Memo Aan : De gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug Van : Het college van Burgemeester en Wethouders Doorkiesnummer : Datum : 24-2-2015 Afschriften : Betreft : Beantwoording vragen ouderbijdrage Jeugdhulp Inleiding Uw raad heeft op 12 februari schriftelijke vragen gesteld over de inning van ouderbijdrage voor de jeugdhulp. In deze memo beantwoorden wij deze vragen. Ter volledigheid hebben wij ook uw toelichting en de vragen zelf opgenomen in de memo. De partijen CDA, Christen Unie, D66, GroenLinks/PvdA, SCP, SP, VVD, BVH vragen het College om de inning van de ouderbijdrage voor de jeugdhulp op te schorten. Toelichting: De ouderbijdrage kan oplopen tot 1500 euro per jaar. Dit kan een drempel zijn voor ouders en jeugdigen die om hulp vragen. Staatssecretaris Van Rijn wil de ouderbijdrage voor de jeugdhulp vooralsnog niet opschorten. Hij laat onderzoek doen. Maar verschillende gemeenten hebben inmiddels besloten om het innen van de ouderbijdrage op te schorten, zolang het onderzoek loopt. Artikel 8.2.3 lid 5 van de Jeugdwet geeft gemeenten deze mogelijkheid. Volgens de Jeugdwet moeten ouders een ouderbijdrage betalen wanneer een kind buiten het eigen gezin wordt verzorgd en opgevoed (opname/verblijf) of als het kind gedeeltelijk buitenshuis verblijft (dagbehandeling). Dit geld is voor de gemeenten, de inning wordt gedaan door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). De argumentatie om ouderbijdrage te heffen is dat ouders kosten besparen. Het artikel Slechtnieuwsgesprek geeft weer dat deze kostenbesparing vaak niet aan de orde is, in tegendeel. Staatssecretaris Van Rijn laat onderzoek doen. Op korte termijn wordt duidelijk wat de uitvoeringskosten zijn van de regeling en of deze kosten in verhouding staan tot de inkomsten. Op langere termijn, richting zomer, wordt inzichtelijk of de ouderbijdrage leidt tot zorgmijding. Het onderzoek richt zich niet op de vraag of de ouderbijdrage een eerlijke en fatsoenlijke regeling is omdat er met twee maten gemeten zou worden. Jeugdigen met een somatische aandoening kunnen zonder eigen bijdrage/eigen risico opgenomen en (dag)behandeld worden in het ziekenhuis. Maar voor kinderen die geestelijke gezondheidszorg nodig hebben of andere vormen van intensieve jeugdhulp, omdat ze om welke reden dan ook te maken hebben met een verstoorde ontwikkeling, moet een ouderbijdrage betaald worden die kan oplopen tot 132 euro per maand/ruim 1500 euro per jaar. Veel gemeenten zijn ons al voorgegaan om de ouderbijdrage op te schorten. De meeste gemeenten doen dit vooralsnog niet vanuit morele overwegingen, maar hanteren vooral financieel-technische argumenten. Namelijk dat de uitvoering meer kost dan het oplevert. Maar een ander argument is ook dat de gemeente bij deze inkomensonafhankelijke maatregel niet de mogelijkheid heeft om maatwerk toe te passen. Het toepassen van de -zeer geringe- mogelijkheden die de www.heuvelrug.nl IBAN NL64BNGH0285120808
hardheidsclausule biedt, ligt immers bij het CAK en is daarmee geen onderdeel van de beoogde integrale 1gezin-1plan aanpak. Gelet op bovenstaande, verzoeken partijen het College 1. de ouderbijdrage vooralsnog op te schorten, in ieder geval tot het onderzoek van staatssecretaris Van Rijn is afgerond? Ons college heeft begrip voor uw standpunten. Ook wij zijn van mening dat de ouderbijdrage nadelige effecten kan hebben. Echter, wij menen dat het op dit moment verstandig is om onze wettelijke taak ten aanzien van de ouderbijdrage wel te blijven uitvoeren, en dus het CAK te laten innen. Redenen voor ons standpunt zijn: A. Rol en mogelijkheden van gemeente bij het innen van de ouderbijdrage is beperkt