Inhoud Woord vooraf... 13 Hoofdstuk 1 Het Gemeentedecreet algemeen... 15 1. Waarom is er nu een Vlaams Gemeentedecreet?... 15 2. Waarom kwam het Gemeentedecreet er in 2005?... 15 3. Wat regelt het Gemeentedecreet?... 16 4. Wanneer werd/wordt het Gemeentedecreet van kracht?... 16 5. Welke zijn de uitgangspunten van het decreet?... 19 6. Wat denkt de VVSG over het decreet?... 21 Hoofdstuk 2 Politieke organisatie... 23 2.1 De gemeenteraad... 23 7. Hoeveel leden telt de gemeenteraad?... 23 8. Wanneer vindt de installatievergadering plaats en wat moet er dan gebeuren?... 24 9. Mogen familieleden samen in de gemeenteraad zetelen?... 25 10. Welke andere onverenigbaarheden zijn er?... 25 11. Wanneer kan of moet een raadslid zich tijdelijk laten vervangen in de gemeenteraad?... 26 12. Hoe komt er een einde aan het mandaat van raadslid?... 27 13. Wie vervangt een afwezig of ontslagnemend raadslid?... 27 14. Wie kan de gemeenteraad voorzitten?... 27 15. Hoe wordt de voorzitter van de gemeenteraad vervangen en/of opgevolgd?... 29 16. Welke taken heeft de voorzitter van de gemeenteraad naast het voorzitten van de gemeenteraad?... 30 17. Hoeveel presentiegeld ontvangt een raadslid?... 31 18. Hoe vaak moet de gemeenteraad vergaderen?... 33 19. Wie roept de gemeenteraad samen, met welke agenda en hoe?... 34 20. Hoe voegen raadsleden punten aan de agenda toe?... 35 21. Welke taken heeft de voorzitter tijdens de gemeenteraad?... 36 22. Wanneer kan de gemeenteraad geldig beraadslagen en beslissen?... 36 23. Wat moet het raadslid doen om belangenvermenging te vermijden?... 36 INHOUD 3
24. Wanneer zijn de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar en wanneer niet?... 38 25. Welke rechten hebben de raadsleden?... 38 26. Wie maakt de notulen van de gemeenteraad en wat moet er in staan?... 39 27. Hoe wordt gestemd in de gemeenteraad?... 40 28. Wat zijn fracties?... 41 28bis. Mag een kartellijst splitsen?... 41 29. Waarvoor dienen gemeenteraadscommissies en hoe worden ze samengesteld?... 42 30. Wat moet er in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad staan?... 43 31. Waarom moet er een deontologische code voor de politieke organen zijn?... 45 32. Welke bevoegdheden heeft de gemeenteraad?... 45 2.2 Het college van burgemeester en schepenen... 47 33. Wie zit in het college van burgemeester en schepenen en hoeveel leden telt het?... 47 34. Worden de schepenen nog verkozen?... 49 35. Mogen familieleden in hetzelfde college van burgemeester en schepenen zitten?... 51 36. Zijn er nog andere onverenigbaarheden voor de leden van het college van burgemeester en schepenen?... 52 37. Wanneer is een schepen verhinderd en kan hij of zij dus worden vervangen in het college van burgemeester en schepenen?... 52 38. Hoe komt er een einde aan het mandaat van schepen?... 53 39. Hoe wordt een vacature in het college van burgemeester en schepenen opgevuld?... 53 40. Hoe en wanneer vergadert het college van burgemeester en schepenen?... 54 41. Hoe zit het met de rechten en plichten van de schepenen?... 56 42. Welke bevoegdheden heeft het college van burgemeester en schepenen?... 56 2.3 De burgemeester... 60 43. Hoe gebeurt de benoeming van de burgemeester?... 60 44. Hoe komt een einde aan het mandaat van de burgemeester?... 61 45. Wanneer en hoe wordt de burgemeester tijdelijk of definitief vervangen?... 62 46. Welke bevoegdheden heeft de burgemeester?... 62 2.4 Gemeenschappelijke bepalingen... 65 47. Wat is het administratief rechtscollege en wat doet het?... 65 4 INHOUD
