Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VWO 2013

Correctievoorschrift VWO 2013

Eindexamen natuurkunde vwo II

Eindexamen vwo natuurkunde II

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Gebruik het tabellenboekje.

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

natuurkunde bezem vwo 2016-I

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Eindexamen havo natuurkunde II

natuurkunde havo 2018-II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde vwo I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot I

natuurkunde havo 2017-II

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Eindexamen natuurkunde havo I

voorbeeld van een berekening: Uit de definitie volgt dat de ontvangen stralingsdosis gelijk is aan E m,

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde vwo I

natuurkunde oud programma havo 2015-I

natuurkunde vwo 2017-I

Eindexamen natuurkunde havo II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

natuurkunde havo 2016-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde havo I

natuurkunde vwo 2018-II

natuurkunde vwo 2018-I

Opgave 1 Millenniumbrug

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-II

natuurkunde havo 2017-I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2013-I

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-I

natuurkunde vwo 2019-II

natuurkunde havo 2019-II

natuurkunde vwo 2017-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo I

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde havo I

natuurkunde havo 2015-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

Opgave 1 Millenniumbrug

natuurkunde havo 2018-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2007-II

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 1 vmbo gl/tl II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2006-II

natuurkunde havo 2016-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2004-II

Correctievoorschrift VWO

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II

Correctievoorschrift VWO 2012

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Eindexamen havo natuurkunde pilot I

Correctievoorschrift VWO

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

natuurkunde vwo 2016-II

natuurkunde vwo 2016-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I

Vraag Antwoord Scores

Correctievoorschrift HAVO 2012

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2008-I

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Correctievoorschrift VWO. natuurkunde 1,2 (Project Moderne Natuurkunde)

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-I

HAVO & VHBO 1995 Natuurkunde tijdvak 1

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2002-I

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II

Uitwerking examen e tijdvak

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl II

natuurkunde havo 2015-II

Correctievoorschrift HAVO. Natuurkunde 1,2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak CV27 Begin

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2007-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Transcriptie:

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I Beoordelingsmodel Opgave Sprint maximumscore De snelheid is constant omdat het (s,t)-diagram (vanaf 4 seconde) een rechte lijn is. De snelheid is gelijk aan de helling van de lijn (vanaf 4 seconde): x 69 v = = =, 7 m s. t 5,9 inzicht dat een rechte lijn in het (s,t)-diagram betekent dat de snelheid constant is aantonen dat v =, 7 m s maximumscore 3 uitkomst: F =,3 0 N (met een marge van 0, 0 N ) voorbeeld van een bepaling: De versnelling a is te bepalen uit de helling van het (v,t)-diagram. v, 7 Dit geeft: a = = =,93 ms. t 4,0 Er geldt: F = ma. Invullen levert: F = ma = 80,93 =,3 0 N. gebruik van F = ma v gebruik van a = t completeren van de bepaling - -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 3 maximumscore 3 voorbeelden van een antwoord: methode De afgelegde weg in de eerste 4 seconde is gelijk aan de oppervlakte onder het (v,t)-diagram. Hieruit volgt x = 4,0,7 = 3 m. Aflezen uit figuur levert dat de afgelegde afstand na 4 seconde gelijk is aan 3 m. (Dus de figuren zijn niet met elkaar in overeenstemming.) inzicht dat de afgelegde weg gelijk is aan de oppervlakte onder het (v,t)-diagram aflezen van de afgelegde afstand na 4 seconde in figuur completeren van het antwoord methode De beweging is in de eerste 4 seconde éénparig versneld. Dus geldt voor de afstand: s() t = at. Invullen levert: s (4) =,9 4,0 = 3 m. Aflezen uit figuur levert dat de afgelegde afstand na 4 seconde gelijk is aan 3 m. (Dus de figuren zijn niet met elkaar in overeenstemming.) inzicht dat s() t = at aflezen van de afgelegde afstand na 4 seconde in figuur completeren van het antwoord Opmerking Als een leerling de snelheid op een punt bepaalt door een raaklijn te tekenen in de figuur op de uitwerkbijlage en deze snelheid vergelijkt met figuur 3: uiteraard goed rekenen. 4 maximumscore 3 Er geldt: E = Pt = mv Omdat P constant is, volgt hieruit dat k. evenredig is met t. Ofwel: v= k t. v recht inzicht dat E = Pt inzicht dat E = mv inzicht dat k v recht evenredig is met t - -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 5 maximumscore 5 Invullen van formule () levert:,7 = k 4,0. Hieruit volgt: k = 5,85. In de afgeleide van formule () is de factor vóór t gelijk aan,5 3,9 = 5,85. Dat klopt. De exponent van t in formule () is,5. Volgens de gegeven regel moet de snelheidsfunctie dan een t-exponent hebben van,5 = 0,5. Dat klopt ook. Dus hypothese wordt bevestigd. 3 Na 4 seconde geldt: E k = mv = 0,5 80,7 = 5,48 0 J. Voor het vermogen geldt dan: Ek 5,48 0 P = = =, 4 kw. t 4,0 uitrekenen van k met formule () constateren dat de waarde van k overeenkomt met,5 3,9 = 5,85 inzicht dat de snelheidsfunctie een t-exponent moet hebben van 0,5 Ek gebruik van P = met E k = mv t completeren van de deelantwoorden Opmerking Het laatste scorepunt wordt verkregen als de waarde van k en de grootte van het constante vermogen correct zijn. 3-3 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I Opgave Stad van de Zon 6 maximumscore 3 4 uitkomst: A =,9 0 m voorbeeld van een berekening: Pnuttig Er geldt: η = 00%. P Invullen levert: in P str Bij volle zon geldt: Hieruit volgt: Pelektr 3,75 0 7 = = =,88 0 W. η 0,3 I = 000 W m. 7,88 0 4 A = =,9 0 m. 000 Pnuttig gebruik van η = 00% met P in 6 nuttig 6 P = 3,75 0 W Pstr inzicht dat A = I completeren van de berekening 7 maximumscore 4 voorbeelden van een antwoord: methode Er geldt: P = 0,0 P. gem max Voor de energie die de zonnepanelen leveren geldt dan: 6 3 6 E = Pt = 0,0 3,75 0 365 4 3600 =,8 0 J = 3,9 0 kwh. 3,9 0 Dit is genoeg voor het aantal huishoudens: n = = 899. 3656 Dit is kleiner dan de geplande 600. Dus de zonnepanelen leveren niet voldoende energie. omrekenen van piekvermogen naar gemiddeld vermogen gebruik van E = Pt delen van de totale energie door het gemeenschappelijk verbruik per huishouden of delen van de totale energie door het aantal huishoudens consequente conclusie 6-4 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I methode Er is nodig voor de hele wijk aan energie: Er geldt: P = 0,0 P. gem max 6 E = 600 3656 = 5,850 0 kwh. Voor de energie die de zonnepanelen leveren geldt dan: 6 3 6 E = Pt = 0,0 3,75 0 365 4 3600 =,8 0 J = 3,9 0 kwh. Dus de zonnepanelen leveren niet voldoende energie. uitrekenen van de totale benodigde energie omrekenen van piekvermogen naar gemiddeld vermogen gebruik van E = Pt consequente