In uw toelichting geeft u aan dat artikel 8.2.3 lid 5 van de Jeugdwet gemeenten de mogelijkheid geeft om het innen van de ouderbijdrage op te schorten. Helaas biedt dit artikel niet de gemeenten, maar het CAK deze mogelijkheid. Het artikel luidt als volgt: Artikel 8.2.3, lid 5 Jeugdwet Het bestuursorgaan dat door Onze Ministers met de vaststelling en de inning is belast kan artikel 8.2.1, eerste lid, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat dit artikel beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het CAK is het bestuursorgaan dat is belast met de vaststelling en inning van de ouderbijdrage. Het CAK past ook indien nodig individueel de hardheidsclausule toe. Volgens de Jeugdwet ligt de rol van de gemeente enkel in het onverwijld doorgeven van de gegevens van de jeugdige aan het CAK. De gemeente heeft zodoende geen wettelijke mogelijkheid om het innen van de ouderbijdrage op te schorten. Wanneer wij de gegevens niet doorgeven aan het CAK, houden wij ons dus niet aan de wet. Als de Jeugdwet, na het onderzoek van Van Rijn, aangepast wordt, dan zullen wij ook daaraan uitvoering geven. B. Onzekerheid over (financiële) consequenties van het opschorten In de huidige opstartfase weten we nog niet exact voor hoeveel jeugdigen we dit jaar ouderbijdrages zullen gaan innen. In de eerste maand zijn er namelijk nog maar enkele nieuwe cliënten verwezen naar zorg waarvoor de ouderbijdrage geldt. Alleen voor de jeugdigen die ook al vorig jaar een ouderbijdrage gold wordt op dit moment een ouderbijdrage geïnd. Wanneer we meer zicht hebben op het aantal cliënten waarbij ouderbijdrage geïnd zal moeten worden, is het vervolgens de vraag of het CAK bij al die jeugdigen inderdaad int, of dat ook de hardheidsclausule wordt toegepast. Hier hebben wij zelf geen invloed op. Een gevolg van dit alles is dat we niet weten welke financiële consequenties het opschorten van het innen van de ouderbijdrage kan hebben en/of voor hoeveel ouders dit kan betekenen dat ze straks met terugwerkende kracht grote bedragen verschuldigd zijn. C. Signaal naar het ministerie Binnen de regio Zuidoost Utrecht - en ook specifiek binnen onze gemeente - is zoals u bekend sprake van een groot financieel tekort voor jeugdhulp. Ondanks dit tekort waren wij in het najaar genoodzaakt om gezamenlijk met de 26 andere gemeenten in de provincie voor specifieke zorgvormen, de zogenoemde cluster 1 functies, ruime budgetgaranties af te geven. Het resultaat hiervan was dat wij meer budgetgaranties 2
hebben moeten afgegeven dan beschikbaar is voor jeugdhulp. Een risico dat wij meerdere keren hebben besproken met het ministerie. Wij vragen het ministerie in deze gesprekken steeds om de middelen te compenseren wanneer de vraag naar jeugdhulp in onze regio inderdaad hoger is dan ons macrobudget veronderstelt. Afgesproken is dat we in maart wederom een gesprek met de staatssecretaris voeren op basis van nieuwe cijfers. Wanneer wij besluiten het innen van de ouderbijdrage op te schorten bestaat risico dat wij het signaal afgeven dat wij geen extra middelen nodig te hebben. Onze regio kan het zich niet veroorloven om enerzijds het ministerie te verzoeken om bij te springen met meer budget, terwijl we anderzijds een wettelijk verplichte inkomstenbron niet aanwenden. D. Regionale steun bij bestuurders Het wel of niet innen van de ouderbijdrage is ook met de bestuurders jeugd in onze regio besproken. Ook hier is begrip voor de inhoudelijke en morele afweging, maar vanwege het feit dat de wet ons geen ruimte biedt om de ouderbijdrage op te schorten en de financiële positie binnen onze regio en, steunen alle bestuurders jeugd in de regio Zuidoost