48. Binnen welke termijn moet de Vlaamse Regering weten dat er nieuwe mandatarissen zijn?... 66 49. Verandert er iets voor de eretitels en ambtskledij voor mandatarissen?... 66 50. Welke wedde en kostenvergoeding ontvangen de uitvoerende mandatarissen?... 67 51. Welke tuchtsancties zijn er voor lokale mandatarissen?... 70 52. Hoe zit het met de aansprakelijkheid van de mandatarissen?... 71 53. Hoe worden reglementen en verordeningen bekendgemaakt en wanneer treden ze in werking?... 71 54. Is een register voor de briefwisseling verplicht?... 72 Hoofdstuk 3 Administratieve en financiële organisatie... 73 3.1 De gemeentesecretaris... 73 55. Heet de gemeentesecretaris voortaan gemeentedirecteur?... 73 56. Wie stelt de (adjunct-)gemeentesecretaris aan?... 73 57. Kan de (adjunct-)gemeentesecretaris op proef worden aangesteld?... 73 58. Kan het ambt van gemeentesecretaris een deeltijds ambt zijn?... 74 59. Wat gebeurt er bij afwezigheid van de gemeentesecretaris?... 74 59bis.Wie komt als waarnemend (adjunct-)gemeentesecretaris in aanmerking?... 74 60. Welke gemeenten kunnen ook een adjunctgemeentesecretaris aanstellen?... 75 61. Hoe gebeurt de evaluatie van de (adjunct-)gemeentesecretaris?... 76 62. Kan de functie van (adjunct-)gemeentesecretaris een mandaatfunctie zijn?... 76 63. Aan welke aanwervingsvoorwaarden moet de (adjunct-)gemeentesecretaris voldoen?... 76 64. Blijft de huidige (adjunct-)gemeentesecretaris in functie na de inwerkingtreding van het Gemeentedecreet?... 77 65. Waarvoor is de gemeentesecretaris bevoegd?... 77 66. Kan de gemeentesecretaris zijn bevoegdheden delegeren naar andere personeelsleden?... 82 67. Wie geeft instructies aan de gemeentesecretaris?... 83 3.2 De financieel beheerder... 83 68. Waarom heet de ontvanger voortaan financieel beheerder?... 83 69. Wie stelt de financieel beheerder aan?... 84 70. Moet de financieel beheerder op proef worden aangesteld?... 84 INHOUD 5
71. Kan het ambt van financieel beheerder een deeltijds ambt zijn?... 84 72. De gemeenteontvanger bestaat niet meer, maar waarom zijn er dan wel nog gewestelijke ontvangers?... 85 73. Wat gebeurt er bij afwezigheid van de financieel beheerder?.. 85 73bis.Wie komt als waarnemend financieel beheerder in aanmerking?... 86 74. Hoe gebeurt de evaluatie van de financieel beheerder?... 86 75. Kan de functie van financieel beheerder een mandaatfunctie zijn?... 87 76. Wordt de huidige gemeenteontvanger na de inwerkingtreding van het Gemeentedecreet automatisch financieel beheerder?... 87 77. Aan welke aanwervingsvoorwaarden moet de financieel beheerder voldoen?... 88 78. Waarvoor is de financieel beheerder bevoegd?... 88 79. Kan de financieel beheerder zijn bevoegdheden delegeren?... 90 80. Moet de financieel beheerder, zoals de ontvanger vandaag, een borg stellen?... 90 3.3 Het managementteam... 91 81. Is het managementteam verplicht?... 91 82. Wie zit in het managementteam en wie beslist daarover?... 91 83. Waarvoor is het managementteam bevoegd?... 92 84. Hoe werkt het managementteam?... 92 3.4 De beleidscyclus... 93 85. Wat bedoelt men met een beleidscyclus?... 93 86. Wat is het meerjarenplan en waaruit bestaat het?... 93 87. Wie stelt het meerjarenplan vast en hoe gebeurt dat?... 94 88. Wat gebeurt er wanneer er geen meerjarenplan is?... 94 89. Hoe verloopt het bestuurlijk toezicht op het meerjarenplan?... 95 90. Waarom heet de begroting voortaan budget?... 96 91. Wat is het budget en waaruit bestaat het?... 96 92. Op welke entiteiten heeft het gemeentelijke budget betrekking?... 97 93. Wie stelt het budget vast en hoe gebeurt dat?... 98 94. Wat zijn interne kredietaanpassingen?... 99 95. Wat gebeurt er wanneer er geen budget is?... 99 96. Hoe gebeurt het bestuurlijk toezicht op het budget en de budgetwijzigingen?... 100 97. Hoe zal de gemeentelijke boekhouding eruit zien?... 101 98. Wie voert de boekhouding?... 101 99. Hoe gebeurt de uitgavenprocedure?... 102 100. Hoe gebeurt de ontvangstenprocedure?... 104 6 INHOUD
