1. Derde Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

K i n d e r r a a d l e e r l i n g e n b o e k

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Eindexamen vmbo gl/tl geschiedenis en staatsinrichting II

Instructie: Landenspel light

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Samenvatting Resolutie. Democratie van Nu. D66 krijgt het voor elkaar

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

e Kamer Derde Kamer Handboek Politiek 2 der Staten-Generaal

Vergeet je stempas niet!

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Maatschappijleer par. 1!

Derde Kamer Handboek Politiek 1

Leerlingenboek KINDERRAAD

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Mocht jij bij deze verkiezingen stemmen? Heb je bij deze verkiezingen ook gestemd? Ja 55,9% Nee 44,1% Totaal. Ja 98,5% Nee 1,4% Zeg ik niet 0,1%

VERKIEZINGSKRANT woensdag 20 maart 2019

Verkiezingen 2010! Waarom kiezen? Overal foto's. Auteur: Stef Van Malderen. In ons land zijn er veel ministers. Zij zorgen er samen met hun

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

40 jaar Vlaams parlement

Herziene versie 2012 MET WERKBLAD EN PUZZEL. groepen 6-8

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Suc6 Cursussen voor mensen. Suc6 Cursusboek 2014/2015

ZOEKPLAAT GRONDRECHTEN

Derde Kamer. Derde Kamer. Handboek Politiek 1. der Staten-Generaal

Viering honderd jaar Algemeen Kiesrecht Toespraak door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib 17 mei 2019 Ridderzaal

WAARDEGOED. betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten

Bestuur vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

1. (DIA 2) Wie weet welke politieke partijen meedoen?

Handboek Politiek 1. Derde Kamer der Staten-Generaal

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de taalstage. Wat kun je?

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Verkiezingen. Mensen met dezelfde ideeën vormen gemeenten besturen.

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

informatie voor cliënten

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

DEBAT. Debat over het Amerikaanse kiesstelsel OMSCHRIJVING


GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

DEEL 1. WERKBOEK 1 Je Zelfbeeld Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

DEBAT DEBAT OVER HET AMERIKAANSE KIESSTELSEL HANDLEIDING OMSCHRIJVING

VERKIEZINGS PROGRAMMA KAMPEN

Stem ook! Woensdag 18 maart kiezen we twee keer

LESBRIEF GROEP THEMA: DEMOCRATIE Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 2, 2017

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE

Transcriptie:

Les 5.1 Op wie stem jij?(nodig woordenboeken) WOORDVELD : het bestuur. 1.Stemmen( stemde heeft gestemd): een stem uitbrengen op de persoon die jij het beste vindt. 12. Het gezag: het gezag heeft de macht, iedereen moet naar hen luisteren. ( de ministerraad en het gemeentebestuur hebben gezag). Het bestuur Van het land: Van de gemeente: 2. De regering ( = het kabinet+ de koning(in)); Het kabinet: ministers en hun leider: de minister-president. 3. De minister:is verantwoordelijk voor een bepaald onderdeel( bijv. onderwijs of verkeer) en staat aan het hoofd van een ministerie. 4. De minister-president( = de eerste minister): is zelf een minister, maar ook de baas van alle ministers. 5. De Staten-Generaal(= Het. Parlement= de volksvertegenwoordiging): de Eerste kamer en Tweede kamer samen. 6. De Tweede Kamer: een groep van 150 mensen die het volk vertegenwoordigen bij het besturen van het land. Zij praten namens het volk met de regering. Zij maken de wetten en controleren de wetten. 7. De Eerste Kamer: 75 mensen, gekozen uit de provincies. Keuren wetten wel/niet goed. 8. De gemeenteverkiezingen: er wordt gestemd voor een gemeentebestuur. 9. Het gemeentebestuur : leden van verschillende politieke partijen, één of meer wethouders en de burgemeester. 10. De burgemeester: de leider van het gemeentebestuur, de hoogste bestuurder van de gemeente. burgemeester van der Laan van Amsterdam, met ambstketting. 11. De wethouder: is verantwoordelijk voor een bepaald onderdeel( bijv. voor het onderwijs of voor het wonen). 13. De burger: de mensen die in een gemeente of land wonen. Zij moeten gehoorzamen aan het gezag.

Les 5.2 Een wereld vol mensen ( nodig: woordenboeken, een globe, een atlas met kaart met bevolkingsdichtheid). 1. De wereldburgers 1. Alle mensen die samen op de aarde leven. 2. De wereldbevolking 2. Alle burgers samen vormen de bevolking, dus alle wereldburgers samen vormen de wereldbevolking. 3. De bevolkingsdichtheid 3. Het aantal inwoners per vierkante kilometer. De bevolkingsdichtheid is laag : er wonen weinig mensen op 1 vierkante km; de bevolkingsdichtheid is hoog: er wonen veel mensen op 1 vierkante km 4. De nationaliteit 4. Jouw nationaliteit is het land waar je officieel vandaan komt, het land dat in je paspoort of op je ID staat. 5 Nationaal 5. Alles dat hoort bij een land, bijv. het nationale volkslied,de nationale kampioenschappen. 6. Gelijkwaardig 6. Iedereen is evenveel waard, de een is niet beter dan de ander en iedereen heeft dezelfde rechten en plichten. 7. Afstammen 7. Voortkomen uit een bepaalde familie, geboren zijn in een bepaalde familie. 8. De afstammeling 8. Iemand die van iemand afstamt. 9. De nakomeling 9. De afstammeling.. Ga in groepjes zitten. Geef iedereen een nummer. Nummer 1 en 3 kiezen ieder een woord en vertellen de betekenis. Nummer 2 en 4 gebruiken daarna het woord in een goede Nederlandse zin. Draai daarna de rollen om.

