Gewijzigde Algemene plaatselijke verordening Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Vergelijkbare documenten
Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Nuth december. Officiële uitgave van gemeente Nuth.

*Z BB3* documentnr.: INT/M/15/18978 zaaknr.: Z/M/15/22442

*Z00FBE7EDC1* documentnr.: INT/G/15/18100 zaaknr.: Z/G/15/22441

Wijziging Model-Algemene plaatselijke verordening zomer Leeswijzer modelbepalingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

De wijzigingen zijn cursief en dikgedrukt in het gewijzigde artikel weergegeven.

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

ECLBR/U Lbr. 15/063. Voor u ligt de ledenbrief bij de jaarlijkse actualisering van de Model-Algemene Plaatselijke Verordening.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Ferwerderadiel

Integrale tekst van de artikelen APV behorende bij voorgestelde wijziging APV

Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/ Behandelend ambtenaar L. Wignand Postreg.nr. Tel.nr Datum:

Voorstel voor burgemeester en wethouders

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

A. In artikel 2.14 komen het tweede en derde lid te vervallen onder vernummering van het vierde lid naar het tweede lid.

I I. OóijÉ^1!^ Het betreft de navolgende geringe aanpassingen ten opzichte van de laatste model-apv van VNG.

Gelet op de diversiteit aan wijzigingen wordt voorgesteld de APV in z n geheel op nieuw vast te stellen.

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013, nr. 86;

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nr. BWV ;

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

RAADSINFORMATIEBRIEF 13R ^

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2014

Aan de Raad, Heerhugowaard, 12 december 2006

Raadsvoorstel agendapunt

INRITTENBELEID GEMEENTE VOERENDAAL

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

Besluit van de gemeenteraad

HONDENBELEID BEVERWIJK

BESLUIT: Artikel I Wijzigingen van de Algemene plaatselijke verordening 2011

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ;

Besluit raad verordening

VERORDENING WIJZIGING APV (LAATSTELIJK GEWIJZIGD 24 SEPTEMBER 2013)

Vastgesteld door Burgemeester en wethouders In werking getreden op 1 november Toetsingskader Inritten

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

VIUC. Andrea Weijers-Meijer. Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:

2. Motivering Problematiek geschetst: - De zandput aan de Beelaertsweg is geen eigendom van de gemeente, maar van Beheersmaatschappij Jac. Caron BV.

Ruimte voor honden. Uitrenterrein Honden mogen hier los lopen. Verboden-voor-hondenterrein Honden mogen hier niet komen

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

HONDENBELEID BRIELLE

Bijlage 1 bij raadsvoorstel Actualisatie Algemene plaatselijke verordening Voorgestelde wijzigingen

gemeente Eindhoven Voorstel De Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2010 in overeenstemming met het ontwerpbesluit wijzigen.

*16int01257* *16int01257*

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 januari 2015;

Artikel Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie (huidig artikel)

Voorstel Gemeenteraad VII- G

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort 2016

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer: Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

Onderwerp: Algemene plaatselijks verordening gemeente Scherpenzeel Rapport aan B&W d.d. 21 maart 2016 secretaris M.K. Niermeijer- Benthem

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Beleidsplan gemeente Staphorst

*Z01A8DB6925* Raadsvoorstel (openbaar) 1500 Afdeling ROVM. Conform besloten B en W d.d. 30 augustus bespreekstuk

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018, nr. BWV ;

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Beleidsregel uitwegvergunningen gemeente Landsmeer 2015

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

3 Besluit Gelet op artikel 2.2 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteit:

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Betreft 1. Nieuw beleid inzake overlast Honden(poep). 2. Kredietbesluit.

Beleidsregels Oplaadinfrastructuur Elektrische Voertuigen gemeente Amersfoort

VNG Model Algemene plaatselijke verordening Laatst gewijzigd:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Samenvatting Inleiding In juni 2010 is de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Grave vastgesteld.

Vierde wijziging Algemene plaatselijke verordening Eijsden-Margraten. gelet op de behandeling in de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen;

De centrale gedachte bij de ontwikkeling van de Wabo is de één loket gedachte. Eén aanvraag, één bevoegd gezag, één procedure.