101. Hoe blijven het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad op de hoogte van het reilen en zeilen gedurende het jaar?... 104 102. Gebeurt er een tussentijdse controle van de gemeentekas en de gemeentelijke boekhouding?... 106 103. Wie stelt het ontwerp van jaarrekening op?... 106 104. Hoe ziet de jaarrekening eruit?... 107 105. Op welke entiteiten heeft de jaarrekening betrekking?... 107 106. Wordt de ontwerpjaarrekening gecontroleerd voor ze naar de gemeenteraad gaat?... 108 107. Wie stelt de jaarrekening vast, wanneer gebeurt dat en op welke wijze?... 109 108. Hoe verloopt het toezicht op de vastgestelde jaarrekening?... 109 3.5 Budgethouderschap... 111 109. Wat betekent budgethouderschap?... 111 110. Wie kan in een gemeente budgethouder zijn?... 113 3.6 Interne controle... 114 111. Wat betekent interne controle?... 114 112. Waarom moet een gemeente een internecontrolesysteem hebben?... 115 113. Wie stelt het internecontrolesysteem vast en wie keurt het goed?... 116 114. Wie onderzoekt de werking van het internecontrolesysteem?. 116 3.7 Audit... 117 115. Wat is audit?... 117 116. Wie doet de audit in de gemeenten?... 119 117. Hoe gebeurt de audit in de gemeenten?... 119 118. Wat is de relatie tussen de externe audit en het bestuurlijk toezicht?... 121 119. Wie betaalt de audit?... 122 120. Wat is de relatie tussen de audit in de gemeente en die in het OCMW?... 122 Hoofdstuk 4 Personeel... 123 121. Wanneer traden/treden de bepalingen over personeel in werking?... 123 4.1 Personeelsformatie... 123 122. Is de gemeenteraad nog steeds verplicht om een personeelsbehoefteplan op te maken?... 123 123. Wie stelt het organogram vast?... 123 124. Wie stelt de personeelsformatie vast?... 124 125. Wanneer zijn de bepalingen over de personeelsformatie van toepassing?... 124 INHOUD 7
126. Welke betrekkingen bevat de personeelsformatie? Voor welke aanwervingen moet de personeelsformatie niet worden gewijzigd?... 124 127. Waarom is het onderscheid tussen aanwerven binnen of buiten de personeelsformatie zo belangrijk?... 125 128. Hoe verloopt het bestuurlijk toezicht op de personeelsformatie?... 125 129. Wat gebeurt er met het Toezichtsdecreet van 28 april 1993?. 126 4.2 Rechtspositieregeling... 126 130. Moet een gemeente personeel aanwerven in statutair of in contractueel dienstverband?... 126 131. Wie stelt de rechtspositieregeling van het personeel vast?... 127 132. Wat moet de rechtspositieregeling minimaal regelen?... 128 133. Geldt de rechtspositieregeling ook voor het personeel van het gemeentelijke onderwijs?... 129 134. Welke functies kunnen mandaatfuncties zijn?... 129 4.3 Aanstelling en ontslag... 130 135. Wie stelt het gemeentepersoneel aan?... 130 136. Wie ontslaat het gemeentepersoneel?... 131 137. Wie stelt het onderwijzend personeel aan?... 131 138. Welke kandidaat moet aangesteld worden bij staking van stemmen?... 131 4.4 Hoofd van het personeel en dagelijks personeelsbeheer... 132 139. Wie staat aan het hoofd van het gemeentepersoneel?... 132 4.5 Deontologische rechten en plichten... 132 140. Welke zijn de deontologische rechten en plichten?... 132 141. Mogen personeelsleden als jurylid zetelen in een selectiecommissie?... 