conclusie 8 maximumscore 3 0 hoort bij 0 V en hoort bij 8 V U Bij een weerstand van,5 Ω geldt:,5. I = Trekken van een rechte lijn in de grafiek door de punten (0,0) en (0 V, 4 A) of uitproberen, levert het punt (,5 V, 5,0 A) (met marges van 0,5 V en 0, A). inzicht dat 0 hoort bij U = 0 V en dat hoort bij I = 0 A U inzicht dat bij een weerstand van,5 Ω geldt:,5 I = completeren van het antwoord - 5 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 9 maximumscore 4 Het maximale vermogen wordt geleverd bij: U = 4 V. U 4 Dus: R = = = 3, 0 Ω. I 4,6 gebruik van P = UI tekenen van de juiste grafiek U gebruik van R = bij P I max completeren van het antwoord - 6 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 0 maximumscore 4 uitkomst: d lens = 0, m en f = 0, 45 m voorbeeld van een berekening: Er geldt: cel lens cel lens concentratiefactor = A d. A = d Invullen levert: Hieruit volgt: d lens = 5 0,044 = 0, m. lens d 5 =. 0,044 Uit bovenstaande schets blijkt: d d cel lens x =. f Voor de afstand s tussen de lens en de zonnecel geldt: s = f x, dus geldt: x= f s. Invullen levert: 0,044 f = 0,36 f = 0, 45 m. 0, f lens lens inzicht dat concentratiefactor = A d A = d dcel inzicht dat d lens cel cel x = f inzicht dat x= f s completeren van de berekeningen Opmerking Als de kandidaat ervan uitgaat dat geldt: s = x+ f, ofwel: x= s f : goed rekenen. - 7 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I maximumscore 5 uitkomst: n =, 5 voorbeeld van een bepaling: Een straal evenwijdig aan de hoofdas gaat na de lens door het brandpunt. Er vindt alleen breking plaats bij de overgang van glas naar lucht. Hiervoor geldt: sin i =. sin r n o o Opmeten uit de figuur levert voor deze breking: i = 30 en r = 49. Invullen levert n =, 5. inzicht dat de lichtstraal bij het bovenste grensvlak niet breekt inzicht dat de lichtstraal na het onderste grensvlak door het brandpunt gaat gebruik van sin i = sin r n o opmeten van i en r (met marges van ) completeren van de bepaling - 8 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I Opgave 3 Springdrum maximumscore 3 trillingen komen overeen met 0,00 s. 0,00 3 Hieruit volgt: T = = 3,33 0 s. 3 Voor de grondfrequentie geldt dus: f = = = 3, 0 0 Hz. 3 T 3,33 0 aflezen van de trillingstijd uit de figuur uitrekenen van f 3 maximumscore 3 voorbeelden van een antwoord: methode De lengte van de veer bedraagt ongeveer 50 cm, dus de golflengte is ongeveer 40 cm. In één trillingstijd legt de golf één golflengte af. Invullen van s = vt levert: 0, 4 = T. Dus T = 0, s, en dus f = 5 Hz. (Dus is de veronderstelling van Sandra onjuist.) schatten van λ inzicht dat in één trillingstijd de golf één golflengte aflegt consequente conclusie methode De lengte van de veer bedraagt ongeveer 50 cm, dus de golflengte is ongeveer 40 cm. Bij een frequentie van 300 Hz geldt voor de golfsnelheid: v= fλ = 300 0,40 =, 0 ms. (Dus is de veronderstelling van Sandra onjuist.) schatten van λ inzicht dat v= fλ completeren van de bepaling Opmerkingen Als de leerling de lengte van de veer gelijkstelt aan één golflengte en niet aan 5 golflengte: niet aanrekenen. 4 De schatting van de golflengte mag liggen tussen 0 cm en 80 cm. - 9 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 4 maximumscore De trillingsrichting van de longitudinale golf in de veer komt overeen met de trillingsrichting van het vel. 5 maximumscore 5 uitkomst: het is de 6e boventoon voorbeeld van een berekening: 8 Voor de longitudinale golfsnelheid geldt: vl = 0, 46 = 4,5 ms. 0,05 4,5 Voor de golf geldt: v= λ f. Invullen levert: λ = = 0,4 m. 300 = n λ. Voor de staande longitudinale golf geldt: ( ) 4 0,46 = n 0,4. Invullen levert: ( ) 4 Dit geeft n = 7. Het is dus de 6e boventoon. C invullen van vl = met m = 0,05 kg m gebruik van v= λ f inzicht dat ( ) 4 = n λ completeren van de berekening noemen van de juiste boventoon Opmerking Als de kandidaat een rekenfout maakt en daardoor voor n een niet geheel getal krijgt, mag de kandidaat voor het noemen van de boventoon naar boven of naar beneden afronden. (Stel dat de kandidaat uit de berekening krijgt n = 8,4, dan mag de 8e boventoon goed gerekend worden en ook de 9e boventoon.) - 0 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I Opgave 4 Op zoek naar Higgs 6 maximumscore 3 Het magneetveld is van de lezer af gericht. De lorentzkracht is in het vlak van tekening naar beneden gericht. Uit een richtingsregel