Werken met het genre van het sprookje in de klas. Dr. Françoise Lucas Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Vergelijkbare documenten
7 in 1 klap. 7 in 1 klap

Gelderse Museumdag zaterdag 19 oktober Speurtocht door het sprookjesbos

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Lestip 'Roodkapje was een toffe meid'

BSO VAKANTIEPROGRAMMA

Educatief schoolreisprogramma voor de bovenbouw Tijdens het schoolreisje

Voorlezen en vertellen - Pabo 1. Voorlezen en vertellen Pabo 1

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Doelgroep: 1 ste graad basisonderwijs

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

MET HEN KUN JE LEZEN EN SCHRIJVEN Creatief schrijven integreren in de leerlijn Literatuur in het VO

Vraagwoorden. kaartjes voor kleuters

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

Winkelen in het bos?

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal.

Workshop Evenwicht, je leven in Balans Werkboek bijeenkomst 1

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

DE SPROOKJESPARADE. Rolverdeling:

Hang de Kwink van de Week onder de deelposter Zelfmanagement (zie Vooruitblik/ deelposter bij les 8 op de website).

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Sprookjestocht. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand wie is de beste speurneus van het land?

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

Verslag Nederlands Leesverslag

Zelfstandig naamwoord

Ik geef mijn grenzen aan (lessenserie Omgaan met pesten)

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Standbeelden uit een verleden

Lezen - Moeilijke woorden in de krant vmbo-kgt34

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Van afvalberg tot afvaldal

Blind kwartetten. Niveau ooo

Literatuur - Boekverslag 1 vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

LES 9. Eet, drink en blijf gezond. Doe Lees. Lees. Schrijf Vraag thuis om een leeg blik, Loop Leer. Bid dat je gezonde beslissingen zal.

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel:

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

Studio de Bakkerij Bergweg EM Rotterdam LESBRIEF. LIEVE ASSEPOESTER.

Waarom ga je schrijven: het Nieuwsbegripfilmpje bekijken

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Zaterdag 27/09 (14u(14u-17u)

Werkvorm 1: "Je laatste Whatsapp, Sms, Ping of Tweet"

Nederland Leest in de klas Korte verhalen lezen & interpreteren

Nu te koop: De kleuren zijn afschuwelijk, en je kunt zelf kiezen welke vieze veters je erbij wilt.

Lesbrief les 2 groep 7 en 8 Voed je lijf met de Schijf van Vijf

INHOUD. #1 Mens zijn 5 #2 Slapen 17 #3 Taken 29 #4 Bewegen 49 #5 Expressie 61 #6 Voelen 75 #7 Gezond zijn en ziek zijn 95 #8 Voeding 110 #9 Tijd 128

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Animatie. Groetjes het animatieteam en een poot van Lukkie de Leeuw. Programma. Welke dag? Hoe laat? Wat? Waar?

Lesbrief Alles goed? Alles goed is een voorstelling van Timo van den Heuvel De Spraakversterker. Voor meer informatie:

Zoek allemaal een boomblad. Leg de bladeren bij elkaar. Vergelijk de kleuren en vormen.

Boekverslag Nederlands De Cock en het duel in de nacht door A.C. Baantjer

Belangrijk dichtwerkboekje van

Hoe werk je met het projectenboek?

Kleine Pien op reis. INFORMATIEBRIEF Eropuit - Sprookjes. Aan de ouders van groep 1 en 2,

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Drie nieuwe methodes van Malmberg Een kennismaking in de vorm van een lesidee

Dit boek is anders dan alle andere boeken. Het is helemaal voor jou alleen. Jij bent de enige die straks weet wat er in dit boek staat.

Literatuur - Boekverslag2 vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Studio de Bakkerij Bergweg EM Rotterdam LESBRIEF. LIEVE ASSEPOESTER.

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Oriëntatie 1. Hieronder zie je de voorkant van de originele uitgave (1) en die van de lijsteruitgave (2) (afbeelding zie bijlage).

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Tips voor het hardopdenkend leren lezen

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

Leerlingboekje les 3 en 4. Schrijfopdracht 2 Wie zijn zij? Groep 7

Luisteren Niet luisteren Belang van luisteren Luisterdoelen Luistervaardigheden

Les 1: Een sprookje schrijven

Lesmap bij de voorstelling Sprookje door De Verhalenkat

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Lesbrief: Reis rond de wereld Thema: Hoe kom ik daar?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4

12. Leerstof samenvatten

R o o d k a p j e - M a r i o n S n ij d e r s. d e

Workshop Vertel ik het wel, of vertel ik het niet?

Nodig: Flappen en stiften, werkblad verkiezingskaartjes met scoreformulier, werkblad spreekkaarten, A-3 posters met stiften, potloden end.

Fase Ontdek en onderzoek

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

Kindersprookjestocht. Ontdek de Efteling nog beter met deze Sprookjestocht. Laat je verrassen door de vele wonderlijke sprookjes!