Les 5.3 Vrouwen willen kiesrecht! (nodig: woordkast les 5.3A) WOORDVELD : gelijk zijn. 1. De voorsprong: voorliggen. 2.Ten opzichte van : vergeleken met.. Gelijk zijn 3. De achterstand:ze liggen achter. 7. Emanciperen: gelijke kansen en rechten willen als anderen. 4. Achterblijven: ze liggen achter, ze bleven achter, minder ver zijn dan. 5. De voorloper:iemand die veel eerder aan bepaalde dingen denkt dan andere mensen van hun tijd ( bijv. Aletta Jacobs) 8. Vrouwenkiesrecht : het recht van vrouwen om te kiezen. 9. Gelijkheid : gelijk zijn aan.. De vrouwen zijn qua kiesrecht nu gelijk aan de mannen. 6. De aanhanger ( homoniem: 1 woord 2 betekenissen): a. iemand die het eens is met de ideeën van een bepaald persoon of een groep en erbij hoort. b. een aanhangwagen, een kar achter een auto waarmee je spullen vervoert.

VOOR WOORDKAST(les 5.3A) TEGENSTELLINGEN ACHTER voorlopen achterlopen de voorsprong EERDER lopen/springen de achterstand stilstaan LATER voorlopen achterblijven de voorloper modern NU de achterblijver ouderwets TOEN

Les 5.4 Allemaal naar school (nodig: woordenboeken) WOORDVELD : de school. 1. Inburgeren: wennen aan een nieuwe omgeving. 2.De inburgering: de tijdsperiode waarin je allerlei dingen leert over het land waarin je wilt wonen. De school 3. De zelfstandigheid : je weet veel zelf en hoeft niet meer alles te vragen. 4. De onafhankelijkheid: je neemt zelf beslissingen zonder aan iemand te hoeven gehoorzamen. 5. Zich ontwikkelen: blijven groeien, blijven veranderen. 6. De ontwikkeling : een persoonlijke groei, of de groei van een bedrijf. 7. Opleiden: iemand door lessen voorbereiden ( in een bepaald vakgebied). 8. De opleiding : een cursus volgen of op school zitten waar je les krijgt en daardoor je kennis en vaardigheden vergroot. 9. De maatschappij( = de samenleving): alle mensen samen en de manier waarop ze met elkaar omgaan. Maatschappelijk : alles wat met de samenleving te maken heeft. Extra opdracht: zoek de volgende woorden op in een woordenboek en schrijf ze in je woordenlijst van deze les erbij: Huisvesten : de huisvesting : mislukken : de mislukking : de ontploffing : uitbreiden : de uitbreiding : uitnodigen : de uitnodiging :

WOORDKAST (les 5.5A) Belangrijk Onbelangrijk(On = niet) Van groot belang Van grote betekenis aanzienlijk vrij belangrijk aanmerkelijk Van weinig belang Van geringe(weinig) betekenis onaanzienlijk onbeduidend gering

Les 5.5 Dat doe je niet! (nodig: woordkast les 5.5A) WOORDVELD : de leefregels. 1.Het taboe: iets waarvan mensen vinden dat het niet mag of dat je er niet over mag praten. 2.Normaal: gewoon Niet normaal: niet gewoon 3. Loyaal zijn : eerlijk of trouw zijn aan jezelf of aan iemand anders of aan ideeën. 4.Niet loyaal: : niet eerlijk of niet trouw zijn aan jezelf of aan iemand anders of aan ideeën. De leefregels 5.Onbelangrijk: niet belangrijk. 6. De leefwijze : de manier van leven. 7.De levensbehoefte: dingen die je nodig hebt om in leven te blijven, zoals kleding en voedsel. 8.Hunkeren naar : hevig verlangen naar..

Les 5.6 Geweld( loos) (nodig: woordtrap les 5.6A) WOORDVELD : Niet mee eens. 1.Demonstreren: een optocht houden om te laten zien dat ze ergens voor of juist 2.Geweldloos: geen geweld gebruiken Loos betekent dat er iets ontbreekt( denk aan feilloos). tegen zijn. 3.Leefbaar : zo, dat je er ( prettig ) kunt leven. Baar betekent meestal dat er iets kan ( denk aan : bewoonbaar,prikkelbaar). 4.Democratisch: : iedereen mag meebeslissen en voor je mening uitkomen. Niet mee eens 5.De barricade opwerpen: een stapel dingen neerzetten die ervoor zorgt dat je niet meer door een straat kunt. Barricaderen: ervoor zorgen dat er niets /niemand meer doorheen kan. 7. Het meningsverschil: mensen denken verschillend over een bepaald onderwerp. Dit kan leiden tot een conflict, een ruzie. 6.Het conflict: een ruzie 8. De revolutie: mensen vallen het gezag aan met de bedoeling om de macht over te nemen. Woordtrap: De ruzie ( het conflict) De onenigheid Het meningsverschil