Even uw aandacht Deze smaakmaker laat u toe kennis te maken met dit werk. Dit tekstfragment mag niet gebruikt worden voor opvoering. Het mag niet worden gedownload, afgedrukt of verder verspreid. Indien deze smaakmaker u bevalt, raden we u aan het volledige toneelstuk te ontlenen en te lezen voor u tot de aankoop van boekjes voor opvoering beslist. Veel leesplezier!
Een monoloog door Jack Jacobs Toneelfonds J. Janssens Antwerpen 2016 Nr. 1991
1 (Op het toneel ligt een berg lompen waarop een plankje ligt waarin windmolentjes voor kinderen staan. Hier en daar ligt wat oud ijzer verspreidt en er staan wat veilingkisten.) MAN: (Is gekleed in een korte broek en een hemd met ruitmotief. Heeft sportsokken aan en hoge schoenen. Komt van rechts op. Hij loopt een paar keer langzaam op en neer en bekijkt aandachtig waar hij tussendoor loopt. Neemt af en toe wat van het afgedankte spul in de handen. De stilte duurt hooguit twee minuten. Dan heel luid.) Vodden-oud ijzer-en-konijnenvellen.... Vodden-oud ijzer-en-konijnenvellen.... (Lacht.) Hahaha! Leuk hè!... Jammer je hoort 'em niet meer.... De echte voddenman! (Stilte.) (Weemoedig.) Maar in mijn herinnering leeft ie voort. Steeds voort! Als een markante straat figuur van het lange blonde type. Ik bedoel natuurlijk zo'n vent met een bijna gebeeldhouwd gezicht.... Bruin getaand door het weer van iedere dag.... Eigenlijk is zo'n vent een kunstwerk. Een bronzen beeld. Waarop de beeldhouwer zorgvuldig zijn patina heeft aangebracht.... Ja! Een kunstwerk, dat is ie!... Of liever dat was ie!... En kilometers dat ie maakte!... Volgens mij wel duizenden! En altijd te voet. meestal aan de rechterkant van zijn klein bruin trekpaard. (Glimlacht.)
2... Een iets uit de kluiten gegroeide pony met blonde manen. Een Shetlandse of een IJslandse. Maar het kan natuurlijk ook een ander ondermaats paard zijn geweest.... Weet je die pony's! Die hebben een groot uithoudingsvermogen.... Nee! Nee! Niet dat ik zo slim ben. Vroeger ben ik zelfs twee keer blijven zitten. Dat was in de eerste en de derde klas.... Ik heb dat gewoon ergens in een heel dik boek gelezen. En dan ga je er gewoon van uit dat dat zo is. (Lakoniek.) Nietwaar?... En de kar die dat paardje trok was plat.... Als er wat veel oud spul op die kar lag dan kon het er gemakkelijk weer van af vallen. Vooral als het paard hard liep.... Die kar hè!... Die kar heb ik nog precies in mijn gedachten. En weet je waarom?... (Loopt met een paar korte stappen naar voren.) Dat raad je nooit! Daarom zal ik het je maar zeggen.... Die wielen van die kar hadden rode velgen. (Lacht.) Hahaha!... Nee! Dat was geen gezicht! Vuurrode velgen!!... Eigenlijk leken ze wel een beetje op elkaar:... die voddenman en zijn pony. (Lacht.) Hahaha! Ze waren allebei blond en bruin.... Verdorie. Nou ben ik even de draad kwijt. (Met peinzende blik.)
3 O ja! (De man loopt op een van de veilingkisten toe. Neemt die op en zet ze dan op de hoge kant op het toneel, waarna hij er op gaat zitten.) Ik heb 'em weer.... De draad! (Luid.) Vodden-oudijzer-en-konijnevellen.... Nee! Daar was ik niet. Maar ik vind het zo'n mooie kreet hè.... Een heerlijke kreet. Lekker rauw! En uit volle borst.... Nee! Ik was bij de leidsel.... Die had ie meestal, dat wil zeggen zo vaak als ie bij ons in de straat kwam, in zijn linkerhand.... In de zomer kwam het wel 'ns voor dat zijn paard alleen liep. Op de plaatsen waar het wel 'ns oud brood van de kinderen kreeg, daar bleef het dan intuïtief staan.... Weet je! Een van die kinderen was ik.... Nou was er bij ons wel nooit zoveel oud brood:... maar in de schuur was altijd wel iets te vinden dat het paard lustte.... Ik gaf ook wel 'ns een peen of een stuk appel.... Weet je! Als je een paard voert dan moet je je hand vlak houden en met het voer er op onder zijn bek houden. (Maakt het gebaar.) Zo! Dat heeft mijn moeder me voor gedaan: want bij haar thuis hadden ze ook een paard.... Een zwart paard, met een witte bles op het voorhoofd. Ja! Een paard is een edel dier dat heeft niet zomaar een kop: dat heeft een hoofd!... Zij, mijn moeder dus, had vroeger zo'n hekel aan de geur van het eelt van de hoeven als het paard beslagen werd met nieuwe ijzers. Ja! Dat gebeurde in een soort kooi van palen, en als het paard dan daarin stond dan nam de smid een poot van het paard en bond die dan aan een dwarspaal van die palenkooi. Daarna nam ie dan de tang met het gloeiende ijzer uit het vuur doopte het in een emmer water en sloeg het met hoefnagels op de hoef van die vastgebonden poot vast. Dan brandde dat ijzer in die hoef en dat veroorzaakte die rare geur die mijn moeder niet graag rook.... Maar dat even tussen haakjes....
(Maakt overnieuw het gebaar van de vlakke hand.) 4 Dan neemt het paard het voer heel voorzichtig, ja want paarden zijn ook heel slimme beesten, tussen de lippen en slikt het naar binnen.... Soms likte het ook wel 'ns met de tong over mijn hand. Grof!... Grof was die tong. Net fijn schuurpapier. Maar dat was vies. En een heel gek gevoel dat kietelde. (Stilte.) Ongeveer om de vijf passen schalde het stemgeluid van de voddenman tussen de huizen door de straat in:... Vodden-oudijzer-en-konijnevellen. (Stilte.) (Loopt dan naar de voddenbaal en neemt een molentje uit het plankje.) Voor vodden, oude lompen, kreeg ik wel 'ns zo'n mooi bont windmolentje. Blauw met groene stippen of geel met rode stippen. En dan!... (Glimlacht melancholisch. Holt dan over het toneel.) Dan holde ik heel hard door de straat: zodat mijn molentje wind kon vangen en begon te draaien.... Ja! Vroeger was je nog blij met een windmolentje. Daar deed je dan ook alles voor om het te krijgen. Een keer toen we niets van vodden hadden heb ik gewoon een jas, de zondagse van mijn vader, van de kapstok genomen en die aan de voddenman gegeven. En toen kreeg ik toch zo'n molentje. Maar mijn ouders waren wel boos toen ze die jas misten. Ja! dat heeft me toen wel een paar flinke klappen opgeleverd. Die deden best pijn. Gek hè! Nou ik aan die pijn denk..., (Wrijft over zijn billen.) nou voel ik die opeens ook weer....