Voorstelling van literaire genres Opdrachtenfiche fabel

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Formatief evalueren: meer weten, minder toetsen. Nationaal Congres Frans 22 maart 2019

Les 1: Een sprookje schrijven

KJV (GROEP 1) De slimme kat / Ayano Imai (door Caroline Verbruggen)

GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 GROEP 7 GROEP 8. Kinderliteratuur

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Hoe maak ik een werkstuk?

Transcriptie:

Werken met het genre van het sprookje in de klas Dr. Françoise Lucas Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Workshop naar aanleiding van hoofdstuk 4, van mijn boek Actief met taalvaardigheid. Werken met literaire genres in de klas (Coutinho 2015)

Vraag workshop Hoe kun je het genre van het sprookje aanwenden om taalvaardigheden te oefenen?

Context Docent cultuur en literatuur en lerarenopleider. Hoe literatuur koppelen aan toekomstige beroepspraktijk van mijn studenten? Literatuur loskoppelen van louter leesvaardigheid. Literatuur aanwenden om vaardigheden te oefenen.

Uitgangspunten om activiteiten voor taalvaardigheden te ontwerpen Genretheorie : genre als verzameling van conventionele elementen (Combe 1992), genre als verwachting (Compagnon 2001) Narratologie: elementen uit de geschiedenis zoals plaats van handeling, acteurs (typen personages), gebeurtenissen en tijd (Bal 1997) Aan de hand van het begrip genre en elementen van de geschiedenis, ludieke activiteiten voor de taalvaardigheden ontwerpen.

Voorbeeld, mengen van elementen van narratieve genres Bekijk het voorbeeld en noteer behalve het genre van het sprookje welk genre je in het verhaal herkent.

Activiteit 1: Sprookjesfiguren ontmoeten detectives In groepen van vier Als we een verhaal lezen, verwachten we genrespecifieke elementen: in sprookjes horen prinsen en prinsessen, in detectives rechercheurs en in westerns cowboys dieven. Maar bij deze taak word je uitgenodigd om in een sprookje elementen uit andere genres te mengen. 1. Noteer kort wat je weet van sprookjes, detectives, westerns en fantasyverhalen. Welke elementen komen steeds terug? 2. Vul de conventionele elementen van sprookjes in op een formulier (zie de website). Bij acteurs komt bijvoorbeeld te staan: prins, fee, heks, reus. Bij plaats van handeling, bijvoorbeeld : bos, kasteel. Bij gebeurtenissen kan komen te staan: kinderen raken de weg kwijt, een huwelijk. Bij tijd : een paar uur tot 100 jaar.

3. Vul daarna in het formulier de conventionele elementen van een ander genre in: de detective, de western of fantasyverhalen. 4. Kies een sprookje uit een reeks bekende sprookjes en vertellingen (Grimm, Perrault, Andersen). Bedenk op basis van dat sprookje een kort scenario, waarin je elementen van minstens één ander genre verwerkt. Van het sprookjesbos maak je bijvoorbeeld een politiebureau, en de conventionele prins verander je in westernheld Lucky Luke.

Activiteit 2: Los het probleem op In groepen van 3 Met behulp van een voorwerp en een sprookjesfiguur werk je samen aan de oplossing van een probleem. Het resultaat is een ludiek gedicht. 1. In groepjes van drie bedenkt één deelnemer een probleem en schrijft het op een vel papier. De volgende deelnemer bedenkt een voorwerp waarmee het probleem kan worden opgelost en schrijft dat eronder. De derde deelnemer schrijft er een sprookjesfiguur bij die een rol speelt in de situatie. 2. De drietallen geven dit lijstje aan een ander groepje. Elk groepje schrijft een gedicht aan de hand van het lijstje dat het heeft gekregen. Het hoeft niet te rijmen. 3. De groepjes lezen elkaars gedichten. 4. Voorbeeld:

Voorbeeld: tegenslag Probleem: tegenslag Voorwerp: emmer Sprookjesfiguur: Klein Duimpje Gedicht Een emmer vol kiezelsteentjes Om de tegenslag te overwinnen Klein Duimpje vindt de weg terug Naar huis

Activiteit 3: Andere beroepen, andere leeftijden In duo s In sprookjes hebben de personages hebben vaak specifieke, conventionele fysieke eigenschappen en karaktertrekken. Zo is een prinses over het algemeen jong, mooi en aardig, terwijl de heks oud, lelijk en kwaadaardig is. Kinderen zijn slim en kunnen zich uit moeilijke situaties redden. De personages hebben ook vaak een bepaalde functie of een bepaald beroep. Zo bestuurt de koning zijn koninkrijk, en helpt de fee de prinses haar wensen te vervullen.