Utrecht het besluit om het innen van de ouderbijdrage niet op te schorten. en de volgende vragen te beantwoorden: 2. Wat vindt u ervan dat de eerste signalen erop wijzen dat de ouderbijdrage een drempel kan opwerpen om hulp te vragen, voor de meestal al kwetsbare gezinnen? Wij hebben lokaal geen signalen ontvangen dat de ouderbijdrage inderdaad een drempel vormt om hulp te vragen, maar we willen benadrukken dat we het zeer zorgelijk zouden vinden wanneer deze regeling inderdaad een nadelig effect heeft op de zorg voor kwetsbare kinderen. Ons inziens zal in dat geval op korte termijn een discussie moeten worden gevoerd in de Tweede Kamer, aangezien het ook de Tweede kamer is die heeft ingestemd met de jeugdwet, inclusief de artikelen ten aanzien van de ouderbijdrage. Wij als gemeente hebben geen wettelijke mogelijkheid om hier onze eigen afweging in te maken. Hiermee sluiten wij ons aan bij het standpunt van de VNG. We denken dat het goed is om toe te lichten dat de ouderbijdrage niet in alle gevallen verschuldigd is. In de Jeugdwet wordt namelijk rekening gehouden met de achtergrond van ouders en jeugdigen. Zo is geen ouderbijdrage verschuldigd wanneer sprake is van: adoptieouders; ouders van wie het gezag is beëindigd; crisisuithuisplaatsing Het CAK kan de hardheidsclausule toepassen en afzien van de (volledige) verschuldigde ouderbijdrage. Dit is mogelijk in het kader van redelijkheid en billijkheid. Ook is er geen ouderbijdrage verschuldigd voor bepaalde bijstandsgerechtigden; asielzoekers; TBS ers met zak- en kleedgeld; gedetineerden. 3
Tot slot kent de Jeugdwet tot 1 januari 2016 het overgangsrecht, waarbij iedereen dezelfde rechten en plichten houdt op basis van de afgegeven indicatie (in 2014). Dit betekent dat de jeugdigen die in 2014 onder de AWBZ en/of de Zorgverzekeringswet vielen geen ouderbijdrage verschuldigd zijn gedurende de looptijd van de indicatie of tot uiterlijk 1 januari 2016. 3. Hoeveel kinderen in de Utrechtse Heuvelrug maken gebruik van dagbehandeling/-verblijf of van verblijf/opname/residentiele hulp en moeten onder deze nieuwe regeling de ouderbijdrage betalen (graag nieuwe kinderen in zorg alsook het aantal kinderen dat onder het overgangsrecht valt gedurende de indicatie/het jaar 2015). Zoals bekend zijn de schattingen die voorheen werden gemaakt t.a.v. de jeugdhulp in onze gemeente onbetrouwbaar. Dit verklaart immers mede het grote verschil tussen de cijfers en budgetten van het Rijk en de cijfers van de aanbieders. Om antwoord op uw vraag te geven, is het daarom alleen zinvol om cijfers over de daadwerkelijk geleverde zorg te geven. Die cijfers zijn er op dit moment nog niet. In de eerste maand zijn er slechts enkele nieuwe cliënten verwezen naar zorg waarvoor de ouderbijdrage moet worden geïnd. Deze geringe aantallen geven ons geen inzicht in de te verwachten zorg in heel 2015. Daarnaast konden de gegevens van de jeugdigen die vallen onder overgangsrecht tot 15 februari door de zorgaanbieders bij de gemeente worden aangeleverd. Tot op heden hebben wij de gegevens ontvangen van zo n 800 jeugdigen, maar deze gegevens blijken niet altijd compleet te zijn. Zo weten wij bijvoorbeeld niet in alle gevallen welke zorgvorm een jeugdige ontvangt. Wij kunnen daardoor niet altijd bepalen of deze ouders (in de toekomst) ouderbijdrage verschuldigd zijn. Onlangs hebben we de zorgaanbieders om die reden een brief gestuurd met het verzoek de gegevens compleet aan te leveren. Ook moeten we op alle cliëntgegevens een check op het woonplaatsbeginsel uitvoeren, om zo te kunnen bepalen of de jeugdigen inderdaad bij ons thuis horen. Nadat dit gedaan is, kunnen we een reëel beeld geven van de gevraagde cijfers. Voorlopig weten we dat in ieder geval 38 (ouders van) jeugdigen ouderbijdrage moeten betalen. Dit zijn de ouders die ook vorig jaar al ouderbijdrage moesten betalen op basis van de oude wet op de jeugdzorg. 