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53

Parkeerverordening. C!! emborg

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Erfgoedverordening gemeente Houten

Kenmerk: / gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2017;

Wijzigingen APV 2016 (met groen aangegeven)

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (vijfde wijziging)

Parkeerverordening 2013

Bijlage. Uitlaatbeleid

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven

Algemene Plaatselijke Verordening Hollands Kroon

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

Protocol gevaarlijke honden gemeente Zwolle

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Beleidsregel 'Procedure voorselectie en vergunning circus'

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

Artikel Tekst huidig artikel Tekst nieuw artikel Reden wijziging

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Harlingen Nr. 132020 28 juli 2017 Gewijzigde Algemene plaatselijke verordening Harlingen 2015 DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 2017 Besluit de wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Harlingen 2015 vast te stellen± Artikel I De Algemene plaatselijke verordening Harlingen 2015 wordt gewijzigd als volgt: A B C Artikel 1:3 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend korter dan daarvoor geldende beslistermijn vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken. Artikel 1:8 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 1:8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van: Artikel 1:3 [gereserveerd] Artikel 1:8 Weigeringsgronden 1. Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. d. de bescherming van het milieu. 2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is. Artikel 2:12 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden zonder vergunning van het college: Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college een uitweg te maken naar de a. een uitweg te maken naar de weg; b. van de weg gebruik te maken voor het hebben van een uitweg; weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 c. verandering te brengen in een bestaande uitweg wordt de vergunning slechts geweigerd: naar de weg. a. ter voorkoming van gevaar voor het verkeer 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt op de weg; onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. b. indien de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; 3.Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd in het belang van: c. indien door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; of a. de bruikbaarheid van de weg; d. indien er sprake is van een uitweg van een b. het veilig en doelmatig gebruik van de weg; perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg 1

c. de bescherming van het uiterlijk aanzien van ten koste gaat van een openbare parkeerplaats de omgeving; of het openbaar groen. d. de bescherming van groenvoorzieningen in 3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de de gemeente. 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt schapskeur of het provinciaal wegenreglement. Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Water- voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement. D Artikel 2:15 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 2:15 [gereserveerd] Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert. E F G Artikel 2:39, tweede lid, onder b, (speelgelegenheden) wordt gewijzigd als volgt: b. speelgelegenheden waarvoor de minister van Justitie of de Kamer van Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen; Artikel 2:57 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 2:57 Loslopende honden lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen. d. In een recreatiegebied in de periode van 15 maart tot en met 30 september zonder dat die hond aangelijnd is. 2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a niet geldt. 3. De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond. Artikel 2:59 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 2:59 Gevaarlijke honden b. speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen; Artikel 2:57 Loslopende honden lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; c. buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats indien de hond niet is aangelijnd; of d. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen. e. In een recreatiegebied in de periode van 15 maart tot en met 30 september zonder dat die hond aangelijnd is. 2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a niet geldt. 3. De verboden genoemd in het eerste lid onder a t/m c gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond. Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 2

lopen op een openbare plaats of op het terrein lopen op een openbare plaats of op het terrein van een ander: van een ander: a. anders dan kort aangelijnd nadat het college a. anders dan kort aangelijnd nadat de burgemeester aan de eigenaar of de houder heeft be- aan de eigenaar of de houder heeft bekendgemaakt dat het die hond gevaarlijk of hinderlijk kendgemaakt dat het die hond gevaarlijk of hinacht en een aanlijngebod in verband met het derlijk acht en een aanlijngebod in verband met gedrag van die hond noodzakelijk vindt; het gedrag van die hond noodzakelijk vindt; b. anders dan kort aangelijnd en voorzien van b. anders dan kort aangelijnd en voorzien van een muilkorf nadat het college aan de eigenaar een muilkorf nadat de burgemeester aan de eiof de houder heeft bekendgemaakt dat het die genaar of de houder heeft bekendgemaakt dat hond gevaarlijk of hinderlijk acht en een aanlijn het die hond gevaarlijk of hinderlijk acht en een en muilkorfgebod in verband met het gedrag aanlijn en muilkorfgebod in verband met het van die hond noodzakelijk vindt. gedrag van die hond noodzakelijk vindt. 2. In afwijking van artikel 2:57, eerste lid onder 2. In afwijking van artikel 2:57, eerste lid onder c, geldt voor het bepaalde in het eerste lid boven- d, geldt voor het bepaalde in het eerste lid bodien dat de hond voorzien moet van een door vendien dat de hond voorzien moet van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is. microchip die met een chipreader afleesbaar is. 3. In het eerste lid wordt verstaan onder: 3. In het eerste lid wordt verstaan onder: a. muilkorf: een muilkorf als bedoeld in artikel a. muilkorf: een muilkorf als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Regeling agressieve dieren; 1, onder d, van de Regeling agressieve dieren; b. kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met b. kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, die niet langer is dan 1,50 meter. halsband, die niet langer is dan 1,50 meter. 4. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Regeling agressieve dieren. 4. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Regeling agressieve dieren. H I Artikel 2:77, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 1. De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot 1. De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten plaatsing van vaste camera s voor een bepaalde tot plaatsing van camera s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op duur ten behoeve van het toezicht op een openbare een openbare plaats. plaats. Artikel 4:1 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 4:1 Begripsomschrijvingen Artikel 4:1 Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: In deze afdeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer; b. inrichting: inrichting type A of type B als be- a. Besluit: Activiteitenbesluit milieubeheer; b. inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eidoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; genaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden; verbonden; e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen; die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen; f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgegeluidhinder worden aangemerkt als geluidsge- voelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting; voelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting; g. geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op g. geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terrei- 3

worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij de betreffende inrichting; nen met uitzondering van terreinen behorende bij de betreffende inrichting; h. onversterkte muziek: alle muziek die niet h. onversterkte muziek: alle muziek die niet elektronisch is versterkt. Indien versterkte ele- elektronisch is versterkt. Indien versterkte ele- menten worden gecombineerd met onversterkte menten worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek; elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek; J K Artikel 4:3 lid 2 ( Kennisgeving incidentele festiviteiten) wordt gewijzigd als volgt: 2.Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 4 incidentele festiviteiten per kalenderjaar 2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 4 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve de verlichting langer aan te houden ten be- hoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 van sportactiviteiten waarbij art. 3.148,, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing eerste lid van het Besluit niet van toepassing is, is, mits de houder van de inrichting ten minste mits de houder van de inrichting ten minste tien tien werkdagen voor de aanvang van de festivihet werkdagen voor de aanvang van de festiviteit teit het college van burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld. college van burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld. Artikel 5:24 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen ofte hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water. 2. Degene die voornemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een perma- nent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan het college. 3. De melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en een be- schrijving van de aard en omvang van het voorwerp. 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen ofte hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water. 2. Degene die voornemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een permanent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan het college. 3. De melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en een beschrijving van de aard en omvang van het voorwerp. 4. Van de melding wordt kennis gegeven op de in de gemeente gebruikelijke wijze van bekendmaking. Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswer- zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt 5. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor ken, de Provinciale vaarwegenverordening, de voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitie- Telecommunicatieverordening. reglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet. Artikel II Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking. Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 24 mei 2017, de voorzitter 4