1. De duo s kiezen een bekende sprookjesfiguur, bijvoorbeeld Sneeuwwitje, Klein Duimpje of Roodkapje. Van dit personage beschrijven ze de fysieke eigenschappen, de karaktereigenschappen en het beroep (koning, molenaar) of de functie (helper). 2. Verander twee van die eigenschappen. De prinses is bijvoorbeeld lelijk in plaats van mooi, het kind is een volwassene van 30 jaar, de koning is leraar of autoverkoper. 3. Schrijf in drie tot tien regels een samenvatting van het verhaal met de nieuwe karakteristieken van de personages. 4. Wissel je uit met een ander duo. 5. Voorbeeld:

Voorbeeld: Sneeuwwitje als rockzangeres Personage: Sneeuwwitje Eigenschappen: Mooi, jong, zwart haar en blanke huid. Aardig en zorgzaam, maar een beetje naïef. Ze is een prinses en zorgt voor het huishouden van de zeven dwergen. Veranderde eigenschappen: Haar beroep is rockzangeres, haar leeftijd: 30 jaar Synopsis A2 Sneeuwwitje is 30 jaar. Ze is rockzangeres. Ze heeft een eigen band. Haar stiefmoeder is jaloers op haar. Televisie- en radioprogramma s vertellen haar dat Sneeuwwitje de beste zangeres van het land is. Ze zoekt manieren om Sneeuwwitje te doden, maar Sneeuwwitje is haar steeds te slim af. Bovendien spelen de zeven dwergen in haar band. Ze laten haar nooit alleen. Maar de stiefmoeder blijft het proberen

Activiteit 4: Wolf, blijf je eten? In duo s Verander karaktertrekken van een personage in het sprookje van Roodkapje, en verzin een andere wending en een nieuw einde aan het verhaal. 1. Vertel kort aan elkaar waar Roodkapje over gaat. 2. Geef één van de personages andere karaktertrekken, waardoor dat personage andere keuzes maakt. Kies ook een punt in het verhaal vanwaar je een nieuwe einde gaat bedenken. 3. Bedenk een nieuwe afloop en schrijf die in trefwoorden op. 4. Schrijven de nieuwe afloop uit. 5. Wissel met een andere duo uit.

Voorbeeld Andere karaktertrekken: de wolf is aardig geworden. Andere keuze: hij eet de grootmoeder niet op. Moment in het verhaal: als Roodkapje bij haar grootmoeder aankomt. Uitwerking A2 Roodkapje gaat de koek en de wijn naar haar grootmoeder brengen. Ze klopt op de deur. Ze gaat naar binnen en ziet de wolf en haar grootmoeder samen aan tafel. Grootmoeder heeft de wolf uitgenodigd om te blijven eten. De wolf heeft ja gezegd. Hij dacht: Een goede maaltijd met vlees, groente en een lekker toetje smaakt veel beter dan een grootmoeder.

Activiteit 5: De politie bij Hans en Grietje In viertallen Hans en Grietje worden geconfronteerd met de politie die de dood van de heks onderzoekt. De kinderen moeten argumenten geven om hun daad te verantwoorden. 1. Lees het sprookje van Hans en Grietje of vertel het verhaal aan elkaar. 2. Vorm dubbele duo s. Het ene duo heeft de rol van rechercheurs die de dood van de heks onderzoeken. Ze bedenken en noteren drie argumenten op grond waarvan ze de kinderen aanklagen. Het andere duo heeft de rol van Hans en Grietje. Zij noteren drie argumenten die hun daad rechtvaardigen en waarmee ze zich tegen de aanklacht kunnen verweren.

3. De duo s wisselen hun argumenten uit. De rechercheurs geven steeds één argument, waartegen Hans en Grietje zich verweren met een tegenargument. 4. Je kunt het resultaat als basis voor het naspelen van een rechtbankzitting gebruiken.

Activiteit 5:Je verbeelding loslaten op sprookjes In duo s Je maakt een nieuwe tekst met zinnen uit bekende sprookjes. Je gebruikt daarvoor je verbeelding, maar je bent wel aan een aantal regels gebonden. Met deze zinnen maken je een nieuwe tekst. Daarbij gelden de volgende regels: Je mag zelf de vorm kiezen, bijvoorbeeld gedicht, brief, verhaal. Je moet minstens drie van de gegeven zinnen gebruiken. Je mag de volgorde niet veranderen. Je mag wel nieuwe elementen aan de zinnen toevoegen.

Geselecteerde zinnen 1. Wie is de mooiste van t hele land? 2. Ze werd bang. 3. Ze wist niet hoe ze zichzelf moest redden. 4. Daar zag ze opeens een klein huisje. 5. Ze at van alle zeven bordjes een beetje groente en een beetje brood. 6. We verkopen het niet, voor alle goud in de wereld niet! (ontleend aan http://www.beleven.org/verhaal/sneeuwwitje)

Feedback Kies een activiteit uit die je in de klas zou willen gebruiken. Leg je keuze uit.

Combe, Dominique. 1992. Les genres littéraires. Paris : Hachette. Compagnon, Antoine. 2001. Théorie de la littérature : la notion de genre. Disponible sur : http://www.fabula.org/compagnon/genre.php. (Page consultée le 31 mars 2013).