pedagogie van het jonge kind

Vergelijkbare documenten
pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Infosessie voor mentoren van werknemers die de werkstage in PJK volgen

Welkom! Op de mentorenbijeenkomst Bachelor in de pedagogie van het jonge kind

Tot snel! Beatrijs Oosterhof

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

STAGEGIDS BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

MART. Werk Agile vanuit je persoonlijke missie en vergroot je impact. Continue verbeteren. leiderschap. Team. Structuur. Proces. Reflectie.

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

BaLO welkom

Begeleidingsdocument

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Stagegids Bachelor in de pedagogie van het jonge kind

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie


Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

Groepen 1 en 2 We starten in augustus 2016 met twee kleutergroepen. De kinderen komen hier spelenderwijs in aanraking met de Daltonbeginselen, waarbij

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

STANDPUNT ACADEMISCHE KALENDER

Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters

Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs Praktijkvoorbeeld

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

Stagecontract Stage studenten Professionele Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Ik ben uw coach! Leergang voor de manager, HR adviseur, projectleider en consultant die zich als coach wil professionaliseren.

Competentiemanagement bij de federale overheid

Praktijk in Beeld. Kijkwijzer

10 oktober samen met MENTOREN

Onthaalbureau Inburgering Limburg vzw. Presentatie voor ERSV (18/12/2012) AI in het Onthaalbureau

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2014/2015. Stage jaar 2. Coachend gedrag veranderen. Feedback en beoordeling. werkveldbegeleider

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Teamontwikkeling h ps:// Bart Bas anen 2019

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

BEGELEIDINGSDOCUMENT STAGE

Competentiemanagement bij de federale overheid

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

maakt plannen! Inhoud Inleiding 3 1. Voorbereiden van de planning Waar & wanneer Evalua e vorig jaar Wie?

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Box 4: Evaluatie HGW in het handelen van de student tijdens stage

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

AAV 30 januari 2017, agendapunt 8.

Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

Nieuwsbrief Passend Onderwijs voor ouders

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment

Infobrochure 2de en 3de graad

Masterclasses Bouw. Bouwpartners. Programma. Masterclasses

De speerpunten van de SPCO-scholen

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Competentieprofiel teamleider

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

Profielschets. schooldirecteur cbs De Schatkaart

Stagegids Bachelor in de pedagogie van het jonge kind. PJK: Opvoeding en coaching CONTACTGEGEVENS: Stagebegeleider: Stagiair:

OPLEIDING SOCIAAL WERK REFERENTIEKADER STAGE 1 & STAGE 2

Een gelukkig leven. Mensen en digitaal werken

Stageconcept en -planning

TUTORING: EEN LEERSCHOOL IN DIVERSITEIT

Bijlage bij PROTOCOL Informatieplicht m.b.t. gescheiden ouders, PCPO

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

Profiel gemeenteraadslid

zorgvisie Heilige familie Lagere school

BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND ARTEVELDEHOGESCHOOL

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Professionele Teamontwikkeling Leiderschap, & Managementtraining Events en locatieverhuur

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

Vanuit VVOB werking

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

Ervaringen vanuit de Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent. Pedagogisch coachen

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Wat. lokaal project kinderarmoede innovatietraject binnen het inspirerend voorbeeld Huis van het Kind Anderlecht samenwerkingsverband tussen

Programma. Mentorenbijeenkomst PJK Dinsdag 7 oktober 2014 WELKOM! Duurzaam vorm geven aan stage: samenspel tussen werkveld en opleiding blijft nodig!

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

Competentievenster 2015

(voorbeelden van wat we willen zien)

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Schatgraven. Over de streep

Nieuwsbrief. Nieuws uit het team. Nieuws uit de ouderraad deel 1. Geen Palmpasen dit jaar. Nieuw op school. Herinnering!

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

oktober STUDIEDAG GR STAKINGSDAG 6 * Gr 7A en B naar de bibliotheek 3 4 * Opening Kinderboekenweek 10 * Gr 6 en 7 naar Theater

3 oktober samen met MENTOREN

Transcriptie:

BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN, COMMUNICEREN EN DOEN STAP 1: KENNIS VAN DE GEDRAGSINDICATOREN De student kent de indicatoren waarop hij beoordeeld zal worden. De student kent de minimumbepaling per indicator (= wat hij minimum moet uitvoeren om VOLDOENDE te halen) (zie deel 2). De student hee voor elke gedragsindicator een idee wat hij kan doen om de minimumbepaling te overs jgen (zie PLUSPUNTEN deel 2). STAP 2: COMMUNICATIE OVER DE GEDRAGSINDICATOREN De student neemt de verantwoordelijkheid om de stagementor (of andere betrokkenen) te informeren over de gedragsindicatoren. De student communiceert over de verwach ngen van de opleiding bij de gedragsindicatoren (zie deel 2: voldoende of pluspunten ). Als het niet duidelijk is binnen de stagecontext op welke manier de student aan de verwach ngen (zie deel 2) van de opleiding kan voldoen, dan neemt student ini a ef om dit te bespreken met de stagementor en/of stagebegeleider. STAP 3: UITVOEREN De student neemt leerkansen in de stagecontext. Hij oefent zich in het aantonen van de vaardigheden (zoals ze geformuleerd zijn in deel 2). De student noteert in zijn stageplan goede voorbeelden van situa es waarin hij de vaardigheden hee aangetoond. De student overlegt aan de hand van het stageplan over zijn leerproces. Hij wisselt uit en vraagt feedback aan de stagementor en/of stagebegeleider.