4. Weet u hoeveel gezinnen hierdoor mogelijk in de financiële problemen komen of zorg gaan vermijden? Dit ligt in het verlengde van vraag 3, dus nee, wij weten dit niet. Daarbij komt dat wij geen inzicht hebben in de financiële situatie van alle ouders die ouderbijdrages moeten betalen. Wij hebben geen signalen gekregen over zorg mijdend gedrag vanuit onze eigen gemeente. 5. Kan het College zicht geven op de verhouding tussen het bedrag dat via de ouderbijdrage wordt geïnd en ten goede komt aan Utrechtse Heuvelrug en de administratieve lasten (administratieve lasten bij zowel de gemeente, het CAK alsook de zorgaanbieder) Zodra het onderzoek van staatssecretaris Van Rijn is afgerond, zal er meer zicht zijn op de baten en de administratieve lasten als gevolg van de ouderbijdrage. In onderstaande geven wij een eerste toelichting. 4
Baten Deze maand (februari) hebben wij van het CAK gegevens ontvangen van jeugdigen van wie in ieder geval bekend is dat ouderbijdrage verschuldigd is. Het gaat om 38 jeugdigen waarvan de (pleeg)ouders ook onder de oude Wet op de Jeugdzorg een ouderbijdrage verschuldigd waren. De begrootte inkomsten op basis van deze gegevens schatten we in op 55.335 in 2015. Omdat onder de nieuwe jeugdwet meer ouders ouderbijdrage moeten gaan betalen, zal dit aantal oplopen. Met het oog op het antwoord op vraag 3 kunnen we de totale inkomsten voor de ouderbijdrage in 2015 nog niet inschatten. Lasten De administratieve lasten voor de gemeente liggen bij de beoordeling of de zorgvorm er toe leidt dat ouders ouderbijdrage verschuldigd zijn, bij het (straks geautomatiseerd) aanleveren van de gegevens aan het CAK en bij de aankondiging dat ouderbijdrage verschuldigd is richting de (pleeg)ouder. De uitvoeringskosten van het CAK zullen hoger zijn, aangezien het CAK de daadwerkelijke vaststelling en de inning uitvoert. Het CAK wordt echter door het Rijk betaald. Zorgaanbieders zullen tijd steken in het informeren van ouders over de ouderbijdrage, maar zij hebben geen administratieve taak op dit vlak. 6. Op welke wijze communiceert u met de raad en de ouders/jeugdigen over de uitkomsten van het onderzoek van de staatssecretaris en de toekomst van de ouderbijdrage? Wij informeren uw raad via een raadsinformatiebrief en de ouders/jeugdigen via de site www.samenopdeheuvelrug.nl en via de gebruikelijke route van de lokale kranten. Indien de uitkomsten direct gevolgen hebben voor ouders/jeugdigen, bijvoorbeeld omdat zij niet langer ouderbijdrage verschuldigd zijn, informeren wij hen individueel. 7. Volgens welke criteria gaat het college de hoogte van de eigen bijdrage bepalen? Deze vraag is moeilijk te duiden, want van eigen bijdrage is in de jeugdwet geen sprake. Er van uitgaande dat met eigen bijdrage de ouderbijdrage wordt bedoeld kan het college hierop antwoorden dat de hoogte van de ouderbijdrage niet door het college wordt bepaald, maar door het CAK. Het CAK volgt hierbij de wettelijke criteria, waarbij de hoogte van de ouderbijdrage leeftijdgebonden en niet inkomensafhankelijk is. De hoogte is uiteraard ook afhankelijk van het aantal dag(del)en dat het kind buitenshuis verzorgd, begeleid en/of behandeld wordt. Leeftijd jeugdige Maximaal bedrag per maand (2015) 0 t/m 5 jaar 75,75 6 t/m 11 jaar 104,16 12 t/m 20 jaar 132,56 Elk jaar wordt in een regeling de bedragen van de ouderbijdrage met ingang van 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. 5