133 142. Wordt een deontologische code verplicht?... 133 4.6 Evaluatie... 133 143. Moet de gemeente haar personeel evalueren?... 133 144. Wie evalueert de (adjunct-)gemeentesecretaris en de financieel beheerder?... 134 145. Kan een personeelslid bij de Vlaamse overheid of bij het college beroep instellen tegen een ontslag na een negatieve evaluatie, bijvoorbeeld op het einde van de proeftijd?... 134 4.7 Tucht... 135 146. Is de tuchtregeling van toepassing op het contractueel personeel?... 135 147. Is de tuchtregeling van toepassing op het personeel van het gemeentelijke onderwijs?... 135 148. Welke tuchtstraffen kunnen worden opgelegd?... 135 149. Wie treedt op als tuchtoverheid?... 136 8 INHOUD
150. Wanneer traden de nieuwe tuchtregels in werking?... 136 151. Wie treedt vanaf 2007 op als tuchtoverheid voor de personeelsleden die volgens de Nieuwe Gemeentewet werden aangesteld?... 137 152. Wie wordt belast met het tuchtonderzoek, het opstellen van het tuchtverslag en de samenstelling van het tuchtdossier?... 137 153. Kan er van de hoorplicht worden afgeweken?... 138 154. Mogen het personeelslid en de tuchtoverheid zich in de tuchtprocedure steeds laten bijstaan door een raadsman (-vrouw)?... 138 155. Zijn de hoorzittingen in een tuchtprocedure openbaar?... 138 156. Wanneer moet de gemeente uiterlijk met de tuchtprocedure beginnen? Moet ze de strafrechtelijke procedure afwachten als voor dezelfde feiten een strafvordering werd ingesteld?... 139 157. Kan de tuchtoverheid de tuchtprocedure hernemen als de tuchtstraf vernietigd of ingetrokken wordt?... 139 158. Bij wie kan een personeelslid in beroep gaan tegen een opgelegde tuchtstraf?... 140 159. Is de gemeente verplicht om elk tuchtstrafbesluit samen met het volledige tuchtdossier aan de beroepsinstantie over te maken? Wat zijn de gevolgen voor de duur van de beroepsprocedure?... 141 160. Kan het bestuur een personeelslid tegen wie een tuchtrechtelijke procedure loopt, preventief schorsen als zijn aanwezigheid onverenigbaar is met het belang van de dienst?... 141 161. Worden de tuchtstraffen doorgehaald in het persoonlijk dossier van het personeelslid?... 141 162. Wat gebeurt er met de tuchtvorderingen die hangende zijn op het moment van de inwerkingtreding van de nieuwe tuchtbepalingen?... 142 Hoofdstuk 5 Relatie met de burger... 143 163. Moet er in de gemeente een klachtenbehandeling bestaan?... 143 164. Moet er in de gemeente een ombudsdienst bestaan?... 143 165. Hoe wordt de inspraak van de burger georganiseerd?... 143 166. Moeten er in een gemeente adviesraden zijn?... 144 167. Wat zijn verzoekschriften?... 144 168. Zijn er nog steeds volksraadplegingen mogelijk?... 145 168bis. Kunnen de burgers voorstellen doen?... 145 INHOUD 9
Hoofdstuk 6 Bestuurlijk toezicht... 147 169. Wat is toezicht?... 147 170. Wie oefent toezicht uit?... 147 171. Wat is algemeen bestuurlijk toezicht?... 147 172. Hoe worden klachten behandeld?... 151 173. Hoe werkt het dwangtoezicht?... 152 173bis. Is het Decreet op het Administratief Toezicht al opgeheven?... 152 Hoofdstuk 7 Verzelfstandiging... 155 174. Wat betekent verzelfstandiging?... 155 175. Welke gemeentelijke vormen van verzelfstandiging bestaan er?... 155 176. Wat gebeurt er met de bestaande gemeentebedrijven, autonome gemeentebedrijven, gemeentelijke vzw s, enz.?... 155 7.1 Interne verzelfstandiging... 156 177. Op welke wijze kan budgethouderschap een vorm van verzelfstandiging zijn?... 156 178. Wie beslist over het budgethouderschap?... 