ROL VAN DE STAGEMENTOR: GEVEN VAN FEEDBACK STAP 1: DE STAGEMENTOR IS OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE GEDRAGSINDICATOREN De student hee de stagementor geïnformeerd over de verschillende gedragsindicatoren (zie deel 2). De student hee de stagementor geïnformeerd over de verwach ngen van de opleiding per gedragsindicator (zie deel 2). STAP 2: BEREIDHEID OM FEEDBACK TE GEVEN AAN DE STUDENT De stagementor gee op vraag van de student construc eve feedback over zijn handelen. De stagementor neem ini a ef om construc eve feedback te geven aan de student. STAP 3: DE STAGEMENTOR BESPREEKT FEEDBACK MET DE STUDENT EN DE STAGEMENTOR De stagementor bespreekt zijn feedback al jd met de student. De stagementor neemt deel aan de feedbackgesprekken ( jdens het stagebezoek van de stagebegeleider). De stagementor bereidt het stagebezoek voor op basis van documenten aangeleverd door de hogeschool. De gegeven feedback jdens het eerste stagebezoek is rich ng gevend bij het leerproces van de student. De gegeven feedback jdens het laatste stagebezoek gee rich ng aan het oordeel op de stage. ROL VAN DE STAGEBEGELEIDER: BEGELEIDEN EN OORDELEN STAP 1: ONDERSTEUNEN De stagebegeleider ondersteunt de student en de stagementor jdens het academiejaar. De stagebegeleider ondersteunt de student en de stagementor bij het zoeken naar leerkansen om te voldoen aan de verwach ngen van de opleiding (zie deel 2). STAP 2: BEREIDHEID OM FEEDBACK TE GEVEN De stagebegeleider gee op vraag van de student feedback en ps. De stagebegeleider gee geschreven feedback en ps op het stageplan. De stagebegeleider gee feedback en ps jdens de stagebezoeken. STAP 3: OORDELEN De stagebegeleider neemt op het einde van de stage een beoordelende rol in. De stagebegeleider bespreekt het oordeel van de stage in de organisa e samen met de stagementor en de student. De stagebegeleider bepaalt het eindpunt op de stage. In geval van twijfel bij het beoordelen van een gedragsindicator, kan de stagebegeleider dit bespreken in een collegiaal consult met andere stagebegeleiders.

DEEL 2: VERWACHTINGEN BIJ GEDRAGSINDICATOREN? Hieronder worden de gedragsindicatoren voor afstudeerstage concreter gemaakt. VOLDOENDE = wat je minimum moet aantonen PLUSPUNTEN = richtlijnen/voorbeelden die helpen verduidelijken wat meer dan de minimumverwach ng is Onderstaande gedragsindicatoren en richtlijnen moeten steeds afgestemd en geïnterpreteerd worden binnen de specifieke werking van de stageplaats. LEERRESULTAAT 3: AFSTEMMEN MET GEZINNEN (AFSLUITEND NIVEAU) De student behar gt het perspec ef van ouders in beleidsvoering. De student hee oog voor het perspec ef van ouders en brengt dit in gesprek met de mentor/ het team vanuit kennis van het ouderbeleid van de organisa e. De student onderneemt nieuwe ac es en volgt deze verder op. De student brengt extra inspira e in de organisa e hieromtrent. De student s muleert ouderbetrokkenheid. De student merkt zaken op vanuit observa e en kennis van het ouderbeleid. De student bespreekt deze grondig met de mentor/het team. De student voert één nieuwe ac e uit of levert een significante bijdrage aan een bestaand ini a ef dat bijdraagt aan het bevorderen van ouderbetrokkenheid op korte of lange termijn. De student voert meerdere (nieuwe) ac es. De student brengt extra inspira e in de organisa e hieromtrent. LEERRESULTAAT 4: GEZINNEN ONDERSTEUNEN (AFSLUITEND NIVEAU) De student ondersteunt gezinnen vanuit een posi eve basishouding. De student ondersteunt gezinnen op verschillende domeinen (bv. opvoeding, verzorging, financiën, huishouden, huisves ng, arbeid, sociaal netwerk ). De student zet flexibel, vanuit verschillende posi es en contexten een posi eve basishouding in bij de ondersteuning van gezinnen. De student hee oog voor verbinding van ouders. De student ondersteunt individuele en groepen van ouders. De student is een duidelijke meerwaarde op vlak van ondersteuning van gezinnen en wordt hiervoor gewaardeerd door ouders.