volgt dat de stroom van rechts naar links gaat in het vlak van tekening. Omdat het deeltje van links naar rechts beweegt, is de lading van de deeltjes negatief. Het deeltje is dus een muon. tekenen van de richting van de lorentzkracht inzicht dat de bewegingsrichting tegengesteld is aan de stroomrichting consequente conclusie 7 maximumscore Een deeltje en zijn antideeltje hebben tegengestelde ladingen. Dus werkt de lorentzkracht op het antideeltje in de andere richting, vergeleken met zijn bewegingsrichting. Dus is b het goede antwoord. inzicht dat een deeltje en antideeltje tegengestelde ladingen hebben consequente conclusie Opmerkingen Als bij de uitleg alleen staat: spiegeling of symmetrie, dit niet goed rekenen. Een antwoord zonder uitleg: geen punten toekennen. 8 maximumscore Invullen van de eenheden in de formule levert: N m = T Cms m. De formule voor de lorentzkracht luidt: FL = Bqv. Invullen van deze formule levert: N = TCms. Combineren van beide levert: Nm= Nm. inzicht dat N = TCms completeren van het antwoord - -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 9 maximumscore 4 voorbeelden van een antwoord: methode Als deeltjes afremmen wordt E kleiner. Daardoor wordt r kleiner. Dus kan oorzaak I de grotere straal niet verklaren. Als B kleiner is, dan is r groter. De straal buiten de cirkel is groter. Dus kan oorzaak II de grotere straal wel verklaren. inzicht dat bij afremmen E en dus r kleiner wordt completeren van de uitleg over oorzaak I inzicht dat een kleinere B een grotere r tot gevolg heeft completeren van de uitleg over oorzaak II methode Voor deze cirkelbeweging geldt: F mpz = F L. Invullen levert: v m Bqv. r = mv Dit levert: r =. Bq Als deeltjes afremmen wordt v kleiner. Daardoor wordt r kleiner. Dus kan oorzaak I de grotere straal niet verklaren. Als B kleiner is, dan is r groter. De straal buiten de cirkel is groter. Dus kan oorzaak II de grotere straal wel verklaren. mv inzicht dat r = Bq completeren van de uitleg over oorzaak I completeren van de uitleg over oorzaak II - -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 0 maximumscore 4 6 uitkomst: m = 4 0 kg voorbeeld van een bepaling: Voor de straal van de baan binnen de cirkel is de schatting: r = 5 m. Invullen in de formule levert: 9 8 9 E = Bqrc = 4,,6 0 5 3 0 =,0 0 J. Deze energie komt overeen met een massa volgens E = mc. 9 8 6 Invullen levert:,0 0 = m (3 0 ). Dit levert: m=, 0 kg. Er ontstaan 4 deeltjes. Dus volgt voor de massa van het Higgs-deeltje: 6 6 m = 4, 0 = 4 0 kg. schatten van de straal van de baan (met een marge van m) 9 8 invullen van de formule met q =, 6 0 C en c = 3, 0 0 m s gebruik van E = mc completeren van de bepaling Opgave 5 Zeilen maximumscore inzicht dat vuit = vin + v completeren van de constructie - 3 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I maximumscore De richting van v is ook de richting van de kracht van het zeil op de wind. Op het zeil werkt dus een reactiekracht van de wind op het zeil die tegengesteld hieraan gericht is. inzicht dat de richting van v gelijk is aan de richting van de kracht van het zeil op de wind inzicht in de wisselwerkingswet Opmerking Als de kandidaat alleen antwoordt wisselwerking of actie = reactie : scorepunt toekennen. 3 maximumscore 3 uitkomst: v = 3,7 ms (met een marge van 0, ms ) voorbeeld van een bepaling: De grootte van de component van de kracht op het zeil bedraagt:, 3 F vaarrichting = 450 =,7 0 N. 3, 4 Aflezen uit de grafiek levert: v = 3, 7 m s. construeren van de component van de kracht in de vaarrichting (met een marge van 0, cm) gebruik van de verhoudingsfactor completeren van de bepaling - 4 -

Eindexamen vwo natuurkunde 03-I 4 maximumscore 4 Kracht Moment tegen de klok in Moment met de klok mee F wind X F z boot X F zwaard X X F z Maarten Er geldt: Σ M = 0. Dus geldt: Fwind rwind + Fzwaardrzwaard + Fz,bootrz,boot + Fz,maartenrz,maarten = 0. Invullen levert: 3,8 0 6,0 + 3,8 0 0,4 5,8 0 0,7 7,5 0 r = 0. Dit levert in de tekening: r =,7 cm. Op de tekening komt,4 m overeen met 3,3 cm.,7 Voor de werkelijke afstand geldt: r =, 4 =, m. 3,3 inzicht dat de draairichtingen van de momenten van Fwind en Fzwaard met de klok mee zijn en de draairichtingen van de momenten van F en F tegen de klok in z boot z Maarten gebruik van de momentenwet opmeten van de drie krachtarmen in de figuur (met marges van 0, cm) completeren van de bepaling - 5 -