156 179. Wat is een IVA?... 157 180. Wie beslist over de oprichting van een IVA en hoe gebeurt dat?... 157 181. Hoe is het bestuurlijk toezicht op de oprichting van een IVA geregeld?... 157 182. Waarin bestaat de operationele autonomie van een IVA?... 158 183. Hoe wordt een IVA geleid en beheerd?... 159 184. Hoe houdt de gemeente toezicht op haar IVA s?... 159 185. Hoe wordt een IVA opgedoekt?... 160 7.2 Externe verzelfstandiging... 160 186. Wat is een extern verzelfstandigd agentschap (EVA)?... 160 187. Waarvoor mag een gemeente een EVA oprichten?... 161 188. Hoe gebeurt de oprichting van een EVA?... 161 189. Kan de gemeente middelen en personeel overdragen of ter beschikking stellen aan een EVA?... 161 190. Wie kan bestuurder zijn in een EVA?... 162 191. Welke soorten EVA s bestaan er?... 162 192. Wat is een AGB?... 162 193. Hoe gebeurt de oprichting van een AGB?... 162 194. Hoe verloopt het bestuurlijk toezicht op de oprichting van een AGB?... 163 195. Wat staat in de statuten van een AGB?... 163 10 INHOUD
196. Hoe ziet de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB eruit?... 164 197. Hoe wordt een AGB bestuurd?... 165 198. Welke activiteiten kan een AGB ontplooien?... 166 199. Kan een AGB filialen oprichten of deelnemen in rechtspersonen?... 167 200. Hoe zien het budget, de boekhouding en de jaarrekening van een AGB eruit?... 167 201. Hoe houdt de gemeente toezicht op het AGB?... 168 202. Hoe wordt een AGB ontbonden?... 169 203. Wat is een EVA in privaatrechtelijke vorm?... 170 204. Wie kan naast de gemeente participeren in een EVA in privaatrechtelijke vorm?... 170 205. Hoe gebeurt de oprichting van of de beslissing tot deelname in een EVA in privaatrechtelijke vorm?... 170 206. Hoe verloopt het bestuurlijk toezicht op de beslissing tot oprichting van of deelname in een EVA in privaatrechtelijke vorm?... 171 207. Wat staat er in de statuten van een EVA in privaatrechtelijke vorm?... 171 208. Hoe ziet de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en een EVA in privaatrechtelijke vorm eruit?... 172 209. Welke activiteiten kan een EVA in privaatrechtelijke vorm ontplooien?... 172 210. Hoe houdt de gemeente toezicht op een EVA in privaatrechtelijke vorm?... 172 211. Hoe zien het budget, de boekhouding en de jaarrekening van een EVA in privaatrechtelijke vorm eruit?... 173 212. Hoe wordt een EVA in privaatrechtelijke vorm ontbonden?... 173 7.3 Participaties in private verenigingen, stichtingen of vennootschappen... 173 213. Onder welke voorwaarden kunnen gemeenten deelnemen in rechtspersonen buiten de regels rond externe verzelfstandiging om?... 173 214. Hoe houdt de gemeente toezicht op de deelnames van de gemeente in andere rechtspersonen?... 174 215. Kunnen gemeenten personeel en infrastructuur ter beschikking stellen of overdragen naar andere rechtspersonen?... 174 INHOUD 11
Hoofdstuk 8 De relatie gemeente-ocmw... 177 216. Zit de OCMW-voorzitter voortaan verplicht in het college van burgemeester en schepenen?... 177 217. Blijft het overlegcomité gemeente-ocmw bestaan?... 177 218. Kunnen een gemeente en een OCMW voortaan een beheersovereenkomst sluiten?... 178 219. Kunnen de gemeente en het OCMW een secretaris of financieel beheerder delen?... 178 Hoofdstuk 9 Consequenties voor de politiezones... 179 220. Verandert de politieke organisatie van de politiezones door het Gemeentedecreet?... 179 221. Hoe zit het met het toezicht op politiezones?... 179 Hoofdstuk 10 Samenvoeging en splitsing van gemeenten... 181 222. Kunnen gemeenten splitsen of worden samengevoegd?... 181 Documentatie... 183 12 INHOUD