LEERRESULTAAT 5: PROFESSIONALISERING ONDERSTEUNEN (AFSLUITEND NIVEAU) De student coacht (een team) medewerkers. De student lokt gericht leren uit door (een team) medewerkers te coachen i.f.v. een doel bepaald door (een team) medewerker(s). De student volgt dit op via een traject (zowel bij individuele coaching als op teamniveau). De student zet doordachte methodieken in die bijdragen aan de coaching. De student zet teamcoaching in om als team concrete doelen te stellen en zo verder te groeien. De student benut op maal en maximaal kansen op de werkvloer om doorheen het dagdagelijks werk te coachen. LEERRESULTAAT 6: AANBOD EN BELEID VANUIT BETROKKENHEID VORM GEVEN (AFSLUITEND NIVEAU) De student inspireert teamleden via meerdere projecten die aansluiten bij het aanbod en beleid van de organisa e. De student verrijkt medewerkers door: inspirerende ideeën aan te reiken die aansluiten bij aanbod en beleid en deze samen met het team te realiseren. de manier waarop hij aan de slag gaat met deze ideeën. De student biedt vernieuwende ideeën aan die een eye-opener zijn voor het team. De student zet zijn crea viteit hierbij in. De student kan dit in situa es waar hij zich minder comfortabel voelt. De student hee oog voor duurzaamheid bij de realisa e. LEERRESULTAAT 7: EXTERNE PARTNERS BETREKKEN (AFSLUITEND NIVEAU) De student neemt een ac eve en verbindende rol op in een samenwerkingsverband. De student neemt een concreet onderdeel van een samenwerking met een bestaande of nieuwe partner in handen en volgt dit op. Hij zoekt in de samenwerking een win-win voor alle partners. De student brie de verantwoordelijke over de samenwerking. De student start de samenwerking met een nieuwe partner op (in het kader van het sociaal of pedagogisch beleid van de eigen organisa e). De student versterkt de samenwerkingsbanden (bijv. door nieuwe elementen aan de samenwerking toe te voegen). De student brie het team over de samenwerking. De student verbindt partners met elkaar. De student gee zinvolle sugges es over nieuwe partners voor de organisa e.

LEERRESULTAAT 8: MAATSCHAPPELIJKE ORIËNTATIE De student handelt als wereldburger. Gespreid over de stage, houdt de student in zijn handelen rekening met minstens 2 sporen van het metroplan voor wereldburgerschap: opvoeden tot wereldburgers: pedagogische principes en competen es democra e en burgerzin mensenrechten onderlinge a ankelijkheid duurzame ontwikkeling vrede sociale rechtvaardigheid De student houdt in zijn handelen rekening met meer dan 2 sporen van het metroplan. De student betrekt medewerkers en maakt ze hiervan bewust. De student betrekt gebruikers van de organisa e en maakt ze hiervan bewust. De student linkt zijn handelen aan actualiteit. LEERRESULTAAT 9: REFLECTEREN EN INNOVEREN De student analyseert samen met medewerkers betekenisvolle situa es in de stagecontext en bouwt zo samen nieuwe kennis en inzichten op. De student gebruikt een methodiek/observa es/vragen om op betekenisvolle ervaringen/situa es te reflecteren, terug te blikken en vooruit te denken. De student daagt hierbij anderen uit om meerdere perspec even in te nemen. De student doet dit zowel met individuen, als in groep. De student daagt uit tot kri sche reflec e, dur kri sche vragen te stellen, gericht op professionele groei (met aandacht voor sterktes). De student doet dit over uiteenlopende onderwerpen. De student daagt anderen uit om met de reflec es iets concreet te doen en volgt op.

LEERRESULTAAT 10: OMGAAN MET DIVERSITEIT (AFSLUITEND NIVEAU) De student toont inspirerende ac es van inclusief werken. Gespreid over de stage, gaat de student in dialoog met de medewerkers over het thema inclusief werken. De student toont een vernieuwende ac e van inclusief werken op minimum 2 van de volgende domeinen: begrip en waardering voor culturele, taalkundige, gezins- en individuele diversiteit binnen de organisa e zichtbaar en bespreekbaar maken en inze en in het creëren van gelijke kansen voor elk kind en elke jongere volwaardige par cipa e van alle kinderen/jongeren en hun ouders bevorderen door (redelijke) aanpassingen te voorzien waar noodzakelijk en ook oog te hebben voor gendergelijkheid kinderpar cipa e inze en als motor voor inclusief werken de toeleiding naar de organisa e en toegankelijkheid van de dienstverlening vergroten door bijv. ouderpar cipa e de toegankelijkheid van de organisa e op maliseren aan de hand van het concept universeel ontwerp De student toont meer dan 2 ac es aan. De student linkt zijn handelen aan de actualiteit.