, de raadsgriffier 5

Artikelsgewijze toelichting op de wijzigingen Artikel 1:3 De wetgever heeft in de Algemene wet bestuursrecht een sluitend systeem neergelegd voor de afhandeling van aanvragen: die worden ingewilligd of geweigerd. In artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is daarop één uitzondering gemaakt: een aanvraag die zo gebrekkig is dat die moet worden aangevuld voor ze kan worden afgehandeld kan buiten behandeling worden gelaten. Wel moet de aanvrager de kans krijgen om de aanvraag aan te vullen. In dat systeem past niet dat bij gemeentelijke verordening een aanvullende grond wordt geïntroduceerd waarmee een aanvraag buiten behandeling kan worden gelaten. Daarom komt artikel 1:3 van de APV te vervallen. Een aanvraag die dusdanig laat wordt ingediend dat een volledige, goede en tijdige beoordeling niet mogelijk is zal moeten worden afgewezen in plaats van buiten behandeling worden gelaten. Zie in dit verband de toelichting bij de wijziging van artikel 1:8. Artikel 1:8 Zoals in de toelichting hierboven uiteen is gezet kunnen gemeenten bij verordening geen aanvullende gronden stellen waarmee een aanvraag buiten behandeling kan worden gelaten, zoals voorheen was gedaan in artikel 1:3 ten aanzien van aanvragen die werden ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig had. Het is echter weinig zinvol voor zowel de gemeente als de aanvrager om te beginnen met een inhoudelijk toetsing van een aanvraag als door het (late) tijdstip van indienen van de aanvraag een volledige en goede beoordeling hiervan niet redelijkerwijs mogelijk is vóór de beoogde datum van de activiteit waarvoor de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft. Een vergunning of ontheffing zal in dergelijke gevallen niet (tijdig) verleend kunnen worden. Zie in dit verband ook artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Een (snelle) weigering schept (snel) duidelijkheid voor de aanvrager en voorkomt een onnodige inspanning aan de kant van de gemeente. Het tweede lid biedt nu een weigeringsgrondslag voor dergelijke gevallen, voor zover de betreffende aanvraag is ingediend minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is. Artikel 2:12 In het eerste lid is ter verduidelijking nu expliciet aangegeven dat een uitwegvergunning een omgevingsvergunning onder de Wabo is. Artikel 2:15 Eerder was dit artikel geschrapt uit de model Apv en de Apv van de gemeente Harlingen. In de praktijk bleek dat er toch behoefte is aan dit artikel. Artikel 2:10 Apv maakt het bijvoorbeeld niet mogelijk om op te treden tegen uitzicht belemmerende beplantingen of voorwerpen buiten de weg die het verkeer het zicht ontnemen. Om deze reden is het artikel weer opgenomen in de model Apv van de VNG. Ook in de gemeente Harlingen bleek vanuit de praktijk behoefte aan dit artikel. Artikel 2:39 De verwijzing naar de minister van Justitie of de Kamer van Koophandel als bevoegd bestuursorgaan voor het verlenen van vergunningen voor loterijen en exploitatievergunningen voor kansspelautomaten is achterhaald. Deze bevoegdheid komt sinds de instelling van de kansspelautoriteit op 1 april 2012 en de daarmee samenhangende wijziging Wet op de kansspelen toe aan de raad van bestuur van de kansspelautoriteit. De bepaling is dienovereenkomstig aangepast. Artikel 2:57 Lid 1 (het is de eigenaar of houder van een hond lopen) krijgt een nieuw onderdeel c: buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats indien de hond niet is aangelijnd. Dit onderdeel houdt in dat het mogelijk is om ook buiten de bebouwde kom plaatsen aan te wijzen waar honden moeten worden aangelijnd. In sommige gevallen wordt het als probleem ervaren dat honden buiten de bebouwde kom loslopen, daarom is de mogelijkheid gecreëerd om buiten de bebouwde kom gebieden aan te wijzen waar de hond aan de lijn moet blijven. Lid 3 wordt derhalve ook aangepast, zodat de uitzondering van lid 1 aanhef en onder a en b nu ook van toepassing is onder het nieuwe onderdeel c. Artikel 2:59 In lid 1, aanhef en onder a en b, wordt de bevoegdheid van het college om op te treden tegen gevaarlijke en hinderlijke honden veranderd in een bevoegdheid van de burgemeester. Dit was voorheen aan het college toebedeeld, echter heeft deze bevoegdheid een sterk karakter van openbare orde en wordt een dergelijk besluit vaak genomen na een incident, waardoor een zekere spoed geboden is. Om deze redenen is voortaan de burgemeester bevoegd om ge- en verboden op te leggen met betrekking tot gevaarlijke honden. Artikel 2:77 Per 1 juli 2016 is de Wijziging van de Gemeentewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de burgemeester tot de inzet van cameratoezicht (Stb. 2016/130) in werking getreden. Op grond van het hierbij gewijzigde artikel 151c van de Gemeentewet kan de raad thans bij verordening zoals 6

de APV de burgemeester de bevoegdheid verlenen om, als dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten om voor een bepaalde duur camera s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn. Niet langer is deze mogelijkheid beperkt tot het plaatsen van vaste camera s, thans behoort ook mobiel cameratoezicht tot de mogelijkheden. Met de wijziging van artikel 2:77, eerste lid, van de APV (het woord vaste komt te vervallen) wordt van de mogelijkheid om de bevoegdheid van de burgemeester te verruimen gebruik gemaakt. Of deze (verruimde) bevoegdheid ingezet wordt blijft uiteindelijk ter beoordeling van de burgemeester, die hierbij onder andere gehouden is aan de kaders en procedures zoals deze zijn uiteengezet in artikel 151c van de Gemeentewet. Artikel 4:1 In sub a wordt Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer veranderd in Activiteitenbesluit milieubeheer Artikel 4:3 Art. 4:113, eerste lid van het Besluit wordt veranderd in art. 3.148, eerste lid van het Besluit. Artikel 5:24 Er is gekozen voor een beperkte aanpassing van dit artikel. Er is een nieuw vierde lid opgenomen, dat regelt dat van een melding openbaar kennis wordt gegeven, zodat belanghebbenden desgewenst bezwaar kunnen aantekenen. Het oude vierde lid is voorts geactualiseerd, voorzien van een nadere redactionele verbetering en vernummerd tot vijfde lid. 7